NL8902261A - Komvormig lichaam alsmede inrichting voor het verwijderen van een kluit kweekmateriaal uit een komvormig lichaam. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Komvormig lichaam alsmede inrichting voor het verwijderen van een kluit kweekmateriaal uit een komvormig lichaam.

De uitvinding heeft betrekking op een komvormig lichaam voorzien van een zich omhoog uitstrekkende begrenzingswand , welke een holte begrenst , welke holte bestemd is voor het opnemen van een kluic kweekmateriaal voor het opkweken van een plant of dergelijke, waarbij nabij de begrensingswand meerdere in de hoogterichting van het komvormige lichaam verlopende , aan hun onder- en boveneinde open kanalen zijn aangebracht.

Een dergelijk komvormig lichaam leent zich voor het opkweken van een plant of dergelijke in het in de holte opgenomen kweekmateriaal, waarbij op een gewenst tijdstip de kluit kweekmateriaal uit de holte kan worden gestoten met behulp van een duworgaan , dat is voorzien van een aantal door de kanalen op en neer beweegbare vingers , die de kluit kweekmateriaal grijpen en omhoog bewegen.Bij deze bekende uitvoering vormen de kanalen een doorgaande stervormige doortocht , waarbij de holte aan de onderzijde open is. Een dergelijke uitvoering kan problemen veroorzaken met betrekking tot het handhaven van het gewenste vochtig-heidsgehalte in het kweekmatèriaal , daar aan het kweekmateriaal toegevoegd water en/of vloeibare voedingsmiddelen of dergelijke door de open onderzijde van de holte gemakkelijk kan wegstromen , waardoor een slecht bestuurbare situatie ontstaat met betrekking tot het zo effectief mogelijk opkweken van het gewas.

Met de uitvinding wordt beoogd een komvormig Lichaam van bovengenoemde soort te verkrijgen , waarbij kan worden tegemoet gekomen aan het bij het bekende komvormige lichaam optredende nadeel.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de holte aan zijn onderzijde is afgesloten door een bodemplaat , waarin althans een doorvoeropening is aangebracht .

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan de onderzijde van de holte in het komvormige lichaam althans over een aanzienlijk gedeelte van zijn doorsnede-oppervlak worden afgesloten .De doorvoeropening (en) kan (kunnen ) daarbij worden benut voor het door- voeren van een uitstootorgaan (en) met behulp waarvan de kluit kweek-materiaal uit de holte kan worden geschoven , terwijl door de kanalen geleidingsvingers of dergelijke kunnen worden gestoken ter ondersteuning van de kluit kweekmateriaal , zodanig , dat deze tijdens het uitstoten uit de holte niet op ongewenste wijze zijdelings beweegt of kantelt.

Daarbij kan volgens een verder aspect van de uitvinding een kluit kweekmateriaal op eenvoudige en doelmatige wijze uit een komvormig lichaam worden verwijderd met een inrichting voor het verwijderen van een kluit kweekmateriaal , welke volgens de uitvinding is voorzien van meerdere vingers , welke met behulp van aandrijfmiddelen op en neer beweegbaar zijn door de kanalen en van althans een uitstootorgaan , dat met behulp van aandrijfmiddelen op en neer beweegbaar is door de doorvoeropening.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een schematisch in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding .

Fig 1 toont schematisch een doorsnede over een een aantal komvormige lichamen omvattende bak alsmede middelen om in de komvormige lichamen opgenomen kluiten kweekmateriaal uit de komvormige lichamen te verwijderen.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht op een komvormig lichaam.

In fig. 1 is een bakvormig orgaan 1 weergegeven , dat is voorzien van een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende langswanden 2 (slechts een weergegeven),die aan hun uiteinden zijn verbonden met behulp van een tweetal zich loodrecht op de langswanden 2 uitstrekkende dwarswanden 3 (slechts een weergegeven), zodanig , dat de langs- en dwarswanden 2 en 3 een rechthoekig raam vormen . Tussen de bovenranden van de wanden 2 en 3 strekt zich een een geheel met de wanden 2 en 3 vormende bovenplaat 4 uit.Met de bovenplaat 4 zijn de boveneinden van begrenzingswanden 5 van komvormige lichamen 6 verbonden.Daarbij zijn de komvormige lichamen 6 uit een stuk met de bovenwand 4 ,bij voorkeur uit kunststof , vervaardigd . Zoals uit fig. 1 duidelijk zal zijn is ieder komvormig.lichaam 6 aan zijn bovenzijde open.Aan de onderzijde is ieder komvormig lichaam 6 voorzien van een bodemplaat 7. De bodemplaat 7 is voorzien van een in het hart van de bodemplaat aangebrachte doorvoeropening 8 en het zich concentrisch om de doorvoer-opening 8 uitstrekkende gedeelte van de bodemplaat heeft in doorsnede een gootvormig profiel .

Verder zijn zich in de hoogterichting van het komvormige lichaam verlopende kanalen 9 aangebracht , in het weergegeven uitvoeringsvoor-beeld vier,die aan de bovenzijde open zijn.Aan de onderzijde van de kanalen 7 zijn plaatvormige afsluitdelen 10 aangebracht , die aansluiten op de buitenrand van de bodemplaat 7. Daarbij verloopt althans het bovenvlak van het plaatvormige deel 10 schuin naar beneden in de richting van de langsas 12 van het komvormige . lichaam.

In ieder plaatvormig deel 10 is een doortocht 11 aangebracht,zodat ieder kanaal 9 ook aan zijn ondereinde open is.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de kanalen 9 aan de naar de door het komvormige lichaam 6 begrensde holte 13 toegekeerde zijde open , waarbij zij een min of meer U-vormige doorsnede hebben. Binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding is er echter ook een uitvoering denkbaar , waarbij de kanalen 9 ook naar de holte 12 toegekeerde zijde gesloten zijn , zodat de kanalen worden gevormd door aan hun boven en onderzijde open kokervormige delen.

Zoals verder nog uit fig. 2 blijkt zijn in de gootvormige bodemplaat 7 bij voorkeur enige zich althans nagenoeg radiaal verlopende schotten 14 aangebracht.

In de door de komvormige lichamen 6 begrensde holtes kunnen nu kluiten kweekmateriaal worden ingebracht voor het opkweken van planten of dergelijk gewas.Tijdens het opkweken van het gewas kan op gewenste wijze nabij het open boveneinde van de door het komvormige lichaam 6 begrensde holte water en/ of vloeibare voedingsmiddelen of dergelijke in gewenste hoeveelheden worden toegevoerd.Een ongewenste voortijdige afvoer van dit vloeibare materiaal zal worden tegengegaan door de holte 13 althans gedeeltelijk aan de onderzijde afsluitende bodemplaat 7. Eventueel langs de open kanalen 9 naar beneden stromende vloeistof zal door het bovenvermelde schuine verloop van de bovenvlakken van de plaatvormige delen 10 gemakkelijk in de richting van het gootvormige bodemdeel 7 kunnen wegstromen , zodat een wegstromen van water door de gaten 11 in vergaande mate zal worden tegengegaan.

Eventueel kan men voor het inbrengen van een kluit kweekmateriaal op de doortocht 8 nog een afdichtfolie of dergelijke los opleggen.

Tijdens het opkweken van het gewas gaan de in de gootvormige bodem 7 aangebrachte schotten 14 en eventueel de kanalen 9 , indien zij aan de naar de holte 13 toegekeerde zijde open zijn een ongewenst spiraal of cirkelvormig groeien van de wortels van het gewas tegen.

Voor het uit een holte verwijderen van een kluit kweekmateriaal 15 met de daarin opgegroeide plant 16 kan doelmatig gebruik worden gemaakt van een niet nader weergegeven inrichting , welke is voorzien van een uitstootorgaan 18 alsmede van enige rondom dit uitstootorgaan opgestelde vingers 17 , welke kunnen worden geleid doordat zij worden gevoerd door openingen aangebracht in een deel van de inrichting uitmakende geleidingsplaat 19.

Een een aantal komvormige lichamen omvattende bak |<an /20als weergegeven in fig. 1 boven de geleidingsplaat 19 worden opgesteld en daarbij op geschikte wijze worden ondersteund en vastgehouden . Tijdens het plaatsen van de bak zullen daarbij het uitstootorgaan 13 en de vingers 17 zich in de links in fig. 1 weergegeven teruggetrokken stand bevinden.

Voor het uit een holte 13 verwijderen van een kluit kweekmateriaal 15 zullen nu de vingersi7 door de openingen 11 in en door de kanalen 9 omhoog worden bewogen.Het uitstootorgaan zal omhoog worden bewogen door de centrale opening 8 in de bodemplaat 7.De vingers 17 zullen daarbij over een zodanige afstand verplaatst kunnen worden ,dat zij zich over een zekere afstand boven de bovenrand van het komvormige lichaam kunnen uitstrekken zoals weergegeven in het rechter gedeelte van fig. 1 ter geleiding van de kluit kweekmateriaal ,welke met behulp van het uitstootorgaan uit de holte 13 omhoog wordt gedrukt , zoals eveneens weergegeven in het rechter gedeelte van fig. 1.

Bij voorkeur is de uitvoering zodanig , dat de kluit kweekmateriaal met behulp van het uitstootorgaan 13 over een zodanige afstand kan worden verplaatst , dat het bovenste gedeelte van de kluit kweekmateriaal tot boven de boveneinden van de vingers 17 kan worden geschoven . Bij een dergelijke uitvoering behoeft een de kluit kweekmateriaal beetgrijpend orgaan voor de afvoer van de kluit kweekmateriaal niet tussen de vingers 17 op de kluit kweekmateriaal aan te grijpen , maar kan een dergelijk grijp-orgaan aangrijpen op het boven de vingers 16 uitstekende gedeelte van de kluit kweekmateriaal , hetgeen het aangrijpen zal vergemakkelijken.

Nadat zo de kluit kweekmateriaal uit de holte is uitgedrukt en afgevoerd kunnen de vingers 17 en het uitstootorgaan 18 weer worden teruggetrokken.Het zal duidelijk zijn , dat de op en neer gaande beweging van de vingers 17 , die onderling met elkaar kunnen zijn verbonden alsmede van de eventueel onderling met elkaar verbonden uitstootorganen met behulp van bekende aandrijfmiddelen kan worden bewerkstelligt.Daarbij kan men denken aan een inrichting , met behulp waarvan de kluiten kweekmateriaal stuk voor stuk uit de in een bak verenigde komvormige lichamen worden uitgestoten evenals aan een inrichting , die van een zodanig aantal vingers en uitstootorganen . is voorzien , dat alle kluiten kweekmateriaal , die zijn opgenomen in deel van een bak uitmakende komvormige lichamen gelijktijdig uit de desbetreffende komvormige lichamen worden uitgestoten .

Uiteraard zijn er binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding variaties en/of aanvullingen op bovenbeschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm mogelijk.Zo is het aantal kanalen 9 resp. het aantal vingers 17 niet beperkt op vier,hoewel drie in het algemeen wel een minimaal aantal zal zijn om een goede geleiding van een kluit kweekmateriaal tijdens het uitstoten uit de desbetreffende holte 12 te kunnen waarborgen.

Verder kunnen zowel de door de begrenzingswand van het komvormige lichaam gevormde holte evenals de kanalen iedere gewenste doorsnede bezitten.

Ook is het niet noodzakelijk , dat de bodem is voorzien van een enkele centrale doorvoeropening voor een uitstootorgaan ,maar kunnen in de bodemplaat ook meerdere openingen zijn aangebracht, terwijl dan gebruik kan worden gemaakt van een overeenkomstig aantal uitstootorganen.Dit kan in het bijzonder van belang zijn bij komvormige lichamen , waarvan de holtes een verhoudingsgewijs grote doorsnede hebben.Uiteraard kan verder het uitstootorgaan in doorsnede ook iedere gewenste vorm hebben en zal de desbetreffende open- ing in de bodemplaat- een aan de doorsnede vorm van het uitstoot-orgaan aangepaste vorm hebben.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de bak met de komvormige lichaam vervaardigd gedacht uit kunststof , waarbij de komvormige lichamen met betrekkelijk dunne wanden zijn uitgevoerd.Het is echter ook denkbaar , dat de wanden van de komvormige lichamen worden gevormd door materiaal ,dat de tussenruimtes tussen de komvormige lichamen geheel opvult.

In de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden maken de komvormige lichamen deel uit van een bak waarin de komvormige lichamen in rijen en kolommen zijn opgesteld.Het zal echter binnen de geest en be-schermingsomvang van de uitvinding ook denkbaar zijn de komvormige lichamen al dan niet losneembaar te verbinden met een langgestrekte strip of band , in de geest van de constructie geopenbaard in het Franse octrooischrift 2357160.Voor het inbrengen van de kluit kweek-materiaal in de holte resp. voor het verwijderen van de kluit kweek-materiaal uit de holte kunnen . de zo onderling in een lange rij verbonden komvormige lichamen dan bijvoorbeeld langs een voor het inbrengen van resp. verwijderen geschikte inrichting worden geleid.

Ook het gebruik van losse komvormige lichamen votgens de uitvinding is denkbaar.

Claims (14)

1. Komvormig Lichaam voorzien van een zich omhoog uitstrekkende begrenzingswand , welke een holte begrenst , welke holte bestemd is voor het opnemen van een kluit kweekmateriaal voor het opkweken van een plant of dergelijke , waarbij nabij de begrenzingswand meerdere in de hoogterichting van het komvormige lichaam verlopende ,aan hun onder - en boveneinde open kanalen zijn aangebracht , met het kenmerk, dat de holte aan zijn onderzijde is afgesloten door een bodemplaat, waarin althans een doorvoeropening is aangebracht.

2. Komvormig Lichaam volgens conclusie 1 ,met het kenmerk,dat een doorvoeropening in de bodemplaat omgevend gedeelte van de bodemplaat in dwarsdoorsnede gootvormig is.

3. Komvormig lichaam volgens conclusie 1 of 2 ,met het kenmerk, dat een kanaal aan zijn onderzijde is afgesloten door een van een opening voorzien wandgedeelte, waarbij de bovenste begrenzingswand van het' wandgedeelte schuin naar beneden in de richting van de langs-as van het komvormige lichaam verloopt.

4. Komvormig lichaam volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat op de bodemplaat zich vanaf de bodemplaat omhoog uitstrekkende schotten zijn aangebracht.

5. Komvormig lichaam volgens conclusie 4 ,met het kenmerk, dat de schotten zijn opgesteld in een in doorsnede gootvormig uitgevoerd gedeelte van de bodemplaat.

6. Komvormig lichaam volgens conclusie 4 of 5 ,met het kenmerk, dat de schotten ten opzichte van de langsas van het komvormige lichaam althans in hoofdzaak radiaal verlopen.

7. Komvormig lichaam volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk , dat de kanalen aan de naar de holte toegekeerde zijde open zijn.

8. Komvormig lichaam volgens een der conclusies 1-6,met het kenmerk, dat de kanalen aan de naar de holte toegekeerde zijde gesloten zijn.

9. Bakvormig orgaan voorzien van een aantal in rijen en kolommen opgestelde komvormige lichamen volgens een der voorgaande conclusies 1-8.

10. Inrichting voor het opkweken van gewas voorzien van een aantal komvormige lichamen volgens een der voorgaande conclusies 1-8 ,die in een rii -onderling zijn verbonden door een langgestrekt flexibel ver-bindingsorqaan resp. onderling zijn verbonden door tussen de komvormige lichamen gelegen flexibele verbindingsorgaan.

11. Inrichting volgens conclusie 10 , met het kenmerk ,dat de komvormige lichamen losneembaar met het verbindingsorgaan zijn verbonden.

12. Inrichting voor het verwijderen van een kluit kweekmateriaal uit een komvormig lichaam , in het bijzonder een komvormig lichaam volgens een der voorgaande conclusies , met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van meerdere vingers ,welke met behulp van aan-drijfmiddelen op en neer beweegbaar zijn door de kanalen en van althans een uitstootorgaan,welke met behulp van aandrijfmiddelen op en neer beweegbaar is door >een doorvoeropening in het komvormige lichaam.

13. Inrichting volgens conclusie 12,met- het kenmerk, dat de vingers onafhankelijk van de aandrijfmiddelen op en neer beweegbaar zijn.

14. Inrichting volgens conclusie 11 of 12 , met het kenmerk,dat een uitstootorgaan over een zodanige afstand in hoogterichting omhoog te bewegen is , dat een door het uitstootorgaan omhoog bewogen kluit kweekmateriaal althans met zijn boveneinden boven de boveneinden van de omhoog bewogen vingers komt te liggen .