NL1027087C2 - Bloembollenbak en inzetdeel voor gebruik in een dergelijke bak. - Google Patents

Bloembollenbak en inzetdeel voor gebruik in een dergelijke bak. Download PDF

Info

Publication number
NL1027087C2
NL1027087C2 NL1027087A NL1027087A NL1027087C2 NL 1027087 C2 NL1027087 C2 NL 1027087C2 NL 1027087 A NL1027087 A NL 1027087A NL 1027087 A NL1027087 A NL 1027087A NL 1027087 C2 NL1027087 C2 NL 1027087C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bulbs
pins
insert
flower
flower bulb
Prior art date
Application number
NL1027087A
Other languages
English (en)
Inventor
Nicolaas Joannes Mari Schouten
Johannes Wilhelmus Leek
Original Assignee
Klaas Schouten B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Klaas Schouten B V filed Critical Klaas Schouten B V
Priority to NL1027087A priority Critical patent/NL1027087C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1027087C2 publication Critical patent/NL1027087C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/029Receptacles for seedlings
    • A01G9/0293Seed or shoot receptacles

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Description

Bloembollenbak en inzetdeel voor gebruik in een dergelijke bak
De uitvinding heeft betrekking op een bloembollenbak voor het in bloei trekken van bloembollen, waarvan de bodem is voorzien van pennen voor het opprikken van de bollen op een afstand van die bodem, zodat de ruimte 5 onder deze bollen met water gevuld kan worden en zich in die ruimte wortels kunnen ontwikkelen. De uitvinding heeft voorts betrekking op een inzetdeel voor gebruik in een dergelijke bloembollenbak.
Bloembollenbakken zijn bekend, bijvoorbeeld uit de 10 Nederlandse octrooiaanvrage 9301407. In dit document wordt uitgelegd dat bloembollenbakken worden gebruikt voor het opnemen van bloembollen, in het bijzonder tulpen, ten einde deze verschillende temperatuurbehandelingen te laten ondergaan om zo kunstmatig de bollen in bloei te trekken en 15 de bloembollen in een gewenst jaargetijde, anders dan in het voorjaar, tót bloei te laten komen.
De bloembollenbak volgens NL 9301407 is geschikt voor bollen die op water groeien en omvat daartoe een groot aantal verticale uitsteeksels voor het opprikken van de 20 bollen op een afstand van de bodem. Dankzij de puntige uitsteeksels kunnen de bloembollen stevig worden vastgezet, zodat zij niet kunnen omvallen of verschuiven. Voorts zorgen de uitsteeksels ervoor dat de bollen zich op een afstand van de bodem van de bak bevinden, zodat de ruimte daaronder met 25 water kan worden gevuld en de wortels van de bollen zich in die ruimte kunnen ontwikkelen. De bollen zelf blijven net boven het wateroppervlak.
Wanneer de bollen in een bak in bloei getrokken worden, zullen de afzonderlijke bloemen op verschillende 30 tijdsstippen tot bloei komen en op verschillende tijdsstippen met bol en al uit de bak verwijderd moeten worden. In veel gevallen zijn de wortels van de 102708? " 2 afzonderlijke bollen door elkaar heen gegroeid, althans verward geraakt. Dit heeft tot gevolg dat, indien een enkele bloem met bol uit de bak verwijderd wordt, andere bloemen en/of bollen mee omhoog getrokken worden, waardoor de 5 bloemen en/of bollen beschadigd kunnen raken en het verwijderen van een afzonderlijke bloem met bol betrekkelijk veel tijd kost.
Met de uitvinding wordt beoogd deze nadelen op te heffen althans te verminderen.
10 Hiertoe heeft de bloembollenbak volgens de uitvinding het kenmerk dat zich tussen ten minste een deel van de pennen scheidingselementen bevinden.
Gebleken is dat dergelijke scheidingselementen het ontwarren en/of lossnijden van de wortels van de te 15 verwijderen bol en/of het neerhouden van de wortels van omringende bollen aanzienlijk vereenvoudigen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inzetdeel voor een bloembollenbak voor het in bloei trekken van bloembollen, waarvan de bodem is voorzien van pennen 20 voor het opprikken van de bollen op een afstand van de bodem, welk inzetdeel scheidingselementen omvat alsmede middelen, waarmee dit deel in de bak bevestigd kan worden, zodanig dat de scheidingselementen zich tussen ten minste een deel van de pennen bevinden.
25 Een dergelijk inzetdeel kan in een bestaande bloembollenbak, bij voorkeur in een bak zoals beschreven in NL 9301407 worden bevestigd, zodat de voordelen van de onderhavige uitvinding ook in deze bestaande bak benut kunnen worden.
30 Het verdient de voorkeur dat de scheidingselementen een raster vormen, omdat in dat geval de wortels van een beperkt aantal bollen van die van de overige bollen afgescheiden worden. Het verdient voorts de voorkeur dat ten minste een deel van de openingen in het raster een aantal 35 pennen omgeeft respectievelijk kan omgeven dat 1027087 Ί 3 correspondeert met één bol.
In het kader van de uitvinding omvat de term "pennen" mede naalden en andere prikkers.
De uitvinding zal thans worden toegelicht aan de 5 hand van de figuren waarin een voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding schematisch is weergegeven.
Figuren 1 en 2 komen overeen met Figuren 1 en 2 uit NL 9301407 en tonen een gedeeltelijk bovenaanzicht van en een doorsnede door een bloembollenbak.
10 Figuur 3 toont het inzetdeel volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 4 is een bovenaanzicht van een bloembollenbak, welke is voorzien van twee inzetdelen volgens Figuur 3.
15 Figuren 1 en 2 tonen een rechthoekige bloembollenbak, welke op zichzelf bekend is uit NL 9301407. Deze bak omvat een bodem 1, welke wordt omgeven door een opstaande rand 2, 3 en welke is voorzien van een groot aantal pennen 4, die in rijen evenwijdig aan de korte 20 zijwanden 3 van de bak 1 zijn gerangschikt. Daarbij zijn de pennen 4 van naburige rijen over een halve hartafstand ten opzichte van elkaar versprongen en komt de afstand tussen de rijen ongeveer overeen met de hartafstand van pennen 4 binnen een enkele rij.
25 Gebleken is dat deze opstelling van de pennen 4 bewerkstelligt dat bloembollen van verschillende grootten met een relatief hoge plantdichtheid in de bak kunnen worden geplaatst. De bloembollen worden op de pennen 4 gestoken, waarbij het midden van de bol, waar zich de bloem bevindt, 30 vrij blijft van pennen 4.
Teneinde het opprikken van de bloembollen op de pennen tot een vooraf bepaalde en gelijke diepte te vergemakkelijken, zijn de pennen 4 in hun lengterichting getrapt uitgevoerd met een massieve, tapse, dunne, bovenste 35 punt 5 en een dikker, taps, hol, onderste deel 6. De lengte 1027087 4 van de punt 5 komt dan overeen met de indringdiepte van het pen 4 in de bol, waarbij de bol op de bovenzijde van het onderste deel 6 van de pen 4 rust.
Ten minste één van de korte zijwanden 3 van de bak 5 is uitgevoerd met één, of in dit voorbeeld, twee overloopgaten 7, die ervoor zorgen dat het niveau van water in de bak maximaal gelijk is aan de hoogte van het onderste punt van het overloopgat 7. Dit onderste punt van het overloopgat 7 bevindt zich op gelijke hoogte met de 10 bovenzijde van de onderste delen 6 van de pennen 4, waardoor het waterniveau maximaal tot aan de onderzijde van de bloembollen reikt.
Op de bodem 1 van de bloembollenbak is een aantal loodrecht op elkaar staande ribben 8, 9 gevormd die de bak 15 in vakken verdelen. De hoogte van de ribben 8, 9 is in dit voorbeeld ongeveer 20 mm. Zoals te zien is, zijn de ribben 8, 9 lager dan de onderste delen 6 van de pennen 4. De ribben 8, 9 onderdrukken het door elkaar groeien van de wortels van bloembollen tussen verschillende vakken en 20 zorgen er tevens voor dat bij het transporteren van de bakken het water in de bak niet teveel heen en weer klotst.
Figuren 3 en 4 tonen een inzetdeel 10 dat in de bak bevestigd kan worden en dat scheidingselementen 11 omvat, die verlopen in twee, bij voorkeur loodrecht op elkaar 25 staande richtingen en aldus een raster vormen. De afstand tussen de scheidingselementen 11 is zo gekozen dat de meeste openingen of posities in het raster bij bevestiging in de bak een aantal pennen 4 zal omgeven dat overeenkomt met het aantal pennen dat nodig is voor het ondersteunen van een 30 enkele bol. In dit voorbeeld zijn dat drie of vier pennen 4, waarmee dit inzetdeel 10 bijzonder geschikt is voor het in bloei trekken van bijvoorbeeld tulpen of narcissen. De openingen in het raster hebben bij voorkeur een breedte tussen 3 en 5 centimeter en een lengte tussen 3 en 5 35 centimeter.
1027017 5
Het inzetdeel 10 is voorzien van ringen 12, die een geheel vormen met de scheidingselementen 11 en waarmee het inzetdeel 10 op de pennen 4 kan worden geklemd. Vastklemmen wordt vergemakkelijkt indien de opening van elk van de 5 ringen 12 taps verloopt, met een zelfde coniciteit als die van de onderste tapse delen 6 van de pennen 4. Daarnaast verdient het de voorkeur dat de kleinste inwendige diameter van de ringen 12 althans ongeveer overeenkomt met de kleinste diameter van de onderste tapse delen 6, omdat het 10 inzetdeel 10 in dat geval vanzelf op dezelfde hoogte als de bovenzijde van de onderste tapse delen 6 van de pennen 4 zal klemmen, dat wil zeggen op de overgang tussen de onderzijde van de bollen en de (bovenzijde van de) wortels.
Het inzetdeel 10 is voorts voorzien van U-vormige 15 uitsparingen 13, die, nadat het element 10 in een bak 1 is bevestigd, plaats bieden aan respectieve pennen 4. Dankzij de uitsparingen blijft het aantal bevestigingspunten beperkt en wordt het aanbrengen van de inzetdelen 10 in de bak vereenvoudigd. Over het grootste deel van het raster 20 wisselen de ringen 12 en de uitsparingen 13 elkaar om en om af, zodat ter plaatste een gelijkmatige verdeling over het raster wordt verkregen.
Ten slotte is het inzetdeel 10 zo vormgegeven dat het de helft van de bloembollenbak kan beslaan. Voor elke 25 bak zijn dan twee inzetdelen 10 nodig. Een voordeel hiervan is dat het inzetdeel 10 met een relatief kleine matrijs vervaardigd kan worden en dat bij vervanging van een (beschadigd) inzetdeel 10 minder materiaal verloren gaat.
Figuur 4 toont twee inzetdelen 10 bevestigd in een 30 bloembollenbak. De ringen 12 zijn op de pennen 4 geklemd, waarbij de scheidingselementen 11 in hoofdzaak parallel aan de bodem 1 van de bak verlopen. De bovenzijde van de elementen bevindt zich althans ongeveer op dezelfde hoogte als de onderste delen 6 van de pennen 4 en de overloopgaten 1027087 6 7. De elementen dragen bij aan het bepalen van de positie (in hoogterichting) van de bollen.
De doorsnede van de scheidingselementen 11 loopt taps toe in de richting van de bodem 1 van de bak, dat wil 5 zeggen met de relatief scherpe kant naar beneden gericht.
Wanneer de bollen in een bak in bloei getrokken worden, zullen de afzonderlijke bloemen op verschillende tijdstippen tot bloei komen en op verschillende tijdstippen met bol en al uit de bak verwijderd moeten worden. In veel 10 gevallen zijn de wortels van de afzonderlijk bloemen door elkaar heen gegroeid, althans verward geraakt. Bij het uitnemen van één of meer volgroeide bloemen met bol uit de bak, zal het inzetdeel volgens de uitvinding het ontwarren en/of lossnijden van de wortels van de te verwijderen bol en 15 het neerhouden van de wortels van omringende bollen vergemakkelijken. Aldus kost het uitnemen van bloemen met bol minder tijd en is de kans op beschadiging geringer.
De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringen en kan op 20 verschillende manieren binnen het kader van de conclusies gevarieerd worden.
1027087

Claims (17)

1. Bloembollenbak voor het in bloei trekken van bloembollen, waarvan de bodem (1) is voorzien van pennen (4) voor het opprikken van de bollen op een afstand van die bodem (1), zodat de ruimte onder deze bollen met water 5 gevuld kan worden en zich in die ruimte wortels kunnen ontwikkelen, met het kenmerk, dat zich tussen ten minste een deel van de pennen (4) scheidingselementen (11) bevinden.
2. Bloembollenbak volgens conclusie 1, waarbij de scheidingselementen (11) een raster vormen.
3. Bloembollenbak volgens conclusie 2, waarbij ten minste een deel van de openingen in het raster een aantal pennen (4) omgeeft dat overeenkomt met één tot drie op te prikken bollen, bij voorkeur één op te prikken bol.
4. Bloembollenbak volgens één der voorgaande 15 conclusies, welke middelen (6) omvat voor het bepalen van de hoogte van de bollen ten opzichte van de bodem (1) van de bak en waarbij de scheidingselementen (11) zich ter hoogte van deze middelen (6) bevinden.
5. Bloembollenbak volgens één der voorgaande 20 conclusies, waarbij de doorsnede van de scheidingselementen (11) in de richting van de bodem (1) van de bak taps toeloopt.
6. Bloembollenbak volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de scheidingselementen (11) in hoofdzaak 25 parallel aan de bodem (1) verlopen.
7. Inzetdeel (10) voor een bloembollenbak voor het in bloei trekken van bloembollen, waarvan de bodem (1) is voorzien van pennen (4) voor het opprikken van de bollen op een afstand van de bodem (1), welk inzetdeel (10) 30 scheidingselementen (11) omvat alsmede middelen (12), waarmee dit inzetdeel (10) in de bak bevestigd kan worden, zodanig dat de scheidingselementen (11) zich tussen ten minste een deel van de pennen (4) bevinden. 10270 87
8. Inzetdeel (10) volgens conclusie 7, waarbij de scheidingselementen (11) een raster vormen.
9. Inzetdeel (10) volgens conclusie 7 of 8, waarbij de middelen voor het bevestigen van het inzetdeel in de bak 5 openingen (12) of uitsparingen omvatten, waarmee het inzetdeel (10) klemmend aan de pennen (4) bevestigd kan worden.
10. Inzetdeel (10) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de openingen in het raster een breedte 10 hebben tussen 3 en 5 centimeter en, bij voorkeur, een lengte tussen 3 en 5 centimeter.
11. Bloembollenbak voor het in bloei trekken van bloembollen, waarvan de bodem (1) is voorzien van pennen (4) voor het opprikken van de bollen op een afstand van de bodem 15 (1), zodat de ruimte onder deze bollen met water gevuld kan worden en zich in die ruimte wortels kunnen ontwikkelen, met het kenmerk, dat in de bloembollenbak een inzetdeel (10) bevestigd is, welk inzetdeel (10) scheidingselementen (11) omvat, die zich tussen ten minste een deel van de pennen (4) 20 bevinden.
12. Bloembollenbak volgens conclusie 11, waarbij de scheidingselementen (11) een raster vormen.
13. Bloembollenbak volgens conclusie 12, waarbij ten minste een deel van de openingen in het raster een aantal 25 pennen (4) omgeeft dat overeenkomt met één tot drie op te prikken bollen, bij voorkeur één op te prikken bol.
14. Bloembollenbak met inzetdeel volgens conclusie 11 of 12, waarbij de middelen voor het bevestigen van het inzetdeel in de bak openingen (12) of uitsparingen omvatten, , 30 waarmee het inzetdeel (10) klemmend aan de pennen (4) bevestigd is.
15. Bloembollenbak met inzetdeel volgens één der conclusies 11-14, welke middelen (6) omvat voor het bepalen van de hoogte van de bollen ten opzichte van de bodem (1) van 1 0270 87 de bak en waarbij het inzetdeel (10) op deze middelen (6) rust.
16. Bloembollenbak volgens één der conclusies 11-15, waarbij de doorsnede van de scheidingselementen (11) in de 5 richting van de bodem (1) van de bak taps toeloopt.
17. Bloembollenbak volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de scheidingselementen (11) in hoofdzaak parallel aan de bodem (1) verlopen. 10270 87
NL1027087A 2004-09-22 2004-09-22 Bloembollenbak en inzetdeel voor gebruik in een dergelijke bak. NL1027087C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027087A NL1027087C2 (nl) 2004-09-22 2004-09-22 Bloembollenbak en inzetdeel voor gebruik in een dergelijke bak.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027087 2004-09-22
NL1027087A NL1027087C2 (nl) 2004-09-22 2004-09-22 Bloembollenbak en inzetdeel voor gebruik in een dergelijke bak.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027087C2 true NL1027087C2 (nl) 2006-03-27

Family

ID=36539317

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027087A NL1027087C2 (nl) 2004-09-22 2004-09-22 Bloembollenbak en inzetdeel voor gebruik in een dergelijke bak.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1027087C2 (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1032206C2 (nl) * 2006-07-19 2008-01-22 Beekenkamp Verpakkingen B V Houder met aangrijpingsmiddelen voor agrarische producten.
NL2022385A (en) 2018-04-10 2019-10-14 Ig Specials B V Apparatus and Method for Placing Bulbs
EP3552480A1 (en) 2018-04-10 2019-10-16 IG Specials B.V. Apparatus and method for placing plant bulbs
US11653776B2 (en) 2020-03-06 2023-05-23 Woods IP Holdings LLC Vase with retainer mounted on securing ring

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1032206C2 (nl) * 2006-07-19 2008-01-22 Beekenkamp Verpakkingen B V Houder met aangrijpingsmiddelen voor agrarische producten.
NL2022385A (en) 2018-04-10 2019-10-14 Ig Specials B V Apparatus and Method for Placing Bulbs
EP3552480A1 (en) 2018-04-10 2019-10-16 IG Specials B.V. Apparatus and method for placing plant bulbs
EP3552479A1 (en) 2018-04-10 2019-10-16 IG Specials B.V. Apparatus and method for placing plant bulbs
US11653776B2 (en) 2020-03-06 2023-05-23 Woods IP Holdings LLC Vase with retainer mounted on securing ring

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2028290C (en) Tray, apparatus and method for propagating, growing and handling plants
US4050188A (en) Seedling growing container
US7954277B2 (en) Plant container
AU622883B2 (en) Apparatus for gripping balls containing plants
US9795090B2 (en) Pluggtrainer
US3078020A (en) Horticultural carrying apparatus
AU2018100958B4 (en) Container and method for supplying plants
EP0585993A1 (en) Method and receptacles for growing plants, particularly tissue culture plant precursors
US4144672A (en) Expanded plastic plant container with break-away bottom
NL1027087C2 (nl) Bloembollenbak en inzetdeel voor gebruik in een dergelijke bak.
GB2575467A (en) Plant-growing tray
NL9200641A (nl) Drager voor bolgewassen.
US3513594A (en) Container for preformed cubes of soil for plants
EP0413797A1 (en) Seedling transfer arrangement
US5507116A (en) Air-pruning plant growing system
NL1011346C1 (nl) Kweekdrager.
NL1011347C2 (nl) Kweekdrager.
EP0422704B1 (en) Device for raising plants
US4777764A (en) Plant growing container and method
GB2085702A (en) Growing trays
US2856089A (en) Means for encasing eggs
NL194256C (nl) Kweekplaat, in het bijzonder voor aardbeiplanten.
EP2880970A1 (en) Plant tray, assembly of a tray and at least one plant pot, method for assembling an assembly, and method for handling plant pots
NL8005752A (nl) Inrichting voor het uitplanten van gewas en daarmede gevormd samenstel.
NL2026808B1 (en) Growing Tray

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090401