NL1011347C2 - Kweekdrager. - Google Patents

Kweekdrager. Download PDF

Info

Publication number
NL1011347C2
NL1011347C2 NL1011347A NL1011347A NL1011347C2 NL 1011347 C2 NL1011347 C2 NL 1011347C2 NL 1011347 A NL1011347 A NL 1011347A NL 1011347 A NL1011347 A NL 1011347A NL 1011347 C2 NL1011347 C2 NL 1011347C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
culture
hole
culture carrier
carrier
water
Prior art date
Application number
NL1011347A
Other languages
English (en)
Inventor
Marcellinus Maria Boos
Rudolfus Jacobus Mar Kappelhof
Original Assignee
B & B Bulbs & Flowers B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by B & B Bulbs & Flowers B V filed Critical B & B Bulbs & Flowers B V
Priority to NL1011347A priority Critical patent/NL1011347C2/nl
Priority to PCT/NL2000/000100 priority patent/WO2000048451A1/en
Priority to AU28313/00A priority patent/AU2831300A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1011347C2 publication Critical patent/NL1011347C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/029Receptacles for seedlings
    • A01G9/0295Units comprising two or more connected receptacles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G31/00Soilless cultivation, e.g. hydroponics
    • A01G31/02Special apparatus therefor
    • A01G31/04Hydroponic culture on conveyors
    • A01G31/042Hydroponic culture on conveyors with containers travelling on a belt or the like, or conveyed by chains
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P60/00Technologies relating to agriculture, livestock or agroalimentary industries
    • Y02P60/20Reduction of greenhouse gas [GHG] emissions in agriculture, e.g. CO2
    • Y02P60/21Dinitrogen oxide [N2O], e.g. using aquaponics, hydroponics or efficiency measures

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
  • Hydroponics (AREA)

Description

KWEEKDRAGER
De uitvinding heeft betrekking op een kweekdrager voor 5 het onder gebruikmaking van een kweekmedium kweken van kweekmateriaal, zoals zaden, bollen, stekken, planten of dergelijke, voorzien van ten minste een, van boven naar beneden zich vernauwend doorlopend gat voor het daarin houden van het kweekmateriaal. De uitvinding ziet in het 10 bijzonder toe op een kweekdrager voor hèt kweken van bolgewassen in eventueel van voedingsstoffen en dergelijke voorzien water. In dit licht wordt in het vervolg eenvoudigheidshalve over "bol(len)" in plaats van "kweekmateriaal" gesproken en over "water" in plaats 15 van "kweekmedium", alhoewel"hier uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de in het vervolg gebruikte terminologie niet restrictief moet worden geïnterpreteerd.
Een dergelijke kweekdrager is bekend uit de 20 internationale (PCT-) octrooipublicatie no.
PCT/SE96/00496 (Perstorp AB). Deze middels spuitgieten uit harde kunststof vervaardigde en als drijfplateau ("floating tray") uitgevoerde kweekdrager bevat verscheidene conische gaten om daarin bijvoorbeeld 25 stekken en dergelijke aan te brengen. Daar de als uitgangsstof gekozen harde kunststof van polymeer materiaal een soortelijk gewicht heeft ongeveer gelijk aan of groter dan 1 g/cmJ, is de bekende floating tray uitgerust met zogenaamde "luchtkussens" teneinde het 30 noodzakelijke drijfvermogen te bewerkstelligen. Deze "luchtkussens" zijn gevormd door tijdens gebruik met lucht gevulde holten begrensd-door het wateroppervlak en de floating tray zelf. --------- 3 5 Een bezwaar van de uit het eëirder ge noemde internationale octrooischrift bekende floating tray is dat de ter vervaardiging daarvan gebruikte kunststof zeer hard is, waardoor met name bollen bij het in de conische gaten 1011347 2 drukkend aanbrengen daarvan gemakkelijk beschadigen. Dit heeft uiteraard zeer nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het uiteindelijk gekweekte product.
5 Het is het doel van de uitvinding het bezwaar van de stand van de techniek te ondervangen, meer in het bijzonder een kweekdrager te verschaffen, waarmee met name bolgewassen zonder beschadigingen op kwalitatief hoog niveau kunnen worden gekweekt.
10
Daartoe heeft een kweekdrager van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat ten minste de wand van het gat van een zodanig kunststofmateriaal is vervaardigd dat het 15 kweekmateriaal, althans nagenoeg zonder te beschadigen, door lokale vervorming van de wand klemmend in het gat kan worden aangebracht, terwijl de wand althans nagenoeg ondoordringbaar voor wortels van het kweekmateriaal is. Bij voorkeur is de gehele kweekdrager op homogene wijze 20 uit een dergelijk kunststofmateriaal vervaardigd. Onder een kunststofmateriaal wordt in dit kader eveneens een rubbermateriaal verstaan. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat de bollen bij voorkeur machinaal zonder beschadigingen altijd in de juiste positie, dat wil 25 zeggen met hun wortelkrans net in het als voedingsmedium fungerende water kunnen worden gepositioneerd. Doordat het gebruikte kunststofmateriaal ondoordringbaar voor wortels is, kunnen gekweekte produkten eenvoudig uit de kweekdrager worden geplukt, terwijl deze tevens voor 30 hergebruik geschikt is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een kweekdrager overeenkomstig de uitvinding is het kunststofmateriaal polystyreen (CHCH2CHCH2CHCH2)n, in het bijzonder met een 35 ruimtegewicht variërend tussen 20 en 100 g/1, meer in het bijzonder tussen 40 en 60 g/1, nog meer in het bijzonder circa 45 g/1. Dit aldus samengestelde 101 1347 3 materiaal blijkt na uitvoerige experimenten bij uitstek geschikt te zijn om te voldoen aan de bij de onderhavige uitvinding gestelde, ogenschijnlijk tegenstrijdige eisen: "voldoende zacht" om de bollen zonder 5 beschadigingen klemmend te positioneren, alsmede "voldoende hard" om te voorkomen dat wortels daarin doordringen.
In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van een 10 kweekdrager volgens de uitvinding is het ten minste ene gat conisch gevormd. Dit bevordert de multifunctionaliteit van het kweekdrager, opdat bollen met verschillende maten toch effectief hierin kunnen worden gekweekt.
15
In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van een kweekdrager overeenkomstig de uitvinding bezit de kweekdrager verscheidene gaten, bij voorkeur 100 è 400 per m2 (irissen) , 250 a 600 per m2 (tulpen) , 50 a 250 per 20 m2 (lelies). De ideale "dichtheid" terzake van de gaten is op grond van uitvoerige experimenten afhankelijk van het soort kweekmateriaal (bolgewas) gebleken, daar sommige bolgewassen, bijvoorbeeld irissen, onder andere meer (zijwaarts) licht behoeven dan andere.
25
In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van een kweekdrager volgens de uitvinding is het soortelijk gewicht van de kweekdrager < 1 g/cm3. Hierdoor is het mogelijk de onderhavige kweekdrager als drijfplateau 30 ("floating tray") te gebruiken.
In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van een kweekdrager overeenkomstig de uitvinding is dit voorzien van ten minste een, vanaf de onderzijde van de 35 kweekdrager zich uitstrekkende ribbe. Bij voorkeur bevat de onderhavige kweekdrager langs zijn omtreksrand een dergelijke ribbe, en/of tussen rijen gaten. Dit 1011347 4 bevordert niet alleen de stevigheid van de kweekdrager en de stabiliteit daarvan op een ondergrond, doch zorgt er tevens voor dat de wortelkrans van de bollen met name bij gebruik van een plantmachine niet beschadigen. De 5 plantmachine drukt namelijk in dat geval de wortelkrans niet op de ondergrond kapot. Voorts kan het waterniveau aan de hand van de stand van het water langs de uitstekende ribbe(n) nauwkeurig worden bepaald, opdat de bollen met hun wortelkrans optimaal in het water staan.
10
In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van een kweekdrager volgens de uitvinding is deze in omgekeerde positie, waarbij het ten minste ene gat van boven naar beneden zich verwijdt, geschikt is voor de kweek van 15 lelies en/of hyacinten. Dit zal nog nader aan de hand van de figuurbeschrijving worden toegelicht.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren van een 20 voorkeursvariant van de uitvinding, waarin, figuur 1 respectievelijk figuren 2 en 3 een schematisch boven- respectievelijk zijaanzicht toont van een kweekdrager volgens de uitvinding; en 25 figuur 4 een bij de kweekdrager van de figuren 1 en 2 gebruikte bakvormig waterreservoir schematisch in perspectief (a) en in dwarsdoorsnede (b) weergeeft.
30
In de figuur 1 en 2 onderscheidt men een rechthoekige kweekdrager 1 uit homogeen polystyreen, waarin in totaal zestig van boven naar beneden zich vernauwende (conische) doorlopende gaten 2 zijn aangebracht. Het 35 polystyreen dat in de praktijk ook wel wordt aangeduid met "E.P.S." of "styropor" heeft bij voorkeur de reeds eerder genoemde chemische samenstelling, zodat in het 1011347 5 bijzonder bollen van gewassen zoals irissen en tulpen en dergelijke en waarvan er een bol 3 schematisch in de figuur 2 is getoond, klemmend met hun wortelkrans 4 juist in een onderliggend kweekmedium (bij voorkeur 5 water aangevuld met voedingsmiddelen en anti- infectiemiddelen) in de genoemde gaten kunnen worden gestoken en wel zonder te worden beschadigd. Het polystyreen is tegelijkertijd hard genoeg om ondoordringbaar te zijn voor groeiende wortels. Dit 10 vergemakkelijkt het plukken van gekweekte produkten en maakt de kweekdrager 1 geschikt voor hernieuwd gebruik. Het inklemmen van bollen 3 in de conische gaten 2 geschiedt door lokale vervorming van het polystyreen, zodat dit kunststof als het ware een zekere 15 flexibiliteit bezit. Het geheel is voorts voorzien van benedenwaarts uitstekende ribben 5 (in figuur 1 gestippeld weergegeven) die bij gebruik op een ondergrond rusten. De ribben 5 zorgen niet alleen voor vergroting van de stevigheid en de stabiliteit van de 20 kweekdrager l, doch maken het tevens mogelijk het waterniveau in een waterreservoir waarin de kweekdrager 1 als drijfplateau wordt geplaatst, aan de hand van de waterstand langs de ribben 5 nauwkeurig vast te stellen. Dit laatste is van belang teneinde ervoor te zorgen dat 25 de wortelkrans 4 van de bollen 3 steeds voldoende in het water staan. ______
Bij voorkeur is, zoals in figuur 2 is getoond, voorzien in een verdikking 13, die in_d_e_wand van de conische 30 gaten 2 is aangebracht. De verdikking 13 heeft tot doel bollen klemvaster in de gaten 2 eenvoudig te positioneren. Voorts is bij voorkeur sprake van een of meer van boven naar beneden in de wand van de conische gaten 2 zich uitstrekkende sleuf/sleuven 14 in de 35 kweekdrager 1 teneinde tussen het wateroppervlak en de kweekdrager 1 opgesloten lucht via de sleuf/sleuven te kunnen laten ontsnappen.
101 1347 6
Zoals reeds eerder aangegeven, is de kweekdrager eveneens geschikt om met name lelies te kweken. In dat geval worden leliebollen op de normale wijze in de conische gaten 2 van de kweekdrager 1 gestoken, waarna 5 de kweekdrager 1 ondersteboven -dat wil zeggen met de conische gaten 2 zich bovenwaarts vernauwend- op het water wordt gelegd. Dit geschiedt als volgt. De leliebollen worden opgeplant door deze.in de conische gaten 2 van de kweekdrager 1 te steken, waarbij de 10 kweekdrager 1 zich in een positie bevindt waarin de conische gaten 2 zich van boven naar beneden vernauwen. Daarna wordt de kweekdrager 1 omgekeerd (i.e. in een positie waarin de conische gaten 2 zich van boven naar beneden verwijden) op het water gelegd. Hierdoor komen 15 de wortels van de leliebollen in contact met het water teneinde groei te bevorderen, waarbij de waterstand wordt verhoogd. In het bijzonder rust de kweekdrager 1 daarbij op onderliggende ribben 5 in het waterreservoir (figuur 3).
20
Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de kweekdrager 1 niet noodzakelijkerwijs in een waterreservoir gevuld met water behoeft te worden gebruikt. Integendeel, het gebruik als drijfplateau ("floating tray") blijkt in de 25 praktijk verscheidene nadelen te bezitten: bij het verder groeien van het kweekmateriaal (bollen) wordt dit steeds zwaarder en zal de kweekdrager als gevolg van te weinig drijfvermogen in het waterreservoir zinken; voorts wordt de kweekdrager bij het plukken van 30 gekweekte produkten daaruit gemakkelijk uit het water getrokken.
Ter opheffing van bovengenoemde bezwaren wordt voorgesteld de eerder aangegeven kweekdrager te plaatsen 35 in een met water gevuld waterreservoir, waarbij is voorzien in anti-zink middelen in de vorm van bij voorkeur ten minste een aan het binnenoppervlak van het 101 1347 7 waterreservoir aangebrachte ribbe. Het verdient aanbeveling de ribbe op de bodem van het waterreservoir al dan niet doorlopend aan te brengen middels bijvoorbeeld lassen indien het reservoir van metaal, 5 bijvoorbeeld aluminium, gemaakt is, of middels het uit één stuk met het reservoir vervaardigen daarvan indien het reservoir uit kunststof is vervaardigd. Ook kan gedacht worden aan het lijmen van de ribbe. In een andere voorkeursvariant bezit de kweekdrager een vanaf 10 de onderzijde benedenwaarts uitstekende ribbe die op de bodem van het waterreservoir kan afsteunen ter voorkoming dat de kweekdrager zinkt.
Figuur 4 laat een waterreservoir 6 voorzien van in 15 dwarsdoorsnede althans in hoofdzaak 1-vormige ribben 7 zien. Teneinde de waterstand in aldus gevormde compartimenten van het waterreservoir 6 gelijk te houden, zijn in de ribben 7 watergaten 8 aangebracht, zodat de compartimenten in watercontact met elkaar 20 staan. De ribben 7 hebben niet alleen als functie om in het waterreservoir 6 en op de ribben 7 geplaatste kweekdragers 1 tegen zinken te behoeden, doch bovendien de stevigheid van het waterreservoir 6 te vergroten. In een voorkeursvariant is het waterreservoir 6 25 transportabel (mobiel) uitgevoerd en/of is het waterreservoir 6 voorzien van een watertoevoer 9 en een waterafvoer 10 in de bodem van het reservoir. De waterstand is met 11 aangegeven.
30 Om te voorkomen dat de kweekdrager(s) 1 bij het plukken van gekweekte producten daaruit uit het waterreservoir 6 wordt(en) getrokken, is het waterreservoir 6, in dit geval een van de ribben 7 daarvan, voorzien van een profiel of borgplaat 12 die de onderliggende 35 kweekdrager(s) 1 bij het plukken borgt tegen een bovenwaartse beweging.
101 1347

Claims (10)

1. Kweekdrager voor het onder gebruikmaking van een kweekmedium kweken van kweekmateriaal, zoals zaden, bollen, stekken, planten of dergelijke, voorzien 5 van ten minste een, van boven naar beneden zich vernauwend doorlopend gat voor het daarin houden van het kweekmateriaal, met het kenmerk dat ten minste de wand van het gat van een zodanig kunststofmateriaal is vervaardigd dat het 10 kweekmateriaal, althans nagenoeg zonder te beschadigen, door lokale vervorming van de wand klemmend in het gat kan worden aangebracht, terwijl de wand althans nagenoeg ondoordringbaar voor wortels van het kweekmateriaal is. 15
2. Kweekdrager volgens conclusie 1, waarbij het kunststofmateriaal polystyreen is.
3. Kweekdrager volgens conclusie 2, waarbij het 20 polystyreen (CHCH2CHCH2CHCH2) n, in het bijzonder met een ruimtegewicht variërend tussen 20 en 100 g/1, meer in het bijzonder tussen 40 en 60 g/1, nog meer in het bijzonder circa 45 g/1.
4. Kweekdrager volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het ten minste ene gat conisch is.
5. Kweekdrager volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 4, waarbij deze verscheidene gaten 30 bezit, bij voorkeur 100 è 400 per m2 (irissen), 250 a 600 per m2 (tulpen) , 50 è. 250 per m2 (lelies) .
6. Kweekdrager volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij het soortelijk gewicht van 35 de kweekdrager < 1 g/cm3 is.
7. Kweekdrager volgens een der voorgaande conclusies l 101 1347 tot en met 6, waarbij deze is voorzien van ten minste een, vanaf de onderzijde van de kweekdrager zich uitstrekkende ribbe.
8. Kweekdrager volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij deze in omgekeerde positie, waarbij het ten minste ene gat van boven naar beneden zich verwijdt, geschikt is voor de kweek van lelies en/of hyacinten. 10
9. Kweekdrager volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij de wand van het gat een verdikking bevat.
10. Kweekdrager volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij deze is voorzien van ten minste een van boven naar beneden in de wand van het ten minste ene gat zich uitstrekkende luchtsleuf. 20 101 134 7
NL1011347A 1999-02-19 1999-02-19 Kweekdrager. NL1011347C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011347A NL1011347C2 (nl) 1999-02-19 1999-02-19 Kweekdrager.
PCT/NL2000/000100 WO2000048451A1 (en) 1999-02-19 2000-02-17 Cultivation tray
AU28313/00A AU2831300A (en) 1999-02-19 2000-02-17 Cultivation tray

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011347A NL1011347C2 (nl) 1999-02-19 1999-02-19 Kweekdrager.
NL1011347 1999-02-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011347C2 true NL1011347C2 (nl) 2000-08-22

Family

ID=19768694

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011347A NL1011347C2 (nl) 1999-02-19 1999-02-19 Kweekdrager.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU2831300A (nl)
NL (1) NL1011347C2 (nl)
WO (1) WO2000048451A1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NZ500247A (en) * 1999-10-12 2002-10-25 Christopher John Frogley Propagation substrate having non-compressed sphagnum moss and non-toxic resin binder
NL1014343C2 (nl) * 2000-02-10 2001-08-13 Flexivorm Beheer B V Inrichting en werkwijze voor het broeien van bloembollen.
US6690844B2 (en) 2001-05-17 2004-02-10 Optronx, Inc. Optical fiber apparatus and associated method
NL2001872C2 (nl) * 2008-08-04 2010-02-05 J A & J Moerman C V Werkwijze voor het telen van lelies.
CN103650816B (zh) * 2012-09-21 2016-04-06 深圳文科园林股份有限公司 一种桂花微扦插快繁的方法
JP6815019B2 (ja) * 2016-04-29 2021-01-20 株式会社恵葉&菜健康野菜 水耕栽培用プランター、それを用いた植物の栽培方法、および栽培システム
CA2986709A1 (en) * 2017-11-27 2019-05-27 Rodney P. Sidloski Multi-seasonal storage of live plants
JP7131379B2 (ja) 2018-12-27 2022-09-06 井関農機株式会社 栽培設備
JP6830713B1 (ja) * 2020-10-12 2021-02-17 株式会社恵葉&菜健康野菜 引き寄せ具及びこれを用いた水耕栽培用プランター

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0030873A1 (en) * 1979-12-18 1981-06-24 Southern Chemicals Limited Plant propagating trays
AU519685B2 (en) * 1977-05-11 1981-12-17 K. Todd George Planter flat
GB2113961A (en) * 1982-02-06 1983-08-17 Ronald Ernest Sandall Seed tray
EP0213420A1 (en) * 1985-08-09 1987-03-11 RESMA S.r.l. Containment structure, particularly for small horticultural-floral plants
EP0441422A1 (en) * 1990-02-08 1991-08-14 Polisette S.R.L. Germination tray
EP0565201A1 (en) * 1992-04-06 1993-10-13 Curtec Nederland B.V. Carrier for bulbous plants
WO1996035326A1 (en) 1995-05-08 1996-11-14 Perstorp Ab Floating cultivation tray

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU519685B2 (en) * 1977-05-11 1981-12-17 K. Todd George Planter flat
EP0030873A1 (en) * 1979-12-18 1981-06-24 Southern Chemicals Limited Plant propagating trays
GB2113961A (en) * 1982-02-06 1983-08-17 Ronald Ernest Sandall Seed tray
EP0213420A1 (en) * 1985-08-09 1987-03-11 RESMA S.r.l. Containment structure, particularly for small horticultural-floral plants
EP0441422A1 (en) * 1990-02-08 1991-08-14 Polisette S.R.L. Germination tray
EP0565201A1 (en) * 1992-04-06 1993-10-13 Curtec Nederland B.V. Carrier for bulbous plants
WO1996035326A1 (en) 1995-05-08 1996-11-14 Perstorp Ab Floating cultivation tray

Also Published As

Publication number Publication date
WO2000048451A1 (en) 2000-08-24
AU2831300A (en) 2000-09-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI63651C (fi) Plantodlingsenhet
NL1011346C1 (nl) Kweekdrager.
US5548924A (en) Method and receptacles for growing plants, particularly tissue culture plant precursors
JP6524224B2 (ja) 取外し可能な側部支持構造体が配置されたキャリアを用いた植物栽培方法
NL1011347C2 (nl) Kweekdrager.
US20190269080A1 (en) Hydroponic Tower Compatible Plant Container
US5179800A (en) Self-watering air-producing plant tray system
US20140366444A1 (en) Propagation container for plants and propagation plate having several such propagation containers
US4420903A (en) Shipping container for living botanicals
KR101698669B1 (ko) 육묘용 포트 플레이트
NL9200641A (nl) Drager voor bolgewassen.
NL7811357A (nl) Inrichting voor het kweken en overplanten van planten.
WO1998023143A1 (en) Horticultural container and method of use
EP1459620A2 (en) Improved plant tray
NL1014343C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het broeien van bloembollen.
JPH08140486A (ja) 育苗装置
US20210289725A1 (en) Hydroponic high density grow board for deep water culture
KR100809502B1 (ko) 화분용 흙공급장치
CN210928800U (zh) 一种新型瓜蒌育苗盘
CN211960473U (zh) 水培苗育苗装置
JPH055878Y2 (nl)
GB2497817A (en) Modular living wall system
AU750856B2 (en) Horticultural container and method of use
CN208572826U (zh) 一种芒果苗培育装置
GB2201323A (en) Horticultural propagation tray

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110901