NL8004185A - Bak als onderdeel van een moduulstel, en bestemd voor het kweken van planten. - Google Patents

Description

t;· i vo. 0769

Titel: Bak als onderdeel van een moduulstel, en "bestemd voor het kweken van •plantén. ' ' _

De uitvinding heeft betrekking op een bak, die deel uitmaakt van een moduulstel, en die is bestemd voor het opnemen van echte planten, welke bak is voorzien van een permeabele bodem. De uitvinding heeft verder betrekking op een moduulstel, samengesteld uit althans êên der-^ gelijke bak.

De gebruikelijke, buisvormige bakken, die een voetstuk of poot hebben, en waarin het de bedoeling is hoog groeiende planten te kweken, hebben het nadeel, dat zij voor wat betreft de plaatselijke omstandigheden niet zijn aangepast aan de eisen van een te kweken plant.

Het is een doel van de uitvinding dit gebrek op te heffen en een constructie te verschaffen van een in een geheel op te nemen bak, die samen met soortgelijke bakken een samenstel kan vormen, waarvan de hoogte kan worden veranderd en waarin verschillende planten kunnen worden , samengevoegd, waardoor het samenstel kan worden vergeleken met een boom.

15

Volgens de uitvinding wordt de nieuwe bak gekenmerkt door een hoofdgedeelte, dat is bestemd voor het opnemen van het medium, waarin de planten moeten groeien, welk bakgedeelte is voorzien van althans êên balkonvormig, naar buiten zich uit strekkende uitstulping, waarbij de bak verder is- voorzien van middelen voor het verbinden daarvan met 20 andere soortglijke bakken van.het stel.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin : fig. 1 een axiale doorsnede toont van de bak; fig. 2 een lengtedoorsnede toont van een gootvormig voetstuk-25 element, dat deel uitmaakt van een dergelijk stel; fig. 3 een bovenaanzicht is van het element volgens fig. 2; fig. h een lengtedoorsnede is van een andere uitvoeringsvorm , van het voetstukelement; fig. 5 een bovenaanzicht is van het element volgens fig. k; 30 fig. 6 een zij-aanzicht is van het bovenste dekselelement; fig. 7 een ruimtelijk aanzicht is van de uit twee onderdelen samengestelde bak; fig. 8 een aanzicht is van een samengesteld stel met planten; fig. 9 een axiale doorsnede toont van de bak, uitgevoerd voor 35 gebruik in hydroculturen; en 800 4 1 85 ' * . . - 2 fig. 10 een axiale doorsnede toont van een gedeelte van een samenstel, gebruikt in hydrocultuur.

Het in fig. 8 veergegeven samenstel omvat als hoofdelementen, hakken, zoals weergegeven in fig. 1. Een dergelijke hak heeft een hoofd-5 gedeelte 3 met een. bodem die is voorzien van een aantal sleuven 5·

Een onderste rand 7 heeft sectoren met schroefdraad 9«Deze sectoren zijn hier gevormd als sectoren van 90°.

Volgende op de onderste rand of de sectoren 9» is een cilindrisch gedeelte 10 aanwezig met naar huiten halkonvormige uitstulpingen 12. Bij 10 de weergegeven voorheelden zijn deze balkonnen 12 symmetrisch in paren aangehraeht. Zij kunnen echter op willekeurige wijze verspreid zijn en zich op een willekeurige plaats bevinden met een willekeurige uitvoering. Aan de bovenkant bevindt zich een rand 13» die vier inwendig van schroefdraad voorziene sectoren 1U omvat, die overeenkomen met de uitwendige 15 schroefdraadsectoren 9· Het hodemgedeelte is gevuld met grint.

Dergelijke hakken 1 kunnen hoven op elkaar worden geplaatst en worden verbonden door respectievelijk de sectoren 9 en 1¾. De verbinding wordt verkregen door het draaien van éên bak ten opzichte van een andere, bij voorkeur over 90°, zodat de vier sectoren 9 en 1^ in aan-20 grijping zi'jn.

Het ligt voor de hand, dat het ook mogelijk is bajonetverbin-dingen of telescopische verbindingen te verschaffen, die in het bijzonder voordelig zouden kunnen zijn indien de moduulelementen vier zijden . hebben. De vraag van welke verbindingsmiddelen moeten worden gebruikt 25 is afhankelijk van de technologische vervaardigingsmiddelen. De elementen kunnen van kunststof zijn, maar ook van keramisch materiaal of metaal.

De bak 3 kan dienen als een houder voor aarde, waarbij de plant in de aarde wortelt en zich uit strekt door de naar buiten uit stulpende 30 balkonnen 12, waarbij de planten in het geval van. hangende planten, de door de bakken gevormde kolom bedekken. Natuurlijk kunnen verschillende andere planten, alsmede grassen, worden geplant. Ook is het mogelijk bakken te gebruiken met een niet-doordringbare bodem, die is aangepast voor hydrocultuur. Wanneer aarde of voedingsmiddelen worden ge-35 bruikt, kannen alle mogelijke soorten toevoegingen worden gebruikt, zoals voedende zouten, chemische middelen, turf voor het losmaken van de grond, indien nodig zand of grint, zoals voor deskundigen algemeen 800 4185 3 s 1 bekend.

Het bodemgedeelte ran de kolom is een buis- of goorvormig element l6y>, zoals weergegeven in fig.' 2 en 3, dat kan zijn voorzien van een ladevormig inzetstuk 18, Deze lade is voorzien van een handgreep 21 5 en een venster 22. De bovenste rand 19 van het element 16 is eveneens voorzien in inwendig van schroefdraad voorziene sectoren 20, die de verbinding mogelijk maken met de bak 1. Deze verbinding kan echter ook een telescopische zijn.

In de gevallen, dat een hoog samenstel moet worden gemaakt door 10 het op elkaar plaatsen van een aantal bakken 1, wordt een onderste pootvormig element 25 met een groot gewicht gebruikt, voorzien van een bodemplaat 26 en een holle poot 27'. Dit onderste deel kan door een opening 28 worden gevuld met water of zand voor het zodoende verhogen van zijn gewicht en verlagen van zijn zwaartepunt. De opening 28 kan worden 15 gesloten door middel van een stop 29. Het element 25 heeft een tussenliggende loze poot 31, waaraan een cilindrische rand 3^ is bevestigd, voorzien van inwendige schroefdraad 33. De elementen 35» die, zoals gezegd, een aanzienlijk gewicht hebben., kunnen zijn voorzien van twee handgrepen U0. De onderste rand van het buisvormige element 16 is 20 voorzien van een uitwendite schroefdraad kk voor de koppeling met het poortvormige element 25. Een dergelijk samenstel is altijd bedekt door een deksel ^5, zoals weergegeven in fig. 6, en voorzien van een rand k6. Het deksel heeft vier uitwendige schroefdraadsectoren kj9 die aangrijpen met inwendige schroef draadsectoren 1¼ van de rand 19 van een bak 25 1 voor het zodoende aan de bovenkant bedekken van het samenstel.

Overeenkomstig fig. 7 kan de onderhavige bak zijn opgebouwd uit twee complementaire onderdelen 1a en 1b. Het onderdeel 1a is voor-, zien van twee (of meer of minder) balkonvormige uitstulpingen, waarbij het bovenste onderdeel 1b een naar binnen verspringend onderste gedeelte 30 heeft ,'waarvan de buitendiameter gelijk is aan de binnendiameter van het onderdeel 1a. De verbinding vanaf het hoofdgedeelte van het onderdeel 1b is een naar beneden gerichte schouder 60, waardoor het onderdeel 1b rust op de bovenste rand van het onderdeel 1a. Het bovenste onderdeel 1a kan al of niet zijn voorzien van naar buiten zich uitstrekkende, . 35 balkonvormige uitstulpingen.

Deze constructie verdient de voorkeur in de gevallen, waarin het aantal bakken niet erg groot is, omdat gereedschappen voor het maken 800 4185 , b van de tweedelige constructie minder kostbaar zijn dan die voor de in fig. 1 weergegeven tak.

Fig. 8 toont een volledig samengestelde staander, bestaande uit moduulonderdelen, die drie bakken 1 omvatten, waarvan de bovenste een 5 deksel 1*5 draagt en de onderste is verbonden met de poot 25. De planten strekken zich uit vanuit de uitstulpingen 12. Het is natuurlijk mogelijk verschillende planten in lên samenstel van bakken te planten.

De constructie, bestemd voor hydrocultuur, verschilt enigszins van de in de fig. 1-7 weergegeven uitvoeringsvormen. Fig. 9 toont 10 een bak b$ met een vierkante dwarsdoorsnede. Deze bak heeft een bodem 5β, vanwaar wandgedeelten 57 zich uitstrekken, die naar binnen verspringen ten opzichte van het bovenste gedeelte van de wand van de bak.

Het onderste wandgedeelte 57 kan dus telescopisch in het bovenste gedeelte 58 worden gestoken van een daaronder zich bevindende bak (zie 15 fig. 10). De vier wanden hebben elk een balkonvormige uitstulping 60.

In de bak 55 is een buisvormig inzetstuk 61 geplaatst, voorzien van een uitlaat 62. Dit inzetstuk bepaalt daaromheen dus een gedeelte 6b, dat water en voedende stoffen opneemt, en vormt een overloop. Bij een bepaald peil vloeit water naar buiten door de uitlaat 62 in de daaronder 20 zich bevindende bak 55· Zoals algemeen bekend kan grint 65 in deze bakken zijn geplaatst. Planten 67 en 68 ontvangen de benodigde stoffen voor hun groei uit het water en groeien naar boven uit de uitstulpingen 60.

Het is duidelijk, dat het onderhavige moduulsamenstel kan worden 25 aangepast aan plaatselijke omstandigheden en aan de aard van de te kweken ; planten.

800 4 1 85

Claims (10)

1. Bak, voorzien van een permeabele bodem en deel uitmakende van een moduulstel, en bestemd voor bet daarin kweken van planten, gekenmerkt door een gedeelte voor bet opnemen van een voedingsmedium voor planten en voorzien van althans een zijdelings zich uitstrekkende, 5 balkonvormige uitstulping, waar planten zicb naar buiten kunnen uitstrekken, welk gedeelte verder is uitgerust met verbindingsmiddelen voor het verbinden van de bak met een ander onderdeel van het moduulstel.

2. Bak volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de verbindings-10 middèlen worden gevormd door sectorvormige schroefdraad, bajonetver- bindingen of telescopische gedeelten.

3. Bak volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de bodem daarvan althans êên opening heeft, bij voorkeur sleuven, aangebracht in de bodem. Bak volgens conclusie 1 voor gebruik voor hydrocultuur, met 15 het kenmerk, dat de boden van de bak is voorzien van een overloop en een uit laat.

5· Bak volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat in het vloeistof-bevattende gedeelte van de bak een ladevormig deel is aangebracht, waarvan de uitenzijde in êên vlak ligt met de wand van de bak.

6. Bak volgens conclusie 1 gekenmerkt door twee complementaire onderdelen, die in op elkaar geplaatste toestand in elkaar passen, waarbij beide onderdelen zijn voorzien van althans êên naar buiten zich uitstrekkende, balkonvormige uitstulping, en het bovenste onderdeel geen bodem heeft.

7. Moduulstel, voorzien van althans êên bak volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat een voetstukelement is voorzien, dat is uitgerust met verbindingsmiddelen voor het verbinden met de bak.

8. Stel volgens conclusie 7 gekenmerkt, door twee verschillende voetstukelement en, die met elkaar kunnen worden verbinden. 30 9· Stel volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat een van de voet- stukelementen buisvormig is.

10. Stel volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat het voetstukelement een hol deel is, dat kan worden gevuld voor het verzwaren daarvan.

11. Stel volgens· conclusie 8 gekenmerkt door een deksel, dat zijn 800 4185 ♦· , bovenkant vormt.

12. Moduulstel en zijn samenstellende onderdelen, in hoofdzaak zoals hiervoor beschreven en onder verwijzing naar de tekening. i 800 4 1 85