NL8901873A - Inrichting voor het recirculeren van origineelbladen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het recirculeren van origineel bladen

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het recir¬culeren van origineel bladen van een originelenstapel naar eenbelichtingszone van een kopieerapparaat en van de belichtingszone terugnaar de originelenstapel, omvattende een voorraadhouder voor de origine¬lenstapel, een toevoerbaan die zich uitstrekt van de onderzijde van devoorraadhouder tot een eerste zijde van de belichtingszone voor hettoevoeren van een origineel blad van de voorraadhouder naar debelichtingszone, transportmiddelen voor het transporteren van hetorigineel blad in een eerste transportbaan door de belichtingszone, eenafvoerbaan die zich uitstrekt van een tweede zijde van debelichtingszone tot de bovenzijde van de voorraadhouder voor hetafvoeren van het origineel blad van de belichtingszone naar devoorraadhouder, onder omkering van het origineel blad, een tweedetransportbaan die zich uitstrekt van de belichtingszone naar deafvoerbaan en een bladtransportorgaan in de afvoerbaan waarvan detransportrichting omkeerbaar is voor het omkeren van de bewe¬gingsrichting van het origineel blad.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Europeseoctrooi schrift 0 078 680.

Daarin wordt een inrichting beschreven waarbij het bladtransportorgaanaan de van de toevoerbaan afgekeerde, tweede zijde van een debelichtingszone vormende belichtingsruit is opgesteld, waarbij de tweedetransportbaan zich uitstrekt vanaf die tweede zijde in de richting vande voorraadhouder voor het afvoeren van het origineel blad naar devoorraadhouder, zonder omkering van het origineelblad, en waarbij eenretourbaan, voor het direct retourneren van een origineelblad van ennaar de belichtingsruit -onder omkering van het origineelblad -, zichuitstrekt vanaf die tweede zijde tot bij de tegenover die zijde gele¬gen eerste zijde van de belichtingsruit, welke retourbaan en tweedetransportbaan zich tussen de eerste transportbaan over de belichtings-ruit en de afvoerbaan uitstrekken.

In deze bekende inrichting moet een origineelblad aldus op drieniveaus boven de belichtingsruit kunnen bewegen, te weten: - door de eerste transportbaan die direct over de belichtingsruit loopt, - door het daarboven liggende gedeelte van de afvoerbaan en - door het gedeelte van de tweede transportbaan en van de retourbaan,dat tussen de eerste transportbaan over de belichtingsruit en deafvoerbaan ligt.

Voor het verwijderen van een vastgelopen origineel blad moeten de eerstetransportbaan over de belichtingsruit en de twee daarboven liggendebanen elk afzonderlijk toegankelijk zijn, hetgeen een ingewikkeldeconstructie vergt.

De uitvinding stelt zich tot doel een inrichting van de in deaanhef bedoelde soort te verschaffen die aan dit bezwaar tegemoet komt.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat in eeninrichting volgens de aanhef de tweede transportbaan zich van deeerste zijde van de belichtingszone uitstrekt naar de afvoerbaan voorhet zonder omkering transporteren van het origineel blad en doordat hetbladtransportorgaan in de afvoerbaan geplaatst is voorbij de plaatswaar de tweede transportbaan in de afvoerbaan uitmondt.

Hierdoor wordt bereikt dat zich boven de eerste transportbaan door debelichtingszone slechts één baan bevindt, zodat deze banen gemakkelijktoegankelijk gemaakt kunnen worden.

Verder wordt bereikt dat een door de afvoerbaan naar de voorraadhouderterugbewegend origineeTblad tot vlak voor het bereiken van devoorraadhouder nog direct teruggevoerd kan worden naar debelichtingszone door het omkeren van de transportrichting van hetnabij de voorraadhouder geplaatste bladtransportorgaan.

In een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding isde transportrichting van de transportmiddelen van het transporteren vanhet origineel blad in de eerste transportbaan omkeerbaar.

Hierdoor wordt bereikt dat de totaal benodigde baanlengte kort is,hetgeen de kans op vastlopen van origineel bladen verkleint. Dit isvooral het geval bij een inrichting waarbij de belichtingszone isingericht voor het positioneren van het gehele origineel daarin.

Verder wordt hierdoor bereikt dat een origineel blad rechtstreeks vande belichtingszone via de tweede transportbaan naar de voorraadhouderkan worden afgevoerd zonder omkering van het origineel blad en, doorhet omkeren van de transportrichting van het bladtransportorgaan, totvlak voor het bereiken van de belichtingszone nog direct teruggevoerdkan worden naar de belichtingszone.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van bij¬gaande figuren, waarin:

Fig. 1 een schematische weergave is van een inrichting voor het recir- culeren van origineel bladen volgens de stand van de techniekFig. 2 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een inrichtingvolgens de uitvinding weergeeft enFig. 3 schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een inrichtingvolgens de uitvinding weergeeft.

De in figuur 1 weergegeven bekende inrichting omvat een belichtings-zone 1 waarin een belichtingsruit 2 van een verder niet weergegevenkopieerapparaat is opgesteld. Naast de belichtingsruit 2 is eenvoorraadhouder 3 opgesteld waarin een stapel 4 te kopiëren origineel bla¬den kan worden gelegd. Een toevoerbaan 5 strekt zich uit van deonderzijde van de voorraadhouder 3 naar de toevoerzijde 6 van debelichtingsruit 2, welke zijde zich het dichtst bij de voorraadhouder3 bevindt, voor het zonder omkeren toevoeren van een van de onderkantvan stapel 4 gesepareerd origineel blad naar de belichtingsruit 2.

De toevoerbaan 5, alsmede de hierna nog te beschrijven transport¬banen, zijn in de figuren schematisch met pijlen aangeduid, waarbij opkorte afstand parallel aan elkaar getrokken pijlen eenzelfde baanvoorstellen en waarbij de pijlpunt de richting aangeeft waarin eenorigineel blad in de betreffende baan kan worden voortbewogen door nietweergegeven middelen.

Een transportband 7 werkt samen met de belichtingsruit 2 voor het overdeze ruit transporteren van een origineel blad van de toevoerzijde 6naar de tegenover deze toevoerzijde liggende afvoerzijde 8 van debelichtingsruit 2.

Een eerste afvoerbaan 10 strekt zich uit van de afvoerzijde 8 van debelichtingsruit 2 naar de bovenzijde van de voorraadhouder 3. Dezeeerste afvoerbaan 10 omvat een halfcirkelvormig gebogen gedeelte dataansluit op de afvoerzijde 8 en een recht gedeelte dat zich uitstrektvan het gebogen gedeelte naar de voorraadhouder 3.

Een tweede afvoerbaan 11 strekt zich evenals de eerste afvoerbaan 10,uit van de afvoerzijde 8 van de belichtingsruit 2 naar devoorraadhouder 3. Deze tweede afvoerbaan 11 omvat het gedeelte van deafvoerbaan 10 dat grenst aan de afvoerzijde 8 van de belichtingsruit2, een gedeelte dat zich uitstrekt tussen deze afvoerzijde 8 en eenplaats 12 in de eerste afvoerbaan 10 die ongeveer recht boven detoevoerzijde 6 van de belichtingsruit 2 ligt, welk gedeelte tussende belichtingsruit 2 en het rechte gedeelte van de eerste transportbaan10 ligt.

Verder omvat de bekende inrichting een retourbaan 13 die zichuitstrekt van de afvoerzijde 8 van de belichtingsruit 2 naar detoevoerzijde 6 van de belichtingsruit 2, welke retourbaan 13 gevormdwordt door het gedeelte van de eerste afvoerbaan 10 dat grenst aan deafvoerzijde 8, het gedeelte van de tweede afvoerbaan 11 dat zichuitstrekt tussen de afvoerzijde 8 en plaats 12 van de eerste afvoer¬baan 10 en een halfcirkelvormig gebogen gedeelte dat zich uitstrekttussen de plaats 12 en toevoerzijde 6 van de belichtingsruit.

Bij het gebogen gedeelte van de eerste afvoerbaan 10 is eenbladtransportrol 15 opgesteld waarvan de transportrichting omkeerbaaris. Verder is bij de afvoerzijde 8 een bladwissel 16 opgesteld die ineen stand gezet kan worden waarbij een door bladtransportrol 15 in derichting van de belichtingsruit 2 gevoerd origineel blad in de richtingvan plaats 12 wordt geleid en is bij plaats 12 een bladwissel 17opgesteld die in een stand gezet kan worden waarbij een origineel bladnaar de belichtingsruit 2 wordt teruggeleid.

Deze uit het Europese octrooi schrift 0 078 680 bekende inrichtingis geschikt voor het verwerken van enkelzijdig en dubbelzijdigbedrukte origineel bladen.

Enkelzijdig bedrukte origineel bladen worden vanaf stapel 4 één vooréén naar de belichtingsruit 2 gevoerd en vandaar via de tweede afvoer¬baan 11 terug naar de stapel 4.

Dubbelzijdig bedrukte origineel bladen kunnen op twee manieren verwerktworden: a. de origineel bladen worden vanaf stapel 4 één voor één naar debelichtingruit 2 gevoerd, waar één zijde van de origineel bladenwordt belicht, en vandaar via de eerste afvoerbaan 10 terug naar destapel 4. Nadat alle origineel bladen van de stapel 4 aan één zijdezijn belicht, worden de origineel bladen opnieuw één voor één vanafstapel 4 naar de belichtingsruit 2 gevoerd, waar nu de andere zijdevan de origineel bladen wordt belicht, en vandaar weer via deeerste afvoerbaan 10 terug naar de stapel 4. De origineel bladen inde stapel 4 liggen daarna weer in dezelfde oriëntatie als waarin zezijn ingelegd.

b. De origineel bladen worden vanaf de stapel 4 één voor één naar debelichtingsruit 2 gevoerd. Elk origineelblad wordt, nadat één zijdedaarvan is belicht, via de retourbaan 13 terugevoerd naar debelichtingsruit 2 voor het belichten van de andere zijde. Daarna wordt elk origineel blad via de eerste afvoerbaan 10 teruggevoerdnaar de stapel 4.

Manier a. is geëigend voor gebruik bij een kopieerapparaat waarinenkelzijdig bedrukte kopievellen in een tussenstapel worden verzameld,alvorens de andere zijde te bedrukken en manier b. is geëigend voorgebruik bij een kopieerapparaat waarin alle kopievellen direct na elkaaraan beide zijden worden bedrukt.

De in Fig. 1 weergegeven bekende inrichting vertoont een aantalbezwaren.

Een van die bezwaren is dat het gedeelte van de tweede afvoerbaan 11,respectievelijk van de retourbaan 13, dat zich uitstrekt tussen deafvoerzijde 8 en de plaats 12 waar deze afvoerbaan 11, respectievelijkretourbaan 13, in de eerste afvoerbaan 10 uitmondt, moeilijk toeganke¬lijk is voor bijvoorbeeld het verwijderen van een in dat gedeeltevastgelopen origineel blad. Het banenstelsel dat zich boven debelichtingsruit 2 bevindt moet daartoe bijvoorbeeld in gedeeltesopklapbaar worden gemaakt.

Een ander bezwaar is dat zich boven de belichtingsruit 2 drietransportbanen boven elkaar over de gehele lengte van debelichtingsruit 2 uitstrekken hetgeen naast een ingewikkelde banen-constructie een grote kans op het vastlopen van een origineel blad ineen van die lange transportbanen oplevert.

De hierna te beschrijven uitvoeringvormen van een inrichtingvolgens de uitvinding vertonen deze bezwaren niet.

In de in Fig. 2 weergegeven uitvoeringsvorm zijn een toevoerbaan21, tussen een voorraadhouder 23 en een belichtingsruit 24, en eeneerste afvoerbaan 22, aansluitend op de afvoerzijde van debelichtingsruit 24, hetzelfde uitgevoerd als bij de hiervoor beschre¬ven bekende inrichting. Op de belichtingsruit 24 bevindt zich eentransportband 25 waarvan de bewegingsrichting omkeerbaar is. Tussentoevoerzijde 26 van de belichtingsruit 24 en een plaats 27 in deeerste afvoerbaan 22 die nabij de voorraadhouder 23 ligt, strekt zicheen tweede afvoerbaan 28 uit. Bij de toevoerzijde 26 van debelichtingsruit 24 is een bladwissel 29 opgesteld die bij beweging vande transportband 25 in de richting van de voorraadhouder 23 in een metonderbroken lijnen weergegeven stand staat, voor het geleiden van eenvan de belichtingsruit 24 gevoerd origineel blad in de tweede afvoer¬baan 28.

Tussen de plaats 27, waar de tweede afvoerbaan 28 in de eerste afvoer-baan 22 uitmondt, en de voorraadhouder 23 is een bladtransportorgaan 30waarvan de draairichting omkeerbaar is, in de eerste transportbaan 22opgesteld. Bij de plaats 27 is een bladwissel 31 opgesteld die bijdraaiing van de ifladtransportrol 30 in een richting tegengesteld aande afvoerrichting in een stand is geplaatst waarbij een origineel bladdat zich geheel tussen de plaats 27 en de voorraadhouder 23 bevindt,maar nog wordt vastgehouden op de transportrol 30, in de afvoerbaan 28wordt geleid.

De in Fig. 2 weergegeven inrichting is, evenals de in Fig, 1weergegeven inrichting, geschikt voor het verwerken van enkelzijdigbedrukte originelen en voor het op twee manieren verwerken van dub¬belzijdig bedrukte origineel bladen. De werking is daarbij als volgt:Enkelzijdig bedrukte origineel bladen worden één voor één vanaf devoorraadhouder 23 via de toevoerbaan 21 naar de belichtingsruit 24gevoerd. Na het belichten van elk origineel wordt de draairichting vande transportband 25 omgekeerd en wordt bladwissel 29 in de metonderbroken lijn weergegeven stand geplaatst, waardoor elk origi¬neel blad via de afvoerbaan 28 wordt teruggevoerd naar devoorraadhouder 23.

Dubbelzijdig bedrukte origineel bladen worden bij verwerking op deeerste manier één voor één vanaf de voorraadhouder 23 naar debelichtingsruit 24 gevoerd, alwaar één zijde van de origineel bladenwordt belicht, en vandaar via de eerste afvoerbaan 22 terug naar devoorraadhouder 23. Nadat alle origineel bladen aldus aan een zijde zijnbelicht, worden de origineelbladen opnieuw één voor één van devoorraadhouder 23 naar de belichtingsruit 24 gevoerd, alwaar nu deandere zijde van de origineelbladen wordt belicht, en vandaar via deeerste afvoerbaan 22 terug naar de voorraadhouder 23.

Bij verwerking op de tweede manier wordt, nadat één zijde van een op debelichtingsruit 24 gevoerd dubbelzijdig bedrukt origineel blad isbelicht, het origineel blad in de eerste afvoerbaan 22 gevoerd endaarin getransporteerd totdat de achterlopende rand van dat origi¬neel blad voorbij plaats 27 is gekomen. Dan wordt de draairichting vande transportrol 30 omgekeerd en bladwissel 31 in de met onderbrokenlijn weergegeven stand geplaatst. Het origineelblad wordt nu via detweede afvoerbaan 28 teruggevoerd naar de belichtingsruit 24 voor hetbelichten van de andere zijde. Daarna wordt dat origineelblad via de eerste afvoerbaan 22 teruggevoerd naar de voorraadhouder, waarna eenvolgend origineel blad van de voorraadhouder 23 naar de belichtingsruit24 wordt gevoerd.

De retourbaan voor het na belichting van een zijde van een origi¬neel blad direct retourneren van dat origineel blad naar debelichtingsruit 24 voor aansluitende belichting van de andere zijdevan dat origineel blad wordt aldus gevormd door de eerste afvoerbaan 22en de tweede afvoerbaan 28. Deze retourbaan is in Fig. 2 met eenonderbroken lijn weergegeven. Een transportbaan uitsluitend bestemdvoor het direct retourneren van een origineel blad van en naar debelichtingsruit 24, zoals in de bekende inrichting het baangedeeltetussen plaats 12 in de eerste afvoerbaan 10 en de toevoerzijde 6 vande belichtingsruit 2, is aldus niet nodig.

Wanneer in het kopieerapparaat waarop de in Fig. 2 weergegeveninrichting is geplaatst, een fout optreedt bij het maken van een kopievan een origineel blad dat al van de belichtingsruit 24 is afgevoerd,maar nog niet volledig terug is in de voorraadhouder 23, wordt inreactie op een desbetreffend foutsignaal de draairichting van debladtransportrol 30 omgekeerd op het tijdstip dat de achterlopenderand van een naar de voorraadhouder 23 terugbewegend origineelbladtussen plaats 27 en transportrol 30 ligt en wordt bladwissel 31 in demet onderbroken lijn weergegeven stand geplaatst voor het terugvoerenvan het origineelblad naar de belichtingsruit 24 voor het opnieuwbelichten van dezelfde zijde van dat origineel. Wanneer de inrichtingdaarbij was ingesteld voor het afvoeren van origineel bladen via deeerste afvoerbaan 22, dan moet het direct terug te voeren origi¬neelblad uiteraard één keer extra de retourbaan doorlopen om het ori¬gineelblad weer met de eerder belichte zijde op de belichtingsruit 24te brengen.

De in Fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm vormt een variant op dein Fig. 2 weergegeven inrichting, waarbij voor dezelfde onderdelendezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt.

Bij de in Fig. 3 weergegeven inrichting liggen de tweede afvoerbaan28, de transportbaan over de belichtingsruit 24 en het gedeelte van deafvoerbaan dat, gezien in de afvoerrichting, voorbij de plaats 27 ligtin eenzelfde vlak, zodat voornoemde baanstukken vloeiend op elkaaraansluiten, en sluiten de toevoerbaan 21 en de eerste afvoerbaan 22 een scherpe hoek 32, respectievelijk 33, in met de tweede afvoerbaan 28. Hierdoor wordt een origineel blad bij het afvoeren vanaf debelichtingsruit 24 in de richting van de tweede afvoerbaan 28 automa¬tisch in die baan 28 geleid en wordt een origineel blad dat doorbladtransportrol 30 in een richting tegengesteld aan de afvoerrichtingwordt getransporteerd ook automatisch in baan 28 geleid, dus zondergebruikmaking van bladwissels die in twee standen gezet kunnen worden.

Claims (3)

1. Inrichting voor het recirculeren van origineel bladen van eenoriginelenstapel naar een belichtingszone van een kopieerapparaat envan de belichtingszone terug naar de originelenstapel, omvattende - een voorraadhouder voor de originelenstapel, - een toevoerbaan die zich uitstrekt van de onderzijde van devoorraadhouder tot een eerste zijde van de belichtingszone voor hettoevoeren van een origineel blad van de voorraadhouder naar debelichtingszone, - transportmiddelen voor het transporteren van het origineel blad ineen eerste transportbaan door de belichtingszone, - een afvoerbaan die zich uitstrekt van een tweede zijde van een belichtingszone tot de bovenzijde van de voorraadhouder voor hetafvoeren van het origineel blad van de belichtingszone naar devoorraadhouder, onder omkering van het origineel blad, - een tweede transportbaan die zich uitstrekt van de belichtingszone naarde afvoerbaan en - een bladtransportorgaan in de afvoerbaan waarvan de transport-richting omkeerbaar is voor het omkeren van de bewegingsrichtingvan het origineel blad, met het kenmerk, - dat de tweede transportbaan (28) zich van de eerste zijde (26) van debelichtingszone (24) uitstrekt naar de afvoerbaan (22) voor hetzonder omkering transporteren van het origineel blad en - dat het bladtransportorgaan (30) in de afvoerbaan (22) geplaatst isvoorbij de plaats (27) waar de tweede transportbaan (28) in deafvoerbaan (22) uitmondt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat detransportrichting van de transportmiddelen (25) voor het transporterenvan het origineel blad in de eerste transportbaan omkeerbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, - dat de tweede transportbaan (28) vloeiend aansluit op de eerstetransportbaan door de belichtingszone (24) en op het gedeelte van deafvoerbaan (22) dat, gezien in de afvoerrichting, voorbij de plaats(27) ligt waar de tweede transportbaan (28) in de afvoerbaan (22)uitmondt en - dat de tweede transportbaan (28) een scherpe hoek (32;33) insluit met de toevoerbaan (21), respectievelijk met het gedeelte van deafvoerbaan (22) dat, gezien in de afvoerrichting, vóór de plaats(27) ligt waar de tweede transportbaan (28) in de afvoerbaan(22) uitmondt.