NL8702263A

NL8702263A - Inrichting voor het transporteren van bladen.

Info

Publication number: NL8702263A
Application number: NL8702263A
Authority: NL
Original assignee: Oce Nederland Bv
Priority date: 1987-09-23
Filing date: 1987-09-23
Publication date: 1989-04-17
Also published as: JPH0198554A; DE3872158D1; DE3872158T2; EP0313124B1; EP0313124A1; US4925178A; JP2703781B2

Description

*

Inrichting voor het transporteren van bladen

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren van bladen, voorzien van geleidingen, die twee elkaar doorkruisende transportbanen vormen, waarvan elke baan een aanvoerdeel en een afvoerdeel omvat, die ter weerszijden van de kruising zijn 5 gelegen.

Dergelijke inrichtingen zijn bekend en worden onder andere toegepast in kopieerapparaten om originelen of kopiebladen naar bewerkingsstations toe of daarvan weg te voeren (zie bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooi schrift 3 331 276 en het Brits octrooi schrift 10 1 397 605). Een nadeel van deze bekende inrichtingen, die ter plekke van de kruising geen geleideorganen omvatten, is dat een blad, met name wanneer het slap is of aan zijn voorrand gekruld of beschadigd, in de kruising kan blijven steken of de verkeerde baan kan gaan volgen en aldus storingen kan veroorzaken.

15 Ook is het bekend om bladgeleidingen te voorzien van wissels waarmee bladen naar keuze in de ene of de andere richting geleid kunnen worden, en tevens is het bekend om enkele van dergelijke voorzieningen samen te bouwen om een stelsel van elkaar kruisende transportbanen te realiseren (zie bijvoorbeeld de Westduitse openbaar-20 makingsschriften 29 12 648 en 33 41 413). Om op deze wijze een betrouwbaar functionerende inrichting te verkrijgen zijn echter een aantal wissels en andere hulpmiddelen nodig alsmede een uitgebreid besturings- en controlesysteem, waardoor het geheel omvangrijk en duur wordt en onaantrekkelijk voor toepassing in de praktijk.

25 De uitvinding beoogt de hierboven geschetste bezwaren te vermij den en, met een minimum aan onderdelen, een compacte, goedkope en betrouwbaar functionerende inrichting van de onderhavige soort te verschaffen. Dit wordt in een inrichting als in de aanhef bedoeld, bereikt doordat ter plaatse van de kruising een geleideorgaan aanwezig 30 is dat in twee posities geplaatst kan worden en dat in elk der posities het aanvoerdeel met het afvoerdeel van een der transportbanen verbindt en tegelijkertijd tenminste het afvoerdeel van de andere transportbaan blokkeert.

In een aldus uitgevoerde inrichting wordt een uit een aanvoerdeel 8702263 ¥ 2 komend blad door het geleideorgaan steeds naar het bijbehorende, afvoerdeel van een transportbaan geleid, en is het door de blokkering onmogelijk dat het blad in het afvoerdeel van de andere transportbaan terecht komt. Daar slechts één geleideorgaan aanwezig is, kan voor het 5 verplaatsen daarvan van de ene naar de andere positie en terug gebruik gemaakt worden van eenvoudige middelen, zoals een combinatie van een electromagneet en een veer.

Het geleideorgaan volgens de uitvinding kan op verschillende wijzen worden uitgevoerd.

10 In een aantrekkelijke uitvoeringsvorm omvat het geleideorgaan een roteerbaar element, dat voorzien is van een zich over de werkbreedte van de inrichting uitstrekkende sleuf, die in elk van de genoemde posities van het geleideorgaan aansluit op het aanvoer- respectievelijk afvoerdeel van een transportbaan. De sleuf kan in een 15 cylinder zijn aangebracht of aanwezig zijn tussen twee zich op enige afstand van elkaar bevindende platen.

In een andere aantrekkelijke uitvoeringsvorm bestaat het geleideorgaan onder meer uit een zich over de werkbreedte van de inrichting uitstrekkend verschuifbaar element, dat tenminste twee aan elkaar 20 grenzende zijden omvat, waarbij in elk van de genoemde posities van het geleideorgaan de ene respectievelijk de andere van deze zijden het aanvoerdeel van een transportbaan met het bijbehorende afvoerdeel verbindt.

De uitvinding zal nader worden toegelicht met behulp van bij-25 gaande figuren, waarin

Fig. 1 een schematische afbeelding geeft van een originelen-toevoerinrichting, gecombineerd met een keerinrichting,

Fig. 2 een uitvergroting van de kruising van de transportbanen uit Fig. 1 weergeeft, welke kruising is uitgevoerd volgens de 30 hiervoor eerstgenoemde stand van de techniek,

Fig. 3, 4 en 5 elk een aantrekkelijke uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvoeringsvorm weergeven.

In Fig. 1 is schematisch een inrichting 1 weergegeven, waarin het op eenvoudige wijze moge!ijk is zowel enkel- als dubbelzijdig bedrukte 35 originelen te gebruiken in een kopieerapparaat. Inrichting 1 omvat belichtingsruit 2, voorraadbak 3 met separatiemechanisme 4, transport-inrichting 5, onder meer bestaande uit een eindeloze band 7 die gespannen is over en aangedreven wordt door rollen 8 en een in twee 8702263 r w 3 posities plaatsbare wissel 9, aflegbak 11, en keerinrichting 12 met aandrijfrollen 13.

Wanneer enkelzijdige bedrukte originelen gekopieerd moeten worden, worden deze met de bedrukte kant omlaag in voorraadbak 3 gelegd. Door 5 separatiemechanisme 4, dat bijvoorbeeld een wrijfrol omvat, worden de originelen een voor een van onder van de stapel 5 afgenomen en via transportbaan 21 naar transpvtinrichting 6 gevoerd. De eindeloze band 7, die door de rollen 8 steeds in één richting aangedreven wordt, vervoert het van de stapel afgenomen origineel naar belichtingsruit 2, 10 waarop het origineel stilgelegd wordt om het benodigde aantal malen belicht te worden. Daarna transporteert band 7 het origineel verder naar aflegbak 11, aangezien wissel 9 in de eerste positie staat waarbij de originelen rechtstreeks van transportinrichting 6 naar aflegbak 11 gaan.

15 Wanneer tweezijdig bedrukte originelen gekopieerd moeten worden, worden deze met de voorzijde omlaag in voorraadbak 3 gelegd. Door separatiemechanisme 4 wordt een origineel van onder van de stapel 5 afgenomen en via transportbaan 21 naar transportinrichting 6 gevoerd, waar eindeloze band 7 het transport overneemt en het origineel met de voor-20 zijde naar beneden op belichtingsruit 2 stillegt voor het benodigd aantal belichtingen. Daarna wordt wissel 9 in de tweede positie gezet, waardoor band 7 het origineel via terugvoerbaan 10 en transportbaan 22 naar keerinrichting 12 voert, die onder voorraadbak 3 is gelegen. De transportbaan 22 kruist aldus transportbaan 21. Aandrijfrollen 13 25 voeren het origineel volledig in de keerinrichting. Daarna wordt door omkeren van de aandrijfrichting van de aandrijfrollen 13 het origineel uit keerinrichting 12 gevoerd, waarbij nu de achterzijde van het origineel naar onderen ligt, en via transportbaan 14 naar transportinrichting 6 getransporteert. Eindeloze band 7 neemt dan het transport 30 over en legt het origineel stil op belichtingsruit 2, waar de achterzijde van het origineel het benodigd aantal malen wordt gekopieerd.

Daarna voert band 7 het origineel verder naar aflegbak 11, doordat wissel 9 weer in de eerste positie gezet is. De besturing van inrichting 1 is zodanig uitgevoerd, dat twee of meer originlen gelijk-35 tijdig in inrichting 1 onderweg kunnen zijn.

In Fig. 2 is schematisch een kruising van transportbanen 20 volgens een bekende constructie weergegeven, die in de inrichting 8702263 4 * volgens Fig. 1 gebruikt zou kunnen worden. De kruising verdeelt transportbaan 21 respectievelijk 22 in een aanvoerdeel 21a respectievelijk 22a en een afvoerdeel 21b respectievelijk 22b. Om storingen zoveel mogelijk te voorkomen zijn de geleidingen ter plaatse van de 5 hoeken van de afvoerdelen 23, 24, en 25 iets teruggebogen, waardoor de bladen komend uit het aanvoerdeel beter opgevangen kunnen worden. Afdoende is zo'n maatregel echter niet. Bladen die te slap zijn of aan hun voorrand beschadigd, blijven in de kruising steken of gaan het aan- of afvoerdeel van de andere transportbaan in. Storingen van deze 10 aard kunnen voorkomen worden door in plaats van deze constructie een van de hierna nader te omschrijven uitvoeringsvormen van een kruising volgens de uitvinding toe te passen.

Een aantrekkelijke uitvoeringsvorm van een kruising volgens de uitvinding is schematisch weergegeven in Fig. 3. Deze omvat een 15 cylindervormig element 31, dat om zijn as roteerbaar is, en waarin een zich over de werkbreedte van de inrichting uitstrekkende sleuf 32 diametraal is aangebracht. De zijwanden 33 van de sleuf 32, die de geleidingen ter plekke van de kruising 30 vormen, zijn aan de kant van het aanvoerdeel 21a van de transportbaan 21 iets teruggebogen ten 20 opzichte van de geleidingen van de transportbaan 21, waardoor de bladen niet gehinderd worden bij de overgang van de geleidingen van het aanvoerdeel naar de geleidingen van het geleideorgaan. Om dezelfde reden zijn de zijwanden 33 aan de kant van het afvoerdeel iets naar binnen gebogen. Het cylindervormig element 31 kan van deze beschreven 25 stand gedraaid worden naar de positie waarin sleuf 32 de verbinding vormt tussen het aanvoerdeel 22a en het afvoerdeel 22b van transportbaan 22, waarbij dezelfde beschrijving van de uitvoering geldt, en kan daarna weer terug in de eerstbeschreven positie gedraaid worden.

Een andere aantrekkelijke uitvoeringsvorm van een kruising 30 volgens de uitvinding is schematisch weergegeven in Fig. 4. Deze omvat twee zich op enige afstand van elkaar bevindende platen 41, waartussen een zich over de werkbreedte van de inrichting uitstrekkende sleuf 42 bevindt. De beide platen zijn zodanig opgesteld dat de zijwanden 43 van sleuf 42, die de geleidingen ter plekke van de kruising 40 vormen, 35 aan de kant van een aanvoerdeel (21a of 22a) van een transportbaan (21 of 22) iets zijn teruggebogen ten opzichte van de geleidingen van een transportbaan, en aan de kant van de afvoerde!en (21b of 22b) iets naar binnen zijn gebogen om de reden bovenvermeld in de beschrijving 8702263 •k 5 van Fig. 3. Het samenstel van platen 41 kan van de positie waarin sleuf 42 deel uitmaakt van transportbaan 21, gedraaid worden naar de positie waarin sleuf 42 deel uitmaakt van transportbaan 22, en terug.

In Fig. 5 wordt een verdere aantrekkelijke uitvoeringsvorm van een 5 kruising volgens de uitvinding schematisch weergegeven. Deze omvat een zich over de werkbreedte van de inrichting uitstrekkend element 51 met een driehoekig profiel dat in elk van twee posities geschoven kan worden. In de eerste positie vormt zijde 52 van het element 51 de geleiding ter plekke van de kruising 50, die de geleidingen van het 10 aan- en afvoerdeel van transportbaan 21 verbindt. Tegelijkertijd sluit zijde 52 het afvoerdeel 22b van transportbaan 22 af. In de tweede positie vormt zijde 53 de geleiding ter plekke van de kruising 50, die de geleidingen van het aan- en afvoerdeel van transportbaan 22 verbindt. Tegelijkertijd sluit zijde 53 het afvoerdeel 21b van 15 transportbaan 21 af. In beide posities ligt de verbindende zijde aan de kant van het aanvoerdeel van de doorgaande transportbaan iets terug ten opzichte van de aansluitende geleiding van de transportbaan en aan de kant van het afvoerdeel iets naar binnen om de reden vermeld in de beschrijving van Fig. 3.

8702263

Claims

1. Inrichting voor het transporteren van bladen, voorzien van geleidingen die twee elkaar doorkruisende transportbanen vormen, waarvan elke baan een aanvoerdeel en een afvoerdeel omvat, die ter weerszijden van de kruising zijn gelegen, met het kenmerk, dat ter 5 plaatse van de kruising een geleideorgaan aanwezig is, dat in twee posities geplaatst kan worden en dat in elk der posities het aanvoer-deel met het afvoerdeel van een der transportbanen met elkaar verbindt en tegelijkertijd tenminste het afvoerdeel van de andere transportbaan blokkeert,

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleideorgaan een roteerbaar element omvat, dat voorzien is van een zich over de werkbreedte van de inrichting uitstrekkende sleuf, die in elk van de genoemde posities van het geleideorgaan aansluit op het aanvoer- respectievelijk afvoerdeel van een transportbaan.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het geleideorgaan een cylindervormig element omvat.

4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het geleideorgaan twee zich op enige afstand van elkaar bevindende platen omvat.

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleideorgaan onder meer bestaat uit een zich over de werkbreedte van de inrichting uitstrekkend verschuifbaar element, dat tenminste twee aan elkaar grenzende zijden omvat, waarbij in elk van de genoemde posities van het geleideorgaan de ene respectievelijk de andere van 25 deze zijden het aanvoerdeel van een transportbaan verbindt met het bijbehorende afvoerdeel.

6. Inrichting volgens een der conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat de geleidingen van het geleideorgaan aan de kant van het afvoerdeel verder verwijderd liggen van de transportweg der bladen dan 30 de geleidingen van de transportbaan en aan de kant van het afvoerdeel er dichterbij. 8702263