NL8901566A - Maaimachine. - Google Patents

Maaimachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8901566A
NL8901566A NL8901566A NL8901566A NL8901566A NL 8901566 A NL8901566 A NL 8901566A NL 8901566 A NL8901566 A NL 8901566A NL 8901566 A NL8901566 A NL 8901566A NL 8901566 A NL8901566 A NL 8901566A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mowing
frame
frame beam
gearbox
mower
Prior art date
Application number
NL8901566A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Zweegers & Zonen P J
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Zweegers & Zonen P J filed Critical Zweegers & Zonen P J
Priority to NL8901566A priority Critical patent/NL8901566A/nl
Priority to AT90201355T priority patent/ATE95376T1/de
Priority to DE90201355T priority patent/DE69003745T2/de
Priority to EP90201355A priority patent/EP0404213B1/en
Priority to DK90201355.6T priority patent/DK0404213T3/da
Priority to CA002018212A priority patent/CA2018212A1/en
Priority to US07/533,389 priority patent/US5079906A/en
Priority to HU903506A priority patent/HU205692B/hu
Priority to YU112690A priority patent/YU112690A/sh
Priority to CS903005A priority patent/CZ281396B6/cs
Priority to SU904830223A priority patent/RU1829887C/ru
Priority to DD90341945A priority patent/DD296815A5/de
Priority to JP2161459A priority patent/JPH03130009A/ja
Publication of NL8901566A publication Critical patent/NL8901566A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/63Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
    • A01D34/64Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
    • A01D34/66Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/63Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
    • A01D34/82Other details

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Description

Korte aanduiding: Maaimachine
De uitvinding heeft betrekking op een maaimachine voorzien van een holle gestelbalk en een aantal door de gestelbalk ondersteunde maaiorganen, welke om zich omhoog uitstrekkende en evenwijdig aan elkaar verlopende draaiïngsassen draaibaar zijn en met behulp van een in een gestelbalk aangebrachte aandrijfriem en in de gestelbalk gelegen/met de maaiorganen gekoppelde riemschijven aan te drijven zijn.
Een maaimachine uitgerust met behulp van een riemoverbrenging voor het aandrijven van de maaiorganen heeft ten· opzichte van een naaimachine waarbij de maaiorganen worden aangedreven met behulp van een in de gestelbalk gelegen tandwieloverbrenging verschillende voordelen. Zo is het aandrijfmechanisme bij toepassing van een riemoverbrenging aanzienlijk lichter en goedkoper en tevens geruislozer,bij toepassing van een riemoverbrenging kan een maaiorgaan tevens ter. opzichte van de riem slippen indien dit maaiorgaan met een obstakel in aanraking komt ,zonder dat daarbij ook de overige maaiorganen moeten worden afcerend-Bij een tandwieloverbrenging moet echter,indien een van de maaiorganen met een obstakel in aanraking komt,het gehele aandrijfmechanisme en alle maaiorganen worden-afgeremd/hetgeen tot zware belastingen en zelfs breuk van de overbrengingsorganen of dergelijke kan leiden.
Een nadeel van de (naaimachine,waarbi j voor de aandrijving van de maaiorganen een riemoverbrenging wordt gebruikt islechter,dat de naburige elkaar gedeeltelijk overlappende maaiorganen op verschillende hoogtes moeten worden opgesteld om te voorkomen,dat de maaimessen van de maaiorganen bij eventueel ter plaatse van een van de maaiorganen optredende slip in de riemaandrijving ,met elkaar in aanraking komen.Dit kan in de praktijk tot een onregelmatig maaibeeld leiden,daar het gewas in naast elkaar liggende door verschillende maaiorganen bestreken stroken na hèt maaien een verschillende hoogte kan bezitten.
Volgens de uitvinding strekken nu de draaiingsassen van de maaiorganen zich gezien in de beoogde voortbewegingsrichting van de maaimachine tijdens bedrijf schuin omhoog uit ten opzichte van een zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkend verticaal staand vlak.
Het is gebleken,dat door deze schuine opstelling van de draai-ingsassen het onregelmatige maaibeeld in vergaande mate kan worden terug gedrongen en een gelijkmatig afmaaien van het gewas tot op de ge wenste afstand boven de bodem kan worden verkregen.
Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een (naaimachine voorzien van een holle gestelbalk en een aantal door de gestel-balk ondersteunde maaiorganen,welke om zich omhoog uitstrekkende draai-ingsassen draaibaar zijn en met behulp van een in de gestelbalk gelegen aandrijfmechanisme/voorzien van met de maaiorganen verbonden aandrijf-organen,aan te drijven zijn.
Volgens de uitvinding zijn aan bodemplaat van de gestelbalk asstompen bevestigd/op ieder'waarvan met behulp van legers een aan een maaiorgaan bevestigd aandrijforgaan is gelegen.
Op deze wijze kan een eenvoudige en goedkoop,uit slechts weinig onderdelen bestaande ondersteuning voor de maaiorganen worden verkregen.
Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een maai-machine voorzien van een gestel met een holle gestelbalk en een aantal door de gestelbalk ondersteunde maaiorganen,die om zich omhoog uitstrekkende draaiingsassen draaibaar zijn en met behulp van een in de gestelbalk gelegen aandrijfmechanisme aan te drijven zijn,terwijl een nabij een uiteinde van de maaimachine opgesteld maaiorgaan is gekoppeld met een uitgaande as van een daarboven opgestelde tandwielkast waarvan een ingaande as is voorzien van een riemschijf,welke deel uitmaakt van een met de achterkant van een trekker of dergelijke te koppelen riemover-brenging.
Bij gebruikelijke maaimachines van deze soort is de uitgaande as van de tandwielkast veelal met een aan het maaiorgaan bevestigde asstomp verbonden met behulp van een tussenas met een tweetal kruiskoppelingen,daar veelal de uitvoering niet zodanig is,dat de hartlijn van de uitgaande as van de tandwielkast in lijn ligt en blijft met de draaiingsas van het desbetreffende maaiorgaan.Dergelijke bekende constructies zijn daardoor echter gecompliceerd en duur.
Met de uitvinding wordt beoogd een maaimachine volgens bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij aan de genoemde nadelen kan worden tegemoet gekomen.
Volgens de uitvinding is daartoe de uitgaande as van de tandwielkast vast verbonden met het maaiorgaan en is aan de kast een arm bevestigd,welke in twee op afstand van elkaar gelegen punten zodanig met het gestel is gekoppeld,dat de arm ten· opzichte van het gestel in twee richtinaen benprkt kantplhaar is.
De verbinding tussen de uitgaande as van de tandwielkast en het maaiorgaan kan op bijzondere eenvoudige wijze worden uitgevoerd,terwijl de tolerantie-afwijkingen in de onderdelen en de door de riemoverbrenging op de tandwielkast uitgeoefende kracht op doelmatige wijze kunnen worden op-genómen door de middelen waarmede de met de tandwielkast verbonden arm met het overige deel van het gestel is verbonden.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteen gezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede een vooraanzicht op een maaimachine volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een bovenaanzicht op figuur 1.
Figuur 3 toont op grotere schaal een onderste deel van een maaiorgaan gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht^alsmede de daar onder gelegen het maaiorgaan ondersteunende gestelbalk.
Figuur 4 toont op grotere schaal een aanzicht op een deel van in figuur 2 afgebeelde machine gezien volgens de pijl IV in figuur 2.
Figuur 5 toont een zijaanzicht op fig. 4/gedeeltelijk in doorsnede
Figuur 6 toont een bovenaanzicht op fig. 5.
De in de figuren 1 en 2 weergegeven maaimachine bezit een aankop-pelbok 1 van gebruikelijke constructie waarmede de machine bijvoorbeeld met de drie-puntshefinrichting van een trekker te koppelen is.Een gestelbalk 2 is nabij zijn midden om een horizontale zich loodrecht op de lengteas van de gestelbalk 1 uitstrekkende scharnieras ten opzichte van de bok 1 verzwenkbaar met behulp van een op een uiteinde van de gestelbalk 2 aangrijpende scharnierconstructie 3.Het andere uiteinde van de gestelbalk 2 is bevestigd aan een zich omhoog diitstrèkkend'gesteldeel 4 van de maalinrichting. Dit gesteldeel 4 van de maalinrichting is verder met een stangenmechanisme 5 met het boveneinde van de scharnierconstructie 3 gekoppeld,.
Hst gesteldeel 4 met de verdere eraan bevestigde en hieronder nog nader te omschrijven onderdelen kan ten opzichte van de bok 1 naar achteren worden verzwenkt voor het verplaatsen van de maaimachine vanaf een gebruikstand in een transportstand.
Aan het ondereinde van het gesteldeeL 4 is een holle gestelbalk 6 bevestigd,welke is voorzien van een geprofileerde bodemplaat 7 en van een bovenplaat 8.Deze holle gestelbalk strekt zich tijdens normaal bedrijf op gebruikelijke wijze dwars op de beoogde voortbewegingsrichting volgens pijl A (figuur 2) uit.
Deze gestelbalk 6 dient voor de ondersteuning van een aantal op gebruikelijke wijze naast elkaar opgestelde maaiorganen 9.Zoals in · hèt bijzonder uit figuur 3 blijkt is ieder maaiorgaan voorzien van een schotelvormige plaat 9' aan de buitenomtrek waarvan met behulp van scharnier-pennen 10 maaimessen 11 zijn gekoppeld.Deze maaimessen 11 zijn veelal uit stripvormig materiaal vervaardigd,terwijl de tijdens normaal bedrijf buiten de buitenomtrek van de schotel 9'uitstekende delen van de messen om hun lengteas op gebruikelijke wijze zijn getordeerd,zodat de messen een zeker lifteffect op het afgemaaide gewas uitoefenen.
Het schotelvormige orgaan 9' is met behulp van bouten 12 vastgeklemd aan de naaf 13 van een riemschijf 14.De riemschijf 14 is met behulp van in een boring van de naaf 13 opgenomen legers 15 gelegerd op een asstomp 16-De asstomp 16 is aan zijn onderzijde voorzien van een geheel daarmee vormende flens 16' aan de bodemplaat 7 van de gestelbalk 6 is vastgelast.De legers 15 zijn tegen verschuiving ten opzichte van de naaf 13 geborgd met behulp van een aan de onderzijde van de naaf aangebrachte en een geheel met de naaf vormende uitstekende kraag 17 en een boven de beide leger gelegen in een in de naaf aangebrachte groef geplaatste verende borgring 18. Verder liggen de binnenringen van de kogellegers 15 opgesloten tussen een borst van het trapsgewijs uitgevoerde ondereinde van de asstomp 16 en een bovenop de binnenring van het bovenste leger 15 gelegen opsluitring 19,die met behulp van een bout 20 aan de asstomp 16 is vastgezet.
Zoals verder uit figuur 3 blijkt steekt het bovenste gedeelte van de riemschijf 14 buiten de gestelbalk 6 uit.Hiertoe is in de bovenplaat 8 een gat 21 aangebracht,waarvan de diameter slechts een weinig groter is dan de uitwendige diameter van het bovenste gedeelte van de riemschijf 14.
Zoals verder schematisch in figuur 2 is aangeduid zijn de riem-schijven 14 van de naast elkaar gelegen maaiorganen 9 met elkaar ge- koppeld met behulp van een riem 22,die op op zichzelf bekende wijze zo* danig langs de verschillende riemschijven is geleid,dat naast elkaar gelegen maaiorganen op gebruikelijke wijze tegengesteld aan elkaar draaien.
Zoals verder nog schematisch met stippellijnen in figuur 3 is aangeduid kan indien gewenst aan een of meerdere van de maaiorganen nog een trommelvormig orgaan 9" zijn bevestigd.
Zoals verder in figuur 3 is aangeduid zijn de hartlijnen van de asstompen 16 en daarmede ook de draaiingsassen23 van de maaiorganen 9~zodanig opgesteld,dat deze draaiingsassen tijdens normaal bedrijf zich schuin omhoog en naar voren uitstrekken,gebruikelijk onder een hoek van + 5° tot de verticaal.Bij de gebruikelijke maalinrichtingen liggen daarbij de draaiingsassen 23 van de maaiorganen in verticaal vlakken,die zich loodrecht op de lengterichting van de de maaiorganen ondersteunende ge-stelbalk 6 of met andere woorden evenwijdig aan de beoogde voortbewegings-richting volgens pijl A uitstrekken,zodat de gezien in figuur 1 in doorsnede afgebeelde delen van de maaiorganen horizontaal zijn opgesteld.
Zoals echter in figuur 1 is weergegeven sluiten de draaiings-assen 23 van de maaiorganen tevens een hoek in met een zich verticaal en evenwijdig aan de voortbewegingsrichting uitstrekkend vlak ,waarbij alle draaiingsassen zich gezien in voortbewegingsrichting schuin omhoog en evenwijdig aan elkaar uitstrekken.In het algemeen zal deze hoek tussen 2° en 4° liggen en ter gedachtebepaling kan worden opgemerkt,dat bijvoorbeeld bij een hart op hartafstand tussen de schijven van 39 cm de hoek bij voorkeur 3° zal bedragen. Bij groter hartafstand zal deze hoek kleiner en bij kleinere hartafstand zal deze hoek groter worden om zo een optimaal mogelijk afmaaien van het gewas te bewerkstelligen.
Zoals verder nog in de figuren 4 - 6 is weergegeven is aan het, gezien in de figuren 1 en 2,meest rechtse maaiorgaan met behulp van een aan de schotel 9 van dit maaiorgaan bevestigde bus 24 het uiteinde bevestigd van een uit een tandwielkast uitstekende as 25.Deze uitgaande as 25 is met behulp van een in de tandwielkast 26 gelegen haakse tandwieloverbrenging verbonden met een ingaande as 27 van de tandwielkast .Deze ingaande as 27 draagt een riemschijf 28,welke met behulp van een of meerdere in figuur 1 schematisch aangeduide riemen 29 is gekoppeld met een riemschijf 30,die is bevestigd aan een door de balk 2 ondersteunde as 31.De as 31 kan op gebruikelijke wijze met behulp van een tussen-as bijvoorbeeld worden gekoppeld met de aftakas van een trekker of dergelijke.
Verder is aan de boven het gezien in figuur 1 meest rechtse maai-orgaan gelegen tandwielkast 26 een zich naar achteren toe uitstrekkende arm 32 vastgezet met bouten33 Aan het gesteldeel 4 is een zich evenwijdig aan de arm 32 uitstrekkende en onder de arm32 gelegen arm34 bevestigd.Aan de arm 34 zijn een tweetal zich omhoog uitstrekkende pennen 35 en36 bevestigd,die met enige speling zijn opgenomen in daartoe in de arm 32 aangebrachte gaten .Daarbij ligt,zoals uit figuur5 blijkt, gezier. in een richting loodrecht op de draaiingsas van de ingaande as 27 van de tandwielkast 26 de pen36 nabij het midden van de riemschijf 28, terwijl de pen35 aan de van de tandwielkast afgekeerde zijde van de pen36 ten hoogte van de gestelbalk 4 is gelegen.
Door toepassing van deze constructie kan de uitgaande as 25 van de tandwielkast op eenvoudige wijze met het gezien in de figuren 1 en 2 meest rechtse maaiorgaan worden verbonden.Daarbij wordt de tandwielkast 26 via de legering van het desbetreffende onder de tandwielkast 'gelegen maaiorgaan ondersteund. Dit maaiorgaan zal met behulp van een zgn..pendel-leger 38,dat een zekere verzwenking van het maaiorgaan ten opzichte van de gestelbalk 6 toestaat,in de gestelbalk 6 zijn gelegerd.Door de riem-overbrenging 28,29,30 op de ingaande as 27 en daarmede op de tandwielkast 26 uitoefende krachten worden met behulp van de aan de tandwielkast bevestigde arm 32 en de in deze arm gestoken uiteinden van de pennen 35 en 36 opgenomen en op het gesteldeel 4 overgedragen.Daarbij kan de arm 32 in beperkte mate ten opzichte van het gesteldeel 4 in twee richtingen kantelen,η.I. gezien in figuur 5 in het vlak van tekening en gezien in fig. 6 in het vlak van tekening om een scharnierpunt ter hoogte van pen 36.

Claims (9)

1. Maaimachine voorzien van een holle gestelbalk en een aantal door de gestelbalk ondersteunde maaiorganen ,welke om zich omhoog uitstrekkend en evenwijdig aan elkaar verlopende draaiingsassen draaibaar zijn en met behulp van een in de gestelbalk aangebrachte aandrijfriem en in de gestelbalk ge legen,met de maaiorganen gekoppelde riemschijven aan te drijven,met het kenmerk,dat de draaiingsassen van de maaiorganen gezien in de beoogde voortbewegingsrichting van de maaimachine tijdens bedrijf zich schuin omhoog uitstrekken ten opzichte van een zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkend verticaal vlak.
2. Maaimachine volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de hoek ,welke de draaiingsassen met een zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkend verticaal insluiten is gelegen tussen 2° en 4°.
3. Maaimachine volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de hoek, welke een draaiingsas van een maaiorgaan met een zich in de voortbewegingsri chting uitstrekkend verticaal vlak insluit + 3° is.
4. Maaimachine voorzien van een holle gestelbalk en een aantal door de gestelbalk ondersteunde maaiorganen,welke om zich omhoog uitstrekkende draaiingsassen draaibaar zijn en met behulp van een in de gestelbalk gelegen aandrijfmechanisme voorzien van met de maaiorganen verbonden aandrijf-crganen,aan te drijven zijn,met het kenmerk,dat aan een bodemplaat van de gestelbalk asstompen zijn bevestigd op ieder waarvan met behulp van legers een aan een maaiorgaan bevestigd aandrijforgaan is gelegerd.
5. Maaimachine volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat het boveneinde van het wielvormige aandrijforgaan uitsteekt door een in een bovenplaat van de gestelbalk aangebracht gat waarvan de diameter een weinig groter is dan de uitwendige diameter van het bovenste deel van het aandrijfor-gaan.
6. Maaimachine volgens conclusie 4 of 5 ,met het kenmerk, dat het aandrijforgaan wordt gevormd door een riemschijf voorzien van een naaf aan de bovenzijde waarvan een schotelvormig orgaan is bevestigd aan de buitenomtrek waarvan maaimessen zijn bevestigd.
7. Maaimachine voorzien van een gestel met een holle gestelbalk en een aantal door de gestelbalk ondersteunde maaiorganen,die om zich omhoog uitstrekkende draaiingsassen draaibaar zijn en met behulp van een in de gestelbalk gelegen aandrijfmechanisme aan te drijven zijn,terwijl een nabij een uiteinde van de maaimachine opgesteld maaiorgaan is gekoppeld met een uitgaande as van een daarboven opgestelde tandwielkast waarvan een ingaande as is voorzien van een riemschijf,welke deel uitmaakt van een met de aftakas van een trekker of dergelijke te koppelen riemoverbrenging ,met het kenmerk,dat de uitgaande as van de tandwielkast vast is verbonden met het maaiorgaan en aan de kast een arm is bevestigd, welke in twee op afstand van elkaar gelegen punten zodanig met het gestel is gekoppeld,dat de arm ten opzichte van het gestel in twee richtingen beperkt kantelbaar is.
8. Maaimachine volgens conclusie 7,met het kenmerk,dat aan het gestel een onder en zich evenwijdig aan de aan de tandwielkast bevestigde arm uitstrekkende tweede arm is bevestigd,waarbij de tweede arm is voorzien van zich loodrecht op de lengterichting uitstrekkende op afstand van elkaar gelegen pennen waarvan de boveneinden met speling zijn opgenomen in gaten,die zijn aangebracht in de arm,die aan de tandwielkast is bevestigd.
9. Maaimachine volgens conclusie 8,met het kenmerk,dat gezien in een richting loodrecht op de hartlijn van de ingaande as van de tandwielkast een van de pennen nabij het midden van de op de tandwielkast bevestigde riemschijf is gelegen,terwijl de andere pen aan de van de tandwielkast afgekeerde zijde van de eerst genoemde pen is opgestetd.
NL8901566A 1989-06-22 1989-06-22 Maaimachine. NL8901566A (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901566A NL8901566A (nl) 1989-06-22 1989-06-22 Maaimachine.
AT90201355T ATE95376T1 (de) 1989-06-22 1990-05-29 Maehmaschine.
DE90201355T DE69003745T2 (de) 1989-06-22 1990-05-29 Mähmaschine.
EP90201355A EP0404213B1 (en) 1989-06-22 1990-05-29 Mowing machine
DK90201355.6T DK0404213T3 (da) 1989-06-22 1990-05-29 Slåmaskine
CA002018212A CA2018212A1 (en) 1989-06-22 1990-06-04 Mowing machine
US07/533,389 US5079906A (en) 1989-06-22 1990-06-05 Mowing machine
HU903506A HU205692B (en) 1989-06-22 1990-06-06 Mower
YU112690A YU112690A (sh) 1989-06-22 1990-06-08 Kosilica
CS903005A CZ281396B6 (cs) 1989-06-22 1990-06-18 Žací stroj
SU904830223A RU1829887C (ru) 1989-06-22 1990-06-21 Косилка
DD90341945A DD296815A5 (de) 1989-06-22 1990-06-21 Antriebsmaschine
JP2161459A JPH03130009A (ja) 1989-06-22 1990-06-21 刈取機

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901566 1989-06-22
NL8901566A NL8901566A (nl) 1989-06-22 1989-06-22 Maaimachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8901566A true NL8901566A (nl) 1991-01-16

Family

ID=19854874

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8901566A NL8901566A (nl) 1989-06-22 1989-06-22 Maaimachine.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US5079906A (nl)
EP (1) EP0404213B1 (nl)
JP (1) JPH03130009A (nl)
AT (1) ATE95376T1 (nl)
CA (1) CA2018212A1 (nl)
CZ (1) CZ281396B6 (nl)
DD (1) DD296815A5 (nl)
DE (1) DE69003745T2 (nl)
DK (1) DK0404213T3 (nl)
HU (1) HU205692B (nl)
NL (1) NL8901566A (nl)
RU (1) RU1829887C (nl)
YU (1) YU112690A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0533218A3 (en) * 1991-06-26 1993-07-07 Greenland Geldrop B.V. A mowing machine
LT4161B (en) 1995-07-13 1997-06-25 Lietuvos Vandens Ukio Inst A cutting apparatus of a harvester
WO1997016957A1 (en) * 1995-11-10 1997-05-15 Kverneland Taarup A/S Laterally mounted mower

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2053073C3 (de) * 1970-10-29 1981-01-29 Maschinenfabriken Bernard Krone Gmbh, 4441 Spelle Mähmaschine
FR2548862B1 (fr) * 1983-07-01 1987-07-31 Kuhn Sa Faucheuse a disques perfectionnee
FR2566992B1 (fr) * 1984-07-06 1988-10-14 Kuhn Sa Faucheuse rotative.
FR2570248B1 (fr) * 1984-09-19 1990-06-29 Kuhn Sa Faucheuse rotative
NL8403245A (nl) * 1984-10-25 1986-05-16 Zweegers & Zonen P J Maaiinrichting.
FR2583258B1 (fr) * 1985-06-17 1987-09-18 Kuhn Sa Faucheuse rotative
NL8501817A (nl) * 1985-06-24 1987-01-16 Multinorm Bv Maaiinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL8601559A (nl) * 1986-06-17 1988-01-18 Bernardus Petrus Antonius Zwee Maaimachine.

Also Published As

Publication number Publication date
HU205692B (en) 1992-06-29
CS9003005A2 (en) 1991-09-15
CZ281396B6 (cs) 1996-09-11
YU112690A (sh) 1994-06-10
DE69003745D1 (de) 1993-11-11
DE69003745T2 (de) 1994-01-27
RU1829887C (ru) 1993-07-23
HUT57506A (en) 1991-12-30
EP0404213A1 (en) 1990-12-27
EP0404213B1 (en) 1993-10-06
CA2018212A1 (en) 1990-12-22
DD296815A5 (de) 1991-12-19
DK0404213T3 (da) 1993-12-06
ATE95376T1 (de) 1993-10-15
JPH03130009A (ja) 1991-06-03
HU903506D0 (en) 1990-10-28
US5079906A (en) 1992-01-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2879109B2 (ja) 改良シャーシを備えた草刈機
RU2050101C1 (ru) Косилка
US4779406A (en) Mower with tilting mower deck
JP2847114B2 (ja) 直接駆動式草刈機
JPH0116441B2 (nl)
IE49688B1 (en) Support and arrangement for tractor mounted machines
US4218865A (en) Agricultural machines
NL194460C (nl) Inrichting voor het aan een tractor koppelen van een landbouwwerktuig.
CA1088762A (en) Agricultural mower
NL8901566A (nl) Maaimachine.
US5586421A (en) Haymaking machine
CA1088761A (en) Agricultural mowers
EP0338649B1 (en) A mowing machine
NL8400715A (nl) Landbouwmachine.
US5548949A (en) Hay making machine with carrying wheels
US4292793A (en) Hay harvesting machine
CN2754326Y (zh) 前置式水平升降双圆盘割草机
NL8601559A (nl) Maaimachine.
US4274249A (en) Hay harvesting machine
NL9100572A (nl) Landbouwmachine.
EP0218307A1 (en) A rotary disc mower comprising a plurality of discs arranged above a frame beam and being rotatable around upwardly directed shafts
NL8900338A (nl) Maaimachine.
NL8201507A (nl) Maaimachine.
NL8204289A (nl) Maaimachine.
JP2587084Y2 (ja) 収穫機

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed