NL8901563A - Onderdorpel constructie voor tuimelstuw. - Google Patents

Description

Qnderdorpel constructie voor tuinelstuw.

De uitvinding betreft een onderdorpel constructie voor een tuimelstuw waarbij de onderrand van de stuwklep afdichtend verbonden is met de vaste dorpel op de bodem van de waterloop. De constructie van de afdichting geeft geen belemmering aan de klepbeweging. De constructie geeft wel de mogelijkheid de werking van de stuwklep te beïnvloeden door de vormgeving van de geleiding van de afdichting.

Tuimelstuwen hebben bewezen dat deze in staat zijn het beoogde peil nauwkeurig te beheersen zonder gebruik te maken van uitwendige energie en electronische meet en regeltechnieken. Een dergelijke stuw is bekend uit de Nederlandse aanvraag NL-A-8702118. Bij dit type stuw stroomt water zowel onder als boven over de stuwklep. Om te voorkomen dat de werking van de stuwklep verstoord wordt door obstakels die met de stroom meegesleurd worden worden roosters toegepast. In bepaalde gevallen is dit niet geheel afdoende.

De uitvinding beoogt te voorzien in een afdichting van de onderopening van de stuw zonder de specifieke eigenschappen van de tuimelstuw te beïnvloeden, waarbij afgezien kan worden van roosters.

De gevonden constructie waarbij gebruik gemaakt wordt van een flexibele strook tussen de stuwklep en de onderdorpel constructie op de bodem van de waterloop geeft daarenboven de mogelijkheid tot een verfijning van de regelkarakteristiek van de stuw.

De uitvinding wordt beschreven aan de hand van de tekeningen waarbij de volgende figuren:

Fig. 1 geeft een doorsnede van de stuw in de lengterichting van de waterloop.

Fig. 2 geeft een overeenkomstige doorsnede met twee standen van de stuwklep.

Fig. 3 geeft een beschermings mogelijkheid tegen in het water geworpen materiaal.

Fig. 4 geeft een detail van de koppeling tussen de geleidingsplaat en de ophanging.

Fig. 5 geeft een alternatieve vorm voor de geleidingsplaat en de onderrand met twee standen van de stuwklep.

De stuwklep (1) kan kantelen om de as (2). De stuwklep (1) wordt tegen de waterdruk in omhoog gehouden met kabel (3) via overbrenging (4) door het drijvend contragewicht (5). Met de spindeIconstructie (6) kan de as (2) in vertikale zin versteld worden. Hiermee kan het bovenpeil (7) geregeld worden. Het benedenpeil (8) is van enige invloed op de juiste afstelling.

De onderrand <9) is voorzien van een bevestiging (10) voor een flexibele strook (11) die met de andere kant bevestigd is aan de bovenrand (12) van een geleidingsplaat (13) met verstijvingen (14). De geleidingsplaat (13) is met bussen (15) aan armen (16) door middel van lasverbindingen vast verbonden. De armen (16) zijn draaibaar opgehangen aan de as (2) van de stuwklep (1).

Door de bus (15) gaat een as (17). Deze as (17) draagt met bussen (18) een dorpelplaat (19). De dorpelplaat (19) is draaibaar bevestigd bij (20) aan de vaste onderdorpel (21) die vast op de bodem (22) van de waterloop bevestigd is.

Een mogelijkheid tot voorkomen van vuilophoping op de flexibele strook (11) is een plaat (23) die scharnierend of flexibel bevestigd is aan de stuwklep (1) bij (24) en rij kt over de bevestiging (12) van de flexibele strook (11) heen.

De geleidingsplaat (13) dient ter ondersteuning van de flexibele strook (11). Doordat de geleidingsplaat (13) met armen (16) opgehangen is aan de as (2) van de stuwklep (1), zal de positie van de ondersteuning van de flexibele strook (11) ten opzichte van de onderrand (9) van de klep niet veranderen als met de spindeIconstructie (6) de as (2) van de stuwklep (1) versteld wordt.

Doordat de flexibele strook (11) zich als het ware afrolt tussen de geleidingsplaat (13) en de onderrand (9) is de afstand tussen geleidingsplaat (13) en onderrand (9) bepalend voor de resultante van de hydrostatische krachten die op het niet ondersteunde gedeelte van de flexibele strook (11) uitgeoefend worden. Wanneer de geleidingsplaat (13) en de onderrand (9) van de stuwklep (1) beiden cirkelvormig zijn met de as (2) als middelpunt zal het gedrag van de flexibele strook (11) neutraal zijn. Door de vorm van geleidingsplaat (13) en/of van de onderrand (9) te veranderen kan een progressief of regressief tuimelkarakter verkregen worden. Zie fig. 5.

Het de constructie van de uitvinding is een stuw gerealiseerd waarbij de onderrand (9) van de stuwklep (1) afdichtend verbonden is met de vaste onderdorpel (21) op de bodem (22) van de waterloop, zonder dat extra wrijvingsverliezen optreden. Het tuimel-effect van de stuwklep (1) wordt hierdoor niet nadelig beïnvloed, waarbij met behulp van de flexibele strook (11) en de vorm en positie van de geleidingsplaat (13) en/of de onderrand (9) een nauwkeurige instelling van het gewenste waterpeil magelijk wordt gemaakt.

Claims (2)

1. 23 Onderdorpel constructie volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de flexibele strook in samenwerking met de geleidingsplaat en de onderrand van de stuwklep een afrolbare afdichting vormt. 3] Onderdorpel constructie volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk dat de geleidingsplaat en de onderrand van de stuwklep een zodanige vorm en positie hebben dat bij het afrollen van de flexibele strook de resultante van de op het niet ondersteunde flexibele strookgedeelte uitgeoefende hydrostatische krachten, overgedragen op de onderrand van de stuwklep, zich vergroot, verkleint of constant blijft, afhankelijk van de gekozen vorm en/of positie.
2. 43 Onderdorpel constructie volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk dat de scharnierend of flexibel bevestigde schermplaat zich uitstrekt vanaf de stuwklep tot voorbij de bovenrand van de geleidingsplaat.