NL8901137A

NL8901137A - Landingssysteem voor een helicopter aan boord van een vaartuig.

Info

Publication number: NL8901137A
Application number: NL8901137A
Authority: NL
Original assignee: Rotterdamsche Droogdok Mij
Priority date: 1989-05-03
Filing date: 1989-05-03
Publication date: 1990-12-03
Also published as: CA2063549A1; JPH05503263A; DE69007101D1; EP0472613B1; WO1990013480A1; DE69007101T2; AU632134B2; AU5730490A; EP0472613A1

Description

Korte aanduiding: Landingssysteem voor een helicopter aan boord van een vaartuig.

De uitvinding betreft een landingssysteem voor het landen, verplaatsen en stationeren van een helicopter op een vaartuig, omvattende een op het vaartuig gemonteerd landingsdek dat in wezen in het midden is voorzien van een verankeringsrooster met een groot aantal, door bruggen van elkaar gescheiden openingen, en een in de helicopter, bij een punt op de overlangse hartlijn daarvan aangebracht harpoen-orgaan dat bij het landen van de helicopter op het dek, naar beneden kan worden uitgezet om in één van de openingen in het verankeringsrooster te dringen en achter ten minste één van de genoemde bruggen te grijpen voor het ten opzichte van het dek verankeren van de gelande helicopter en middelen voor het naar een standplaats slepen van de helicopter.

Een dergelijk systeem wordt tegenwoordig vrij algemeen toegepast, in het bijzonder aan boord van marinevaartuigen, waarbij de verankering van de gelande helicopter op het landingsdek door middel van het harpoenorgaan noodzakelijk is, aangezien de helicopter door eventueel op het vaartuig overgebrachte heftige zeebewegingen, van het landingsdek zou kunnen worden afgeworpen.

Bij het bekende systeem wordt de helicopter, nadat deze op het landingsdek is geland en tijdelijk door middel van het harpoenorgaan ten opzichte van het rooster verankerd is geweest, door middel van een stel lieren naar de standplaats bijvoorbeeld in een hangar gesleept.

Dit betekent dat personeel zich op het landingsdek moet begeven, teneinde de lierkabels aan de helicopter te bevestigen, wat zeer ongewenst is aangezien het personeel dan bloot staat aan allerlei gevaren.

Het doel van de uitvinding is een landingssysteem van het genoemde type te verschaffen dat dit nadeel niet heeft.

Dit doel wordt bereikt doordat het is gebleken dat een gelande helicopter van het genoemde type in wezen vanuit elke landingsstand naar een willekeurige andere stand kan worden gesleept en daarbij worden bestuurd, door in een punt bij de overlangse hartlijn van de helicopter een kracht te laten aangrijpen, zodat, aangezien het harpoenorgaan zich op zo'n punt bevindt, door het verankeringsrooster 5 te verplaatsen de verankerde helicopter vanuit de landingsstand naar een standplaats kan worden gesleept.

Bij gevolg wordt het systeem volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het verankeringsrooster verplaatsbaar in het vlak van het landingsdek D is gemonteerd en middelen aanwezig zijn voor het zodanig verplaatsen van het rooster, dat daarbij, via het in het rooster verankerde harpoenorgaan, een sleep- en een stuurkracht op een verankerde helicopter kan worden uitgeoefend.

j Aangezien bij het bekende landingssysteem het harpoenorgaan is voorzien van één klauwvormig element, dat bij de verankering om slechts één begrenzingsbrug van de opening grijpt waarin het harpoenorgaan is gebracht, zou deze brug bij het systeem volgens de uitvinding te zwaar worden belast bij het naar de standplaats slepen van de helicopter.

Daarom is bij voorkeur bij het systeem volgens de uitvinding het harpoenorgaan voorzien van een aantal symmetrisch om de hartlijn aangebrachte, in radiale richting uitklapbare, in wezen weerhaakvormige elementen die in uitgeklapte toestand zodanig achter de een opening in het rooster begrenzende bruggen grijpen, dat alle, deze opening begrenzende bruggen worden belast. Hierdoor kan gebruik worden gemaakt van een rooster met standaard opening- en brugvorm, zodat ook helicopters kunnen landen die zijn uitgerust met een conventioneel harpoen-orgaan.

Op voordelige wijze is daarbij het harpoenorgaan voorzien van een druk-ring die in de naar beneden gerichte richting kan worden uitgezet om het rooster tussen deze ring en de uitgeklapte weerhaken in te klemmen. Op deze wijze kan de belasting van het frame van de helicopter bij het slepen worden verminderd.

Bij een voordelige uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding, is het rooster op of in een, in wezen in het vlak van het landingsdek gelegen plaatvormig orgaan gemonteerd dat door middel van een aandrijving, volgens een rechte baan evenwijdig aan zichzelf kan worden verplaatst, waarbij het rooster zelf door middel van besturingsmiddelen ten opzichte van het plaatvormige orgaan een translatie in de richting loodrecht op de verplaatsingsrichting van het orgaan kan uitvoeren of ten opzichte van het plaatvormige orgaan kan i worden geroteerd.

De uitvinding wordt nader uiteengezet onder verwijzing naar de tekening, waarin i Figuur 1 schematisch het inrijden van een helicopter weergeeft,

Figuur 2 schematisch een verplaatsbaar verankeringsrooster volgens de uitvinding weergeeft,

Figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm van een verplaatsbaar verankeringsrooster volgens de uitvinding toont,

Figuur 4 op grotere schaal een doorsnede door het verankeringsrooster toont, en

Figuren 5 en 6 in overlangse doorsnede een harpoenorgaan volgens de uitvinding weergeven, waarbij figuur 5a een doorsnede is volgens de lijn Va-Va.

Zoals getoond in figuur la kan een helicopter 1 met de zijwielen 2 en het gevorkte achterwiel 3, vanuit de onderste, met getrokken lijnen aangegeven willekeurige stand naar een, bovenaan in de figuur getoonde stand worden gesleept, door in het punt 4 een sleepkracht en een loodrecht daarop staande besturingskracht te laten aangrijpen, waarbij het punt 4 de baan s beschrijft.

Ter plaatse van het punt 4 is de helicopter voorzien van een harpoenorgaan.

Zoals getoond in de figuren 2 en 4 is het verankeringsrooster 5 voorzien van een groot aantal ronde openingen 6 die door bruggen 7 worden begrensd of van elkaar zijn gescheiden. Het verankeringsrooster 5 is verplaatsbaar volgens de dubbelpijl A in een raam 8 gemonteerd, waarbij de verplaatsing van het rooster 5 door middel van een lineair bewegingsmechanisme, bijvoorbeeld, de roteerbaar op het raam 8 gemonteerde schroefspindel 9, waarmee de plaat 5 via de schroefbus 10 in aangrijping is, kan worden bewerkstelligd. De ruimten aan 5 weerskanten van het rooster 5 zijn daarbij steeds gesloten door met het rooster meerijdende opvulpanelen 15,

Het raam 8 is verplaatsbaar volgens de dubbelpijl B binnen een gootvormige uitsparing 11 die is aangebracht in het landingsdek 12, 3 waarbij de plaat 8 wordt geleid door rails 13. Het raam 8 is gekoppeld met automatisch meerijdende opvulpanelen 14, zodat de goot 11 steeds bij de bovenkant is gesloten.

De opvulpanelen 14, evenals de panelen 15, zijn van het type dat wordt i toegepast bij de afsluiting van luik-openingen in een tussendek aan boord van schepen, waarbij deze panelen in de, de opening geheel afsluitende stand, in een vlak, aan elkaar aansluitend, achter elkaar liggen, en in de, de opening geheel openende stand, in iets gekantelde stand onder elkaar liggen, bij een van de dwarskanten van de opening. i

De plaat 8 kan volgens B heen en weer worden bewogen door middel van de kabels 16 die om de, door de motor 18 aandrijfbare kaapstander 17 is gewonden.

Voor het tot stand brengen van de translatie A van het rooster 5, wordt de schroefspindel 9 tot rotatie gebracht door middel van de kabel 19 die om de kaapstander 20 is gewonden, die via de planeetkast 21 tot rotatie kan worden gebracht waarbij de planeetkast door de motor 22 wordt bestuurd.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 is een rond verankeringsrooster 5' toegepast dat draaibaar in een plaat 8' is opgenomen, die op dezelfde wijze als getoond, bij het raam 8, in figuur 2, door middel van de kabel 16', volgens de dubbelpijl B' heen en weer kan worden verplaatst binnen een gootvormige uitsparing 11' die is aangebracht in het landingsdek 12', waarbij de plaat wordt geleid door de rails 13'.

Op de plaat 8' is een roteerbare as 9' met een vast daarop gemonteerde worm 10' aangebracht, welke worm in ingrijping is met het als een wormwiel uitgevoerde rooster 5', zodat door het in rotatie brengen van de as 9' het rooster 5' kan worden gedraaid. De rotatie van de as 9' wordt op dezelfde wijze als getoond, voor de schroefspindel 9, in figuur 2, door middel van de kabel 19' tot stand gebracht.

Ook hier is de plaat 8' gekoppeld met automatisch meerijdende opvulpanelen 14', zodat de goot 11' steeds bij de bovenkant is gesloten.

Zoals getoond in de figuren 5 en 6 omvat het harpoenorgaan een huis 23 dat bij het boveneind daarvan, via een niet getoond telescopisch uitzet en intreksysteem aan de helicopter, bij de onderkant daarvan, is bevestigd. Binnen dit huis 23 is roteerbaar een busvormig lichaam 24 opgenomen. Verder is een cilinder 25 aanwezig, waarbinnen een zuiger 26 heen en weer kan bewegen, die is verbonden met een zuigerstang 27 die een, vier pootvormige elementen 28 omvattend schuiforgaan draagt, waarbij elk pootvormig element 28 bij zijn ondereind een oploopvlak 28’ heeft. Verder draagt de bus 24, via de schroefdraden 24' de kruisvormige kop 29' van een speervormig orgaan 29 dat is voorzien van vier uitklapbare weerhaakvormige elementen 30 die door middel van elastische organen 31 in de niet-uitgeklapte toestand worden gehouden. Verder is om het huis 23 een drukring 32 aangebracht.

Vanuit de toestand getoond in figuur 5 wordt door middel van het genoemde telescopische uitzetsysteem, het harpoenorgaan vanuit de helicopter naar beneden gedrukt, waarbij het speervormige orgaan 29 in een opening 6 van het landingsrooster 5 grijpt en de drukring 32 die daarbij tegen de bruggen 7 komt aan te liggen, ten opzichte van het huis 23 naar boven wordt gedrukt. Daarna wordt, bijvoorbeeld door een door de drukring gegeven signaal, via niet-getoonde kanalen, een fluïdum onder druk in de ruimte 33 boven de zuiger 26 toegelaten, waardoor het schuiforgaan 28 naar beneden wordt gebracht, waarbij de pootvormige elementen tussen de ribben van de kruisvormige kop 29' van het speervormige orgaan 29 schuiven. Daarbij komen de oploopvlakken 28' in aanraking met de uiteinden van de weerhaakvormige elementen 30, waardoor deze elementen naar buiten worden gezwaaid en achter de bruggen 7 van de opening 6 in het rooster 5 grijpen, zoals getoond in figuur 6. Dan wordt een fluidum onder druk in de kamer 34 tussen de drukring 32 en het huis 23 gebracht, waardoor een naar beneden gerichte kracht op de drukring 32 wordt uitgeoefend, met als gevolg dat het harpoenorgaan in een nagenoeg vertikale stand wordt gebracht en het rooster 5 tussen de drukring 32 en de uitgeklapte weerhaken 30 wordt ingeklemd.

Bij het lossen van het harpoenorgaan wordt de druk in de kamer 34 weggenomen en een fluidum onder druk in de ruimte 35 onder de zuiger 26 gebracht, waardoor het schuiforgaan 28 naar boven beweegt met als gevolg dat de weerhaakvormige elementen 30 worden vrijgemaakt van de bruggen 7 doordat zij naar binnen worden geklapt als gevolg van de werking van de elastische organen 31. Tenslotte wordt dan het gehele harpoenorgaan, door middel van het telescopische intreksysteem, vanuit de helicopter, weer in de uitgangsstand gebracht.

Claims

1. Landingssysteem voor het landen, verplaatsen en stationeren van een helicopter met twee zijwiel(samenstellen) en een neus- of staartwiel(samenstel), op een vaartuig, omvattende een op het vaartuig gemonteerd landingsdek dat is voorzien van een verankeringsrooster met 5 een groot aantal, door bruggen van elkaar gescheiden openingen, en een in de helicopter bij een punt op de horizontale hartlijn daarvan aangebracht harpoen-orgaan dat bij het landen van de helicopter op het dek, naar beneden kan worden uitgezet om in één van de openingen in het verankeringsrooster te dringen en achter ten minste één van de genoemde 3 bruggen te grijpen voor het ten opzichte van het dek verankeren van de gelande helicopter en middelen voor het naar een standplaats slepen van de helicopter, met het kenmerk, dat het verankeringsrooster verplaatsbaar in het vlak van het landingsdek is gemonteerd en middelen aanwezig zijn voor het zodanig verplaatsen van het rooster, dat 5 daarbij, via het in het rooster verankerde harpoen-orgaan, een sleep-en een stuurkracht op de verankerde helicopter kan worden uitgeoefend.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het harpoen-orgaan is voorzien van een aantal symmetrisch om de hartlijn daarvan ) aangebrachte, in radiale richting uitklapbare, in wezen weerhaakvormige elementen, die in uitgeklapte toestand zodanig achter de, een opening in het verankeringsrooster begrenzende bruggen kunnen grijpen, dat alle, deze opening begrenzende bruggen worden belast.

3. Systeem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het harpoenorgaan is voorzien van een drukring die in benedenwaartse richting kan worden uitgezet om het rooster tussen deze ring en de uitgeklapte weerhaakvormige elementen in te klemmen.

4. Systeem volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het rooster is gemonteerd op of in een, in wezen in het vlak van het landingsdek gelegen plaatvormige orgaan dat door middel van een aandrijving volgens een rechte baan evenwijdig aan zichzelf kan worden verplaatst, waarbij het rooster door middel van besturingsmiddelen ten opzichte van het plaatvormige orgaan een translatie in de richting loodrecht op de verplaatsingsrichting van orgaan kan uitvoeren, of ten opzichte van het plaatvormige orgaan kan worden geroteerd.