NL8900682A - Verrijdbare balenverzamelaar. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: verrijdbare ba1enverzamelaar.

De uitvinding heeft als doel een achter een verrijdbare balenpers te koppelen verrijdbare balenverzamelaar te verschaffen, die van het perskanaal van de pers afkomstige balen in een of meer opeenvolgende dwars op de rijrichting lopende rijen rangschikt en na het verzamelen van een voorafbepaald aantal rijen dit voorafbepaalde aantal rijen achter elkaar vanaf de verzamelaar op de grond afvoert.

Deze doelstelling wordt volgens de uitvinding bereikt door middel van een verrijdbare balenverzamelaar, omvattende eerste transportmiddelen voor het in een transportvlak tegengesteld aan de rijrichting over een voorafbepaalde afstand transporteren van achtereenvolgens van een aanvoer-plaats in het vlak ontvangen balen, voor het in een richting dwars op de rijrichting verplaatsen van de ontvangen balen voor het vormen van een dwars op de rijrichting lopende rij balen en voor het telkens tegengesteld aan de rijrichting van de eerste transportmiddelen af transporteren van balen wanneer de rij een voorafbepaald aantal balen omvat.

De balenverzamelaar volgens de uitvinding is eenvoudig, onderhoudsvrij en daardoor goedkoop in aanschaf en gebruik. De minimale afstand tussen de uit het perskanaal aangevoerde balen kan klein zijn, waardoor de· werksnelheid van de balenpers en van de verzamelaar hoog kunnen zijn.

Andere eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende toelichting voor twee uitvoeringsvormen van de balenverzamelaar volgens de uitvinding.

In de tekening tonen:

Fig. 1 een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de balenverzamelaar volgens de uitvinding;

Fig. 2 een zijaanzicht van de balenverzamelaar van fig. 1?

Fig. 3 op grotere schaal een gedeelte van de in figuur 2 getoonde blokkeermiddelen;

Fig. 4 een electrisch schema voor de besturing van een heforgaan van de blokkeermiddelen;

Fig. 5a en 5b twee fasen van de werking van de verzamelaar van fig. 1;

Fig. 6 een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de balenverzamelaar volgens de uitvinding,

Fig. 7 een zijaanzicht van de balenverzamelaar van fig. 6;

Fig. 8 een electrisch schema voor de besturing van twee heforganen van de balenverzamelaar van fig. 6;

Fig. 9a, 9b, 9c en 9d vier fasen van de werking van de balenverzamelaar van fig. 6.

De in de figuren 1 en 2 getoonde eerste uitvoeringsvorm van de balenverzamelaar volgens de uitvinding omvat een horizontaal raam 1 op een wielonderstel 2f dat in fig.

1 niet getoond is. Aan een zijkant van het raam 1 is het raam 1 door middel van een koppelpen 3 achter de persuit gang 4 van een verder niet getoonde balenpers gekoppeld. De balenverzamelaar wordt door de pers in de richting van de pijl 5 meegetrokken.

Het raam 1 heeft twee evenwijdig aan de rijrichting 5 lopende raamdelen 6 en 7. Tussen de raamdelen 6 en 7 zijn een aantal dwars op de rijrichting 5 lopende gladde rollen 8f 9, 10 en 11 en rollen 12, 13 en 14 met een schroefdraad aangebracht. De schroefdraad van de rollen 12, 13 en 14 lopen alle in dezelfde richting en strekken zich uit vanaf het raamdeel 6 tot op een in hoofdzaak aan de breedte van het perskanaal 4 gelijke afstand van het raamdeel 7. Op een hoogte boven de rollen 8 t/m 14 is stroomopwaarts van deze rollen tussen twee draaibare armen 15 en 16 een rol 17 aangebracht met een schroefdraad die in dezelfde richting als de schroefdraad van de rollen 12, 13 en 14 loopt. De rol 17 is draaibaar om een horizontale as 18, die samenvalt met de as van de rol 11, uit een in fig. 2 getoonde blokkeerpositie, waarin de rol 17 uit het perskanaal 4 getransporteerde balen tegenhoudt naar een door draaiing volgens de pijl 19 verkregen doorlaatpositie waarin op de rollen 8 t/m 14 aanwezige balen over de rol 17 op de grond 20 getransporteerd worden.

De rollen 8 t/m 14 en 17 zijn draaibaar in aan de raamdelen 6 en 7 bevestigde lagers en bij het raamdeel 7 zijn aan de uiteinden van de rollen 8 t/m 14 en 17 en aan een as van een motor 21 kettingwielen aangebracht waarover aandrijfkettingen 22, 23 en 24 geleid zijn. De motor 21 kan elke geschikte motor zijn maar is bij voorkeur een hydraulische motor die in serie met een volumeregelaar gevoed wordt door het hydraulische stelsel van de balenpers of van een voertuig die de balenpers trekt. Door middel van bijvoorbeeld de volumeregelaar wordt de motor 21 zodanig ingesteld dat de omtreksnelheid van de rollen 8 t/m 14 en 17 hoger is dan de rijsnelheid van de balenverzamelaar. De tandwielen en kettingen 22, 23 en 24 zijn in fig. 2 niet getoond.

Bij de uiteinden van de rollen 8 t/m 14 bij het raamdeel 7 is een horizontaal geleide-orgaan 25 aangebracht voor het daartegen in een tegen de rijrichting 5 tegengestelde richting geleiden van een baal.

Fig. 3 toont op grotere schaal de in fig. 1 niet getoonde blokkeermiddelen voor de blokkeerrol 17 van de balenverzamelaar van fig. 2, die de in fig. 3 niet getoonde blokkeerrol 17 omvatten.

Aan de arm 15 is draaibaar om een horizontale as 26 een uiteinde van een andere arm 27 verbonden. Het andere uiteinde van de arm 27 is aan de stroomopwaartse kant van de rol 11 draaibaar om een horizontale as 28 aan weer een andere arm 29 bevestigd. Stroomafwaarts van de as 28 is de arm 29 draaibaar om een horizontale as 30 aan een steun 31 van het raam 1 bevestigd. Stroomopwaarts van de as 28 is aan de arm 29 een trekveer 32 bevestigd, waarvan het andere, niet-getoonde uiteinde meer stroomopwaarts aan het raam 1 is bevestigd. In fig. 2 is voor de duidelijkheid de veer 32 weggelaten. In de getoonde blokkeerpositie van de rol 17 worden de armen 15, 27 en 29 door de veer 32 in de getoonde posities getrokken, waarbij de as 28 zich op een hoogte onder die van de as 30 bevindt en de as 26 zich op een hoogte boven die van de as 30 bevindt. Een heforgaan 33, dat een electromagneet kan zijn, met een verticaal verplaatsbare kern 34 is op een zodanige plaats aan het raam 1 bevestigd dat wanneer het heforgaan 33 geactiveerd wordt de kern 34 de as 28 over een dood punt boven de as 30 verplaatst, waardoor de arm 15 in de richting van de pijl 19 kan draaien wanneer een door de balen op de rol 17 uitgeoefende kracht groter dan de tegengestelde trekkracht van de veer 32 is. De trekkracht van de veer 32 is zo groot dat wanneer geen tegengestelde kracht op de rol 17 uitgeoefend wordt de arm 15 zover mogelijk tegengesteld aan de richting 19 gedraaid wordt.

Op twee plaatsen, die hierna toegelicht zullen worden, zijn twee electrische schakelaars 35 en 36 aangebracht, die, als getoond in fig. 4, electrisch in serie met elkaar en in serie met een electromagnetische heforgaan 33 en een electrische voeding verbonden zijn.

De werking van de in fig. 1 getoonde balenverzamelaar wordt hierna toegelicht aan de hand van de figuren 5a en 5b, die twee fasen van de werking tonen.

Van het perskanaal 4 van de balenpers afkomstige balen worden door de rollen 8 t/m 14 tegen de rol 17 getransporteerd. Vervolgens worden de balen door de rol 17, en tijdens transport van de balen naar de rol 17 enigszins door de rollen 12, 13 en 14, dwars op de rijrichting 5 achter elkaar tegen het geleide-orgaan 25 getransporteerd, waarbij zij een rij balen, in het getoonde voorbeeld drie stuks, vormen. Wanneer de rij balen samengesteld is worden de schakelaars 35 en 36 door de balen die op deze schakelaars rusten ingedrukt waardoor het heforgaan 33 bekrachtigd wordt. Omdat de rij balen door de werking van de rollen 8 t/m 14 op de rol 17 uitgeoefende kracht groter is dan de trekkracht van de veer 32 zal de arm 15 in de richting van de pijl 19 uit de blokkeerpositie naar de doorlaatpositie draaien voor het, zoals getoond in fig. 5b laten passeren van de rij balen.

Bij voorkeur zijn op de rol 8 tegenover het perskanaal 4 een of meer uitsteeksels aangebracht, die in de richting van de lengte van de rol 8 lopende strippen 37 kunnen zijn en die een uit het perskanaal 4 komende baal iets versnellen, waardoor een grotere afstand tot een volgende baal verkregen wordt, waardoor meer tijd verkregen wordt voor het in dwarsrichting verplaatsen van de versnelde baal en waardoor de verwerkingssnelheid van de balenpers en die van de balenverzamelaar groter kunnen zijn dan bij een uitvoering zonder een of meer strippen 37.

Door toepassing van schroefdraad op de rollen 12, 13 en 14 wordt bereikt dat de balen van een rij tijdens dwars-verplaatsing ervan niet scheeftrekken en dat de balen in een rij dicht tegen elkaar gebracht worden en in dichte rijen op de grond gedeponeerd worden. Ter verkleining van de wrijving die optreedt tijdens het van de rollen af transporteren van een rij balen hebben de eindgedeelten van de rollen 12, 13 en 14 bij het raamdeel 7 over een afstand die in hoofdzaak gelijk is aan de breedte van het perskanaal 4 een gladde omtrek.

Hierna wordt aan de hand van de figuren 6 t/m 9 een tweede uitvoeringsvorm van de balenverzamelaar volgens de uitvinding toegelicht, die ten opzichte van de eerste uitvoeringsvorm stroomafwaarts een extra gedeelte heeft voor het daarop verzamelen van een of meer rijen balen en voor het vanaf dit gedeelte afvoeren van een voorafbepaald aantal op de verzamelaar verzamelde rijen balen.

In de figuren 6 t/m 9 zijn delen met dezelfde functie als van delen van de aan de hand van de figuren 1 t/m 5 toegelichte eerste uitvoeringsvorm van dezelfde verwijzings-cijfers met toevoeging van een accent aangegeven.

Het stroomopwaarts van de blokkeerrol 17', die in de uitvoeringsvorm van fig. 6 een eerste blokkeerrol is, aan wezige gedeelte (inclusief rol 17') van de tweede uitvoeringsvorm werkt op dezelfde wijze als de eerste uitvoeringsvorm, met als verschil dat een rij balen bij het passeren van de rol 171 in plaats van op de grond op drie gladde rollen 38, 39 en 40 en langs een geleide-orgaan 25" getransporteerd worden. De rollen 38, 39 en 40 zijn draaibaar om horizontale assen en hebben elk aan hun respectievelijke uiteinden bij het raamdeel 7' een kettingwiel waarom de ketting 23' zodanig geleid is dat de rollen 38, 39 en 40 een baal tegengesteld aan de rijrichting 5 transporteren.

Het transport van balen over de rollen 38, 39 en 40 wordt beperkt door een boven het niveau van de rollen 38, 39 en 40 aangebracht horizontaal blokkeerorgaan 41, dat een rol, stang of buis kan zijn, waarvan de uiteinden bevestigd zijn aan armen 15" en 16" waarvan de werking hetzelfde is als van de armen 15, 16 en 151, 16'. De arm 15' en de arm 15" zijn elk verbonden met hef- en terugtrekmiddelen van de soort als de in fig. 3 getoonde middelen 26 t/m 34. Zoals getoond in fig. 8 is parallel aan het heforgaan 33' voor de arm 15' een serieschakeling verbonden van een schakelaar 42, die in het toegevoegde gedeelte van de balenverzamelaar aangebracht is, en een heforgaan 33" voor de arm 15".

De werking van de in fig. 6 getoonde balenverzamelaar wordt hierna toegelicht aan de hand van de figuren 9a t/m 9d, die vier fasen van de werking tonen.

De figuren 9a en 9b komen overeen met de situaties volgens de figuren 5a respctievelijk 5b. In de situatie van fig. 9b wordt een tegen de blokkeerrol 17' verzamelde rij balen echter niet op de grond maar op een extra gedeelte van de verzamelaar met de rollen 38, 39 en 40 getransporteerd.

De situatie van fig. 9c komt overeen met de situatie van fig. 9a, waarbij in de situatie van fig. 9c echter reeds een rij balen tegen het blokkeerorgaan 41 verzameld is.

Wanneer tegen de blokkeerrol 17' een nieuwe rij balen gevormd is zal deze rij de blokkeerrol 17' passeren en tegen de rij getransporteerd worden die reeds tegen het blokkeerorgaan 41 steunt, waardoor alle schakelaars 35', 36' en 42 door de balen ingedrukt en daardoor gesloten worden,-waardoor het heforgaan 33" bekrachtigd wordt en het blokkeerorgaan 41 in de richting van de pijl 19" gedraaid wordt voor het doorlaten van de twee rijen balen die dan op de grond 20 gedeponeerd worden.

Het zal duidelijk zijn dat het gedeelte van de balenverzamelaar volgend op de blokkeerrol 17' grotere afmetingen en overeenkomstig meer rollen van de soort als de rollen 38 t/m 40 kan hebben voor het daarop verzamelen van meer rijen balen.

Binnen het kader van de uitvinding is het ook mogelijk om slechts de rijen balen op de grond te deponeren die op het toegevoegde gedeelte stroomafwaarts van de blokkeerrol 17' verzameld zijn, waarbij tijdens dit deponeren de blokkeerrol 17' omhoog in de hoge positie ervan blijft en daartegen een nieuwe rij balen verzameld wordt.

Binnen het kader van de uitvinding is het ook mogelijk de rollen op andere wijze, bijvoorbeeld door middel van een koppeling met de wielen van het wielonderstel 2 aan te drijven en kunnen de schakelaars en heforganen pneumatische of hydraulische organen zijn.

Claims (12)

1. 2. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 1, gekenmerkt door eerste blokkeermiddelen en stuurmiddelen, die geschikt zijn voor het detecteren van de aanwezigheid van een rij met het voorafbepaalde aantal balen op de eerste transportmiddelen en die bij detectie van een zodanige aanwezigheid de eerste blokkeermiddelen sturen voor het verplaatsen van tenminste een eerste blokkeerorgaan uit een blokkeerpositie waarin het het transport van balen vanaf de eerste transportmiddelen blokkeert naar een doorlaatpositie waarin de balen kunnen passeren, en waarbij het eerste blokkeerorgaan na het passeren van de balen in de blokkeerpositie terugkeert.
2. 3. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 2, gekenmerkt door tweede transportmiddelen, die geschikt zijn voor het ontvangen, het tegengesteld aan de rijrichting transporteren en verzamelen van een van de eerste transportmiddelen afkomstige rij balen en voor het tegengesteld aan de rijrichting van de tweede transportmiddelen af transporteren van balen nadat op de transportmidelen een voorafbepaald aantal rijen verzameld is.
3. 4. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen geschikt zijn voor het detecteren van de aanwezigheid van het voorafbepaalde aantal rijen balen en voor het bij detectie van een zodanige aanwezigheid sturen van aan de afvoerzijde van de tweede transportmiddelen aangebrachte tweede blokkeermiddelen voor het verplaatsen van tenminste een tweede blokkeerorgaan uit een blokkeerpositie waarin het het transport van balen vanaf de tweede transportmiddelen blokkeert naar een doorlaat-positie waarin de balen kunnen passeren, en waarbij het tweede blokkeerorgaan na het passeren van de balen in de blokkeerpositie terugkeert.
4. 5. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste transportmiddelen tenminste een dwars op de rijrichting lopende eerste transportschroef omvat waarvan de schroefdraadrichting geschikt is voor het in de richting dwars op de rijrichting transporteren van de balen.
5. 6. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de eerste transportschroef over het uiteinde ervan dat zich het verst van de aanvoerplaats bevindt over een afstand die in hoofdzaak gelijk is aan de afstand waarover de schroef door elke baal bedekt wordt een in hoofdzaak gladde omtrek heeft.
6. 7. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste blokkeerorgaan een dwars op de rijrichting lopende transportschroef is waarvan de schroefdraadrichting geschikt is voor het tegen de schroef in de richting dwars op de rijrichting transporteren van de balen.
7. 8. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het voorafbepaalde aantal rijen balen een op de eerste transportmiddelen aanwezige rij en tenminste een rij op de tweede transportmiddelen omvat en dat wanneer de tweede blokkeermiddelen in de doorlaatpositie gebracht worden tevens de eerste blokkeermiddelen in de doorlaatpositie gebracht worden voor het van de eerste en tweede transportmiddelen af transporteren van het voorafbepaalde aantal rijen balen.
8. 9. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aan de rijrichting tegengestelde transportsnelheid van de eerste transportmiddelen groter is dan de aan de rijrichting tegengestelde transportsnelheid van de tweede transportmiddelen.
9. 10. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 2 of 4, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen een zodanig aan het blokkeerorgaan scharnierbaar verbonden hefboommechanisme en een bijbehorend stuurorgaan omvatten, dat wanneer de stuurmiddelen het stuurorgaan sturen het stuurorgaan het mechanisme over een dood punt ervan brengt zodat het blokkeerorgaan door ertegen drukkende balen naar de doorlaatpositie ervan verplaatst wordt en dat de blokkeermiddelen aan het blokkeerorgaan verbonden terugbreng-middelen omvatten die geschikt zijn om het blokkeerorgaan naar de blokkeerpositie ervan terug te brengen wanneer de van de transportmidelen te transporteren balen gepasseerd zijn.
10. 11. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de terugbrengmiddelen veren zijn.
11. 12. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste transportmiddelen een dwars op de rijrichting lopende rol omvatten en dat deze rol in het gebied van de aanvoerplaat een of meer uitsteeksels heeft.
12. 13. Verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat een uitsteeksel gevormd wordt door een in de lengterichting van de rol lopende strip.