NL8204645A - Inrichting voor het transporteren en accumuleren van voorwerpen. - Google Patents

Description

'"7'P & C ' ïr y?·- . :-¾ - * ·""# ll"1·'

W 5357-3 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Inrichting voor het transporteren en accumuleren van voorwerpen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren 5 en accumuleren van voorwerpen door middel van een continu aandrijfbaar eindloos transportorgaan.

Dergelijke inrichtingen zijn bekend. Deze werken gewoonlijk met door tasters en aanslagen bediende schakelaars. De voorwerpen worden bij plaatsing op een in het frame van de inrichting gevormde onder- 10 steuning door het transportorgaan voortbewogen tot het afvoereinde van de inrichting en worden van daar afgenomen en toegevoerd aan een verdere ' JS2S.

inrichting, bijvoorbeelayverpakking of verdere behandeling van bepaalde goederen. Daar zowel de plaatsing als het afnemen met ongelijke tussenpozen kan gebeuren, moet de inrichting het tot een aansluitende rij aan 15 het afvoereinde accumuleren van de goederen mogelijk maken.

De uitvinding beoogt de bekende inrichting te vereenvoudigen en te verbeteren door het elimineren van de electrische schakelaars en kontakten, waardoor de inrichting goedkoper en minder storingsgevoelig wordt.

20 Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de inrichting een rollenbaan of dergelijke wrijvingsarme ondersteuning voor de voorwerpen heeft, bevestigd aan een frame, dat een geleiding draagt voor een vast met het eindloze transportorgaan verbonden wagen, welke wagen een vrij om een as draaibare, maar op zijn as blokkeerbare wrijvingsrol 25 draagt, waarbij het al of niet blokkeren van de rol afhankelijk is van de stand van een zwenkbaar met de wagen verbonden taster, die wordt bediend door een, in de aandrijfrichting van het transportorgaan gezien, vóór de wagen op de rollenbaan aanwezig voorwerp.

Zolang de rol is geblokkeerd neemt de wagen het boven de rol 30 gelegen voorwerp mee. Komt dit voorwerp aan bij een eerder verplaatst voorwerp of bij het einde van de rollenbaan,, dein deblokkeert de taster de rol en kan deze langs de onderzijde van de voorwerpen afrollen.

Bij voorkeur is de taster een drie-armige hefboom, waarvan de eerste arm de eigenlijke taster vormt, de tweede arm scharnierend 35 is verbonden met een einde van een stang, waarvan het andere einde verloopt door de draaiingshartlijn van de wrijvingsrol, waarbij tussen het eindpunt van dit andere stangeinde en de rolas een drukveer is opgesloten, een tandwiel coaxiaal vast met de rol is verbonden en aan de andere zijde van de as dan de weer een ingrijporgaan vast met de stang is verbonden, terwijl 40 de derde hefboomsarm bestemd is voor bediening door een aanslag nabij de einden van de rollenbaan.

8204645 • t - 2 -

Aan het afvoereinde van de rollenbaan keert, ten gevolge van het omleiden van het eindloze transportorgaan, bijvoorbeeld een ketting, de wa-genbeweging van richting om en wordt de taster door een aanslag omgelegd, waardoor de taster en de wrijvingsrol van de voorwerpen worden vrijge-5 maakt en de wagen ongehinderd naar zijn beginstand kan terugbewegen.

Het is daarbij gunstig voor het verkrijgen van een eenvoudige en doelmatige konstruktie wanneer de genoemde aanslag vast is aangebracht aan een vast met het eindloze transportorgaan verbonden plaat, die zich over de afstand tussen beide parten daarvan uitstrekt en de aanslag draagt 10 aan het einde tegenover het bevestigingspunt, welke plaat scharnierend is verbonden met een veerbelaste, met de wagen verbonden stang.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

15 Fig. 1 toont de inrichting met de taster in een eerste stand.

Fig. 2 toont de inrichting met de taster in een tweede stand.

Fig. 3 toont de inrichting met de taster in een derde stand.

Fig. 1 toont de inrichting in een eerste stand. Deze inrichting omvat een eindloos transportorgaan 1, bijvoorbeeld een ketting, verlopend 20 ever een aandrijfrol 2, links in fig. 1, en een vrij meedraaiende rol 3 aan het andere einde, rechts in fig. 1. De ketting 1 is aandrijfbaar door middel van een schemetisch aangeduide aandrijving 4, waarbij de ketting beweegt in de richting van de pijl 5.

Verder heeft de inrichting een slechts gedeeltelijk weergegeven 25 frame met twee rollenbanen, waarvan er één in fig. 1 met 6 is aangeduid. Deze rollenbanen strekken zich uit evenwijdig aan en aan weerszijden van de transportketting 1. De bovenzijde van de rollen bevindt zich op een niveau dat iets hoger is dan het niveau van het bovenpart van de ketting 1. Op deze rollenbanen zijn goederen plaatsbaar, hetgeen kisten of pallets 30 met goederen kunnen zijn en welke schematisch in de tekening zijn aangeduid en met 7 zijn aangegeven.

Het frame heeft verder twee geleidingen, waarvan er een met 8 is aangeduid. Deze geleidingen bevinden zich eveneens aan weerszijden van en evenwijdig aan de ketting 1 en bestaan in het weergegeven geval uit 35 ü-profielen, waarvan de flenzen naar de ketting uitsteken. De geleidingen 8 bevinden zich ongeveer ter hoogte van het onderpart van de ketting 1.

Over deze geleidingen 8 is een wagen 9 verrijdbaar door middel van aan de wagen gemonteerde loopwielen 10.

Op de wagen is met willekeurige bekende middelen een dwarsas 40 11 vast gemonteerd. Op deze as is zwenkbaar een hoekstuk 12 nabij zijn 8204645 -.-3.- hoekpunt gemonteerd, dat een nagenoeg horizontaal been 12a en een nagenoeg vertikaal been 12b heeft. In het vrije einde van het horizontale been 12a is een vaste as 13 gemonteerd, waarop vrij draaibaar een rol 14 is gelegerd, Deze rol draagt een niet-weergegeven wrijvingsbekle-5 ding, bijvoorbeeld van rubber of een kunststof met hoge wrijvingscoëffi-cient. Vast met de rol 14 is een tandwiel 15 verbonden dat eveneens vrij draaibaar op de as 13 is gelegerd. Door de as 13 steekt een stang 16, waarop rechts van de as, gezien in fig. 1, nabij het einde van de stang een kraag 17 is bevestigd. Tussen de as 13 en de kraag 17 is een drukveer 10 18 opgesloten.

Het vrije einde van het been 12b van het hoekstuk is door middel van een trekveer 19 verbonden met een vast punt 20 van de wagen 9.

Het andere einde van de stang 16 is scharnierend verbonden met de tweede arm 22 van een drie-armige hefboom, die ook een eerste arm 21 15 en een derde arm 23 heeft. Deze hefboom is scharnierbaar om een as 24 verbonden met de wagen 9. Scharnierbaar om een as 25, die vast op de wagen 9 is aangebracht, is een plaat 26 aangebracht, die in de punten 27 vast is verbonden met de eindloze transportketting 1 en tegenover deze bevestigingspunten 27 een vaste aanslag 28 draagt.

20 Verder is nog een stang 29 met een einde in een punt 30 scharnierend verbonden met het vrije einde van het been 12b van het hoekstuk en met het andere einde scharnierend verbonden met een vast punt 31 van de plaat 26.

Op de stang 16 is verder nog, in fig. 1 links van het tandwiel 25 15, vast op deze stang een tandkrans of, zoals weergegeven, een houder 32 met kogels 33 in vaste ligplaatsen van de houder aangebracht. De afmetingen en afstanden zijn zodanig, dat de veer 18 de stang 16 zo ver naar rechts verplaatst, dat de rollen in ingrijping zijn met de tand-tussen ruimten van het tandwiel 15, waardoor het tandwiel op de as 13 30 is geblokkeerd, terwijl daardoor de taster of drie-armige hefboom zodanig is gezwenkt om de as 24, dat de eerste of tastarm 21 in de baan van de voorwerpen 7 uitsteekt.

De weergegeven inrichting werkt als volgt.

Aan de ingangszijde, rechts in fig. 1, van de inrichting worden op de 35 rollenbaan 6 te transporteren goederen of voorwerpen, bijvoorbeeld pallets met goederen, geplaatst. Voor de duidelijkheid van de bespreking wordt aangenomen dat zich in flig. 1 een transportgoed 7 boven de wagen 9 bevindt met de wrijvingsrol 14 in aanraking met de onderzijde van het transportgoed, waarbij uit fig. 1 blijkt dat deze wrijvingsrol op zijn as is 40 geblokkeerd.

.Si 8204645 0 * .-4-

Doordat het transportorgaan 1 met constante snelheid wordt aangedreven, zodanig dat het bovenpart en daardoor de wagen 9 naar links bewegen volgens de pijl 34, neemt de wagen door de rol 14 het transport-goed mee. Zolang de eerste arm of taster 21 van de hefboom niet wordt neer-5 gedrukt, blijft deze situatie ongewijzigd. Wanneer echter aan het linker-einde van de baan de taster door een niet weergegeven vaste aanslag wordt ingedrukt of door een zich voor het genoemde transportgoed reeds op de rollenbaan bevindend transportgoed.wordt de eerste arm of taster 21 van de hefboom neergedrukt en kant aan te liggen tegen de bodem van dit 10 transportgoed. Daarbij zwenkt de hefboom om zijn as 24 en trekt de tweede arm 22 de stang 16 naar links, waardoor het blokkeerorgaan 32 vrijkomt van het tandwiel 15 en de aandrijfrol 14 vrij draaibaar wordt om zijn as 13. Bij de verdergaande beweging van de wagen 9 rolt nu de rol 14 langs de onderzijde van het eerste transportgoed en beweegt de taster 21 langs 15 de onderzijde van het tweede transportgoed.

Komt de wagen 9 aan het linkereinde van zijn baan, dan komt: door het omleiden van het bovenpart over de aandrijfrol 2 naar het onder-part van de ketting de plaat 26 met zijn bevestigingspunten 27 in het onderpart te liggen, doordat de plaat is gezwenkt om de as 25. Daarbij 20 drukt de aanslag 28 tegen de derde arm 23 van de hefboom waardoor deze wordt gezwenkt naar de stand van fig. 3. .Door het zwenken van de plaat 26 wordt ook het draaipunt 31 naar links verplaatst en de stang 29 naar links getrokken tegen de veer 19 in. Daardoor zwenkt het met deze stang verbonden hoekstuk 12 zodanig dat het bovenbeen 12a naar omlaag beweegt 25 en de wrijvingsrol 14 wordt vrijgemaakt van de onderzijde van het bovenliggende transportgoed.

De wagen 9 kan nu ongehinderd naar rechts bewegen tot aan de ingangszijde van de rollenbaan, onder de zich eventueel op deze baan bevindende goederen door. Wordt aan de ingangszijde de plaat 26 opnieuw 30 gezwenkt, dan laat de aanslag 28 de drie-armige hefboom los en zwenkt deze terug naar de stand van fig. 1 onder invloed van de veer 18, terwijl ook het hoekstuk 12 naar zijn oorspronkelijke stand terugbeweegt onder invloed van de veer 19. Dat wil zeggen zolang direct aan het begin van de ingangszijde van de baan zich geen transportgoed bevindt. Is dit wel 35 het geval, dan zwenkt de hefboom naar de stand van fig. 2.

Het is duidelijk dat wanneer zich ter plaatse van de aandrijfrol 2 aan het linkereinde van de baan geen transportgoed bevindt, de taster na het passeren van een transportgoed in de stand van fig. 1 en 2 ook eerst zwenkt naar de stand van fig. 1 alvorens door de plaat 26 te 40 worden gezwenkt naar de stand van fig. 3.

8204645 * ;; 15 r : ·· .. % i - 5 -

Met de uitvinding is een eenvoudig, relatief goedkoop te vervaardigen en mechanisch werkende, dus weinig storingsgevoelige inrichting verkregen. Een transportgoed, dat vanaf het begin van de baan is meegenomen door de wagen, wordt pas dan door de wagen losgelaten als het 5 transportgoed is aangesloten op een voorliggend transportgoed, of wanneer het betreffende transportgoed het einde van de baan bereikt heeft.

Indien het transportgoed aan het einde van de baan wordt afgenomen zal de wagen deze leeggekomen plaats bij de eerstvolgende passage in de transportrichting opvullen met het transportgoed dat zich het dichtste 10 bij deze lege plaats bevindt. Alle volgende transportgoederen worden op de zelfde wijze aangesloten, waarbij duidelijk is dat de goederen kunnen worden geaccumuleerd op de baan terwijl de beweging van de wagen kan doorgaan.

Qpgemerkt wordt dat de wagen 9 op wielen 10 lopend langs gelei-15 dingen 8 kan worden vervangen door een ander type wagen, bijvoorbeeld een monorail-constructie die met rollen zijwaarts tegen een centrale rail loopt. De rollenbaan 6 kan behalve rollen ook wielen, schijven of andere elementen hebben, wanneer maar daarmee een wrijvingsarme beweging van de goederen over deze baan wordt verkregen.

20 - * .ik 8204645

Claims (3)

1. Inrichting voor het transporteren en accumuleren van voorwerpen door middel van een continu aandrijfbaar eindloos transportorgaan, gekenmerkt door een rollenbaan (6) of dergelijke wrijvingsarme ondersteuning voor de voorwerpen (7), bevestigd aan een frame, dat een geleiding 5 (8) draagt voor een vast met het eindloze transportorgaan (1) verbonden wagen (9), welke wagen een vrij om een as (13) draaibare, maar op zijn as blokkeerbare wrijvingsrol (14) draagt, waarbij het al of niet blokkeren van de rol afhankelijk is van de stand van een zwenkbaar met de wagen verbonden taster (21), die wordt bediend door een, in de aandrijf-10 richting van het transportorgaan (1) gezien, vóör de wagen (9) op de rollenbaan (6) aanwezig voorwerp.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de taster een drie-armige hefboom is, waarvan de eerste arm (21) de eigenlijke taster vormt, de tweede arm (22) scharnierend is verbonden met 15 een einde van een stang (16), waarvan het andere einde verloopt door de draaiingshartlijn van de wrijvingsrol (14), waarvan tussen het eindpunt van dit andere stangeinde en de rolas een drukveer (18) is opgesloten, een tandwiel (15) coaxiaal vast met de rol (14) is verbonden en aan de andere zijde van de as (13) dan de veer een ingrijporgaan 20 (32, 33) vast met de stang (16) is verbonden, terwijl de derde hefbooms- arm (23) bestemd is voor bediening door een aanslag (28) nabij de einden van de rollenbaan.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de genoemde aanslag (28) vast is aangebracht aan een vast met het eindloze 25 transportorgaan (1) verbonden plaat (26) die zich over de afstand tussen beide parten daarvan uitstrekt en de aanslag (28) draagt aan het einde tegenover het bevestigingspunt (27), welke plaat scharnierend is verbonden met een veerbelaste, met de wagen (9) verbonden stang (29). 30 8204645