NL8900312A - Robotachtige, rekwikkeling uitvoerende palletiseerinrichting. - Google Patents

Robotachtige, rekwikkeling uitvoerende palletiseerinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8900312A
NL8900312A NL8900312A NL8900312A NL8900312A NL 8900312 A NL8900312 A NL 8900312A NL 8900312 A NL8900312 A NL 8900312A NL 8900312 A NL8900312 A NL 8900312A NL 8900312 A NL8900312 A NL 8900312A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
turntable
film
wrapping
members
pallet
Prior art date
Application number
NL8900312A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fmc Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fmc Corp filed Critical Fmc Corp
Publication of NL8900312A publication Critical patent/NL8900312A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B11/00Wrapping, e.g. partially or wholly enclosing, articles or quantities of material, in strips, sheets or blanks, of flexible material
    • B65B11/04Wrapping, e.g. partially or wholly enclosing, articles or quantities of material, in strips, sheets or blanks, of flexible material the articles being rotated
    • B65B11/045Wrapping, e.g. partially or wholly enclosing, articles or quantities of material, in strips, sheets or blanks, of flexible material the articles being rotated by rotating platforms supporting the articles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G61/00Use of pick-up or transfer devices or of manipulators for stacking or de-stacking articles not otherwise provided for

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)
  • Relays Between Conveyors (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)

Description

t§.
- 1 - '!s *>
Robotachtige, rekwikkeling uitvoerende palletis^erinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een robotachtige artikelen tot een stapel verenigende inrichting die in staat is tot het ontvangen van afzonderlijke artikelen uit een toevoerbron, deze artikelen over te brengen naar een artikelstapelstation, waar de 5 artikelen gestapeld worden op een "trekblad", een grondblad, in een doos met lage zijden, op een pallet of direct op het oppervlak van het artikel stapelende station, en het dan verschaffen van een filmwikkeling rondom de gestapelde artikelen teneinde een stabiele verenigde of gepalletiseerde last te "bouwen". Om redenen van lees-10 baarheid van deze beschrijving worden de begrippen "palletiseerin-richting" en de afgeleiden daarvan zoals "palletiseren, gepalleti-seerd, pallet" en dergelijke gebruikt om wat voor type gestapeld-artikel-vereniging dan ook aan te duiden, waarin de artikelen op een pallet, een bladoppervlak, of, wanneer geen bodemblad of pallet 15 gebruikt wordt, op het oppervlak van de draaitafel van de verenigende inrichting gestapeld worden.
Bij bekende palletiserende systemen is het gebruikelijke praktijk geweest om een product te voeden of toe te dienen aan een op een werkplaats ondersteunde pallet. Elk artikel, of 20 groepen van artikelen die een gepalletiseerde last vormen, zou op de pallet geplaatst worden op een zodanige plaats, dat het aantal elementen dat op een pallet gestapeld kan gemaximaliseerd wordt, terwijl tevens getracht wordt de elementen in elkaar te laten grijpen om enige stabiliteit aan de last te verschaffen wanneer deze 25 geheel opeengestapeld is op de pallet.
Na het stapelen van de artikelen of elementen om een volle pallet te vormen, wordt de volle pallet dan van de werkplaats verwijderd en af geleverd aan een wikkelstation met een wik-kelmachine, een krimpwikkeling uitvoerende machine, een rekwikke-30 ling uitvoerende machine of een ander type wikkeluitrusting. Ter plaatse van dit wikkelstation wordt de gepalletiseerde last van een wikkel of band voorzien, teneinde continuïteit en stabiliteit te verlenen aan de last.
89003127 * 4 - 2 -
De in deze beschrijving naar voren gebrachte inrichting is een geavanceerde robotachtige palletiseerinrichting of stapelverenigingsinrichting, die op zichzelf een geavanceerde pal-letiserende eenheid is die een programmeerbaar materiaalhanterend 5 element omvat, dat op kenmerkende wijze een te‘stapelen artikel of te stapelen artikelen oppakt van een toevoertransporteur of toe-voerplaats en dan deze artikelen op een pallet of op eerder gepal-letiseerde artikelen plaatst. Het geprogrammeerde materiaalhante-rende element zal de artikelen stapelen op een vooraangewezen 10 plaats op de pallet, die een mate van laststabilisatie zal verschaffen door de ineengrijping, of de overlapping of de kruisstapeling van de artikelen op de pallet. Een dergelijke ineengrijping is geen echte ineengrijping van gestapelde artikelen, maar meer een overlapping van op elkaar geplaatste dozen, zodat geen rechte ko-15 lommen gevormd worden van de dozen of artikelen die gestapeld worden. in vele gevallen zijn de gepalletiseerde lasten niet belangrijk stabiel.
Van de geavanceerde robotachtige palletiseerinrichting maakt uitrusting, die het mogelijk maakt dat de robotachtige 20 palletiseerinrichting de gestapelde pallet wikkelt in een film kunststof materiaal, dat meewerkt in het stabiliseren van de gepalletiseerde last, een wezenlijk deel uit.
De robotachtige palletiseerinrichting is voorzien van sensoren of op alternatieve wijze van een voorgeprogrammeerde 25 sequentie van operaties, die de palletiseerinrichting sturen om het wikkelen van de last aan te doen vangen ter plaatse van de meest voordelige tussenlagen, voorafgaande aan de uiteindelijke stapel-hoogte en volledige wikkeling van de last.
Een filmtoevoerbron wordt ondersteund op de palle-30 tiseerinrichtiguitrusting en kan in verticale richting bewegen wanneer film afgewikkeld wordt, daarbij geleid door verscheidene gelei dingsrollen, om de opeengestapelde artikelen op de pallet te wikkelen wanneer de pallet "gebouwd” wordt.
Eén van de voordelen van de uitvinding is dat ko-35 lomvormige stapelingen van dozen of artikelen gemaakt kunnen wor- 89003127 i - 3 - den, aangezien de palletlast op intervallen tijdens het bouwen van de gepalletiseerde last gewikkeld wordt, waardoor de compleetheid van de stapel toeneemt. Door het mogelijk maken van kolomvormige stapelingen in plaats van ineengrijpende stapelingen van eerder be-5 kende palletiseerinrichtingen, kan der inherente sterkte van de dozen of kartonnen gebruikt worden om sterke verenigde, samengebundelde stapelingen producten te verwezenlijkt. Dit maakt natuurlijk grotere stapelhoogten mogelijk, alsook zwaardere lasten en meer dichte belading op een pallet, resulterend in een beter palletge-10 bruik, met daarmee samenhangende voordelen zoals verminderde ver-schepingskosten en, van uiterst belang, een afname in beschadigingen van de inhoud van de kartonnen, die resulteert uit het bezwijken van de dozen op de lagere niveau's van de stapel.
Vele andere voordelen van deze uitvinding zullen 15 duidelijk worden uit een zorgvuldige doorlezing van de beschrijving, in samenhang met de bijgevoegde tekeningen, waarin: figuur 1 een vereenvoudigde isometrische weergave is van de uitvinding/ figuur 2 een bovenaanzicht is van figuur 1; 20 figuren 2A tot en met 2F bovenaanzichten zijn van alternatieve opstellingen van de toevoer- en afvoertransporteurs/ figuur 3 een schema is van de filmdoorgangslijn door de inrichting? figuur 4 een aanschouwelijk bovenaanzicht is van 25 figuur 1; figuur 5 een aanschouwelijk bovenaanzicht is van figuur 1; figuur 6 een tijdtabel weergeeft, met de timende elementen in een omwenteling van de draaitafel; en 30 figuur 7 een alternatieve uitvoering is van een ge deelte van de uitvinding.
Figuur 1 toont de algemene opstelling van de palle-tiseerinrichting en zal eerst beschreven worden. Gelijke tekens is de andere aanzichten geven dezelfde delen aan als in dit aanzicht.
35 De palletiseerinrichting, in het algemeen aangeduid
8900312 V
- 4 - met 10/ is opgebouwd uit drie hoofdbestanddelen. De draaitafel, in het algemeen aangeduid met 12 en op elke gewenste snelheid roteerbaar kan zijn, de robotachtige palletiseerinrichting, in het algemeen aangeduid met 14, en de filmelevator, in het algemeen aange-5 duid met 16, zijn de hoofdbestanddelen. Verscheidene satellietbe-standdelen van een voorkeursuitvoering van de palletiseerinrichting zijn ook weergegeven. Een palletinvoer- of toevoertransporteur 18 is aangrenzend aan de draaitafel gelegen en zal op aanvraag een pallet toedienen aan de draaitafel. Wanneer een pallet volledig be-10 laden en gewikkeld is, zal de pallet gependeld worden naar de pal-letafvoertransporteur 20. Door middel van de producttransporteur 22 wordt de productinvoer naar de palletiseerinrichting geleid.
Zoals eerder in deze beschrijving gesteld, wordt de inrichting beschouwd als in staat zijnde tot het stapelen en wikke-15 len van artikelen op wisselende oppervlakken zoals "trekbladen", grondbladen, dozen met lage zijden en dergelijke of zelfs direct op het oppervlak van de draaitafel. Een voorkeursuitvoering kan het stapelen op een gebruikelijke pallet omvatten, maar een gelijke mate van bruikbaarheid kan verwezenlijkt worden wanneer de inrichting 20 gebruikt wordt voor het stapelen en wikkelen op alternatieven, zoals het oppervlak van de draaitafel.
In het geval geen gebruikelijk pallet gebruikt wordt, zou het toereikend zijn om, indien gewenst, de pallettoe-voertransporteur en eventueel de palletafvoertransporteur weg te 25 laten.
Beginnend met de producttransporteur 22 zal een af-passende invoertransporteur 24 het eerste element van de palleti-seerinrichtingwerking zijn dat geconfronteerd wordt met een te pal-letiseren artikel of pakket zoals 25. Het pakket, doosorgaan, of 30 artikelen zoals 25 zou elke configuratie kunnen hebben, die gestapeld wordt voor verscheping of opslag op een pallet, een trekblad of iets dergelijks of het oppervlak van de draaitafel. Op kenmerkende wijze zou het doosorgaan 25 een doos, een karton, een karton met open bovenzijde, een stoffen blad, in elkaar passende elementen 35 zoals emmers, of zelfs zakken of tassen van stof, houders of zakjes 8900312.* ΐ - 5 - kunnen zijn. De term "doosorgaan" is niet beperkend bedoeld en wordt gebruikt als een algemene term voor stapelbare materialen die samengestapeld worden. Voor leesbaarheid van de beschrijving zal naar "doosorgaan" verwezen worden als naar "dozen" of afgeleiden 5 daarvan.
De afpassende invoertransporteur 24 kan uitgerust zijn met een bovenband met ruw oppervlak, om scheiding te bewerkstelligen tussen dozen bij aflevering van de dozen aan de product-transporteur 22. De dozen kunnen door hun verstelbare railgeleiding 10 (niet weergegeven) aan één zijde van de afpassende invoertransporteur in lijn gebracht worden. De producttransporteur, ook bekend als een stationtransporteur of invoerstationorgaan, is in een voorkeursuitvoering een aangedreven rolsamenstel. Twee of meerdere lichtgevoelige-oogstellen worden op deze transporteur gebruikt. Elk 15 stel 26a en b en 28a en b bestaat uit een bron/ontvangerbestand-deel, de "a* bestanddelen, en een reflector, de "b" bestanddelen, die het licht reflecteren van de bron terug naar de ontvangers. Dit is gebruikelijke techniek. Verscheidene typen sensoren die al of niet reflectoren vereisen kunnen gebruikt worden in plaats van de 20 hierin behandelde lichtgevoeligeoogstellen. In deze beschrijving worden lichtgevoelige ogen en reflectoren besproken, hoewel deze slechts één van de door de uitvinder beschouwde waarneemmiddel kan vormen. Het eerste lichtgevoeligeoogstel 26 wordt gebruikt om dozen te tellen die de stationtransporteur binnenkomen. Het tweede licht-25 gevoelige-oogstel wordt gebruikt om te detecteren wanneer de laatste van een stel dozen 24 op de stationtransporteur verzameld is.
Het "stel doxen" 34 is die hoeveelheid dozen welke verzameld moet worden voordat zij opgepakt worden door de robotachtige palletiseerinrichting en overgebracht worden naar de draaita-30 fel, die in het algemeen met 12 aangeduid is. Een stel dozen 34 zou bijvoorbeeld gevormd kunnen worden door de vier dozen die in contact met elkaar zijn op de stationtransporteur.
Een aanslag, die de dozen op de transporteur stopt, is weergegeven met 30. Andere aanslagen, niet weergegeven, kunnen 35 aangebracht worden beneden het rollenbed en naar behoefte bediend 89 00312.
-4 - 6 - worden, om tussenruimten aan te brengen tussen de dozen die verzameld worden.
Wanneer een stel dozen 34 verzameld is kan de robotachtige palletiseerinrichting deze overbrengen naar een wachtend 5 pallet op de draaitafel 12. Inkomende bovenstroomse dozen die niet nodig zijn voor het volledig naken van een stel dozen, zullen gestopt worden totdat het gehele stel dozen opgepakt is door de robotachtige palletiseerinrichting en de stationtransporteur vrijgemaakt wordt.
10 Tijdens een gewone cyclus zal een pallet 32, of het equivalent van een pallet zoals een laadbord, "trekblad", grond-bladplatform, houderorgaan of iets dergelijks, in positie zijn op de draaitafel. In het geval dat een verenigde last gebouwd moet worden zonder een pallet of grondblad, hoeft natuurlijk geen pallet 15 of iets dergelijks in positie te zijn. Het stel dozen 34 zal nu opgeheven worden door het grijpende orgaan 36, dat één van een aantal typen "handen" kan hebben. Figuur 1 toont het gebruik van "palmen" 38 waarvan twee, Jen binnenboordse palm en een buitenboordse palm, gemerkt zijn met 38. Eén van de palmen is stationair en de andere 20 van de palmen 'kan bediend worden door een luchtcilinder (of een sluitend of bedienend orgaan) om naar het stel dozen 34 te bewegen en deze tussen de palmen te klemmen of te grijpen. "Hand"type wordt bepaald door toepassing, en een groot aantal handtypes, daarbij inbegrepen bodemsteunhanden met meerdere palmen, vacuum, en top- en 25 bodemklemming, en dergelijke, zijn in de industrie bekend. De hand kan ook scharnierbaar verbonden zijn of beweegbaar zijn op zijn steun op een as die loodrecht staat op de boomas.
De constructie van het grijporgaan 36 wordt via nokrollen gedragen door een boom 40. De rollen van het grijporgaan 30 rijden op, in het geval van de bovenrail, rails 42 en 44, zodat het grijporgaan 36 in laterale richting over kan gaan van een plaats boven de stationtransporteur 22 naar een specifieke afgifteplaats op de pallet op de draaitafel 12.
De boom 40 is op schuifbare wijze aangebracht op de 35 paal 46, zodat de boom in verticale richting op de paal kan bewe- 8300312.= - 7 - * gen. Bij een kenmerkende "pak- en plaats"-inrichting zouden de twee door de paal en de boom verschafte assen voldoende zijn om dozen of doosstellen over te brengen vanaf de stationtransporteur 22 naar de pallet 32. De werking geschiedt als volgt: de hand 36, gereed ge-5 houden boven het stel dozen 34/ wordt neergelaten, waarbij de hand-klemmen ervoor zorgen dat de palmen het stel dozen grijpen, de boom gaat omhoog op de paal, het grijporgaan 36 beweegt langs de boom 40, de boom 40 beweegt langs de paal 46 naar beneden, de hand opent onder het neerzetten van het stel dozen 34 op de pallet op een 10 voorafbepaalde plaats. Om terug te keren naar het begin worden de palmen van het grijporgaan 36 van elkaar weg geopend, gaat de boom weg omhoog van de pallet, beweegt het grijporgaan 36 terug langs de boom 40, beweegt de boom naar beneden langs de paal 46 en is het grijporgaan gereed om een ander stel dozen te grijpen. De palleti-15 seerinrichting is geprogrammeerd om beweging, verplaatsing, en snelheidsverandering aan te doen vangen en de juiste positie te vinden voor het palletiseren van de stellen dozen in het voorafbe-paalde gewenste stapelpatroon.
Nadat een gepalletiseerde last gedeeltelijk "ge- I
20 bouwd" is, dat wil zeggen in een vooraf bepaald patroon gestapeld, kan de gedeeltelijk gepalletiseerde last gedeeltelijk gewikkeld worden met film om stabiliteit toe te voegen aan de gedeeltelijk gepalletiseerde last. Het stapelpatroon was traditioneel zodanig, dat maximalisatie van het aantal dozen op de ontvangende pallet na-25 gestreefd werd onder het ineen doen grijpen van de dozen om gepalletiseerde laststabiliteit en samenhang te bevorderen. Vaak vereist dit, dat bepaalde dozen langs één lijn van de pallet in lijn liggen en dat de andere dozen langs een tweede lijn in lijn liggen. Op de volgende laag dozen zullen de dozen in tegengestelde richtingen in 30 lijn liggen, zodat een bepaalde mate van ineengrijping plaats zal vinden. Zelden worden door huidige palletiseerinrichtingen dozen in verticale kolommen gestapeld. Hoewel de kolomsterkte veel beter is wanneer dozen direct boven elkaar gestapeld worden, daar de dozen zodanig gerangschikt kunnen worden dat de sterkste delen van de do-35 zen, de hoeken, boven elkaar van doos tot doos gestapeld worden, 8900312/ -βίε de resulterende grote kolom zeer onstabiel en alles behalve bruikbaar in de praktijk. De uitvinding verschaft echter een effectief soort kolomstapeling en derhalve kan de inrichting van de uitvinding een meer stabiele en sterkere gepalletiseerde last ver-5 schaffen dan in het verleden mogelijk was.
Wanneer eenmaal een gedeeltelijke palletlast gestapeld is op een pallet, of palletorgaan, (in een voorkeursuitvoering zou een gedeeltelijke palletlast zo gering kunnen zijn als twee lagen dozen (het wikkelen kan plaatsvinden nadat slechts één enkele 10 laag dozen gestapeld is op de pallet, maar dit zou geen voorkeursuitvoering zijn)) zal het wikkelen gestart worden door de regelaar voor de palletiseerinrichting.
Wikkelmiddel, gewoonlijk een kunststoffilm met een grote hysteresis na aanvankelijke rek, gewoonlijk bekend als "rek-15 wikkel"-film is het wikkelmiddel waaraan de voorkeur wordt gegeven voor het volbrengen van het beoogde doel en de werking van deze uitrusting.
Andere typen film kunnen gebruikt worden als wikkelmiddel, zoals krimpwikkelfilm, polymeerfilm, geperforeerde film, 20 netzak, al of niet van een bekledingslaag voorzien papier, lint, beschermende bekledingen zoals luchtbelverpakkingen, en andere bedekkende materialen en dergelijke. Om redenen van gemak wordt en zal naar het wikkelmiddel in de beschrijving verwezen worden als naar "film”.
25 De film, weergegeven als een filmrol 48, wordt ge dragen door de filmelevator, die in het algemeen aangeduid is met 16 (eenheid voor het afwikkelen van wikkelmiddel of afgeven van film), die op schuifbare wijze aangebracht is op een verticale baan 50. Een kettingheftuig wordt gebruikt voor het heffen van de film-30 elevator. De ketting 42 is aan beide einden bevestigd aan de filmelevator en gaat om een aandrijfmotor (niet weergegeven) heen, die zich om redenen van gemak bevindt binnen in de verticale baansteun 54. De film wordt doorgevoerd (zie figuur 3) van de filmrol 48 om een eerste hoofdaandrijfrol 56, dan om een tweede hoofdaandrijfrol 35 58. Deze twee rollen veroorzaken belangrijke mate van spanning op 89 00312? .
-Side film ("voorrek"). De film passeert dan de dansrol 60, die op beweegbare wijze aangebracht is om de aandrijf snelheid van de hoofd-aandrijfrollen 56 en 58 te regelen, het daarbij mogelijk makend dat de snelheid van de hoofdaandrijfrollen toeneemt, wanneer het film-5 verbruik vergroot wordt, en vermindert, wanneer het filmverbruik afneemt. De film 62 gaat na het verlaten van de in het algemeen met 16 aangeduide voorrekkop over een geleidingsrol 64 heen, een eerste geleidingsarmrol 66 en een tweede geleidingsarm 68, die beide aangebracht zijn op een filmgeleidingsarm 70. De film wordt dan geleid 10 naar de wikkelmiddelklem of filmklem 72, die aangebracht is op de in het algemeen met 12 aangeduide draaitafel.
De filmgeleidingsarm 70 dient om de film rond de paal 46 en naar de op de in het algemeen met 12 aangeduide draaitafel aangebrachte filmklem 72 te leiden. In een voorkeursuitvoering 15 wordt de filmgeleidingsarm in vaste positie gehouden, maar deze arm kan ook op draaibare wijze aangebracht zijn voor zwaaiende beweging can zijn bevestigingspunt op de in het algemeen met 16 aangeduide filmelevator. Indien de geleidingsarm op draaibare wijze aangebracht is, kan weerstand tegen zwaaien door middel van een veer, 20 luchtcilinder of iets dergelijks voordelig zijn om de filmspanning op de filmklem 72 te behouden.
In een alternatieve uitvoering zou een op draaibare wijze aangebrachte geleidingsarm, bediend door een motor van welk type dan ook, door zwaartekracht of door veren, gepogrammeerd 25 zijn om van een eerste positie naar een tweede positie gespannen te zijn om, in het bijzonder wanneer de film gewoonlijk gerekt en dan ontlast zou moeten worden, spanning in de film te behouden. Door het verschaffen van een draaibaar aangebrachte geleidingsarm zou de mate van rek en daaropvolgende relaxatie van de film geregeld en 30 geminimaliseerd kunnen worden. Weer terugkerend naar de beschrijving van de voorkeursuitvoering is de hoogte van de geleidingsarm en de lengte van de geleidingsarmrollen van voldoende lengte of hoogte om de breedte van de film, die afgelaten wordt door de film-afwikkelaar, te accepteren. Op kenmerkende wijze kan de film onge-35 veer 51 centimeter (20 inch) breed zijn, hoewel wikkelmiddel breder 8900312.
4.
- 10 - of smaller dan 51 centimer (20 inch) gewoonlijk ook gebruikt wordt. Het zou ongebruikelijk zijn om film te gebruiken die zo breed is als (of breder is dan) ongeveer 102 centimeter (40 inch) of zo smal is (of smaller is dan) ongeveer 25 centimeter (10 inch).
5 De in de figuren 2, 3 en 4 getoonde aanzichten zijn weergegeven om te helpen bij het begrip van de inrichting.
In figuur 2 is bijvoorbeeld de in het algemeen met 12 aangeduide draaitafel weergegeven met tenminste een gedeeltelijke last dozen 25 reeds op zijn plaats. De paal 46/ de boom 40, het 10 grijporgaan 36, de producttransporteur 22 (om redenen van eenvoud zijn de rollen weggelaten uit deze aanzichten), de in het algemeen met 16 aangeduide filmelevator, zijn allen op aanschouwelijke wijze weergegeven. Ook zijn de palletinvoertransporteur 18 en de pallet-afvoertransporteur 20 zijn weergegeven, met een lege pallet en een 15 volledig gepalletiseerde last 33 op respectievelijk de invoertrans-porteur en de afvoertransporteur. De belangrijke aspecten die gemakkelijker te zien en te begrijpen zijn in figuur 2 dan in figuur 1, omvatten de ,,gezichtslijn"-banen van het lichtgevoelige-oogstel 74a en b en het palletwaarnemende lichtgevoelige-oogstel 98a en b. 20 Ook is de voorkeurspositie van de borstel 92 weergegeven in de getrokken-lij n-weergave van het bevestigingsorgaan, terwijl een alternatieve positie 92A, waarin de borstel zich bevindt wanneer deze draaibaar aan gebracht zou zijn om naar de last en daarvandaan te bewegen, weergegeven is in de gebroken-lijn weergave.
25 Zoals elders in deze beschrijving gesteld, is het palletwaarnemende lichtgevoelige-oogstel 98 een gebruikelijk lichtgevoelig oog met een integrale straalzender en ontvanger, weergegeven met 98a, en een reflector, weergegeven met 98b, die de straal terug zal reflecteren naar de ontvanger, tenzij een pallet (of an-30 der voorwerp) de lichtstraal blokkeert. Wanneer de straal geblokkeerd is, weet de regelaar van de palletiseerinrichting dat een pallet in positie is en kan de regelaar het op de pallet stapelen van dozen aan doen vangen. Wanneer een trekblad of grondblad het oppervlak vormt waarop de dozen gestapeld zullen worden kan het 35 lichtgevoelige-oogstel 98 vervangen worden door een reflecterend 89 00312? - 11 - * lichtgevoelig waarnemend systeem of een handbediende of automatische schakelaar of iets dergelijks, die een signaal aan de regelaar verschaffen dat begonnen kan worden met het stapelen van dozen. Ook moet begrepen worden dat de dozen direct pp het oppervlak 5 van de draaitafel gestapeld kunnen worden voor transport door een “palm” truck indien gewenst.
Het derde lichtgevoelige-oogstel 74a en b kan ook in deze figuur gezien worden. Dit lichtgevoelige-oogstel neemt de bovenkant van een laag dozen waar. Deze invoer wordt gebruikt door 10 de regelaar om de verticale bovenbegrenzing van de in het algemeen met 16 aangeduide filmelevator te regelen.
De figuren 2 en 3 tonen ook het pad van de film van de filmelevator 16 naar de filmklem 72. In figuur 3 is de filmrol 48, waar vanaf de film 62 afgewikkeld wordt, weergegeven in een 15 aanschouwelijk bovenaanzicht. De film 62 is doorgevoerd om eerste en tweede hoofdaandrijfrollen 56 en 58 heen, die in een voorkeursuitvoering aangedreven worden op een snelheidsverschil teneinde de film voor te rekken, dan om een dansrol 60 en een geleidingsrol 64.
De film gaat dan over eerste en tweede geleidingsrollen 66 en 68 en 20 dan naar de filmklem 72, die in alle figuren behalve de figuren 4 en 5 weergegeven is in de "thuis"stand (voor de voorkeursuitvoering) .
In de figuren 4 en 5 zijn tussenliggende stadia van een kenmerkende stapel- en wikkelcyclus weergegeven. In figuur 4 is 25 een wikkelcyclus aangevangen en is de draaitafel bijvoorbeeld over 90° met de klok meegedraaid, bij een eerste wikkelcyclus. De film 62 wordt vastgehouden in de filmklem 72 en de film kan gezien worden als in contact met de hoek van de stapel dozen op de draaitafel. Bij het bereiken door de draaitafel van de thuisstand zal één 30 wikkel om de stapel dozen gemaakt zijn. De cyclus zal voortgaan zoals uiteengezet in deze beschrijving.
In figuur 5 is het laden of plaatsen van een lege pallet weergegeven. Aangezien de filmklem gewoonlijk rechtop zal staan bij de voltooiing van het wikkelen van een volledige last en 35 zich in de in figuur 2 weergegeven "thuis"stand zal bevinden, is het nodig om de filmklem (en de film 62) buiten de baan van de pal- 5900 3 12 * - 12 - let 32 te krijgen wanneer deze geladen wordt. Eén manier om dit te doen is de draaitafel over 90° tegen de klok in te draaien, zoals weergegeven in deze figuur. Opgemerkt zal moeten worden dat de film 62 strak is wanneer de filmklem zich in de in de figuur weergegeven 5 stand bevindt. De straal van het palletwaarnemende lichtgevoelige oog 98a zal gebroken worden wanneer de pallet 32 verder in positie beweegt op de draaitafel.
Een wikkelcyclus van een door figuur 1 weergegeven voorkeursuitvoering van een palletiseerinrichting zal gestart wor-10 den door de regelaar van de palletiseerinrichting, wanneer een signaal door de palletiseerinrichting ontvangen wordt dat de voor de eerste wikkelcyclus gewenste hoogte van de dozen bereikt is. Hoge machineprestaties en stapelcompleetheid worden bereikt indien de eerste wikkelcyclus uitgevoerd wordt nadat twee lagen dozen ge-15 plaatst zijn.
In de eerste wikkelcyclus wordt de film geklemd gehouden in de filmklem 72. Het grijporgaan 36 is weggevoerd van de gedeeltelijk gestapelde pallet en gaat voort met de cyclus om het volgende stel dozen op te pakken, terwijl de eerste wikkelcyclus 20 uitgevoerd wordt. De in het algemeen met 12 aangeduide draaitafel wordt met de klok meegeroteerd vanuit een thuisstand (van bovenaf), in hoofdzaak de 0° en 360° stand in deze voorkeursuitvoering, waardoor de film afgetrokken wordt van de filmrol 48. Dicht bij het tijdstip van het aanvangen van de rotatie van de draaitafel, dat 25 wil zeggen ofwel voor, na of gelijktijdig daarmee, is de in het algemeen met 16 aangeduide filmelevator door de regelaar van de palletiseerinrichting voorzien van een signaal om in verticale richting omhoog op de verticale baan 50 te bewegen. Dergelijke opwaartse beweging van de filmelevator zal de benedenschakelaar 78 openen. 30 Opwaartse beweging van de filmelevator zorgt ervoor dat de film spiraalvormig op de stapel dozen op de pallet geslagen wordt wanneer de draaitafel voortgaat met zijn rotatie. De film wordt nauw om de stapel heen gewikkeld terwijl de film steeds door de filmklem 72 vastgehouden wordt.
35 De eerste wikkelcyclus zal voortgaan totdat de 8900 3 12 κ ft - 13 - palletiseerinrichting waarneemt dat de bovenkant van de bovenlaag dozen bereikt is. In het algemeen wordt de eerste wikkelcyclus voltooid in een rotatie van de draaitafel over 360 °, maar in sommige toepassingen kan echter meer dan één rotatie voordelig zijn. Het 5 signaal, betekend dat de bovenlaag van dozen bereikt is, zal komen van het derde lichtgevoelige oog 74a dat een lichtstraal zendt naar een op een verticale steun of reflectorpaal aangebrachte reflector 74b. De reflector 74b is een continue reflector van belangrijke lengte, die aangebracht is op de reflectorpaal en waarvan de lengte 10 voldoende is om te passen bij dozen van verschillende hoogte. Wanneer de lichtgevoelige oogsensor 72a de bovenkant van de dozen waarneemt zal deze een signaal verschaffen aan de regelaar van de palletiseerinrichting zodat deze de filmelevatoraandrijving van een signaal voorziet cm het omhoog bewegen van de filmelevator te stop-15 pen. Op dit punt zal de draaitafel doorgaan met roteren totdat deze teruggekeerd is in zijn thuisstand. De filmklem 72 houdt de film in zijn geklemde stand.
Hoewel de filmelevator gewoonlijk ingesteld zal zijn om te stoppen met zijn opwaartse beweging ter plaatse van een 20 punt waar de film niet boven de bovenkant van de dozen op de pallet gaat, kan het in sommige gevallen voordelig zijn om toe te laten dat de filmelevator hoger gaat. Indien bijvoorbeeld de filmelevator naar een zodanig punt gaat dat de film ongeveer 5 centimeter (2 inch) hoger is dan het bovenoppervlak van de dozen, dan zal de film 25 gerekt worden om binnen de buitenranden van de dozen getrokken te worden. Dit kan voordelig zijn bij het stabiliseren van de stapel, indien het volgende stel dozen dan geplaatst wordt op dit naar binnen gerichte gedeelte van de film.
Bij het terugkeren van de draaitafel in de thuis-30 stand zal de stapeleenheid beginnen met het stapelen van meer dooslagen op de pallet. Deze eenheid zal bijvoorbeeld een volgende twee productlagen stapelen en een signaal afgeven voor het beginnen van de wikkelcyclus. De tweede en volgende wikkelcycli zullen in een voorkeursuitvoering herhalingen zijn van de eerste wikkelcyclus, 35 totdat de volledige hoogte van de gepalletiseerde last bereikt is - 8900312? <# - 14 - waarbij de volledige hoogte het aantal dooslagen is dat voorgepro-grammeerd is in de regelaar van de palletiseerinrichting.
Wanneer een volledig gestapelde last verenigd is op de draaitafel wordt de bovenkant van de dozen van de bovenlaag 5 waargenomen door het derde lichtgevoelige-oogstel 74 en zal de filmelevator stoppen met het omhoog brengen van de filmrol om te voorkomen dat de film afgaat van de bovenkant van de stapel. Dit is hetzelfde als de waarneming bij de eerdere spiraalvormige wikkel-cyclci.
10 Zoals eerder uiteengezet bij het bespreken van de voltooiing van de eerste wikkelcycluS/ is het mogelijk de film enigszins hoger uit te strekken dan de bovenkant van de bovenlaag van de dozen, teneinde verdere bijstand in de vereniging te verschaffen aan de volledige last van gestapelde artikelen. De film-15 elevator kan geprogrammeerd worden om enigszins hoger te gaan dan de bovenkant van de dozen, ofwel direct ofwel binnen eventuele meervoudige wikkelingen ter plaatse van de bovenkant van de stapel.
Wanneer eenmaal de spiraalvormige wikkeling aange-20 bracht is op de volledig gepalletiseerde last, dan zou een verenigde wikkeling van de gepalletiseerde last wenselijk zijn om de gepalletiseerde last verder te verenigen, te versterken en verhoogde integratie in te bouwen. Hoewel de in de eerste en verscheidende volgende wikkelcycli bewerkstelligde spiraalvormige wikkeling dient 25 om de last, zoals deze gestapeld is te verenigen, bij te staan in het ondersteunen daarvan, waarbij ondertussen naast andere voordelen het bouwen van een last van in kolommen gestapelde dozen mogelijk gemaakt wordt, kan deze al of niet zo'n volledig wikkelwerk zijn als wenselijk is voor het verzekeren van integratie van de ge-30 palletiseerde last.
Het kan als een alternatief wenselijk zijn om al het wikkelen van de palletlast uit te voeren als de stapel gevormd wordt. In plaats van enkel spiraalvormige wikkeling tijdens de weg omhoog, zou in dit geval de regelaar de ontwikkelende kop richten 35 om op een horizontale stand te blijven terwijl de draaitafel een 89 00 312: - 15 - enkele of een aantal omwentelingen maakt om de stapel op dat niveau te wikkelen. Dit zou gedaan kunnen worden op verschillende hoogten ten op de stapel wanneer deze gebouwd wordt. Dit zou de tijd voor het wikkelen nadat de last gestapeld is verminderen, aangezien een 5 deel van dit wikkelen binnen het "pakken" van de stapelaar zou kunnen liggen.
Verdere wikkeling volgens de voorkeursuitvoering van de uitvinding, en indien gewenst, zou als volgt voltooid kunnen worden. Met de filmelevator hoog op de verticale baan 50 en door 10 het lichtgevoelige oogstel 74 voorzien van een signaal om niet hoger te gaan, verschaft de regelaar van de palletiseerinrichting een signaal aan de draaitafel om tenminste éên volledige omwenteling te maken, drie omwentelingen werkt goed, terwijl de filmelevator in zijn positie ten opzichte van de bovenkant van de gepalletiseerde 15 last gehouden wordt. Nadat het gewenste aantal omwentelingen een "bovenwikkeling" gemaakt heeft, en indien gewenst, wordt de filmelevator voorzien van een signaal om de filmelevator Icings de verticale baan 50 naar beneden te laten gaan op een geregelde snelheid, terwijl de gepalletiseerde last voortgaat met roteren. De 20 filmelevator kan gestuurd worden om zijn horizontale stand te houden of terug te vallen op een lage snelheid om meer film op aangewezen hoogten van de gepalletiseerde last aan te brengen of doorgaan met naar beneden te gaan en zodoende de gepalletiseerde last spiraalvormig te wikkelen tijdens zijn beweging.
25 Een sensor of tussenschakelaar 76, kenmerkend een microschakelaar of iets dergelijks, zal wanneer het benedengedeelte van de filmelevator juist boven de bovenkant van de filmklem 72 — die op dit punt in de cyclus nog steeds geklemd is op de voorkant van de film - een signaal afgeven aan de palletiseerinrichtingrege-30 laar.
Wanneer deze tussenschakelaar 76 bediend wordt voorziet de regelaar van de palletiseerinrichting de filmklem van signalen om terug te trekken en de voorrand van de film vrij te laten hangen. Met de filmklem teruggetrokken in een postie kenmerkend 35 beneden de bodem van de eerste dooslaag, kan de in het algemeen 89 003 22;* - 16 - * met 16 aangeduide filmelevator voortgaan met zijn neerwaartse beweging en het bodemgedeelte van de gepalletiseerde last met verscheidene lagen film wikkelen door verscheidene rotaties van de draaitafel.
5 Een variatie van de eerste spiraalvormige wikkelcy- clus of de eerste of tweede rotatie van de volledige bovenwikke-lingcyclus zou gevormd worden door de filmwikkelaar toe te laten een gedeelte van de film, in de orde van verscheidene centimeter (inches) meer of minder, afhankelijk van de rekeigenschappen van de 10 rekwikkelfilm, boven de bovenkant van de bovenrand van de bovenlaag van dozen te plaatsen. Dit zou mate van verbeterde integratie bij sommige typen gestapelde producten bewerkstelligen.
Het zou mogelijk zijn om deze techniek te gebruiken in de verschillende stadia van de spiraalvormige wikkelinghande-15 ling, maar deze techniek is niet de uitvoering waaraan het meest de voorkeur gegeven wordt.
In sommige situaties is het wenselijk om de film zich uit te laten strekken over de ondersteunende pallet, lage doos of iets dergelijks waarop de artikelen gestapeld zijn. Dit ver-20 schaft continuïteit tussen de ondersteunende pallet en de artikelen, zodat de artikelen en de pallet enigszins samengepakt zijn. Dit is niet altijd nodig of wenselijk.
Terugkerend naar de voltooiing van de cyclus wordt de voorrand van de film snel bedekt, tenminste gedeeltelijk, door 25 de film die op de gepalletiseerde last gewikkeld wordt wanneer de filmelevator naar het benedengedeelte van de last gaat. Hoewel de voorrand van de film snel bedekt wordt door snelle rotatie van de draaitafel, is gebleken dat een stroom lucht die gericht wordt op de losse voorrand van de film voordelig is voor het houden van de 30 voorraad van de film tegen de last totdat de film bedekt kan worden met daaropvolgende filmwikkelingen. Een luchtmondstuk 76, dat lucht ontvangt van een luchttoevoer (niet weergegeven) die voorzien is bij de draaitafel, is aangebracht op de draaitafel om deze functie te verzorgen. Bij de laatste omwenteling van de draaitafel, nadat 8900312." - 17 - het gewenste aantal wikkelingen of omwentelingen gemaakt is, is het nodig om de film in de filmklem te plaatsen als voorbereiding voor de volgende palletiserende handeling. Dit wordt gedaan in de laatste 180° van de omwenteling van de draaitafel. De filmklemmen be-5 vinden zich in teruggetrokken opstelling bij de start van de klem-cyclus. Nadat de draaitafel over 180° gedraaid is bij zijn laatste rotatie, wordt een signaal gezonden naar de regelaar van de palle-tiseerinrichting om het achterelement van de filmklem op te stellen. Opgemerkt moet worden dat de filmklem opgebouwd is uit twee 10 klemmende hoofdelementen. Dit zijn het voorelement 82 en het achterelement 84. Het voorelement is een constructiedeel met een grip-verhogend oppervlak, zoals een rubberbekleding, over zijn filmaan-grijpende oppervlak. Het achterelement 84 is ook een constructiedeel met een gripverhogend oppervlak. Wanneer de film tussen de 15 voor- en achterelementen geplaatst wordt, wordt deze vastgehouden totdat de filmklem geopend wordt (juist voordat de filmelevator 16 een raakvlak heeft met de opstaande filmklem 72).
Wanneer het achterelement 84 eenmaal opgesteld is in een opstaande stand - het voorelement bevindt zich nog in een 20 teruggetrokken of in hoofdzaak horizontale stand - zal de voortgezette rotatie van de draaitafel ervoor zorgen dat het achterelement 84 contact maakt met de film tussen de gepalletiseerde last en de filmgeleidingsarm 70. De draaitafel gaat voort met zijn rotatie en tijdens deze voortgezette rotatie wordt het voorelement van de 25 filmklem opgesteld in een positie om de film tussen het voorelement en het achterelement van de filmklem te klemmen.
pp dit punt wordt de film geklemd in de filmklem, maar zit de film nog steeds in een doorlopend vel vast aan volledig gewikkelde gepalletiseerde last. Om de film te scheiden is gebleken 30 dat een verwarmde staaf, die over de filmbaan gedraaid wordt, de film op nette wijze zal snijden. Een der gelijke, van een verwarmde staaf voorziene filmbeëindiger of -snijder is weergegeven met 86 in een teruggetrokken positie op de draaitafel. De verwarmde staaf wordt gedragen op een steun, die op draaibare wijze aangebracht is 35 aan één eind en verder bedienbaar is door een luchtcilinder (niet 8900312 .* ·** - 18 - weergegeven).
Wanneer de film eenmaal gescheiden is door de verwarmde staaf of door een ander filmbeëindigend orgaan zoals een hete draad, een mes of iets dergelijks, is de gepalletiseerde last 5 voltooid en kan deze van de draaitafel af bewogen worden.
In een voorkeursuitvoering is de draaitafel voorzien van een bekrachtigd rollendekoppervlak 88, dat de gepalletiseerde last af kan voeren naar een palletafvoertransporteur, die in het algemeen met 20 aangeduid is· 10 Hoe de gepalletiseerde last dan ook van de draaita fel verwijderd wordt, het is gebleken dat in sommige toepassingen het wenselijk is om het achtereind van de film "neer te kloppen" of glad maken om ingesloten lucht te verwijderen voor betere hechting van de staart aan de last. Dit filmachtereind wordt gewoonlijk aan 15 de film op de gepalletiseerde last gehecht aangezien het enigszins "terugspringt" na gesneden te zijn door het verwarmde mes 86. Niettemin is een optionele stap in de hier besproken werkwijze voor het palletiseren het "neerkloppen" van het eind van de film door ge-bruikmakng van een bevestigermiddel 90. Het in figuur 1 weergegeven 20 bevestigermiddel is een borstel 92, die ondersteund wordt op een standaard 94 en voorzien is van een aandrijforgaan 96 voor het roteren van de borstel 92 wanneer de pallet van de draaitafel naar de palletafvoertransporter 20 beweegt. De borstel kan veerbelast zijn om tegen de gepalletiseerde last in de nabijheid van het achtereind 25 van de film gedwongen te worden om daardoor het achtereind van de film daar beneden op de pallet "neer te kloppen". Het bevestigings-orgaan kan gevormd worden door één van verscheidene typen inrichtingen, zoals een van een zacht of hard oppervlak voorziene rol, een op het filmachtereind gerichte luchtlaag, een stationaire drem-30 pel die druk uitoefent op de filmstaart wanneer deze geleverd wordt aan de palletafvoertransporteur, of iets dergelijks.
In situaties zoals weergegeven door figuur 5, waarin de film 62 zal "verslappen" wanneer de draaitafel tegen de klok in geroteerd wordt en dan weer strak wordt wanneer de filmklem 72 35 in de weergegeven 90“-positie raakt, is het voordelig gebleken om 83 003 U.
Jf a - 19 - de mate van door de voorrekrollen, zijnde de eerste 56 en de tweede 58 hoofdaandrijfrollen, op de film uitgeoefende voorrek te regelen, zodat niet onnodig film uitgegeven wordt.
Figuur 6 is een diagram dat toont hoe de rollen 56 5 en 58 afgezet worden en aangezet worden om te verzekeren dat geen overmatige film toegevoerd wordt. Opgemerkt zal moeten worden dat de aandrijfrollen 56 en 58 in het geval meer film nodig is aangezet worden, daarbij film afstropen van de filmrol 48 in respons op de danserrol 60, die vrij is om binnenboorde te bewegen zoals getoond 10 door de pijl in figuur 3. Dit is hedendaagse filmafwikkelingprak-tijk. Wanneer echter voorgerekte film gebruikt wordt zal de film, na aanvankelijk voorgerekt te zijn tussen de rollen 56 en 58, "re-coveren", waardoor danserrol 60 binnenboords getrokken wordt, en aandrijving van de toevoer door de rollen 56 en 58 doen aan vangen.
15 Dit zal gebeuren tot op een geregelde mate wanneer de film niet op de dozen gewikkeld wordt - op kenmerkende wijze wanneer de draaitafel zich in de thuisstand bevindt.
Het diagram van figuur 6 toont hoe de voörrekeen-heid afgezet wordt of aangezet wordt bij de laatste omwenteling van 20 de wikkelcyclus en de omkering van de draaitafel om de pallet te kunnen beladen. De regelaar ontvangt signalen van eindschakelaars die geplaatst zijn om de positie van de draaitafel op te pakken.
Beginnend op punt A en voortgaande tot B (pijlpunten geven de richting van de beweging van de draaitafel aan) is de 25 filmvoorrekeenheid "aan", dat wil zeggen werkzaam om de film tijdens deze laatste omwenteling van de last en draaitafel te voeden.
Op punt B, ongeveer 330° rotatie, wordt de voorrekeenheid afgezet, waardoor de mogelijkheid van het voeden van film beëindigd wordt (B, tot C). Van C, tot D beweegt de draaitafel tegen de klok in tot 30 ongeveer 270°, zoals weergegeven in figuur 5 - de voorrekeenheid is uit. Nadat de pallet beladen is draait de draaitafel met de klok mee en op ongeveer 330° (D, tot E, de voorrekeenheid is uit), wordt de voorrekeenheid aangezet tot aan het einde van de omwenteling (E, tot F).
35 De figuren 2A tot en met 2F zijn voorzien om op- 8300312? τ - 20 - stellingen van bijkomende diensten bij de palletiseerinrichting weer te geven. De werkingsprincipes van deze alternatieve opstellingen zullen voor het grootste deel hetzelfde zijn als van de in figuur 1 weergegeven uitvoering.
5 Figuur 2A is enkel de omkering van de constructie van figuur 1 en 2, zodat de productinvoer zich bevindt aan de linkerzijde van de draaitafel (referentiepunt is van de paal in de richting van de boom).
Figuur 2B toont een palletinvoertransporteur 104, 10 die de draaitafel binnenkomt aan de rechterzijde van de draaitafel. In deze uitvoering kan de producttransporteur geheven worden om het mogelijk te maken pallets daar beneden te bedienen. In deze opstelling kan de draaitafel tegen de klok in gedraaid moeten worden/ zodat de filmklem 72 niet in de weg komt van de geladen pallet 15 die afgevoerdt van de draaitafel naar de palletafvoertransporteur 20.
Figuur 2C is enkel de omkering van de opstelling van figuur 2B.
Figuur 2D is gelijk aan figuur 2, behalve dat de 20 posities van de palletinvoer- of toevoertransporteur 18 de plaats heeft ingenomen van de palletafvoertransporteur 20 en omgekeerd.
Figuur 2E is enkel de omkering van de opstelling van figuur 2D»
Figuur 2F is een palletiseerinrichting zonder pal-25 letinvoer- of palletafvoertransporteur. De draaitafel 12 van de palletiseerinrichting zal bediend worden door een transportorgaan zoals een vorkheftruck of een trekbladbehandelend voertuig.
Figuur 7 toont een alternatieve uitvoering van de uitvinding, in het bijzonder gericht op het gebruik van een korte 30 f ilmklem 100. Alle andere aspecten van deze uitvoering zijn het zelfde als weergegeven in figuur 1, met uitzondering van de korte f ilmklem 100, de toegevoegde filmbeteugelingsrol 102 en de herplaatsing van de benedenschakelaar 78 naar een lagere stand op zijn steun dan de stand van de schakelaar in de uitvoering van figuur 35 1.
89 003 12.' s> ft - 21 -
In deze uitvoering is de filmklem 100 korter dan de breedte van de film 62· De film 62 wordt dus zoals weergegeven "beteugeld" om in de kaken van de filmklem te passen. De filmelevator 16 is dankzij de lage positie van de eindschakelaar 78 zo laag ge-5 komen op de verticale baan 50, dat de film in aanvaring zou komen met het bovenoppervlak van de draaitafel. De beteugelende rol 102 geleid de film boven het oppervlak van de draaitafel en neigt daarbij tot het "insnoeren" van de film. Het voordeel van de kortere filmklem 100 is dat bij de eerste wikkelingen van de lagere doosni-10 veau's de filmelevator niet zo hoog geheven hoeft te worden om de korte filmklem vrij te maken, als nodig zou zijn indien een grotere filmklem gebruikt zou zijn (figuur 1). Dit maakt het mogelijk om meer van het lagere niveau van de gestapelde dozen te wikkelen, hetgeen voordelig kan zijn voor sommige lasten.
88 Ö0311.'

Claims (13)

1. Inrichting voor het maken van een verenigde stapel van artikelen, gekenmerkt door een draaitafel voor het ondersteunen van de stapel artiklen; een palletiseerinrichting voor het stapelen van de artikelen op de draaitafel; wikkelmiddeltoe- 5 diendende organen voor het toedienen van wikkelmiddel aan de draaitafel; en snij-organen voor het scheiden van het wikkelmiddel.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door regelaarorganen voor het doen aanvangen van rotatie van de draaitafel, waarbij de regelaarorganen het stapelen van de artike- 10 len op de draaitafel doen aanvangen, het toedienen van het wikkelmiddel door de wikkelmiddeltoediendende organen doen aanvangen en het scheiden van het wikkelmiddel door de snij-organen doen aanvangen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het ken- 15 merk, dat de regelaarorganen elk van hun startende functies aan kunnen vangen onder het aanvangen van elk van hun startende functies.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de palletiseerinrichting een op- 20 staande paal omvat, alsmede een voor verticale beweging op de paal aangebrachte dwarsboom, een grijporgaan, dat dragend aangebracht is voor dwarsbeweging op de boom, waarbij het grijporgaan boven de draaitafel en boven een niet door de draaitafel bezet gebied te plaatsen is.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de wikkelmiddeltoedienende organen voorzien zijn van een toedieningsorganen-afwikkelaar, een eerste en een tweede hoofdaandrijvingrol voor het afwikkelen van wikkelmiddel 89 00312;1 - 23 - van de toedieningsorganen en een filmgeleidingsarm voor het bijstaan in het toedienen van het wikkelmiddel aan de draaitafel.
6. Inrichting voor het bouwen van een verenigde last van afzonderlijke artikelen, gekenmerkt door een draaita-5 felorgaan, dat in staat is tot rotatie en voorzien is van een vloeroppervlak dat uitgerust is met transportorganen voor het ondersteunen van de verenigde last van afzonderlijke artikelen, in-voerstationorganen voor het verzamelen van afzonderlijke artikelen nabij de draaitafelorganen; paalorganen die op verticale wijze on- 10 dersteund zijn aangrenzend aan de draaitafelorganen; boomorganen die gedragen worden op de paalorganen, waarbij de boomorganen in verticale richting beweegbaar zijn langs de paalorganen; grijporga-nen die op de boomorganen gedragen worden voor het grijpen van artikelen, waarbij de grijporganen boven de invoerstationorganen en 15 de draaitafelorganen te plaatsen zijn; een wikkelmiddelafwikkel-stelling, die gedragen wordt op de paalorganen en in verticale richting beweegbaar is langs de paalorganen; een wikkelmiddelklem voor het in bedwang houden van het wikkelmiddel, die aangebracht is op de draaitafelorganen; en een wikkelmiddelgeleidingsarm tussen de 20 wikkelmiddelafwikkelingstelling en de wikkelmiddelklem voor het geleiden van het wikkelmiddel van de afwikkelingsstelling naar de draaitaf elorganen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, net het kenmerk, dat de wikkelmiddelgeleidingsarm aangebracht is op de wik- 25 kelmiddelafwikkelingsstelling.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, aet het kenaerk, dat de draaitafelorganen snij-organen ondersteunen.
9. Inrichting volgens conclusie 6, 7 of 8, geken-aerkt door wikkelmiddelachterrandregelorganen aangrenzend aan de 30 draaitafelorganen.
10. Werkwijze voor het verenigen van een stapel artikelen, gekenmerkt door het toevoeren van een leeg palletor-gaan aan een draaitafel; het oppakken van een aantal te stapelen artikelen van een stationaire transporteur; het overbrengen van de 35 artikelen naar het palletorgaan; het herhalen van het oppakken en 8900312. * - 24 - het overbrengen voor een voorafbepaald aantal malen; het draaien van het palletorgaan wanneer de draaitafel roteert; het voeden van film uit een filmopslagrol naar de roterende draaitafel wanneer de draaitafel roteert; en het snijden van de film na tenminste één om-5 wenteling van de draaitafel.
11. Werkwijze voor het stapelen en wikkelen van een verzameling artikelen op een pallet met een wikkelmiddel dat toegevoerd wordt vanaf een wikkelmiddelafwikkelingsstelling, om de stabiliteit en integratie van de verzameling artikelen op de pallet te 10 verbeteren, gekenmerkt door het aanbrengen van de pallet op een roterende draaitafel; het stapelen van de artikelen op de pallet; het draaien van de draaitafel, waardoor het wikkelmiddel afgewikkeld wordt van de wikkelmiddelafwikkelingsstelling; het aanbrengen van de film rondom de verzameling artikelen; en het beëindigen van 15 de toevoer van wikkelmiddel uit de wikkelmiddelafwikkelingsstel-ling.
12. Werkwijze voor het stabiliseren van een gepal-letiseerde verzameling van doosorganen op een palletorgaan, gekenmerkt door het verzamelen van tenminste één doosorgaan op een 20 stationtransporteurorgaan; het grijpen van het doosorgaan met een grijporgaan; het heffen van het grijporgaan en het doosorgaan; het bewegen van het grijporgaan naar een positie boven een palletorgaan; het plaatsen van het doosorgaan op het palletorgaan; het herhalen van de voorgaande stappen tot een voorafbepaald aantal doos- 25 organen op de palletorgaan geplaatst zijn, waardoor een gepalleti-seerde last gevormd is; het roteren van het palletorgaan onder het trekken van wikkelmiddel uit een wikkelmiddelafwikkelingsstelling; het beëindigen van de toevoer van wikkelmiddel; en het vastmaken van het wikkelmiddel aan de gepalletiseerde last.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het ken merk, dat palletorgaan geroteerd wordt door een draaitafel, die voorzien is van wikkelmiddelklemorganen, die het wikkelmiddel aangrenzend aan de pallet zullen houden. -o-o-o-o-o-o 89 00 312.4
NL8900312A 1988-03-14 1989-02-08 Robotachtige, rekwikkeling uitvoerende palletiseerinrichting. NL8900312A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US16795088A 1988-03-14 1988-03-14
US16795088 1988-03-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8900312A true NL8900312A (nl) 1989-10-02

Family

ID=22609491

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900312A NL8900312A (nl) 1988-03-14 1989-02-08 Robotachtige, rekwikkeling uitvoerende palletiseerinrichting.

Country Status (10)

Country Link
JP (1) JPH01308708A (nl)
BE (1) BE1002869A5 (nl)
CA (1) CA1311186C (nl)
CH (1) CH679388A5 (nl)
DE (1) DE3906922A1 (nl)
ES (1) ES2015641A6 (nl)
FR (1) FR2628391B1 (nl)
IT (1) IT1228712B (nl)
NL (1) NL8900312A (nl)
SE (1) SE470162B (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4118640C2 (de) * 1990-06-28 1994-10-20 Focke & Co Vorrichtung zum Beladen von Paletten mit Kartons
FR2665877B1 (fr) * 1990-08-17 1992-10-23 Boisseau Jean Louis Installation d'emballage comprenant un palettiseur et un vehicule de suremballage.
FR2681311B1 (fr) * 1991-09-17 1993-12-10 Philippe Fandard Procede pour conditionner une charge palettisable et installation pour la mise en óoeuvre de ce procede.
DE10250145B4 (de) 2002-07-29 2005-08-25 Witron Logistik & Informatik Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Stapeln von Waren auf einer Palette
ITMI20032587A1 (it) 2003-12-23 2005-06-24 Ocme Srl Gruppo per il confezionamento e la pallettizzazione di rotoli di carta igienica e/o asciugatutto
DE102004009584A1 (de) 2004-02-25 2005-09-15 Focke & Co.(Gmbh & Co. Kg) Vorrichtung zum Herstellen und Palettieren von Kartonpackungen
DE102007016727B4 (de) * 2007-04-07 2010-06-10 Dematic Gmbh & Co. Kg Verfahren zum mehrlagigen Bestapeln eines Trägers
ITMO20080122A1 (it) 2008-04-23 2009-10-24 Bema Srl Procedimento per la fasciatura di carichi, particolarmente carichi pallettizzati, ed impianto relativo
WO2010059923A1 (en) 2008-11-21 2010-05-27 Dematic Corp. Stacking apparatus and method of multi-layer stacking of objects on a support
DE102009024002B3 (de) * 2009-06-05 2011-03-17 Maschinenfabrik Möllers Gmbh Vorrichtung und Verfahren zum Herstellen einer Verpackungseinheit
DE102012106112A1 (de) 2012-07-06 2014-01-09 Dematic Gmbh Vorrichtung und Verfahren zum mehrlagigen Bestapeln einer Unterlage
DE102012106113A1 (de) 2012-07-06 2014-01-09 Dematic Gmbh Vorrichtung zum mehrlagigen Bestapeln einer Unterlage
DE102012106111A1 (de) 2012-07-06 2014-01-09 Dematic Gmbh Vorrichtung zum mehrlagigen Bestapeln einer Unterlage
CN105293029B (zh) * 2015-10-24 2017-10-31 宁波博莱特光电科技股份有限公司 一种陶瓷插芯排料装置
WO2018029271A1 (de) * 2016-08-09 2018-02-15 Herbert Fellner Verfahren zum kommissionären von gemischten produkten auf einer zielpalette
CN106742286A (zh) * 2017-03-24 2017-05-31 武汉瑞拓德智能科技有限公司 一种移动式码垛搬运平台
US11180327B2 (en) 2017-03-29 2021-11-23 Dematic Gmbh Method for automatically stacking packages in layers on a support
DE102018214045B8 (de) * 2018-08-21 2021-02-25 Körber Supply Chain Automation Eisenberg GmbH Palettiervorrichtung und Verfahren zum Betrieb einer Palettiervorrichtung
DE102018214047A1 (de) * 2018-08-21 2020-02-27 Langhammer Gmbh Palettiervorrichtung und Verfahren zum Betrieb einer Palettiervorrichtung
CN109878785B (zh) * 2019-03-28 2024-05-14 江苏西顿科技有限公司 自动裹膜入库系统
IT201900017258A1 (it) * 2019-09-25 2021-03-25 O B L S R L Un macchinario e relativo metodo per il confezionamento di oggetti posti su pallet
CN111689243A (zh) * 2020-05-07 2020-09-22 江阴市双平机械有限公司 一种新型码垛机
CN112536245B (zh) * 2020-11-30 2022-03-01 扬州工业职业技术学院 一种智能视觉工业机器人分拣装箱机构及方法
CN113401643B (zh) * 2021-06-26 2022-11-22 合泰盟方电子(深圳)股份有限公司 电感测试包装用圆盘式输送装置
CN117818974B (zh) * 2024-03-05 2024-05-28 昆明原伯腾印刷有限公司 一种自动送料系统及烟盒打包机

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES442259A2 (es) * 1975-10-31 1977-07-01 Putin Bertache Alberto Perfeccionamientos introducidos en las maquinas empaquetado-ras de ladrillos en verde a salida de galletera o en seco a salida del descargador.
DE2717647C3 (de) * 1977-04-21 1981-07-16 C. Keller GmbH u. Co KG, 4530 Ibbenbüren Vorrichtung zum Einwickeln eines Stapels in eine Bahn aus Kunststofffolie
US4152879A (en) * 1977-06-21 1979-05-08 Shulman Michael H Spiral-wrap apparatus
FI60681C (fi) * 1980-05-13 1982-03-10 Jari Mattila Foerpackningsfoerfarande och -anordning
FR2493802B1 (fr) * 1980-11-07 1985-10-11 Dev Etu Vente Ste Indl Procede pour emballer automatiquement des palettes de marchandises dans des films en matiere plastique etirable a froid et machine pour la mise en oeuvre de ce procede
US4458467A (en) * 1981-03-31 1984-07-10 Infra Pak (Dallas), Inc. Pretensioner for stretchable film web with dancer roller compensation
SE444428B (sv) * 1981-05-23 1986-04-14 Okura Yusoki Co Ltd Pallastningsanordning
US4593517A (en) * 1982-01-06 1986-06-10 Jari Mattila Method and apparatus for packing goods
JPS5952087A (ja) * 1982-09-16 1984-03-26 古河鉱業株式会社 さく孔装置の高圧水配管
JPS5951010A (ja) * 1982-09-16 1984-03-24 オ−クラ輸送機株式会社 板状保護部材の移載押圧装置
JPS62208307A (ja) * 1986-02-24 1987-09-12 株式会社長崎機器製作所 自動整列包装方法および装置
FR2600973B1 (fr) * 1986-07-01 1988-09-02 Servimetal Procede et dispositif de banderolage de palettes de produits ensaches
ES2000561A6 (es) * 1986-07-24 1988-03-01 Inpropack S L Maquina enfardadora automatica de palets
JP2587048B2 (ja) * 1987-03-03 1997-03-05 石川島播磨重工業株式会社 フイルム包装装置
JP2620231B2 (ja) * 1987-03-03 1997-06-11 石川島播磨重工業株式会社 フィルム包装装置のフィルム端末処理装置

Also Published As

Publication number Publication date
ES2015641A6 (es) 1990-09-01
SE8900108D0 (sv) 1989-01-12
CA1311186C (en) 1992-12-08
DE3906922C2 (nl) 1992-12-24
FR2628391A1 (fr) 1989-09-15
BE1002869A5 (fr) 1991-07-09
CH679388A5 (nl) 1992-02-14
DE3906922A1 (de) 1989-10-05
IT8919716A0 (it) 1989-03-10
SE470162B (sv) 1993-11-22
FR2628391B1 (fr) 1992-06-19
JPH01308708A (ja) 1989-12-13
IT1228712B (it) 1991-07-03
SE8900108L (sv) 1989-09-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8900312A (nl) Robotachtige, rekwikkeling uitvoerende palletiseerinrichting.
US4995224A (en) Stretch wrapping palletizer
US5005335A (en) Stretch wrapping robotic palletizer
US6594970B1 (en) Method and apparatus for wrapping palletized bundles
US4317322A (en) Rotatable film wrapping apparatus with wrap carrying mechanism
KR100906368B1 (ko) 슬립 시트의 바깥으로 돌출한 에지부를 아래쪽으로 접는 장치
KR0149795B1 (ko) 연신포장된 적하물과 수축포장된 적화물용 포장풀기장치
BE1023378B9 (nl) Verplaatsingsinrichting
US6883293B2 (en) Apparatus and method for applying cornerboards to a load
US6238173B1 (en) Apparatus for placing groups of products on pallets
JPS59194935A (ja) 袋詰充填物のパレット積載方法及び装置
US5046303A (en) Automated system for palletizing/unitizing unstable articles
GB2216490A (en) Load unitizer
CN113474257B (zh) 自推进式包装机及包装方法
US20090056276A1 (en) System and method for packaging article layers
NL8900311A (nl) Rekwikkeling uitvoerende palletiseerinrichting.
JPH05186047A (ja) 分類装置によって配達される配送物の収集及び積重装置並びにこれらの装置を備えた分類装置
EP0860390B1 (en) A device for overturning packaged editorial products, for association with a packaging line
US7934759B2 (en) Packaging system including pallet de-layering system
US20080257684A1 (en) Packaging Apparatus Including Product Metering System
JP2001294205A (ja) 梱包装置及び向き変更手段
CA2677446A1 (en) Apparatus for and method of packaging stackable objects, in particular printed products
KR20220083788A (ko) 물품 배열 방법 및 시스템
US3748812A (en) Machine for covering a pallet with shrinkable plastic film
JPH0885513A (ja) 袋包装品の立ち起こし重ね合わせ装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: SIMPLIMATIC ENGINEERING CO

BV The patent application has lapsed