NL8820592A - Inrichting voor het zuiveren van gassen. - Google Patents

Inrichting voor het zuiveren van gassen. Download PDF

Info

Publication number
NL8820592A
NL8820592A NL8820592A NL8820592A NL8820592A NL 8820592 A NL8820592 A NL 8820592A NL 8820592 A NL8820592 A NL 8820592A NL 8820592 A NL8820592 A NL 8820592A NL 8820592 A NL8820592 A NL 8820592A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
passage
shaft
gas
housing
rotor
Prior art date
Application number
NL8820592A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Inst Teoret Priklad Mek An
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Inst Teoret Priklad Mek An filed Critical Inst Teoret Priklad Mek An
Publication of NL8820592A publication Critical patent/NL8820592A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D45/00Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces
    • B01D45/12Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces by centrifugal forces
    • B01D45/14Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces by centrifugal forces generated by rotating vanes, discs, drums or brushes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D29/00Details, component parts, or accessories
    • F04D29/70Suction grids; Strainers; Dust separation; Cleaning
    • F04D29/701Suction grids; Strainers; Dust separation; Cleaning especially adapted for elastic fluid pumps

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Separating Particles In Gases By Inertia (AREA)
  • Filtering Of Dispersed Particles In Gases (AREA)
  • Centrifugal Separators (AREA)
  • Crystals, And After-Treatments Of Crystals (AREA)
  • Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)
  • Electrical Discharge Machining, Electrochemical Machining, And Combined Machining (AREA)
  • Cleaning Or Drying Semiconductors (AREA)

Description

Aanvraagster noemt als uitvinder:
Petr Ivanovich Belomesfcnöi'
Inrichting voor het zuiveren van gassen.
De uitvinding heeft betrekking op het zuiveren en conditionerenvan gassen, en meer in het bijzonder op een inrichting voor het zuiverenvan gassen.
Er is een inrichting bekend voor het zuiveren van gassen (Russischoctrooischrift 84.250) welke een huis bezit waarin een rotor is onderge¬bracht welke een as omvat en een schijf die is bevestigd aan de as,waarbij het huis doorgangen bezit voor gasinlaat en- uitlaat en eendoorgang voor het verwijderen van verontreiniging.
De gasinlaatdoorgang komt voor in de vorm van een buis die in hethuis is bevestigd coaxiaal met de draaiingsas van de schijf, de gasuit-laatdoorgang komt voor in de vorm van een ringvormige opening die wordtbegrensd door de rand van de schijf en door de rand van een opening vanhet huis coaxiaal met de schijf, terwijl de doorgang voor het verwijde¬ren van verontreinigingen wordt gevormd door de huiswanden in een bodem-vernauwend deel van het huis terwijl deze doorgang loodrecht op dedraaiingsas van de schijf is geplaatst. Er is ook een injector aange¬bracht voor de toevoer van gas in de gasinlaatdoorgang, waarbij deinjector in verbinding staat met de buis die de gasinlaatdoorgang vormt.
In deze inrichting wordt het te zuiveren gas door de injector viade gasinlaatdoorgang toegevoerd in axiale richting in de richting vanhet midden van de schijf loodrecht op het oppervlak van de schijf.Gedurende de draaiing van de schijf verkrijgen stofdeeltjes, onderinvloed van centrifugale krachten die worden ontwikkeld in de grenslaagvan het gat bij het oppervlak van de schijf, een energie voor het bewe¬gen daarvan in radiale richting waarbij deze deeltjes bewegen in derichting van de omtrek van de schijf tezamen met een radiale gasstroom.De radiale bewegingsrichting van de gasstroom wordt plotseling veranderdin de axiale richting bij de schijf rand en deze gasstroom komt de gas-uitlaatdoorgang binnen, terwijl stofdeeltjes doorgaan met het bewegenin radiale richting onder invloed van traagheidskrachten die de dynami¬sche krachten van het gas overwinnen en de neiging hebben om de deeltjesin de gasstroom vast te houden zodat de stofdeeltjes via de gasdoorgangzullen vliegen en uit het huis van de inrichting zullen worden afgevoerd via de doorgang voor het verwijderen van verontreinigingen.
Deze inrichting voor het zuiveren van gassen bezit een geringeverwerkingscapaciteit door de gebieden met een kleine dwarsdoorsnede vande gasinlaat- en -uitlaatdoorgangen die veel kleiner moeten zijn dan deoppervlakte van de schijf om scheiding van stofdeeltjes uit gas onderinvloed centrifugale krachten tot stand te brengen. Bovendien wordt derichting van de gasstroom in deze inrichting tweemaal plotseling gewij¬zigd met als gevolg daarmee overeenkomende energieverliezen van degasstroom in de bekende inrichtingen waardoor de verwerkingscapaciteitdaarvan wordt verkleind.
Het is bekend dat de mate van zuivering van gassen van stofdeel¬tjes in een dergelijke inrichting afhangt van het niveau van bewegings-energie in radiale richting die deze deeltjes in de grenslaag bij hetoppervlak van de draaiende schijf krijgen. Hoe groter deze bewegings-energie van de deeltjes is hoe hoger de mate van gaszuivering. Tegelij¬kertijd wordt het niveau van de bewegingsenergie van de deeltjes in deradiale richting bepaald door hun uiteindelijke snelheid die zij hebbengekregen in de grenslaag van gas onder invloed van centrifugale krach¬ten. De uiteindelijke snelheid van deeltjes neemt toe met de toenemingvan de afstand waarover deze deeltjes worden versneld. Dientengevolge isde mate van gaszuivering groter naarmate deze afstand langer is.
De hierboven beschreven bekende inrichting bezit een geringe matevan zuivering van gassen van stofddeeltjes omdat de afstand waaroverdeze deeltjes radiaal worden versneld is beperkt tot de schijfstraal.De geringe mate van gaszuivering in deze bekende inrichting wordt ookveroorzaakt door het feit dat bij een dergelijke constructie van derotor en een dergelijke positie van gasdoorlaten vertraging van degasstroom die wordt toegevoerd ter zuivering daarvan, het vormen van eenhogere drukzone tot gevolg heeft die bij het oppervlak van de schijf eenaanzienlijke weerstand biedt tegen doordringing van stofdeeltjes in hetgebied van de gasgrenslaag bij het oppervlak van de schijf, in hetbijzonder van fijne en lichte stofdeeltjes die een lage kinetischeenergie bezitten die is bepaald door de deeltjesmassa en de stroomsnel¬heid van het gas in de gasinlaatdoorgang. Dientengevolge kunnen inhoofdzaak alleen maar grove en zware deeltjes in het gebied van degasgrenslaag terechtkomen, en deze deeltjes worden uit het gas afge¬scheiden. Fijne en lichte gasdeeltjes zullen dan, tezamen met de gas¬stroom, terechtkomen in het gebied met hogere druk op een aanzienlijkeafstand van het schijfoppervlak zodat deze niet een voldoende versnel¬ling in radiale richting kunnen verkrijgen en, zonder dat zij uit het gas worden afgescheiden, worden gevoerd naar de gasuitlaatdoorgang.
Bovendien vereist deze inrichting een geforceerde gastoevoer naarde inlaatdoorgang door middel van een injector waardoor de constructieingewikkelder wordt en de afmeting van de inrichting wordt vergroot.
Doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen voor hetzuiveren van gassen met een zodanig ontwerp van de rotor, een zodanigeinrichting van doorgangen voor een gasstroom en zodanige dwarsdoorsnede-gebieden, dat de produktiecapaciteit en de mate van gaszuivering zullenworden vergroot.
Dit doel wordt bereikt bij een inrichting voor het zuiveren vangassen die een huis bezit waarin een rotor is ondergebracht die een asen een aan de as bevestigde schijf omvat, waarbij het huis gasinlaat- en-uitlaatdoorgangen bezit en een doorgang voor het afvoeren van veront¬reinigingen, waarbij, volgens de uitvinding, ten minste nog een identie¬ke schijf aan de as is bevestigd op afstand van de daarbij liggendeschijf terwijl een scheidingswand is aangebracht in het huis die zichuitstrekt in de richting van de gasstromen, waarbij de gasinlaat- en-uitlaatdoorgangen zijn gevormd door de huiswanden en een scheidingswanden zich tangentieel ten opzichte van de schijven uitstrekken, terwijl dedoorgang voor het af voeren verontreinigingen is aangebracht in de gas-uitlaatdoorgang zodanig dat deze zich langs de gehele lengte van derotor uitstrekt.
Deze constructie van de inrichting maakt het mogelijk ervoor tezorgen dat een gasstromingspatroon wordt gevormd waarmee tangentiëlegastoevoer naar de inrichting ten opzichte van de schijven mogelijk is,met een gelijkmatige draaiing van de gasstroom binnen het huis en met detangentiële uitlaat van de gasstroom. Dientengevolge worden de dwars¬doorsnede van de gasinlaat- en -uitlaatdoorgangen bepaald door deschijfdiameter en de axiale lengte van de uit meerdere schijven bestaan¬de rotor. Deze voorziening maakt, met een vooraf bepaalde diameter vande schijven, een vergroting van de dwarsdoorsnede van de gasstroomdoor-gangen mogelijk ten gevolge van een toeneming in de axiale lengte van derotor, waardoor een overeenkomstige vergroting in de verwerkingscapaci¬teit van de inrichting tot stand wordt gebracht. Bovendien heeft eengeleidelijke verandering in de richting van de gasstroom in deze inrich¬ting minimale energieverliezen tot gevolg van de bewegende gasstroomhetgeen op zijn beurt bijdraagt tot een verhoging van de verwerkingsca¬paciteit van de inrichting.
Dit patroon van de gasstroom, dat het mogelijk maakt om de gastoe-voer en -afvoer tangentieel ten opzichte van de schijven uit te voeren en te zorgen voor een gelijkmatige draaiing van de gasstroom binnen hethuis van de inrichting, zorgt voor een energie-overdracht aan de stof¬deeltjes over een grotere afstand die, gemiddeld, wordt bepaald door dehelft van de cirkelvormige schijflengte, zodat de mate van zuivering vangassen wordt verhoogd.
Tegelijkertijd zorgt de constructie van de inrichting voor eenniet gehinderd doordringen van stofdeeltjes naar de gebieden van degrenslagen bij het schijfoppervlak omdat de rotor met meerdere schijvenwerkt als een werkorgaan van een ventilator, waarbij een verminderdedruk wordt ontwikkeld in de ruimte tussen de schijven van de draaienderotor en ook in de gasinlaatdoorgang zodat wordt gezorgd voor een aan¬zuiging van het te zuiveren gas in de inrichting. Tengevolge hiervanverkrijgen alle stofdeeltjes energie voor de verwijdering daarvan onaf¬hankelijk van hun massa en hun afmeting, waardoor wordt gezorgd vooreen hoge mate van gaszuivering.
De inrichting vereist geen geforceerde gastoevoer naar de inlaat-doorgang door middel van een injector, omdat de meerdere schijven bezit¬tende rotor werkt als een werkorgaan van een ventilator zodat de inrich¬ting eenvoudig en compact wordt gemaakt.
Bij voorkeur zijn de as en de schijven vervaardigd uit materialenmet een hoge warmtegeleiding, waarbij de as is verbonden met een warmte-uitwisselingsmiddel.
Deze constructie maakt het mogelijk om de rotor van de inrichtingte gebruiken als zowel werkorgaan van een ventilator als warmteuitwisse-laar. Deze voorziening vergroot het toepassingsterrein van de inrichtingwaarbij, in het bijzonder, de rotor kan worden gebruikt voor het uitwis¬selen van warmte voor het condenseren van waterdamp op de schijfopper-vlakken en verwijderen van de gecondenseerde vloeistof via de doorgangvoor het afvoeren van verontreinigingen onder invloed van centrifugaal-krachten. Tegelijkertijd wordt het gas gezuiverd van gasvormige veront¬reinigingen die zijn opgelost in de gecondenseerde vloeistof. Dezeconstructie van de inrichting maakt het mogelijk om efficiënte zuiveringvan gassen uit te voeren van gedispergeerde insluitingen en voor hetuitvoeren van warmte- en massauitwisselingprocessen, d.w.z. dat deinrichting kan worden gebruikt zowel als ventilator en als warmteuitwis-selaar terwijl gassen kunnen worden gezuiverd van oplosbare gasvormigeverontreinigingen met een hoge verwerkingscapaciteit in een in vergelij¬king eenvoudige inrichting die gemakkelijk kan worden gebouwd.
De as van de inrichting is bij voorkeur hol gemaakt, met radialepoorten aan de einden daarvan voor de stroom van een warmtedrager, waarbij het warmteuitwisselingsmiddel voorkomt in de vorm van een waaierdie aan een einde van de as is bevestigd voor het pompen van de warmte-drager door de inwendige ruimte van de as.
Deze uitvoeringsvorm van de inrichting maakt het, in het bijzon¬der, als lucht uit de atmosfeer wordt gebruikt als warmtedrager, hetmogelijk om de lucht door middel van een centrifugale ventilatorwaaierdie aan een einde van de as is bevestigd te pompen zonder gebruik vaneen speciale aandrijfmotor. Deze voorziening verhoogt het rendement vande warmte-uitwisseling alsmede van het drogen en zuiveren van gassen vanopgeloste gasvormige verontreinigingen en vereenvoudigt aanzienlijk deconstructie van de warmte-uitwisselingsmiddelen.
Het verdient ook de voorkeur om een smoororgaan, dat is gekoppeldaan een thermo-regelorgaan, voor het regelen van de toevoer van dewarmtedrager, aan te brengen rondom het einde van de as tegenover heteinde daarvan waaraan de waaier voor het pompen van de warmtedrager isbevestigd.
Deze constructie van de inrichting maakt, in het bijzonder, alslucht vanuit de atmosfeer wordt gebruikt als warmtedrager, en als deluchttemperatuur gedurende het in bedrijf zijn willekeurig varieert, hetmogelijk om de temperatuur van het te zuiveren gas te houden binnenvooraf bepaalde grenzen met automatische vermindering van de toevoer vanwarmtedrager in het geval de gastemperatuur afneemt en met een vergro¬ting van de toevoer van warmtedrager als de gastemperatuur toeneemt.Bovendien kunnen de warmte-uitwisselingsomstandigheden ook worden geva¬rieerd volgens een voorafbepaald programma.
De doorgang voor af te voeren verontreinigingen kan zijn gevormddoor ten minste een rij poorten in de huiswand.
Deze constructie zorgt voor de afvoer van onder invloed van cen¬trifugale krachten afgescheiden verontreinigingen uit de gasuitlaatdoor-gang langs de volledige lengte van de rotor.
De doorgang voor het afvoeren van verontreinigingen kan ook zijngevormd door ten minste een spieetvormige opening in het huis van deinrichting.
Deze constructie verbetert de omstandigheden voor het afvoeren vanafgescheiden verontreinigingen tengevolge van een continuïteit van dedoorgang voor het afvoeren van verontreinigingen over de volledigelengte van de rotor.
Een afbuigplaat die schuin is geplaatst ten opzichte van de as vande gasuitlaatdoorgang en die zich langs de volledige lengte daarvanuitstrekt kan zijn aangebracht in de gasuitlaatdoorgang stroomafwaarts van de doorgang voor het af voeren van verontreinigingen.
Deze voorziening maakt het mogelijk om de mate van zuivering vangas te vergroten omdat de afbuigplaat een deel van de gasstroom af¬scheidt met een maximale concentratie van verontreinigingen met inbegripvan fijne en lichte deeltjes, die, ten gevolge van hun lage massa, geentijd hebben om dichter bij de huiswand te komen, terwijl deze stroomwordt geleid naar de doorgang voor het af voeren van verontreinigingen.
De doorgang voor het afvoeren van verontreinigingen kan zijngevormd door de huiswand en een hulpscheidingswand die is aangebracht inde gasuitlaatdoorgang.
Deze constructie voor de doorgang voor het afvoeren van verontrei¬nigingen vereenvoudigt de constructie van de inrichting in vergelijkingmet uitvoeringsvormen waarin doorgangen voor het afvoeren van verontrei¬nigingen zijn gevormd door ten minste een rij van poorten of door eenspieetachtige opening die is aangebracht in de huiswand onder een hoekmet de as van de gasuitlaatdoorgang. Bovendien verhoogt deze constructiede mate van zuivering van gassen ten gevolge van de afscheiding en deafvoer van een deel van de gasstroom met een maximale concentratie aanverontreinigingen met inbegrip van fijne en lichte deeltjes.
De omtrekken van de schijven zijn bij voorkeur gegolfd.
Deze constructie van de schijven maakt het mogelijk om de verwer¬kingscapaciteit van de inrichting te vergroten ten gevolge van de verbe¬terde aërodynamische eigenschappen van de rotor.
De uitvinding zal nu in meer bijzonder worden beschreven aan dehand van specifieke uitvoeringsvormen van een inrichting voor het zuive¬ren van gassen weergegeven in de bijgaande tekeningen.
Figuur 1 geeft een dwarsdoorsnede weer van een inrichting voor hetzuiveren van gassen volgens de uitvinding.
Figuur 2 geeft een doorsnede weer volgens de lijn II-II infiguur 1.
Figuur 3 geeft een gedeeltelijk aanzicht weer volgens de pijl A infiguur 1, waarbij een uitvoeringsvorm is weergegeven van een doorlaatvoor het afvoeren van verontreinigingen.
Figuur 4 geeft een andere uitvoeringsvorm weer van een doorgangvoor het afvoeren van verontreinigingen die op dezelfde wijze is weerge¬geven als de uitvoeringsvorm in figuur 3·
Figuur 5 geeft een dwarsdoorsnede weer van een andere uitvoerings¬vorm van een inrichting voor het zuiveren van gassen volgens de uitvin¬ding.
Figuur 6 geeft een dwarsdoorsnede weer van een derde uitvoerings- vorm van een inrichting voor het zuiveren van gassen volgens de uitvin¬ding.
Figuur 7 geeft een doorsnede weer volgens de lijn VII-VII infiguur VI.
Figuur 8 geeft een doorsnede weer volgens de lijn VIII-VIII infiguur 7·
Figuur 9 geeft uitgelegd een dwarsdoorsnede weer door een cirkel¬vormig deel volgens de lijn IX-IX in figuur 1.
Een inrichting voor het zuiveren van gassen volgens de uitvindingomvat een huis 1 (figuur 1) waarin een rotor 2 is ondergebracht met eenas 3 en schijven 4 die aan de as zijn bevestigd (figuur 2) op afstandvan elkaar. Het huis 1 bezit een doorgang 5 (figuur 1) voor het inlatenvan gas, een gasuitlaatdoorgang 6 en een doorgang 7 voor het afvoerenvan verontreinigingen. De doorgangen 5 en 6 worden gevormd door dewanden van het huis 1 en door een scheidingswand 8 die is aangebracht inhet huis 1 en die zich uitstrekt in de richting van de gasstromen. Dedoorgangen 5» 6 strekken zich tangentieel ten opzichte van de schijven kuit, terwijl de doorgang 7 voor het af voeren van verontreinigingen isaangebracht in de gasuitlaatdoorgang 6 en zich langs de volledige lengtevan de rotor 2 uitstrekt.
De as 3 van de rotor 2 is draaibaar gelagerd in lagers 9 (figuur2) van het huis 1 en is via een koppeling 10 verbonden met een elektro¬motor 11, die door middel van een bus 12 is bevestigd aan het huis 1.
De doorgang 7 voor het afvoeren van verontreinigingen kan zijngevormd door twee rijen poorten (figuur 3) in de wand van het huis 1.
De doorgang 7 voor het afvoeren van verontreinigingen kan zijngevormd door een enkele spieetachtige opening 14 (figuur 4) in de wandvan het huis 1.
Een afbuigplaat 15 die onder een hoek α schuin is geplaatst tenopzichte van de as 0^-0-^ van de uitlaatdoorgang 6 en zich uitstrekt overde volledige lengte van deze doorgang is aangebracht in de gasuitlaat¬doorgang stroomafwaarts van de doorgang 7 voor het afvoeren van veront¬reinigingen, zoals weergegeven door de pijlen B (figuur 1). De hoek αligt binnen de grenzen van 0 tot 39°· Als de hoek α groter is dan 90°,zullen stofdeeltjes stoten op de afbuigplaat en zullen deze wordenteruggeworpen in de gasuitlaatdoorgang 6, zodat gassen niet van dezestofdeeltjes zullen worden gereinigd zonder te treden buiten het kaderen het wezen van de uitvinding zoals hieronder gedefinieerd in de con¬clusies .
Nog een andere uitvoeringsvorm van de inrichting voor het zuiveren van gassen van gedispergeerde deeltjes, vocht en oplosbare gasvormigeverontreinigingen zal nu worden beschreven.
De inrichting bezit een huis 18 (figuur 6) waarin een rotor 19 isondergebracht met een as 20 en schijven 21 (figuur 7) die daaraan zijnbevestigd en die op afstand ten opzichte van elkaar zijn bevestigd. Eengasinlaatdoorgang 22, een gasuitlaatdoorgang 23 en een doorgang 24 voorhet afvoeren van verontreinigingen zijn in het huis 18 aangebracht. Dedoorgangen 22 en 23 zijn gevormd door wanden van het huis 18 en door eenscheidingswand 25 die is aangebracht in het huis 18 en zich in de rich¬ting van de gasstromen uitstrekt. De doorgangen 22 en 23 strekken zichtangentieel ten opzichte van de schijven 21 uit, terwijl de doorgang 24is aangebracht in de gasuitlaatdoorgang 23 en zich langs de volledigelengte van de rotor 19 uitstrekt. De einden van de as 20 steken buitenhet huis 18 door openingen 26 en 27 in eindwanden 28 en 29 van het huis18 en zijn draaibaar gelagerd in lagers 30, 31» die zijn bevestigd inflenzen 32 en 33 die zijn bevestigd aan de eindwanden 28 en 29 van hethuis l8 en zich coaxiaal met de draaiingsas 02“02 van de rotor 19 uit¬strekken. De flenzen 32 en 33 bezitten inwendige ruimten 34 en 35 enradiale poorten 36 en 37. Het einde van de as 20 aan de zijde van deflens 33 is via een koppeling 38 verbonden met een elektromotor 39 diedoor middel van een bus 40 is bevestigd aan het eindvlak van de flens33· De as 20 en de schijven 21 zijn vervaardigd uit materialen met eenhoog warmtegeleidingsvermogen. De as 20 is hol. Een einde van de as datis ondergebracht in de inwendige ruimte 34 van de flens 32 bezit radialepoorten 41 die in een en hetzelfde vlak zijn geplaatst met de poorten 36van de flens 32, terwijl radiale poorten 42 zijn aangebracht in hettegenover liggende einde van de as 20 dat is ondergebracht in de inwen¬dige ruimte 35 van de flens 33» waarbij de poort is geplaatst in een enhetzelfde vlak als de poorten 37 van de flens 33· De as 20 is verbondenmet een warmteuitwisselingsmiddel dat een waaier 43 omvat van een cen-trifugaal-ventilator die is bevestigd tegenover de poorten 4l van hetaseinde dat is ondergebracht in de inwendige ruimte 34 van de flens 32,voor het pompen van warmtedrager door een inwendige ruimte 44 van de as20. Een thermo-regelorgaan 47 van de balgsoort met een vloeibaar mediumis bevestigd aan de buitenzijde van de wand 29 figuur 8) van het huis 18aan een arm 45 die door middel van een schroef 46 is bevestigd. Eenstaaf 48 van het thermo-regelorgaan 47 is draaibaar verbonden via eendraaipen 49 met een arm 50 die is bevestigd aan een smoororgaan 51 voorhet regelen van de toevoer van warmtedrager, welk smoororgaan een ringomvat met radiale poorten 52 die in lijn liggen met de poorten 37 van de flens 33 en met de poorten 42 van de as 20, waarbij de diameter van depoorten 52 en 37 gelijk aan elkaar zijn terwijl het aantal poorten inhet smoororgaan 51 en de flens 33 gelijk aan elkaar is. Het smoororgaan51 is bevestigd aan de flens 33 zodat dit kan draaien om de as 02“02.
Alle uitvoeringsvormen van de doorgang 24 voor het afvoeren vanverontreinigingen in deze inrichting zijn gelijk aan de uitvoeringsvor¬men van de doorgangen 7 (figuur 1) en doorgangen 7 (figuur 5).
De omtrekken van de schijven 4 (figuren 1, 4) en 21 (figuur 7)kunnen gegolfd zijn. Als een voorbeeld van deze uitvoeringsvormen vanschijven 4, 21 geeft figuur 9 de schijf 4 weer met een gegolfde omtrek.
De inrichting voor het zuiveren van gassen werkt als volgt.
Als de rotor 2 draait in het huis 1 van de inrichting in de rich¬ting weergegeven door de pijl C (figuur 1) door de elektromotor 11,wordt gas meegesleurd zodanig dat dit beweegt in de draaiingsrichtingvan de rotor 2 zoals is weergegeven door de pijl D vanaf de gasinlaat-doorgang 5 ten gevolge van viskeuze wrijvingskrachten bij de oppervlak¬ken van de schijven 4, welk gas stroomt rondom het binnenoppervlak vande cilindrische wand van het huis 1 waarbij de bewegingsrichting wordtgewijzigd in de tegengestelde richting waarbij het gas terecht komt inde gasuitlaatdoorgang 6. Onder invloed van centrifugale krachten dieworden ontwikkeld bij het draaien van de stroom, worden stofdeeltjes endeeltjes van andere vaste verontreinigingen die aanwezig zijn in het gasdat moet worden gezuiverd verplaatst binnen ruimten tussen de schijvenvan de rotor 2 in radiale richting in de richting van de cilindrischewand van het huis terwijl deze tezamen met het deel van de gasstroomworden gevoerd naar de doorgang 7 voor het afvoeren van verontreinigin¬gen in de richting weergegeven door de pijl E, terwijl het gezuiverdegas beweegt langs de gasuitlaatdoorgang 6 zoals is weergegeven door depijl B en wordt gevoerd naar een gebruiker.
Bij deze uitvoeringsvorm van de inrichting, waarbij de doorgang 7voor het afvoeren van verontreinigingen is gevormd door de poorten 13 ofdoor een spieetvormige opening 14 van de wand van het huis 1, scheidt deafbuigplaat 15 een deel van de gasstroom af met maximale concentratievan verontreinigingen met inbegrip van de fijnste en lichtste deeltjesdie geen tijd hebben om dichter bij de cilindrische wand van het huis 1te komen ten gevolge van een lage massa, en geleidt deze afbuigplaatdeze in de doorgang 7 voor het afvoeren van verontreinigingen.
Bij een andere uitvoeringsvorm van de inrichting wordt een deelvan de gasstroom die maximale concentratie van verontreinigingen bevatmet inbegrip van fijne en lichte deeltjes, die geen tijd hebben om dichter bij de cilindrische wand van het huis 1 te komen ten gevolge vaneen lage massa, afgescheiden door de hulpscheidingswand 17 en verwijderdvia de doorgang 7 voor het af voeren van verontreinigingen.
De inrichting voor het zuiveren van gassen volgens een andereuitvoeringsvorm van de uitvinding werkt als volgt.
Gedurende draaiing van de rotor 19 van het huis 18 van de inrich¬ting in de richting weergegeven door de pijl K (figuur 6) door middelvan de elektromotor 39 beweegt het gas vanaf de gasinlaatdoorgang 22 inde richting weergegeven door de pijl S ten gevolge van viskeuze wrij-vingskrachten bij het oppervlak van de schijf 24, wordt dit gas meege¬sleept in de draaiingsrichting van de rotor 19 zodanig dat dit stroomtlangs het binnenoppervlak van de cilindrische wand van het huis 18 en destromingsrichting wordt omgekeerd en wordt dit gevoerd naar de gasuit-laatdoorgang 23. Onder invloed van centrifugale krachten die wordenontwikkeld bij draaiing van de stroom, bewegen stofdeeltjes en deeltjesvan andere vaste verontreinigingen die aanwezig zijn in het gas datwordt gezuiverd, in de ruimten tussen de schijven 24 van rotor 19 inradiale richting in de richting van de cilindrische wand van het huis 19en worden, tezamen met een deel van de gasstroom, gevoerd naar de door¬gang 24 voor het afvoeren van verontreinigingen in de richting aangege¬ven door de pijl N, terwijl het gezuiverde gas gevoerd wordt naar eengebruiker via de gasuitlaatdoorgang 6, zoals aangegeven door de pijl F.Tegelijkertijd verschaft, gedurende draaiing van de rotor 19 de waaier 43 van de centrifugaal-ventilator, die bij deze uitvoeringsvorm van deinrichting werkt als een warmteuitwisselingsmiddel, een verlaagde drukin de inwendige ruimte 44 van de as 20. Koele lucht uit de atmosfeerwordt via de radiale poorten 52 en 37 van het smoororgaan 51 en de flens33 in de inwendige ruimte 35 van de flens 33 gebracht en via de radialepoorten 42 van het einde van de as 20, gevoerd naar de inwendige ruimte 44 daarvan.
De lucht wordt door de waaier 43 van de centrifugaal-ventilatorvia de radiale poorten 4l van het andere einde van de as 20 gezogen inde inwendige ruimte 34 van de flens 32 en wordt uit deze ruimte onttrok¬ken via de radiale poorten 36 van de flens 32. Als de lucht stroomt doorde inwendige ruimte 44 in de richting aangegeven door de pijlen Z(figuur 7). koelt deze de as 20 en de daaraan bevestigde schijven 21 aftengevolge van het grote warmtegeleidingsvermogen van de materialendaarvan. Het gas dat door de rotor 19 wordt gepompt door de inwendigeruimte van het huis 18 wordt, ten gevolge van een warmte-uitwisselingover een groot totaal aanrakingsoppervlak met de afgekoelde schijven 21, af gekoeld met een temperatuurgradiënt die voldoende is, tot het dauwpuntvan waterdamp die aanwezig is in het gas, zodat de vloeibare fase wordtgecondenseerd op de oppervlakken van de schijven 21. Onder invloed vancentrifugale krachten stromen lagen gecondenseerde vloeistof voortdurendweg van de oppervlakken van de draaiende schijven 21 praktisch in radia¬le richting in de richting van de cilindrische wand van het huis 18terwijl zij ononderbroken worden aangevuld op de oppervlakken van deschijven 21 ten gevolge van het afkoelen van het vochtige gas dat via degasinlaatdoorlaat 22 naar de inrichting wordt toegevoerd. Oplosbaregas vormige verontreinigingen die aanwezig zijn in het gas dat wordtgezuiverd, zoals ammoniak, worden opgelost in de lagen vloeistof dieworden gecondenseerd over een groot totaal oppervlaktegebied van deschijven 21. Rendement van het oplossingsproces van gasvormige veront¬reinigingen in de vloeistof wordt verhoogd door beweging van het gas datbij draaiing tangentieel stroomt in het huis 18 van de inrichting indwarsrichting ten opzichte van de beweging van de vloeistof die weg¬stroomt van de oppervlakte van de schijf 21 in een richting die dichtligt bij de radiale richting. Oplossing van gasvormige verontreinigingenvindt ook plaats aan de cilindrische wand van het huis 18 in de laag vancondensaat dat langs deze wand onder invloed van de gasstroom stroomt inde draaiiingsrichting van de rotor 19 in de doorlaat 2¾ voor het afvoe¬ren van verontreinigingen. Het gas dat van gedispergeerde insluitingenen opgeloste gasvormige verontreinigingen is gezuiverd, wordt met eenverlaagd vochtgehalte en een verlaagde temperatuur via de gasuitlaat-doorgang gevoerd naar een gebruiker.
Bij een wijziging van de temperatuur van de warmtedrager, die indeze uitvoeringsvorm bestaat uit lucht uit de atmosfeer, bijvoorbeeldten gevolge van een verandering in de weersomstandigheden, zal hetthermo-regelorgaan 47 reageren op een wijziging in de omgevingstempera¬tuur zodat de lineaire afmetingen zullen worden gewijzigd en het smoor-orgaan 51 zal worden gedraaid om de flens 33 via de staaf 48 die via eendraaipen 49 draaibaar is verbonden met de arm 50 die is bevestigd aanhet smoororgaan 51· De radiale poorten 52 van het smoororgaan 51 zijnversprongen ten opzichte van de radiale poorten 37 van de flens 33 zodateen totale dwarsdoorsnedegebied van de poorten 37 en 52 wordt gewijzigd,waardoor een wijziging plaatsvindt in de toevoer van koele lucht vanuitde atmosfeer naar de inwendige ruimte 44 van de as 20. In het geval detemperatuur van lucht uit de atmosfeer daalt verlaagd het smoororgaan51, waarop de thermo-regelorgaan 47 inwerkt, de toevoer van koele luchtnaar de inwendige ruimte 44 van de as 20 en in het geval dat de lucht¬ temperatuur stijgt zal dit de luchttoevoer verhogen waarbij de tempera¬tuur van de rotor 19 automatisch wordt gehouden op een niveau dat nodigis om waterdamp te laten condenseren op de oppervlakken van de schijven21 bij variërende temperaturen van lucht uit de atmosfeer en waarbij ookde temperatuur van het te zuiveren en te drogen gas wordt gehoudenbinnen vooraf bepaalde grenzen.
Als de omtrekken van de schijven 4 en 21 gegolfd zijn, worden deaërodynamische eigenschappen van de rotoren 2 en 19 aanzienlijk verbe¬terd als wordt bedacht dat zij werken als een werkorgaan van een venti¬lator in de inrichting. Ten gevolge hiervan wordt de verwerkingscapaci¬teit van de inrichting vergroot.
De inrichting volgens de uitvinding kan worden gebruikt voor hetpompen van gassen, voor het zuiveren daarvan van gedispergeerde inslui¬tingen, voor het koelen, drogen en zuiveren van oplosbare gasvormigeverontreinigingen met een hoog rendement en een hoge verwerkingscapaci¬teit terwijl de inrichting eenvoudig van constructie is, compact engemakkelijk te vervaardigen.
Bovendien kan een uitvoeringvorm van een inrichting worden uitge¬voerd met een bedieningsorgaan in plaats van het thermo-regelorgaan endat kan worden gekoppeld aan het smoororgaan voor het regelen van detoevoer van warmtedrager, die kan worden geregeld volgens een voorafbepaald programma zodat de warmte-uitwisselingsomstandigheden kunnenworden gevarieerd op dezelfde wijze als bij het thermo-regelorgaan meteen constante temperatuur van de warmtedrager om de gewenste temperatuurvan het te zuiveren gas te houden binnen vooraf bepaalde grenzen.
De inrichting kan ook worden gebruikt voor het zuiveren van gassenvan stof en andere gesuspendeerde verontreinigingen met gelijktijdigeverhitting van de te zuiveren gassen met gebruikmaking van een warmte¬drager bij een temperatuur die hoger is dan de temperatuur van de tezuiveren gassen.
De beschreven inrichtingen voor het zuiveren van gassen kunnenworden gebruikt bij klimaatregelings- en ventilatiesystemen bij woningenen industriële gebouwen en constructies alsmede bij openbare gebouwen,bioscopen, theaters, ondergrondse spoorwegen, spoorwegstations, enz.. Inhet bijzonder kunnen dergelijke inrichtingen worden gebruikt in delandbouw voor het zuiveren van lucht van stof, het verlagen van hetvochtgehalte en het verwijderen van ammoniak uit lucht gedurende dewinterperiode waarin dieren zijn opgesloten.

Claims (9)

1. Inrichting voor het zuiveren van gassen, in het huis waarvaneen rotor is ondergebracht die een as omvat met een schijf die daaraanis bevestigd, waarbij het huis gasinlaat- en -uitlaatdoorgangen bezit eneen doorgang voor het af voeren van verontreinigingen, met het kenmerk,dat aan de as (3, 20) van de rotor (2, 19) ten minste nog een zelfdeschijf (4, 21) op afstand van de nabij liggende schijf (4, 21) is beves¬tigd terwijl het huis (1, 18) is voorzien van een scheidingswand (8, 25)die zich langs de richting van de gasstroom uitstrekt, waarbij de gasin¬laat- en uitlaatdoorgangen (5, 6 en 22 , 23) zijn gevormd door de wandenvan het huis (1, 18) en de scheidingswand (8, 25) en tangentieel tenopzichte van de schijven (4, 21) zijn aangebracht, terwijl de doorgang(7, 24) voor het af voeren van verontreinigingen is aangebracht in degasuitlaatdoor (6, 23), en zich over de lengte van de rotor (2, 19)uitstrekt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de as (20)en schijven (21) zijn vervaardigd van materialen met een hoog warmtege-leidingsvermogen, waarbij de as (20) is verbonden met een warmte-uitwis-selingsmiddel.
3· Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de as (20)een inwendige ruimte bezit terwijl de einden daarvan radiale poorten(4l, 42) bezitten voor het doorlaten van warmtedrager, terwijl hetwarmte-uitwisselingsmiddel is vervaardigd in de vorm van een waaier (43)die is aangebracht aan een einde van de as (20) voor het pompen van dewarmtedrager door de inwendige ruimte (44) van deze as (20.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het eindevan de as (20) tegenover het einde van deze as waaraan de waaier isbevestigd voor het pompen van de wamrtedrager door de inwendige ruimte(44) van de as (20) tegenover de radiale poorten (42) een smoororgaan(51) draagt gekoppeld aan het thermo-regelorgaan (47) voor het regelenvan de toevoer van warmtedrager.
5· Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de door¬gang (7, 24) voor het af voeren van verontreinigingen is gevormd doorten minste een rij poorten (13) in de wand van het huis (1, 8).
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de door¬gang (7, 24) voor het af voeren van verontreinigingen is gevormd doorten minste een spieetvormige opening (14) in de wand van het huis (1,18).
7. Inrichting volgens een der conclusies 5, 6, met het kenmerk, dat in de gasuitlaatdoorgang (6, 23) stroomafwaarts van de doorgang (7,24) voor het af voeren van verontreinigingen een afbuigplaat (15) isaangebracht die onder een hoek α schuin ligt ten opzichte van de as0^-0^ van de gasuitlaatdoorgang (6, 23) en die zich over de gehelelengte daarvan uitstrekt.
8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de door¬gang (7, 24) voor het af voeren van verontreinigingen is gevormd door dewand (16) van het huis (1, 18) en door de extra scheidingswand (17) dieis aangebracht in de gasuitlaatdoorgang (6, 23).
9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omtrek¬ken van de schijven (4, 21) gegolfd zijn.
NL8820592A 1988-04-14 1988-04-14 Inrichting voor het zuiveren van gassen. NL8820592A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
PCT/SU1988/000081 WO1989009647A1 (en) 1988-04-14 1988-04-14 Device for gas cleaning
SU8800081 1988-04-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8820592A true NL8820592A (nl) 1990-03-01

Family

ID=21617233

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8820592A NL8820592A (nl) 1988-04-14 1988-04-14 Inrichting voor het zuiveren van gassen.

Country Status (7)

Country Link
DE (2) DE3891291C2 (nl)
DK (1) DK168611B1 (nl)
FI (1) FI85952C (nl)
NL (1) NL8820592A (nl)
NO (1) NO171829C (nl)
SE (1) SE463543B (nl)
WO (1) WO1989009647A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202004015289U1 (de) * 2004-10-01 2006-02-09 Wss Gmbh Vorrichtung zur Garraum-Klimareinigung in Form eines Lüfterrades
DE102014220154A1 (de) * 2014-10-06 2016-04-07 Elringklinger Ag Abscheidevorrichtung

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SU59075A1 (ru) * 1938-03-31 1940-11-30 И.Г. Локшин Аппарат дл очистки воздуха
SU84250A1 (ru) * 1948-02-14 1949-11-30 В.С. Грищенко Однодисковый пылеотделитель
US3724181A (en) * 1971-06-11 1973-04-03 Envirco Corp Process for separating particles from aerosols
SU504544A1 (ru) * 1971-09-16 1976-02-28 Ленинградский Государственный Научно-Исследовательский И Проектный Институт Основной Химической Промышленности Центробежный пылеотделитель
SU1095956A1 (ru) * 1982-03-31 1984-06-07 Ремонтно-Наладочное Управление По Вентиляции,Кондиционированию Воздуха И Газоочистке "Грузвентремонт" Пылеуловитель

Also Published As

Publication number Publication date
DE3891291T1 (de) 1991-02-21
DK628889A (da) 1990-02-13
FI895922A0 (fi) 1989-12-12
SE8904221L (sv) 1989-12-14
WO1989009647A1 (en) 1989-10-19
SE8904221D0 (sv) 1989-12-14
FI85952C (fi) 1992-06-25
DK628889D0 (da) 1989-12-13
NO171829C (no) 1993-05-12
NO894982D0 (no) 1989-12-12
FI85952B (fi) 1992-03-13
DE3891291C2 (de) 1996-09-05
NO171829B (no) 1993-02-01
SE463543B (sv) 1990-12-10
DK168611B1 (da) 1994-05-09
NO894982L (no) 1990-02-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1041282C (zh) 具有非平行分离通道的转动粒子分离器和一种分离设备
US2932360A (en) Apparatus for treating air
US1843252A (en) Heat recoverer
KR0167380B1 (ko) 블레이들리스 임펠러 및 내부 열전달기구를 갖는 임펠러
US4401151A (en) Device for pumping a liquid or gaseous current medium
US2364279A (en) Air-conditioning apparatus
US3276189A (en) Direct contact air treating apparatus
NL8820592A (nl) Inrichting voor het zuiveren van gassen.
US3150944A (en) Rotary apparatus for separating solid particles from gas
US2793710A (en) Heat exchanger
US1964858A (en) Method and apparatus for treatment of nongaseous materials
SU1679142A1 (ru) Устройство дл осушени и очистки воздуха
US2431336A (en) Dust collector
RU2773590C1 (ru) Двухпоточный центробежный вентилятор
RU2122462C1 (ru) Поперечно-поточный ротационный пылеуловитель
RU2244585C1 (ru) Поперечно-поточный ротационный пылеуловитель
RU2229658C2 (ru) Устройство для очистки газа
JP3887776B2 (ja) 除湿装置
SU1079998A1 (ru) Регенеративный теплообменник
WO2023025433A1 (en) A desiccant dehumidifier
JPH04370391A (ja) ファン装置
JPS5945909B2 (ja) 回転式熱交換器
SU1015187A2 (ru) Регенеративный теплообменник
JPH05133553A (ja) 除湿機
JPH05245331A (ja) 除湿装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: XEME INC.

BV The patent application has lapsed