NL8820552A - Inrichting voor het aftappen van een medium uit of het toevoeren van een medium in een houder. - Google Patents

Inrichting voor het aftappen van een medium uit of het toevoeren van een medium in een houder. Download PDF

Info

Publication number
NL8820552A
NL8820552A NL8820552A NL8820552A NL8820552A NL 8820552 A NL8820552 A NL 8820552A NL 8820552 A NL8820552 A NL 8820552A NL 8820552 A NL8820552 A NL 8820552A NL 8820552 A NL8820552 A NL 8820552A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plug
gripping
gripping claws
claws
cavity
Prior art date
Application number
NL8820552A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Astroem Erik Johan H
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from SE8702984A external-priority patent/SE8702984D0/xx
Priority claimed from SE8801810A external-priority patent/SE8801810D0/xx
Application filed by Astroem Erik Johan H filed Critical Astroem Erik Johan H
Publication of NL8820552A publication Critical patent/NL8820552A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67BAPPLYING CLOSURE MEMBERS TO BOTTLES JARS, OR SIMILAR CONTAINERS; OPENING CLOSED CONTAINERS
    • B67B7/00Hand- or power-operated devices for opening closed containers
    • B67B7/42Devices for removing barrel bungs
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/598With repair, tapping, assembly, or disassembly means
    • Y10T137/612Tapping a pipe, keg, or apertured tank under pressure
    • Y10T137/6126Imperforate closure removing and holding tap
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/598With repair, tapping, assembly, or disassembly means
    • Y10T137/612Tapping a pipe, keg, or apertured tank under pressure
    • Y10T137/613With valved closure or bung
    • Y10T137/6133Combined rotary and longitudinal movement of valve

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
  • Devices For Opening Bottles Or Cans (AREA)

Description

O o £ l? y ü £.
89450 2/Rey/HH
Korte aanduiding: Inrichting voor het aftappen van een medium uit of het toevoeren van een medium in een houder.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aftappen van een medium uit of het toevoeren van een medium in een houder via een van inwendige schroefdraad voorzien aftap- of vulgat dat is aangebracht 5 in een wand van de houder en kan worden afgesloten door middel van een van uitwendige schroefdraad voorziene in het algemeen komvormige plug met een naar buiten toe open holte voor het opnemen van een werktuig dat dient om de plug te verdraaien.
10 Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrek king op een dergelijke inrichting van het type dat een klok-vormig huis bevat dat met een open uiteinde hiervan losneembaar kan worden gemonteerd over dit gat en in zijn wand is voorzien van een opening waardoor medium kan worden toege-15 voerd in of worden afgevoerd uit het huis/ en een werktuig voor het met de hand bedienen van de plug vanaf een plaats buiten het huis, welk werktuig een schacht bevat die verschuifbaar en draaibaar loopt door een gedeelte van het huis, dat is gelegen tegenover het open einde van het huis, 20 en is voorzien van een handgreep aan het buiten het huis gelegen einde hiervan, terwijl het aan zijn andere einde is voorzien van een plughouder omvattende een lichaam, dat wordt gedragen door de as van het gereedschap, en twee grijpklauwen die zijn gemonteerd voor een beperkte ver-25 plaatsing in het lichaam en die zijn voorzien van grijpde-len die in de holte van de plug kunnen worden gestoken en verplaatsbaar zijn tussen ingetrokken standen aan het inwendige eindstanden en uitstaande buitenste eindstanden welke grijpklauwen zijn aangebracht om onder druk in aan-30 raking te worden gebracht tegen twee tegenover elkaar gelegen gedeelten van de zijwand van de genoemde holte door middel van de grijpdelen.
Ten eerste worden inrichtingen van dit type gebruikt bij het aftappen van medium uit of het toevoeren van —) -k 8820552.
-2- medium in vat-vormige houders via gaten die kunnen worden afgesloten door middel van stoppen. In dit verband maken de genoemde inrichtingen het mogelijk te voorkomen dat het personeel dat het tappen of vullen uitvoert gevaar loopt om 5 in direkte aanraking te komen met het betreffende medium.
In GB-B-2 006 723 en GB-B-2 055 355 zijn twee inrichtingen van het genoemde type bekend. In elk van deze twee inrichtingen, zijn de grijpklauwen gevormd door op één lijn gelegen axiale rechte pennen die onder veerdruk staan 10 naar de ingetrokken inwendige eindstanden van waaruit zij kunnen worden verplaatst naar de uitgestoken buitenste eindstanden door middel van een met de hand bedienbaar bedie-ningsorgaan dat wordt gevormd door een nokelement dat in aanraking komt met de binneneinden van de twee pennen. In 15 de praktijk blijkt deze konstruktie van de plughouder veel nadelen te vertonen. In het bijzonder is gebleken dat de plughouders van deze bekende inrichtingen niet geschikt zijn om te worden gebruikt bij het hanteren van andere pluggen dan die waarvan de diameter van de holte in de plug slechts 20 een weinig kleiner is dan de afstand tussen de grijpdelen van de twee grijpklauwen als deze grijpdelen in hun buitenste eindstanden staan. In de handel zijn er echter soorten pluggen van verschillende typen waarbij de diameter van de holte aanzienlijk verschilt van het ene plugtype tot het 25 andere alhoewel zij alle bestemd zijn om te worden gebruikt voor het afsluiten van van inwendige schroefdraad voorziene gaten van dezelfde afmeting. De reden van deze grote variëteit in diameter van de holte, die ongeveer 10 mm kan bedragen, is gelegen in het feit dat de pluggen zijn vervaar-30 digd van verschillende materialen en door verschillende fabrikagemethoden.
De uitvinding heeft tot oogmerk een verbeterde inrichting te verschaffen van het aanvankelijk aangegeven type waarbij de plughouder zeer geschikt is voor het be-35 handelen van pluggen die sterk variërende diameters hebben.
Overeenkomstig de uitvinding, wordt voor het bovengenoemde oogmerk een inrichting voorgesteld van het type dat in de eerste plaats is gekenmerkt doordat de grijpdelen 88205 52 -3- van de vastgrijpklauwen zijn aangebracht om vanaf hun binnenste eindstanden te worden verplaatst naar hun buitenste eindstanden via de werking van veerkrachten die op de grijpklauwen worden uitgeoefend door in de plughouder opgenomen 5 veerorganen.
De bovengenoemde konstruktie van de inrichting heeft tot gevolg dat de vastgrijpklauwen in een veerkrachtige aanraking kunnen worden gebracht met de zijwand van de holte in de plug in plaats van een in hoofdzaak stijf kon-10 takt met deze wand zoals het geval is bij de bovengenoemde bekende inrichtingen. Dit betekent dat de plughouder van de inrichting kan worden gebruikt voor het behandelen van pluggen die holten hebben met sterk variërende diameter. De enige voorwaarde waaraan moet worden voldaan om het mogelijk 15 te maken de plughouder te gebruiken voor het hanteren van een bepaalde plug is dat de diameter van de holte van de plug groter moet zijn dan de afstand tussen de grijpdelen van de twee grijpklauwen als deze in hun binnenste eindstanden staan maar kleiner dan de afstand tussen de grijp-20 delen van de grijpklauwen als deze in hun buitenste eindstanden staan.
Een volgend voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat deze volledig het gevaar elimineert van beschadiging van de plug of van de plughouder zelf dat aan-25 wezig is bij de bekende inrichtingen en het gevolg is van het feit dat de grijpklauwen onder uitzonderlijke druk in aanraking kunnen worden gebracht met de wand van de plug.
De grijpdelen van de grijpklauwen kunnen door de veerorganen op geschikte wijze konstant onder veerdruk 30 staan in richtingen naar hun buitenste eindstanden.
Volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, kunnen de grijpklauwen zijn voorzien van nokopper-vlakken, die zijn gericht naar het voorste einde van de plughouder en door middel waarvan de grijpklauwen kunnen 35 samenwerken met randdelen van de plug, die zijn gelegen bij het open einde van de holte, zodat hun grijpdelen in de holte van de plug kunnen worden gestoken onder het ondergaan van een automatische veerkrachtige samendrukking.
8820 5 52..” -4-
De nokoppervlakken van de grijpklauwen kunnen bij voorkeur lopen in onderling convergerende richtingen vanaf de grijpdelen van de grijpklauwen en naar het voorste einde van de plughouder. Bovendien kunnen de grijpklauwen op ge-5 schikte wijze zwenkbaar zijn gemonteerd in het lichaam van de plughouder voor een zwenkende beweging ten opzichte van het lichaam om onderling evenwijdige zwenkassen die loodrecht lopen op de longitudinale richting van de werktuigas. Deze hartlijnen kunnen met voordeel zijn geplaatst zodat 10 deze de wrijvingskrachten veroorzaken die werken op de grijpdelen tijdens het terugtrekken van de grijpklauwen uit de holte van de plug om koppels te veroorzaken die neigen de grijpklauwen te draaien in richtingen naar hun buitenste eindstanden.
15 Volgens een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding, kan de plughouder echter zijn voorzien van met de hand bedienbare bedieningsorganen voor de grijpklauwen waardoor de grijpdelen van deze klauwen met kracht kunnen worden teruggetrokken uit hun buitenste eindstanden 20 naar hun binnenste eindstanden teneinde deze onbelemmerd in de holte van de plug te kunnen steken. In dit geval kan de plughouder op geschikte wijze tevens middelen bevatten om de grijpklauwen losneembaar vast te houden in hun binnenste eindstanden.
25 De uitvinding zal hierna worden beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekening, waarin:- fig. 1 gedeeltelijk in doorsnede een zijaanzicht toont van een inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, die bij wijze van voorbeeld is gekozen, 30 welke weergegeven inrichting is gemonteerd over een van inwendige schroefdraad voorzien aftap- of vulgat in een houder, dat is afgesloten door middel van een van schroefdraad voorziene plug, en met een gereedschap van de inrichting dat is gelegen in een stand direkt voor de genoemde plug; 35 fig. 2 toont op vergrote schaal en in doorsnede een zijaanzicht van een plughouder die deel uitmaakt van het gereedschap; fig. 3 toont een extra zijaanzicht van de plughou- 88205527 -5- der, in een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 2, waarbij wordt aangenomen dat een in de plughouder aanwezige veer is verwijderd; fig. 4 toont gedeeltelijk in doorsnede een zijaan-5 zicht van een inrichting volgens een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding, welke inrichting gemonteerd over een van inwendige schroefdraad voorzien aftap-of vulgat in een houder is weergegeven, welk gat is afgesloten door middel van een van schroefdraad voorziene plug, 10 en met een gereedschap van de inrichting gelegen in een stand direkt voor de genoemde plug; fig. 5 in doorsnede een zijaanzicht toont van een plughouder die deel uitmaakt van het gereedschap; fig. 6 toont een bovenaanzicht van de plughouder; 15 fig. 7 toont een onderaanzicht van de plughouder; fig. 8 toont een extra zijaanzicht van de plughouder in doorsnede volgens de lijn XIII-XIII in fig. 6, waarbij echter de grijpklauwen van de plughouder en twee veren die dienen om de genoemde klauwen onder veerdruk te houden 20 echter voor de duideijkheid zijn weggelaten; fig. 9 toont een zijaanzicht van één van de grijpklauwen; en fig. 10 toont een eindaanzicht van de grijpklauwen die deze weergeven gezien van rechts volgens fig. 9.
25 De in de fig. 1 tot 3 weergegeven inrichting omvat een klokvormig in het algemeen cilindrisch huis 10, dat aan zijn open einde is voorzien van een vastzetinrichting, die in het algemeen is aangegeven met 11, waarmee het huis 10 kan worden bevestigd over een tap- of vulgat 13 in een wand 12 30 van een houder waaruit medium kan worden afgetapt en waarin medium kan worden toegevoerd via dit tap- en vulgat. Het gat 13 wordt gevormd door een van inwendige schroefdraad voorziene pijpmof 14 die uitsteekt van de houderwand 12 en aan zijn buitenste einde een buitenste omtreksflens 15 35 heeft waaraan het huis 10 afdichtend kan worden verbonden via tussenkomst van een afdichtring 16.
Het verwijzingscijfer 17 geeft een van uitwendige schroefdraad, in het algemeen komvormige plug aan die is 8820552.
-6- voorzien van een naar buiten toe open holte 18 en twee tegenover elkaar gelegen wigvormige uitsteeksels 19 die vanaf de zijwand 20 over een korte afstand in deze holte lopen. In fig. 1, is deze plug 17 in de pijpmof 14 ge-5 schroefd weergegeven en sluit afdichtend het gat 13 af door tussenkomst van een afdichtring 21.
De vastzetinrichting 11 omvat drie klauwen 22 die op onderling gelijke afstanden zijn gelegen over de omtrek van het huis 10 bij het open einde hiervan. Deze klauwen 22 10 hebben langwerpige schachtvormige hoofddelen 23 waarmee de klauwen verplaatsbaar zijn gemonteerd in het huis 10 dat aan zijn buitenste einde is voorzien van een ring 24 die stijf is verbonden met het huis en drie axiaal lopende groeven 25 heeft die dienen als geleidingskanalen voor de hoofd-15 delen 23 van de klauwen 22. Aan hun voorste einden, zijn de klauwen 22 voorzien van naar binnen gebogen grijpdelen 26 waardoor zij kunnen worden aangebracht tegen de achterste delen van de flens 15 van de pijpmof 14 teneinde het huis 10 in een afdichtende aanraking te brengen met deze flens 20 via de afdichtring 16. Aan hun achterste einden zijn de klauwen 22 bovendien voorzien van naar buiten gebogen hielen 27 waardoor zij verankerd worden gehouden in een langs de omtrek lopende inwendige groef 28 in een van inwendige schroefdraad voorziene bus 29 die dient als bedie-25 ningsorgaan voor de klauwen en in schroefdraadverbinding staat met een van uitwendig schroefdraad voorzien gedeelte van het huis 10.
Daar de vastzetinrichting 11 geen deel uitmaakt van de onderhavige uitvinding, is elke gedetailleerde be-30 schrijving van deze inrichting in dit verband niet gerechtvaardigd. Slechts kan worden toegevoegd dat de klauwen 22 ten opzichte van het huis 10 op zodanige wijze zijn geleid, dat indien zij door middel van de bus 29 van het huis 10 axiaal naar buiten worden verplaatst, zij aanvankelijk een 35 rechtlijnige verplaatsing zullen ondergaan in hun longitudinale richtingen en zij later zullen worden onderworpen aan een gelijktijdige axiale verplaatsing en een radiale beweging naar buiten toe van hun grijpdelen 26, waarbij 8820552 .1 -7- deze delen volledig vrij komen van de pijpmof 14 en het verwijderen van de inrichting als geheel toelaten. Voor verdere informatie over de werking en konstruktie van de vastzetinrichting, wordt verwezen naar DE-A-341 2455.
5 In fig. 1 geeft het verwijzingscijfer 30 in het algemeen een gereedschap aan waarmee de plug 17, als het huis 10 op de pijpmof 14 is gemonteerd, met de hand kan worden bediend vanuit een plaats buiten het huis 10. Het gereedschap 30 omvat een as 31 met een cirkelvormige dwars-10 doorsnede die verplaatsbaar en draaibaar is gemonteerd in een afgedicht centraal doorgaand boorgat 32a in een op het huis 10 gemonteerde deksel 32, aan het van de vastzetinrichting 11 afgelegen einde hiervan, teneinde het huis bij dat einde hiervan af te sluiten. Aan het buiten het huis 10 15 gelegen einde is de as 31 voorzien van een handgreep 33, terwijl de as aan zijn andere einde is voorzien van een houder voor de plug 17, die in het algemeen is aangegeven met 34.
Deze plughouder 34 omvat een lichaam, dat stijf 20 is verbonden met de as en bestaat uit een inwendig element 35 en een uitwendig element 36, en twee vlakke grijpklauwen 37 die zijn gemonteerd voor een beperkte verplaatsing in het lichaam en zijn voorzien van grijpdelen 38 waarmee de grijpklauwen in een wrijvingsverbinding kunnen worden ge-25 bracht met twee tegenover elkaar gelegen delen van de zijwand 20 van de holte 18 in de plug 17.
Zoals het beste blijkt uit de fig. 2 en 3, bestaat het inwendige element 35 van het lichaam van de plughouder, dat direkt aan de as 31 is bevestigd, uit een plaat 30 met in bovenaanzicht een cirkelvormige konfiguratie, terwijl in zijaanzicht volgens fig. 2 het een gebogen vorm heeft zodat het een centrale ruimte 39 met rechthoekige dwarsdoorsnede vormt aan zijn buitenkant. Het buitenste element 36 van het lichaam van de plughouder 34 bestaat uit een gebogen 35 bandvormig element, dat in zijaanzicht volgens fig. 3 een in het algemeen U-vormig gebogen centraal gedeelte 40 en twee flenzen 41 heeft die in zijrichtingen uitsteken vanaf de vrije einden van de twee evenwijdige benen van het ge- 8820552.
-8- noemde centrale gedeelte en die worden opgenomen in de ruimte 39 van het inwendige element 35 en bij de met streep-stippellijnen 42 in fig. 3 weergegeven verbindingspunten met het element 35 is verbonden.
5 De as 31 en de twee elementen 35 en 36 kunnen op geschikte wijze bestaan uit roestvrij staal en aan elkaar zijn gelast. De elementen 35 en 36 kunnen bij voorkeur zijn vervaardigd door deze te ponsen en te buigen uit een plaat van roestvrij staal.
10 De grijpklauwen 37 kunnen met voordeel tevens zijn vervaardigd door deze te ponsen uit een plaat van roestvrij staal. De vorm en de montage van de grijpklauwen in het lichaam van de plughouder 34 is het beste zichtbaar in fig.
2. Zoals in deze figuur weergegeven/ worden de belangrijk-15 ste delen van de grijpklauwen 37 opgenomen in de tussen de twee evenwijdige benen van het U-vormige centrale deel 40 van het element 36 gevormde ruimte 43. Bij hun op een afstand gelegen zijwaartse buitenste einde, zijn de grijpklauwen echter voorzien van einddelen met een in het alge-20 meen driehoekige vorm waarmee zij in zijwaartse richtingen uit deze ruimte steken, waarbij de buitenste punt van het einddeel van elke grijpklauw het hiervoor genoemde grijp-deel 38 van deze klauw vormt, terwijl de zijrand van dit einddeel dat is gericht naar het buitenste einde van de 25 plughouder een nokoppervlak 44 vormt dat bestemd is om het in de holte 18 van de plug 17 steken van de plughouder 34 te vergemakkelijken.
Het verwijzingscijfer 45 geeft een bladveer aan die is geplaatst tussen de twee grijpklauwen 37 en tracht 30 de grijpklauwen in hun buitenste eindstanden te houden die in fig. 2 is weergegeven, waarin zij met delen nabij hun bovenste einde rusten tegen oppervlakken van het element 36 die zijn gelegen aan tegenover elkaar gelegen einden van de ruimte 39 en werken als stopaanslagen.
35 Teneinde een beperkte zwenkende verplaatsing toe te laten van de grijpkaluwen 37 zonder gebruik van afzonderlijke draaipennen, is het aan het van de as 30 afgelegen einde van elke grijpklauw voorzien van een wigvormig uit- 8820 5 52.1 -9- steeksel 46 dat is opgenomen in een doorgaand boorgat 47 in de plaat van het U-vormige deel 40. Aan hun einden die het dichtst bij de as 31 zijn gelegen zijn de grijpklauwen 37 vervolgens voorzien van boogvormig gebogen draagoppervlakken 5 48 waarmee zij kunnen schuiven tegen de onderste zijde van het element 35 dat naar deze einden van de grijpklauwen is gericht.
De hierboven beschreven en in de tekening weergegeven konstruktie van de grijpklauwen 37 heeft tot gevolg 10 dat als de plughouder 34 omlaag wordt gedrukt tegen de plug 17, de grijpklauwen veerkrachtig naar binnen naar elkaar kunnen worden gezwenkt om de bovenste en inwendige rand-delen 49 van het gat 47 die werken als lagerranden. Deze inwaartse beweging van de klauwen 37 zal worden veroorzaakt 15 door de op de nokoppervlakken 44 uitgeoefende kracht door de bovenste en inwendige randdelen van de plug 17.
In fig. 2 is een gebogen streepstippellijn A aangegeven die weergeeft hoe tijdens deze inwaartse verplaatsing van elke klauw 37, het grijpdeel 38 van deze klauw kan 20 worden gezwenkt uit zijn normale ruststand naar een ingetrokken stand, die is aangegeven met B, waarin dit deel veerkrachtig kan rusten tegen de zijwand 20 van de holte 18 in een wrijvingsverbinding hiermee en de plug kan vasthouden tegen het ondoeld verwijderen hiervan uit de plug-25 houder 34.
Als de plughouder 34 in de plug 17 is gestoken, kan de laatste van de pijpmof 14 worden losgeschroefd door middel van een gereedschap 30 en vervolgens uit deze pijpmof 14 worden teruggetrokken naar een stand waarin een vrij 30 mediumkanaal tot stand wordt gebracht door het huis 10 tussen het gat 13 en een opening in de wand van het huis 10 die wordt gevormd door een naar buiten toe uitstekende ver-bindingspijp 50. Een slang of andere leiding kan met de pijp 50 worden verbonden teneinde medium naar de houder toe 35 te voeren of hieruit af te voeren.
Daar de zwenkassen van de grijpklauwen 37 die worden gevormd door de legerranden 49 axiaal buiten en radiaal binnen de grijpdelen 38 zijn gelegen, zullen de wrijvings- 8820552.
-10- krachten die op de grijpdelen werken als de plug enige neiging vertoont om van de plughouder 34 vrij te komen de grijpklauwen 37 onderwerpen aan koppels die neigen deze naar hun buitenste eindstanden te draaien. Hierdoor zal de 5 inrichting een zeer goede garantie bieden tegen elk onbedoeld verwijderen van de plug 17 uit de plughouder.
De hierboven beschreven en in de fig. 1 tot 3 weergegeven inrichting vertoont een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding die in de eerste plaats geschikt is om te 10 worden gebruikt in kombinatie met gaten van in vergelijking kleine diameter, bijvoorbeeld van ongeveer 23 mm.
In de fig. 4 tot 10 is een inrichting volgens een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven die in de eerste plaats bestemd is om te worden ge-15 bruikt in kombinatie met gaten van in vergelijking grote diameter, van bijvoorbeeld ongeveer 55 mm. Opgemerkt moet echter worden dat beide uitvoeringsvormen kunnen worden gewijzigd teneinde het mogelijk te maken deze te gebruiken in kombinatie met grote of kleine gaten.
20 In de uitvoeringsvorm volgens de fig. 4 tot 10, zijn de elementen die overeenkomen met de elementen 10-38 en 50 van de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 tot 3 aangegeven met overeenkomstige verwijzingscijfers voorafgegaan door het cijfer "1". In de fig. 4 tot 10 zijn deze elemen-25 ten aangegeven met 110-138 en 150. Evenals de inrichting volgens de fig. 1 tot 3 bevat de inrichting volgens de fig. 3 tot 10 een klokvormig in het algemeen cilindrisch huis 110 dat is voorzien van een vastzetinrichting, die in het algemeen is aangegeven met 111, waarmee het huis 110 kan 30 worden vastgezet over een aftap- of vulgat 113 dat is aangebracht in een wand 112 van de houder en wordt gevormd door een van inwendige schroefdraad voorziene pijpmof 114 die vanaf de wand 112 van de houder uitsteekt en is voorzien van een flens 110 aan de omtreksrand waaraan het huis 35 HO afdichtend kan worden verbonden door tussenkomst van een afdichtring 116.
Het verwijzingscijfer 117 geeft een van uitwendige schroefdraad voorziene, in het algemeen komvormige plug 88205S2, -liaan die is voorzien van een naar buiten toe open holte 118 en van twee tegenover elkaar gelegen wigvormige uitsteeksels 119 die vanaf de zijwand 120 hiervan in deze holte lopen. De plug 117 kan het gat 113 afdichtend afsluiten 5 door tussenkomst van een afdichtring 121.
De vastzetinrichting 111 omvat drie klauwen 122 die op onderling gelijke afstanden zijn geplaatst langs de omtrek van het huis 110 en langwerpige hoofddelen 123 hebben waardoor zij verplaatsbaar zijn gemonteerd in het huis 110 dat is voorizen van een ring 124, die stijf met het huis is verbonden en drie axiaal lopende groeven 125 heeft die dienen als geleidingskanalen voor de hoofddelen 123 van de klauwen 122. Aan hun voorste einden, zijn de klauwen 122 voorzien van naar binnen gebogen grijpdelen 126, waardoor 25 zij kunnen worden gebruikt tegen de achterste delen van de flens 115 van de pijpmof 114. Aan hun achterste einden zijn de klauwen 122 bovendien voorzien van naar buiten gebogen hielen 127 waardoor zij verankerd worden gehouden in een over de omtrek lopende inwendige groef 128 in een van in-20 wendige schroefdraad voorziene bus 129 die in schroefdraad-verbinding staat met een van uitwendige schroefdraad voorzien gedeelte van het huis 110.
Het verwijzingscijfer 130 geeft in het algemeen een gereedschap aan omvattende een as 131 die draait in een 25 opening 132a in een deksel 132. Aan zijn einde buiten het huis 110 is de as 131 voorzien van een handgreep 133, terwijl de as aan zijn andere uiteinde is voorzien van een houder voor de plug 117, die in het algemeen is aangegeven met 134.
30 Deze plughouder 134 omvat een cirkelvormige schijf 135, die stijf op de as 131 is gemonteerd en een lichaam 136, dat voor een beperkte roterende beweging op deze schijf is gemonteerd, en twee grijpklauwen 137, die zijn gemonteerd voor een beperkte verplaatsing in het 35 lichaam en die zijn voorzien van grijpdelen 138 waarmee deze grijpklauwen onder druk in aanraking kunnen worden gebracht tegen twee tegenover elkaar gelegen delen van de zijwand 120 van de holte 118 die in de plug 117 is aangebracht.
8820552.
-12-
Het lichaam 136, dat bijvoorbeeld kan zijn gevormd als een kunststof vormdeel, dat bestaat uit een bovenste cilindrisch deel 136' en een onderste in het algemeen rechthoekig drwarsdeel 136" en is voorzien van groepen 5 holten 139, 1490, 141 en 142 die elkaar opvolgen in een richting vanaf het bovenste einde van het lichaam naar het onderste einde hiervan en in elkaar eindigen. De eerste of bovenste holte 139 heeft een lage cilindrische vorm en dient om de schijf 135 op te nemen die stijf is gemonteerd op de 10 hierin draaibare as 131 an het gereedschap. De eestvolgende tweede holte 140 heeft eveneens een lage cilindrische vorm. Deze holte heeft echter een enigszins kleinere diameter dan de holte 139. De derde holte 131 heeft zowel in bovenaanzicht als in dwarsdoorsnede en in het algemeen rechthoekige 15 vorm en loopt dwars op het lichaam 136 in een richting evenwijdig aan het gedeelte 136" van het lichaam. De volgende vierde holte 142 heeft een in het algemeen rechthoekige vorm. Deze heeft echter een enigszins kortere lengte en een aanzienlijk kleinere breedte dan de holte 141. Aan zijn bei-20 de einden, eindigt de holte 142 in rechthoekige openingen 143 in de korte zijden van het gedeelte 136" van het lichaam.
De twee lagere holten 141 en 142 dienen om de twee hierin verplaatsbare grijpklauwen 137 op te nemen. Bovendien 25 dient de holte 141 tevens om de twee veren 144 op te nemen waardoor de grijpklauwen 137 op de in fig. 5 weergegeven manier onder veerdruk kunnen staan. De holte 140 neemt een cirkelvormige afdekschijf 145 op die dient om de grijpklauwen 137 en de veren 144 in posities hieronder te 30 houden.
De grijpklauwen 137 zijn vervaardigd door ponsen en buigen uit een dunne plaat van roestvrij staal. Zoals blijkt uit de fig. 6 en 7, heeft elke grijpklauw 137 de vorm van een hoekvormig gebogen element omvattende een bovenste 35 horizontaal been 146 en een naar beneden gebogen vertikaal been 147 dat aan één van zijn uiteinden een einddeel 148 heeft van verkleinde hoogte dat het hiervoor genoemde grijp-deel 138 vormt. Aan het tegenoverliggende einde van de 8820552.
-13- grijpklauw 137 is een vertikaal oog 149 aangebracht dat vanaf het horizontale been 146 naar boven loopt en een breedte heeft die overeenkomt met twee maal de breedte van het been 146.
5 Zoals blijkt uit fig. 5, zijn de grijpklauwen 137 zodanig binnen het lichaam 136 geplaatst dat hun horizontale benen 146 verplaatsbaar zullen rusten op het onderste oppervlak van de holte 141, terwijl hun vertikale benen 147 zijn opgenomen in gedeeltelijk overlappende naast elkaar gelegen 10 standen binnen de holte 142. De einddelen 148 die een grotere dikte hebben die is verkregen door het plaatmateriaal in de grijpkauwen dubbel te vouwen, zijn verplaatsbaar opgenomen in de openingen 143.
De veren 144 zijn elk geplaast tussen één eindwand 15 van de holte 141 en de achterkant van het oog 149 van één grijpklauw. De veren 144 neigen hierbij de grijpklauwen 137 in hun buitenste eindstanden te handhaven die met getrokken lijnen is weergegeven in fig. 5, en waarin de grijpdelen 138 op een maximale afstand van elkaar zijn gelegen. Teneinde de 20 grijpklauwen 137 uit deze standen met kracht te kunnen verplaatsen naar hun inwendige eindstanden, die zijn weergegeven met streeppuntlijnen, en waarin de grijpdelen 138 zijn teruggetrokken in openingen 143, is een einddeel van de as 131 van het gereedschap, dat uitsteekt door een centrale 25 opening in de schijf 145 voorzien van een bedieningsorgaan voor de twee grijpklauwen dat bestaat uit een vlakke dwars-gelegen tong 141 waartegen de grijpklauwen met de aangrenzende zijde van de ogen 149 rusten.
Deze tong 151 kan vanuit de in fig. 5 weergegeven 30 stand worden verdraaid naar een stand loodrecht op de eerstgenoemde stand door het verdraaien van de as 131 van het werktuig over een hoek van 90° ten opzichte van het lichaam 136 van de plughouder. Teneinde een dergelijke relatieve draaiende beweging toe te laten tussen de as van het gereed-35 schap en het lichaam 136, is de schijf 135 met het lichaam verbonden door middel van twee schroeven 152 die in het lichaam zijn geschroefd en elk lopen door een cirkelboogvormige sleufopening 153 in de schijf 135 (zie de fig. 6 en 8820552 “14" 8). Deze twee schroeven 152 lopen elk door een cirkelvormig boorgat 154 in de afdekschijf 145 en aan hun bovenste einden, zijn zij voorzien van op onderlinge afstand gelegen bussen 155 die een lengte hebben die enigszins groter is 5 dan de totale dikte van de twee schijven 135 en 145. Hierbij wordt voorkomen dat de twee schijven in een permanente vaste verbinding met elkaar worden gebracht ten gevolge van het te sterk aandraaien van de schroeven 152. Teneinde een beperkte wrijvingsverbinding te verkrijgen van een voorafbe-10 paalde grootte tussen de twee schijven 135 en 145 en te verzekeren dat deze twee schijven losneembaar in stationaire standen kunnen worden gehouden ten opzichte van elkaar en wordt voorkomen dat deze een onbedoelde relatieve draaiende beweging uitvoeren onder de werking van krachten die door de 15 veren 144 via de ogen 149 op de tong 151 worden uitgeoefend, staat de onderste schijf 145 met een bepaalde druk onder veerdruk in aanraking met de bovenste schijf 145 door middel van twee veren 157 die elk in één boorgat 156 in het lichaam 136 zijn geplaatst.
20 Ten gevolge van de hierboven beschreven konstruk- tie van de plughouder 134, kunnen de grijpklauwen 137 in de plug 117 worden gestoken met de grijpdelen 138 gelegen in hun ingetrokken inwendige eindstanden. De grijpdelen kunnen vervolgens worden uitgezet tot een veerkrachtige aanraking 25 onder druk tegen de zijwand van de holte 118 door de werking van veren 144 door de as 131 tegen de richting van de klok in ten opzichte van het lichaam 136 van de plughouder te draaien.
Hieronder zal de werking van de inrichting meer in 30 detail worden beschreven. Als de inrichting over het gat 113 is geplaatst, dat wordt gevormd door de pijpmof 114 en is vastgezet aan de flens 115 door middel van de vastzetinrich-ting 111, wordt de plughouder 134 omlaag gedrukt tegen de plug 117 vanuit de in fig. 4 weergegeven stand door middel 35 van de handgreep 133. Het onderste gedeelte 136" van het lichaam van de plughouder wordt hierbij in de holte 118 gestoken. De plughouder 134 wordt vervolgens tegen de richting van de klok in gedraaid door middel van de handgreep 133.
8820552; -15-
Hierbij wordt het gedeelte 136" in aanraking gebracht met de twee wigvormige uitsteeksels 119. Als de handgreep 133 verder wordt verdraaid tegen de richting van de klok in, worden de grijpklauwen vrijgegeven door de tong 151 en in 5 aanraking gebracht met de zijwand van de holte 118. Als de handgreep over een hoek van 90° is verdraaid ten opzichte van het lichaam van de plughouder, zal een verdere rotatie van de handgreep vanaf het lichaam worden overgebracht naar de plug 117 die vervolgens wordt losgeschroefd van de pijp-10 mof 114. De plug 117 die op de plughouder zal worden gehouden door de grijpklauwen 137, kan dan uit de pijpmof worden teruggetrokken naar een stand waarin deze een vrij kanaal verschaft voor het medium door het huis 110 tussen het gat 113 en een opening in het huis 111 vormt door een naar 15 buiten toe uitstekende verbindingspijp 115.
Door middel van het gereedschap 130, kan de plug 117 vervolgens weer in de pijpmof 114 worden geschroefd om het gat 113 indien gewenst te sluiten. Als de plug is aangedraaid, kan de handgreep 133 verder in de richting van de 20 klok worden verdraaid om de grijpklauwen 137 in te trekken naar hun inwendige eindstanden, waarop de plughouder uit de plug kan worden verwijderd.
Een belangrijk gemeenschappelijk kenmerk van beide uitvoeringsvormen is dat de grijpklauwen zijn uitgevoerd om 25 in veerkrachtige aanraking te worden gebracht met de zijwand van de holte in de plug in plaats van een stijve aanraking met de genoemde wand. Hierbij kan de plughouder worden gebruikt voor het veilig hanteren van pluggen met holten van aanzienlijk variërende diameter.
30 De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen. In plaats hiervan zijn binnen het kader van de uitvinding vele andere uitvoeringsvormen mogelijk.
35 8820552.

Claims (8)

1. Inrichting voor het aftappen van medium uit of het toevoeren van medium in een houder via een van inwendige schroefdraad voorzien aftap- of vulgat (13; 113) dat in een wand (12; 112) is aangebracht van deze houder en kan 5 worden afgesloten door middel van een van uitwendige schroefdraad voorziene in het algemeen komvormige plug (17; 117) die een naar buiten toe open holte (18; 118) heeft voor het opnemen van een werktuig dat dient om de plug (17; 117) te verdraaienf welke inrichting een klokvormig huis (10; 10 110) bevat dat met een open einde hiervan losneembaar kan worden gemonteerd over dit gat (13; 113) en in zijn wand is voorzien van een opening (50; 150) waardoor medium kan worden toegevoerd in of worden afgevoerd uit het huis, en een werktuig (30; 130) om de plug (17; 117) met de hand te bedienen 15 vanaf een plaats buiten het huis (10; 110), welk werktuig (30; 130) en as (31; 131) bevat die verschuifbaar en draaibaar loopt door een gedeelte (32; 132) van het huis, dat is gelegen tegenover het open einde van het huis, en aan het buiten het huis (10; 110) gelegen einde is voorzien van een 20 handgreep (33; 133), terwijl het aan zijn andere uiteinde is voorzien van een plughouder (34; 134) bestaande uit een lichaam (35, 36; 136) dat wordt gedragen door de as (31; 131. van het werktuig, en twee grijpklauwen (37; 137) die zijn gemonteerd voor een beperkte verplaatsing in het 25 lichaam en die zijn voorzien van grijpdelen (38; 138) die in de holte van de plug kunnen worden gestoken en verplaatsbaar zijn tussen ingetrokken binnenste eindstanden en uitgezette buitenste eindstanden, welke grijpklauwen (37; 137) zijn uitgevoerd om onder druk in aanraking te worden ge-30 bracht tegen twee tegenover elkaar gelegen delen van de zijwand (20; 120) van de holte (18; 118) door middel van deze grijpdelen, met het kenmerk, dat de grijpdelen (38; 138) van de grijpklauwen (37; 137) zijn uitgevoerd om te worden verplaatst vanaf hun binnenste eindstanden naar hun buiten-35 ste eindstanden door de werking van veerkrachten die werken op de grijpklauwen (37; 137) van veerorganen (45; 144) die in de plughouder (34; 134) zijn opgenomen. 882.0552 " -17-
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de grijpdelen (38; 138) van de grijpklauwen (37; 137) door deze veerorganen (45; 144) konstant onder veer-druk staan in richtingen naar hun buitenste eindstanden.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het ken merk, dat de grijpklauwen (37) zijn voorzien van.nokopper-vlakken (44) die zijn gericht in richtingen naar het voorste einde van de plughouder (34) en door middel waarvan de grijpklauwen zijn uitgevoerd om samen te werken met rand-10 delen van de plug (17), die zijn gelegen bij het open einde van de holte (18) zodat hun grijpdelen (38) in de holte (18) van de plug (17) kunnen worden gestoken onder het ondergaan van een automatische veerkrachtige samendrukking.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het ken- 15 merk, dat de nokoppervlakken (44) lopen in onderling convergerende richtingen vanaf de grijpdelen (38) van de grijpklauwen (37) en naar het voorste einde van de plughouder (34).
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het ken-20 merk, dat de grijpklauwen (37) zwenkbaar zijn gemonteerd in het lichaam (35, 36) van de plughouder (34) voor een zwenkende beweging ten opzichte van dit lichaam om onderling evenwijdige zwenkassen (49) die loodrecht staan op de longitudinale richting van de as (31) van het werktuig.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het ken merk, dat de zwenkassen (49) van de grijpklauwen (37) zodanig zijn gelegen dat deze wrijvingskrachten veroorzaken die werken op de grijpdelen (38) tijdens het intrekken van de grijpklauwen (37) van de holte (18) van de plug (17) om 30 koppels te veroorzaken die neigen de grijpklauwen (37) te zwenken in richtingen naar hun buitenste einddstanden.
7. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de plughouder (134) is voorzien van met de hand bedienbare bedieningsmiddelen (151) voor de grijpklauwen 35 (137) waarmee de grijpdelen (138) van deze klauwen met kracht kunnen worden ingetrokken vanaf hun buitenste eindstanden naar hun binnenste eindstanden teneinde deze onbelemmerd in de holte (118) van de plug (117) te kunnen 8820552 .< - .le steken .
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de plughouder (134) tevens middelen (145, 157) bevat om de grijpklauwen (137) losneembaar in hun inwendige 5 eindstanden vast te houden. 10 15 20 25 30 35 8820552/
NL8820552A 1987-07-28 1988-07-22 Inrichting voor het aftappen van een medium uit of het toevoeren van een medium in een houder. NL8820552A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE8702984A SE8702984D0 (sv) 1987-07-28 1987-07-28 Anordning for anvendning i samband med avtappning av fluidum fran eller pafyllning av fluidum i en behallare
SE8702984 1987-07-28
SE8801810 1988-05-13
SE8801810A SE8801810D0 (sv) 1988-05-13 1988-05-13 Anordning for anvendning i samband med avtappning av fluidum fran eller pafyllning av fluidum i en behallare
PCT/SE1988/000387 WO1989000973A1 (en) 1987-07-28 1988-07-22 A device for use in connection with tapping off fluid from or filling fluid into a container
SE8800387 1988-07-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8820552A true NL8820552A (nl) 1989-06-01

Family

ID=26659900

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8820552A NL8820552A (nl) 1987-07-28 1988-07-22 Inrichting voor het aftappen van een medium uit of het toevoeren van een medium in een houder.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4899780A (nl)
AU (1) AU2251088A (nl)
DE (1) DE3890582C2 (nl)
GB (1) GB2214908B (nl)
NL (1) NL8820552A (nl)
SE (1) SE467051B (nl)
WO (1) WO1989000973A1 (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK0575423T3 (da) * 1991-03-18 1996-10-21 Astroem Erik Johan H Indretning til aftapning af en væske fra eller indfyldning af en væske i en beholder
AU6584594A (en) * 1993-05-10 1994-12-12 Taura Natural Foods Co-Operative Limited Valve support assembly
US5746416A (en) * 1993-06-21 1998-05-05 Paylor; Christopher John Adaptor tools and method to expose valve
US5794644A (en) * 1993-06-21 1998-08-18 Paylor; Christopher John Adaptor tools and method to expose valve
US5413240A (en) * 1993-09-17 1995-05-09 Russell-Stanley Corporation Replaceable closure system
US5479955A (en) * 1994-05-31 1996-01-02 Spartanburg Steel Products, Inc. Method and apparatus for aseptically filling containers
US5586571A (en) * 1994-09-15 1996-12-24 Guillermo; Pedro M. Apparatus and method for replacing the diverter valve assembly in a faucet
US5609324A (en) * 1994-10-04 1997-03-11 Hayward Iron & Metal One piece coupler for a curb box valve
US5634484A (en) * 1995-02-16 1997-06-03 The United States Of America As Represented By The Department Of Energy Device and method for remotely venting a container
SE505565C2 (sv) * 1995-12-14 1997-09-15 Halvard Aastroem Adapter för användning i samband med avtappning av fluidum från eller påfyllning av fluidum i en behållare
US6152165A (en) * 1998-03-03 2000-11-28 Alma Trading Incorporated Valve core mounting and dismounting tool
US20050229750A1 (en) * 2004-04-20 2005-10-20 Duke John H Jar opener
US7296871B2 (en) * 2004-12-29 2007-11-20 Lexmark International, Inc. Device and structure arrangements for integrated circuits and methods for analyzing the same
US20110061497A1 (en) * 2009-09-15 2011-03-17 Tadeusz-Zygmunt Jedrzejewski Jar opener
JP6307503B2 (ja) * 2012-07-27 2018-04-04 ザ ケマーズ カンパニー エフシー リミテッド ライアビリティ カンパニー 缶の栓
US9499381B2 (en) * 2014-02-28 2016-11-22 The Boeing Company Bung plug extractor and methods for transferring fluid with a pressurized tank
US11346485B2 (en) 2018-10-17 2022-05-31 Tdw Delaware, Inc. Shaft mechanical lock for pipeline isolation tools
US10774970B2 (en) * 2018-10-17 2020-09-15 Tdw Delaware, Inc. Shaft mechanical lock for pipeline isolation tools

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1790761A (en) * 1931-02-03 ortolon
DE178281C (nl) *
US1774091A (en) * 1928-06-29 1930-08-26 Ad A Glawe Closure cap
US2186925A (en) * 1938-05-11 1940-01-09 Bastian Blessing Co Valve
US2866574A (en) * 1957-01-24 1958-12-30 Roumeliotis Panagiotis Latch assembly for releasably connecting a cover to a receptacle
US3084828A (en) * 1961-03-15 1963-04-09 Pittsburgh Plate Glass Co Cylinder leak stopping device
DE2161612A1 (de) * 1971-12-11 1973-03-22 Jacoby & Co Praezisions Werkze Schluessel zum einschrauben von spundschrauben in bierfaesser, weinfaesser o.dgl
SE408164B (sv) * 1977-09-29 1979-05-21 Astroem Erik Johan H Anordning for att oppna och stenga lock samt avtappa eller pafylla medium vid behallare
SE420403B (sv) * 1979-03-02 1981-10-05 Carlsson Sture Tekno Detaljer Anordning for anvendning i samband med avhoppning av fluidum fran eller pafyllning av fluidum i en behallare
US4339098A (en) * 1980-02-21 1982-07-13 L'etat Francais, Represente Par Le Delegue General Pour L'armement Release mechanism for aircraft released loads
US4351446A (en) * 1981-07-20 1982-09-28 Pomeco Corporation High-security fill cap for underground storage tanks
DE3306526A1 (de) * 1983-02-24 1984-08-30 Rudi 4018 Langenfeld Kirst Greifvorrichtung
DE3412455A1 (de) * 1984-04-03 1985-10-10 Tekno-Detaljer Sture Carlsson AB, Vällingby Rohranschluss

Also Published As

Publication number Publication date
US4899780A (en) 1990-02-13
SE8900242L (sv) 1989-01-29
DE3890582C2 (de) 1997-05-22
GB8905349D0 (en) 1989-05-24
AU2251088A (en) 1989-03-01
WO1989000973A1 (en) 1989-02-09
GB2214908A (en) 1989-09-13
GB2214908B (en) 1991-02-27
SE467051B (sv) 1992-05-18
SE8900242D0 (sv) 1989-01-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8820552A (nl) Inrichting voor het aftappen van een medium uit of het toevoeren van een medium in een houder.
NL8020068A (nl) Inrichting voor het uit een houder aftappen van een medium of voor het vullen van een houder met een medium.
US4211380A (en) Universal hospital bracket
US4352354A (en) Winged retention needle
CA2065729C (en) Hemostatic clip holder
CN102525613B (zh) 固定夹具
CN107530503B (zh) 铰接护罩组件和相关方法
US5284129A (en) Swivel ring surgical retractor
CN105073319A (zh) 具有铰链和提升构件的管道加工设备以及用于管道加工设备的支撑构件
HUE032088T2 (en) End plug for roll paper
CN107000901A (zh) 容器的防儿童开启闭合件
FR2498570A1 (fr) Emballage resistant a l&#39;action des enfants
US20150351779A1 (en) Orthopaedic tool cluster clamp and orthopaedic tools
JPS62266151A (ja) 遠心分離ボウル取付装置
EP0838185A1 (en) Espresso coffee machine
BR102014004847B1 (pt) dispositivo de preensão removível para um recipiente culinário e conjunto
EP3112313A1 (en) Supporting and gripping device in particular for container filling and/or capping lines
NL8402205A (nl) Breekpenkoppeling.
WO1998044838A1 (en) Mops
US7066425B2 (en) Device with retractable anti-roll means, and use thereof in wire dispensing reels
US12030202B2 (en) Tripod razor handle
KR20190137149A (ko) 분석 기기용 반응 용기에 대해 볼들을 패키징하기 위한 장치
US5413138A (en) Device for tapping off or filling fluid into a container
GB1599960A (en) Lipstick containers and the like
JPH06339409A (ja) 棒状物質用回転式容器