NL8801309A - Drukinrichting met een magneetrol omvattende een stationair, tussen gelijknamige magneetpolen opgesloten, ferromagnatisch mesblad. - Google Patents

Description

y

- V

8807

Océ-Nederland B.V., te Venlo

Drukinrichting met een magneetrol omvattende een stationair, tussen gelijknamige magneetpolen opgesloten, ferromagnetisch mesblad

De uitvinding heeft betrekking op een drukinrichting voor het weergeven van informatie, omvattende een beweegbaar beeldvormingselement met een diëlektrisch oppervlak, een beeldvormingsstation waarin een magneetrol met een roteerbare, elektrisch geleidende, niet-5 magnetische mantel nabij het oppervlak van het beeldvormingselement is opgesteld, middelen om overeenkomstig een informatiepatroon een elektrisch veld op te wekken tussen het beeldvormingselement en de magneetrol, terwijl een elektrisch geleidend, magnetisch aantrekbaar tonerpoeder aanwezig is in de zone tussen de magneetrol en het beeld-10 vormingselement, en middelen die een magnetisch veld in de hier- voorgenoemde zone opwekken en een, stationair binnen de mantel van de magneetrol opgesteld, ferromagnetisch mesblad omvatten dat is gevat tussen gelijknamige polen van twee magneten.

Een dergelijke drukinrichting is bekend uit de Europese octrooi -15 aanvrage 191.521. Bij die drukinrichting blijkt de tonerborstel, die ter plaatse van het mesblad tussen de magneetrol en het beeldvormingselement wordt gevormd, evenwel niet konstant van vorm te zijn, maar vrijwel voortdurend enigszins te veranderen. De kleine variaties in de borstel vorm worden veroorzaakt door variaties in het tonerpoeder dat 20 de borstel vormt, zoals variaties in deeltjesgrootte, deeltjesgrootte-verdeling en magnetische eigenschappen van de tonerdeeltjes, en variaties in de dichtheid (hoeveelheid tonerpoeder) in de tonerborstel. De vormveranderingen van de tonerborstel hebben tot gevolg dat de begrenzingslijn van de tonerborstel, gezien vanaf de zijde waar 25 het beeldvormingselement de tonerborstel verlaat, van vorm en plaats verandert. Het gevolg daarvan is weer, dat tijdens het beeldvormings-proces beeldfouten ontstaan doordat tonerdeeltjes niet op de juiste plaats op het beeldvormingselement worden afgezet.

Het doel van de uitvinding is om een drukinrichting te verschaffen 30 van de in de aanhef genoemde soort, die het hiervoor genoemde nadeel niet bezit.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de magneten .8801309 <4 2 worden gevormd door permanente magneten met een magnetische inductie groter of gelijk aan 0,30 T, gemeten ter plaatse van het middelpunt van het vlak van elke magneet dat gericht is naar het mesblad.

Hiermee wordt een sterk magnetisch veld gecreëerd in de zone tussen 5 de magneetrol en het beeldvormingselement, zodat zelfs als zich toner-poeder met een relatief geringe hoeveelheid magnetisch pigment in deze zone bevindt een stabiele tonerborstel wordt gerealiseerd.

In een verdere uitvoeringsvorm van de drukinrichting volgens de uitvinding zijn tegen de, van het mesblad afgekeerde zijden van de 10 magneten ferromagnetische platen aangebracht, welke platen een dikte hebben tussen 0,5 en 2 mm. Hiermee wordt bereikt dat het magnetische veld sterker naar het beeldvormingselement wordt gericht, en dus nog optimaler is om een stabiele tonerborstel te bewerkstelligen.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de hierna 15 volgende beschrijving en de daarbij behorende figuren, waarin:

Fig. 1 een principe-tekening is van een elektrostatische druk-inrichting,

Fig. 2 een doorsnede is van een eerste uitvoeringsvorm van een druk-inrichting volgens de uitvinding, en 20 Fig. 3 een doorsnede is van een tweede uitvoeringsvorm van een druk-inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1 is een principe-tekening van een elektrostatische druk-inrichting met een beeldvormingselement in de vorm van een roterende drum 10, voorzien van een elektrostatische laag die is opgebouwd uit 25 een aantal aanstuurbare elektroden in en onder een diëlektrische laag.

In een beeldvormingsstation 11 bevindt zich op korte afstand van het oppervlak van het beeldvormingselement 10 een magneetrol 12, die een roteerbare, elektrisch geleidende, niet magnetische mantel en een 30 inwendig, stationair magneetstelsel omvat. De roteerbare mantel van de magneetrol 12 is bedekt met een uniforme laag elektrisch geleidend en magnetisch aantrekbaar tonerpoeder, welk tonerpoeder in een beeldvor-mingszone 13 in contact is met het beeldvormingselement 10. Door een spanning aan te leggen tussen de magneetrol 12 en een of meer van de 35 selectief aanstuurbare elektroden van het beeldvormingselement 10, wordt op het beeldvormingselement 10 een poederbeeld gevormd. Dit .8801309 ψ

V

3 poederbeeld wordt door drukuitoefening overgedragen op een verwarmde, met rubber beklede rol 14. Van de voorraadstapel 26 wordt een blad papier door rol 25 afgenomen en dit blad wordt via geleidepanen 24 en rollen 22 en 23 aan een verwarmingsstation 19 toegevoerd. Het verwar-5 mingsstation 19 omvat een band 21 die om een verwarmde rol 20 loopt.

Door contact met de band 21 wordt het papierblad verwarmd. Het aldus verwarmde blad papier wordt nu tussen de rollen 14 en 15 doorgevoerd, waarbij het op rol 14 aanwezige, verweekte poederbeeld volledig op het blad papier wordt overgedragen. De temperaturen van de band 21 en de 10 rol 14 zijn zodanig op elkaar afgestemd dat het beeld aan het blad papier vastsmelt. Via de transportrollen 17 wordt het van een beeld voorziene blad papier naar een vergaarbak 18 gevoerd. Eenheid 30 omvat een elektronische schakeling die de optische informatie van een origineel omzet in elektrische signalen welke via van sleepcontacten voor-15 ziene draden 31 en in de isolerende zijwand van beeldvorm!ngselement 10 aangebrachte geleidende sporen 32, worden toegevoerd aan de aanstuurbare elektroden, die niet nader zijn aangegeven.

In Fig. 2 is een doorsnede weergegeven van een beeldvormingselement 10 in de vorm van een in de richting van pijl 35 roteerbare 20 drum 36, welke voorzien is van een isolerende laag 43 waarop zich een groot aantal, naast elkaar aangebrachte, onderling geïsoleerde en zich in de bewegingsrichting van de drum eindloos uitstrekkende, elektroden 42 bevinden die zijn bedekt door een diëlektrische laag 41.

Ontwikkel inrichting 84 omvat een geaarde mantel 92 welke in de 25 richting van pijl 89 roteerbaar is om een ferromagnetisch mesblad 88 dat gevat is tussen twee magneten 86 en 87. De dikte van het ferromagneti sche mesblad 88 is om in het materiaal een optimale magnetische flux te realiseren minstens 0,4 mm, terwijl om constructieve redenen een maximale dikte van ongeveer 4 mm wordt gehanteerd.

30 De magneten 86 en 87, die met gelijknamige polen in contact zijn met het mesblad 88, wekken in de beeldvormingszone 90 een smal magnetisch veld op, uittredend vanaf het uiteinde van het mesblad 88 dat zich op korte afstand van de mantel 92 bevindt. Door middel van een niet nader aangegeven toevoerinrichting (bijv. een magneetborstel) wordt een uni-35 forme laag geleidende magnetische toner op de diëlektrische laag 41 aangebracht. Deze toevoer vindt plaats in het omtreksdeel van het beeldvormingselement 10 dat, in de bewegingsrichting gezien, vóór de beeldvormingszone 90 is gelegen. Hierdoor wordt via element 10 toner- • 8801309 u 4 poeder getransporteerd naar de beeldvormingszone 90 om, onder invloed van het gerichte magnetische veld, een zeer smalle tonerborstel te vormen.

Om een zo scherp mogelijke tonerborstel te verkrijgen is een zo 5 sterk mogelijk magnetisch veld nodig met zeker aan die zijde waar het beeldvormingselement 10 de beeldvormingszone 90 verlaat een grote magnetische gradiënt. Om dit te bereiken is het samenstel van mesblad 88 en magneten 86, 87 onder een hoek ten opzichte van de verbindingslijn van de middelpunten van drum 36 en mantel 92 geplaatst, 10 welke hoek PC ligt tussen 5° en 20°, bij voorkeur tussen 12,5° en 17,5°.

Het blijkt dat een zeer sterk magnetisch veld wordt gerealiseerd, ook bij toepassing van toners met zwakke magnetische eigenschappen, door voor de magneten 86,87 permanente magneten te nemen met een 15 magnetische inductie B die groter is of gelijk is aan 0,30 T. De waarde van deze magnetische inductie wordt via een Hall-probe van het type SAB1-1802 gemeten met een Gauss-meter model 615 van FW Bell Ine. aan een magneet met een lengte van 310 mm, een breedte van 15 mm en een dikte van 6 mm, ter plaatse van het middelpunt van dat vlak waarmee de 20 magneet 86,87 tegen het mesblad 88 is bevestigd.

Een materiaal dat aan deze vereiste voor een geschikte magneet voldoet is een Neodynium-Ijzer-Boor legering.

Een additionele maatregel om een scherpe tonerborstel te realiseren bestaat hierin dat de magneten 86, 87 in onderling verschoven 25 posities tegen het mesblad 88 zijn geplaatst. Daarbij is de magneet 87 veel dichter bij het uiteinde van mesblad 88 gepositioneerd dan de magneet 86.

In Fig. 3 is een tweede uitvoeringsvorm van de drukinrichting volgens de uitvinding weergegeven, waarin een beeldvormingselement 10, 30 van identieke opbouw zoals omschreven ten aanzien van Fig. 2, samenwerkt met een ontwikkel inrichting 150.

Deze ontwikkel inrichting 150 omvat een geaarde mantel 151 welke in de richting van pijl 152 roteerbaar is om een ferromagnetische mesblad 153 dat gevat is tussen magneten 154 en 155. De magneten 154 en 155, 35 die met gelijknamige polen in contact zijn met het mesblad 153, wekken in de beeldvormingszone 160 een smal magnetisch veld op, uittredend vanaf het uiteinde van het mesblad 153 dat zich op korte afstand van de mantel 151 bevindt.

.8801309

V

ft 5

Net zoals beschreven ten aanzien van Fig. 2, brengt een niet nader aangegeven toevoerinrichting een aniforrae laag geleidende, magnetische toner aan op de diëlektrische laag 41. Deze toevoer vindt in de bewegingsrichting van het beeldvormingselement 10 plaats vóór de beeldvor-mingszone 160. Hierdoor wordt via element 10 tonerpoeder naar de 5 beeldvorm!ngszone 160 getransporteerd om, onder invloed van het gerichte magnetische veld in deze zone, een zeer smalle tonerborstel te vormen.

In deze uitvoeringsvorm is aan weerszijden van het magneetstelsel een ferromagnetische plaat 161,162 tegen de magneet 154 respectievelijk 10 155 bevestigd, welke plaat een dikte heeft tussen 0,5 en 2 mm.

Het magneetstelsel van deze uitvoeringsvorm is verder identiek aan het magneetstelsel zoals beschreven ten aanzien van Fig. 2.

Door de toepassing van de ferromagnetische platen 161,162 wordt bereikt dat de magnetische gradiënt in de beeldvormingszone 160 minder 15 wordt verstoord.

De overmaat toner wordt door de mantel 151 meegenomen en bijvoorbeeld door een afsteker 165 afgestoken van deze mantel 151 en opgevangen in een bak 166.

*· .8801309

Claims (2)

1. Drukinrichting voor het weergeven van informatie, omvattende een beweegbaar beeldvormingselement (10) met een diëlektrisch oppervlak (41), een beeldvormingsstation waarin een magneetrol (84,150) met een roteerbare, elektrisch geleidende, niet-magnetische mantel 5 (92,151) nabij het oppervlak van het beeldvormingselement (10) is opgesteld, middelen om overeenkomstig een informatiepatroon een elektrisch veld op te wekken tussen het beeldvormingselement (10) en de magneetrol (84,150), terwijl een elektrisch geleidend, magnetisch aantrekbaar tonerpoeder aanwezig is in de zone (90,160) tussen de 10 magneetrol en het beeldvormingselement, en middelen die een magnetisch veld in de hiervoorgenoemde zone opwekken en een, stationair binnen de mantel van de magneetrol opgesteld, ferromagnetisch mesblad (88,153) omvatten, dat is gevat tussen gelijknamige polen van twee magneten (86,87;154,155)9 met het kenmerk, dat de magneten (86,87;154,155) wor-15 den gevormd door perma-tente magneten met een magnetische inductie groter of gelijk aan 0,30 T, gemeten ter plaatse van het middelpunt van het vlak van elke magneet (86,87;154,155) dat gericht is naar het mesblad (88,153).

2. Drukinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tegen 20 de, van het mesblad (88,153) afgekeerde, zijden van de magneten (86,87;154,155) ferromagnetische platen (161,162) zijn aangebracht welke platen (161,162) een dikte hebben tussen 0,5 en 2 mm. .8801309