NL8701985A - Drukinrichting met een magneetrol omvattende een stationair, tussen gelijknamige magneetpolen opgesloten, ferromagnetisch mesblad. - Google Patents

Description

8713 5.

W

Océ-Nederland B.V., te Yen!o

Drukinrichting met eert magneetrol omvattende een stationair, tussen gelijknamige magneetpolen opgesloten, ferromagnetisch mesblad

De uitvinding heeft betrekking op een drukinrichting voor het weergeven van informatie, omvattende een beweegbaar beeldvor-mingselement met een diëlektrisch oppervlak, een beeldvormingsstation waarin een magneetrol met een roteerbare, elektrisch geleidende, niet-5 magnetische mantel nabij het oppervlak van het beeldvormingselement is opgesteld, middelen om overeenkomstig een informatiepatroon een elektrisch veld op te wekken tussen het beeldvormingselement en de magneetrol, terwijl een elektrisch geleidend, magnetisch aantrekbaar tonerpoeder aanwezig is in de zone tussen de magneetrol en het beeld-10 vormingselement, en middelen die een magnetisch veld in de hier- voorgenoemde zone opwekken en een, stationair binnen de mantel van de magneetrol opgesteld, ferromagnetisch mesblad omvatten dat is gevat tussen gelijknamige polen van twee magneten.

Een dergelijke drukinrichting is bekend uit de Europese octrooi -15 aanvrage 191.521. Bij die drukinrichting blijkt de tonerborstel, die ter plaatse van het mesblad tussen de magneetrol en het beeldvormingselement wordt gevormd, evenwel niet konstant van vorm te zijn, maar vrijwel voortdurend enigszins te veranderen. De kleine variaties in de borstelvorm worden veroorzaakt door variaties in het tonerpoeder dat 20 de borstel vormt, zoals variaties in deeltjesgrootte, deeltjesgrootte-verdeling en magnetische eigenschappen van de tonerdeeltjes, en variaties in de dichtheid (hoeveelheid) tonerpoeder in de tonerborstel. De vormveranderingen van de tonerborstel hebben tot gevolg dat de begrenzingslijn van de tonerborstel, gezien vanaf de zijde waar 25 het beeldvormingselement de tonerborstel verlaat, van vorm en plaats verandert. Het gevolg daarvan is weer, dat tijdens het beeldvormings-proces beeldfouten ontstaan doordat tonerdeeltjes niet op de juiste plaats op het beeldvormingselement worden afgezet.

Het doel van de uitvinding is om een drukinrichting te verschaffen 30 van de in de aanhef genoemde soort, die het hiervoor genoemde nadeel niet bezit.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het vlak van het 8701985 ψ 2 mesblad en het raakvlak aan de mantel van de magneetrol, in de beschrijvende lijn van de mantel die het dichtst bij het beeldvor-mingselement is gelegen, een hoek tussen 70° en 85° insluiten, gezien vanaf de zijde waar het beeldvormingselement het beeldvormingsstation 5 verlaat. Hiermee wordt een zodanig magnetisch veld gecreëerd in de zone tussen de magneetrol en het beeldvormingselement dat, ondanks variaties in de samenstelling en dichtheid van de toner, een stabiele tonerborstel wordt gerealiseerd. Een zeer stabiele situatie wordt gerealiseerd, wanneer de genoemde hoek tussen 72,5° en 77,5° ligt.

10 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de magneten, waartussen het mesblad is gevat, onderling verschoven tegen het mesblad aangebracht, waarbij de magneet die zich, gezien vanaf de zijde waar het beeldvormingselement het beeldvormingsstation verlaat, vóór het mesblad bevindt, verder van het mesbladuiteinde is verwijderd 15 dan de andere magneet.

In een verdere uitvoeringsvorm van de drukinrichting volgens de uitvinding is, gezien vanaf de zijde waar het beeldvormingselement het beeldvormingsstation binnenkomt, vlak vóór de magneet die tegen het mesblad is bevestigd, een derde magneet stationair opgesteld in de 20 nabijheid van de mantel van de magneetrol.

Bij deze uitvoeringsvorm wordt bij voorkeur een hoek tussen 78,5° en 83,5° ingesloten door het vlak van het mesblad en het raakvlak aan de mantel van de magneetrol zoals dat hiervoor al is gedefinieerd.

Hiermee wordt een nog optimalere vorm van het magnetische veld 25 bewerkstelligd. Een aspect dat door deze opstelling ook wordt verbeterd is de afvoer van overmaat toner uit de tonerborstel terug in de richting van die zijde waar het beeldvormingselement het beeldvormingsstation binnenkomt. Dit wordt bereikt doordat het magnetische veld onder invloed van die derde magneet naar die zijde toe sterk 30 divergeert.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende beschrijving en de daarbij behorende figuren, waarin:

Fig. 1 een principe-tekening is van een elektrostatische drukinrichting, 35 Fig. 2 een doorsnede is van een eerste uitvoeringsvorm van een drukinrichting volgens de uitvinding, en Fig. 3 een doorsnede is van een tweede uitvoeringsvorm van een drukinrichting volgens de uitvinding.

87019&S

-¾ ft 3

Fig. 1 is een principe-tekening van een elektrostatische druk-inrichting met een beeldvormingselement in de vorm van een roterende drum 10, voorzien van een elektrostatische laag die is opgebouwd uit een aantal aanstuurbare elektroden in en onder een diëlektrische 5 laag.

In een beeldvormingsstation 11 bevindt zich op korte afstand van het oppervlak van het beeldvormingselement 10 een magneetrol 12, die een roteerbare, elektrisch geleidende, niet magnetische mantel en een inwendig, stationair magneetstelsel omvat. De roteerbare mantel van de 10 magneetrol 12 is bedekt met een uniforme laag elektrisch geleidend en magnetisch aantrekbaar tonerpoeder, welk tonerpoeder in een beeldvor-mingszone 13 in contact is met het beeldvormingselement 10. Door een spanning aan te leggen tussen de magneetrol 12 en een of meer van de selectief aanstuurbare elektroden van het beeldvormingselement 10, 15 wordt op het beeldvormingselement 10 een poederbeeld gevormd. Dit poederbeeld wordt door drukuitoefening overgedragen op een verwarmde, met rubber beklede rol 14. Van de voorraadstapel 26 wordt een blad papier door rol 25 afgenomen en dit blad wordt via geleidebanen 24 en rollen 22 en 23 aan een verwarmingsstation 19 toegevoerd. Het verwar-20 mingsstation 19 omvat een band 21 die om een verwarmde rol 20 loopt.

Door contact met de band 21 wordt het papierblad verwarmd. Het aldus verwarmde blad papier wordt nu tussen de rollen 14 en 15 doorgevoerd, waarbij het op rol 14 aanwezige, verweekte poederbeeld volledig op het blad papier wordt overgedragen. De temperaturen van de band 21 en de 25 rol 14 zijn zodanig op elkaar afgestemd dat het beeld aan het blad papier vastsmelt. Via de transportrollen 17 wordt het van een beeld voorziene blad papier naar een vergaarbak 18 gevoerd. Eenheid 30 omvat een elektronische schakeling die de optische informatie van een origineel omzet in elektrische signalen welke via van sleepcontacten voor-30 ziene draden 31 en in de isolerende zijwand van beeldvormingselement 10 aangebrachte geleidende sporen 32, worden toegevoerd aan de aanstuurbare elektroden, die niet nader zijn aangegeven.

In Fig. 2 is een doorsnede weergegeven van een beeldvormingselement 10 in de vorm van een in de richting van pijl 35 roteerbare 35 drum 36, welke voorzien is van een isolerende laag 43 waarop zich een groot aantal, naast elkaar aangebrachte, onderling geïsoleerde en zich in de bewegingsrichting van de drum eindloos uitstrekkende, elektroden 42 bevinden die zijn bedekt door een diëlektrische laag 41.

8701985 κ t 4

Ontwikkel inrichting 84 omvat een geaarde mantel 92 welke in de richting van pijl 89 roteerbaar is om een ferromagnetisch mesblad 88 dat gevat is tussen twee magneten 86 en 87.

De magneten 86 en 87, die met gelijknamige polen in contact zijn met 5 het mesblad 88, wekken in de beeldvormingszone 90 een smal magnetisch veld op, uittredend vanaf het uiteinde van het mesblad 88 dat zich op korte afstand van de mantel 92 bevindt. Door middel van een niet nader aangegeven toevoerinrichting (bijv. een magneetborstel) wordt een uniforme laag geleidende magnetische toner op de diëlektrische laag 41 10 aangebracht. Deze toevoer vindt plaats in het omtreksdeel van het beeldvormingselement 10 dat, in de bewegingsrichting gezien, vóór de beeldvormingszone 90 is gelegen. Hierdoor wordt via element 10 toner-poeder getransporteerd naar de beeldvormingszone 90 om, onder invloed van het gerichte magnetische veld, een zeer smalle tonerborstel te 15 vormen.

Om een zo scherp mogelijke tonerborstel te verkrijgen is een zo sterk mogelijk magnetisch veld nodig waarbij de magnetische veldlijnen in de beeldvormingszone 90 zo min mogelijk moeten divergeren, zeker aan die zijde waar het beeldvormingselement 10 de beeldvormingszone 90 20 verlaat. Om dit te bereiken is het samenstel van mesblad 88 en magneten 86, 87 onder een hoekp(.ten opzichte van de verbindingslijn van de middelpunten van drum 36 en mantel 92 geplaatst. De hoeko( ligt tussen 5° en 20°, bij voorkeur tussen 12,5° en 17,5°.

Een additionele maatregel om een scherpe tonerborstel te reali-25 seren bestaat hierin dat de magneten 86, 87 in onderling verschoven posities tegen het mesblad 88 zijn geplaatst. Daarbij is de magneet 87 veel dichter bij het uiteinde van mesblad 88 gepositioneerd dan de magneet 86.

In Fig. 3 is een tweede uitvoeringsvorm van de drukinrichting 30 volgens de uitvinding weergegeven, waarin een beeldvormingselement 10, van identieke opbouw zoals omschreven ten aanzien van Fig. 2, samenwerkt met een ontwikkel inrichting 100.

Deze ontwikkel inrichting 100 omvat een geaarde mantel 101 welke in de richting van pijl 102 roteerbaar is om een ferromagnetische mesblad 35 105 dat gevat is tussen magneten 106 en 107. De magneten 106 en 107, die met gelijknamige polen in contact zijn met het mesblad 105, wekken in de beeldvormingszone 108 een smal magnetisch veld op, uittredend vanaf het uiteinde van het mesblad 105 dat zich op korte afstand van 8701985 * 5 de mantel 101 bevindt.

Net zoals beschreven ten aanzien van Fig. 2, brengt een niet nader aangegeven toevoerinrichting een uniforme laag geleidende, magnetische toner aan op de diëlektrische laag 41. Deze toevoer vindt in de bewe-5 gingsrichting van het beeldvormingselement 10 plaats vóór de beeldvormingszone 108. Hierdoor wordt via element 10 tonerpoeder naar de beeldvormingszone 108 getransporteerd om, onder invloed van het gerichte magnetische veld in deze zone, een zeer smalle tonerborstel te vormen.

10 In deze uitvoeringsvorm is een derde magneet 110 toegevoegd aan het magneetstelsel van de ontwikkel inrichting 100.

Daarnaast is het complete magneetstelsel onder een hoek/S ten opzichte van de verbindingslijn van de middelpunten van de drum 36 en de mantel 101 geplaatst, welke hoek ligt tussen 6,5° en 11,5°.

15 Door de toepassing van de magneet 110 en de schuinstelling van het magneetstelsel 105, 106, 107, 110 wordt in de beeldvormingszone 108 een smal en sterk magnetisch veld gecreëerd, waarin de veldlijnen aan die zijde waar het beeldvormingselement 10 de beeldvormingszone 108 verlaat vrijwel radiaal verlopen en aan de zijde waar het element 10 20 de beeldvormingszone 108 binnenkomt sterk divergeren.

Hierdoor wordt bereikt dat aan de uittredezijde een zo scherp mogelijke tonerborstel wordt gevormd, terwijl aan de intredezijde het divergerende veld ervoor zorgt dat overmaat tonerpoeder door de mantel 101 wordt afgevoerd uit de beeldvormingszone 108. De overmaat toner 25 wordt meegenomen door het mantel oppervlak van de mantel 101 en kan hiervan door bijvoorbeeld een afsteker 115 worden afgestoken en opgevangen in een bak 116.

Daarnaast is analoog aan de opstelling van de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding een opstelling gekozen waarbij de magneten 106 en 30 107 verschoven tegen het mesblad 105 zijn aangebracht, met magneet 107 veel dichter bij het mesbladuiteinde dan magneet 106.

Hierdoor wordt de vorming van een scherpe tonerborstel mede bewerkstelligd.

8701985

Claims (5)

1. Drukinrichting voor het weergeven van informatie, omvattende een beweegbaar beeldvormingselement (10) met een dielektrisch oppervlak (41), een beeldvormingsstation waarin een magneetrol (84) met een roteerbare, elektrisch geleidende, niet-magnetische mantel (92) | 5 nabij het oppervlak van het beeldvormingselement (10) is opgesteld, i middelen om overeenkomstig een informatiepatroon een elektrisch veld op te wekken tussen het beeldvormingselement (10) en de magneetrol (84), terwijl een elektrisch geleidend, magnetisch aantrekbaar tonerpoeder aanwezig is in de zone (90) tussen de magneetrol en het beeldvormings-10 element, en middelen die een magnetisch veld in de hiervoorgenoemde zone opwekken en een, stationair binnen de mantel van de magneetrol opgesteld, ferromagnetisch mesblad (88) omvatten, dat is gevat tussen gelijknamige polen van twee magneten (86, 87), met het kenmerk, dat het vlak van het mesblad (88) en het raakvlak aan de mantel (92) van 15 de magneetrol, in de beschrijvende lijn van de mantel die het dichtst bij het beeldvormingselement (10) is gelegen, een hoek tussen 70° en 85° insluiten, gezien vanaf de zijde waar het beeldvormingselement het beeldvormingsstation verlaat.

2. Drukinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 magneten (86, 87) onderling verschoven tegen het mesblad (88) zijn aangebracht, waarbij de magneet (86) die zich, gezien vanaf de zijde waar het beeldvormingselement (10) het beeldvormingsstation verlaat, vóór het mesblad bevindt, verder van het mesbladuiteinde is verwijderd dan de andere magneet (87).

3. Drukinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de hoek ligt tussen 72,5° en 77,5°.

4. Drukinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat, gezien vanaf de zijde waar het beeldvormingselement (10) het beeldvormingsstation binnenkomt, vlak vóór de magneet (87) die tegen het 30 mesblad (105) is bevestigd een derde magneet (110), in de nabijheid van de mantel (101) van de magneetrol (100), stationair is opgesteld.

5. Drukinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hoek tussen het vlak van het mesblad (105) en het raakvlak ligt tussen 78,5° en 83,5°. ► 8701985