NL8800522A - Beker voor koffie of dergelijke dranken, gevormd uit thermoplastisch kunststofmateriaal. - Google Patents

Description

* Λ -1- VO 1052

Beker voor koffie of dergelijke dranken, gevormd uit thermoplastisch kunststofmateriaal._

De uitvinding heeft betrekking op een beker voor koffie of dergelijke dranken, gevormd uit thermoplastisch kunststofmateriaal en met een binnen-kegelstompvormig hol lichaam, dat opwaarts divergeert tot een cirkelvormige top van de beker en voorzien is van een basis met een bol-5 vormig kapvlak, dat binnenwaarts gebogen is, een buiten kegelstompvormig hol gedeelte, dat neerwaarts divergeert vanaf de top van de beker, welk buitengedeelte voorzien is van een buitenwaartse borst, welke aan de onderkant langs de omtrek bevestigd is aan een wandgedeelte waarin zich de borst bevindt, welk wandgedeelte en welke kant de eenheidstapeΙ-ΙΟ hoogte van het buitengedeelte vormt en waarbij het binnengedeelte een grotere hoogte heeft dan het buitendeel.

Bekers van dit type hebben het nadeel, dat zij niet stabiel gestapeld kunnen worden. De kleine speling tussen een beker en een andere in een stapel, welke noodzakelijk is opdat de bekers niet binnen elkaar 15 vast klemmen, maakt het gemakkelijk de bovenste bekers in een stapel schuin te zetten, bijvoorbeeld wanneer een stapel van de ene plaats naar een andere, verschoven wordt. Een dergelijke verplaatsing heeft tot gevolg, dat de stapel overhelt en oorzaak is dat deze valt.

Een verder nadeel is, dat als gevolg van de lage stabiliteit van 20 elke individuele beker, veroorzaakt door het feit, dat de onderrand van het buitendeel op enige afstand ligt van het vlak waarop de bker steunt, de beker kan omkantelen en de inhoud verloren gaat.

Een verder nadeel ligt in het feit, dat een stapel bekers van dit type een buitenvlak heeft, bestaande uit een serie kegelstompvormige 25 vlakken en dit geeft aanleiding tot moeilijkheden, wanneer deze conische vlakken bedrukt moeten worden als gevolg van de discontinuïteit van het beschikbare oppervlak.

Het doel van de uitvinding is deze nadelen ten minste te beperken.

Volgens de uitvinding wordt voorzien in een beker voor koffie of 30 dergelijke dranken, gevormd uit thermoplastisch kunststofmateriaal en met een binnen-keglstompvormig hol lichaam, dat opwaarts divergeert tot een cirkelvormige top van de beker en voorzien van een basis met een bolvormig kapvlak, dat binnenwaarts gebogen is, een buiten-kegelstomp- , 8n Cc k 2 i * -2- vormig hol gedeelte, dat neerwaarts divergeert vanaf de top van de beker, welk buitengedeelte voorzien is van een buitenwaartse borst, welke aan zijn onderkant langs de omtrek bevestigd is aan een wandgedeelte, waarin zich de borst bevindt, welk wandgedeelte en welke kant de een-5 heidstapelhoogte van het buitengedeelte wormt en waarbij het binnen-gedeelte een grotere hoogte heeft dan het buitendeel, gekenmerkt, doordat het binnengedeelte voorzien is van een borst in de vorm van een cirkelvormige rand vanaf de omtrek waarvan zich een kraag uitstrekt, welke eindigt in een afronding, welke de kraag met de top van de beker 10 verbindt, waarbij de borst, de gevormde kraag en de afronding de een-• heidstapelhoogte bepalen van het binnengedeelte, corresponderend met de eenheidstapelhoogte van het buitengedeelte, welke op zijn beurt bepaald wordt door een buitenwaartse borst, een wandgedeelte en een onderkant en waarbij de borst ten minste ten dele rust op de afronding in een vlak 15 anders dan dat wat de top van een gelijke beker, welke daaronder is geplaatst, bevat.

Het grote voordeel, dat volgt uit de uitvinding is het feit, dat de beker stapels kan vormen, welke een bijzonder goede stabiliteit hebben.

20 Een ander voordeel is een gevolg van het feit, dat de onderkant van het buitenste gedeelte van een beker de basis vormt waarop de beker steunt op een afstand ten opzichte van het steunvlak waarbij de beker niet kan kantelen met betrekking tot de verticaal en de inhoud verloren zou gaan.

25 Een verder voordeel is het gevolg van het feit, dat de beker in een bepaalde uitvoeringsvorm in staat is stapels te vormen met een uitwendig cilindrisch vlak, dat gemakkelijk bedrukt kan worden.

De uitvinding zal nader worden toegelicht met een voorbeeld en met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: 30 fig. 1 is een zij-aanzicht van een beker volgens de uitvinding, fig. 2 is een zij-aanzicht van drie gestapelde bekers, waarbij bepaalde gedeeltes in dwarsdoorsnede zijn weergegeven; fig. 3 is een zij-aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de beker volgens de uitvinding, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede; en 35 fig. 4 is een zij-aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een beker volgens de uitvinding, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede.

.8600522 > ί- -3-

Opgemerkt zij, dat dezelfde verwijzingscijfers corresponderen met gelijke of equivalente delen in de figuren en uit fig. 1 blijkt, dat de beker bestaat uit een binnengedeelte 3, dat de inhoud van de beker bepaalt en een buitengedeelte 4, dat het eerder genoemde gedeelte ten 5 dele bedekt.

Deel 3 bevat een cirkelvormige basis 5, welke is afgerond in de vorm van een binnenwaartse, bolvormige kap, zoals blijkt uit fig. 3, ofschoon dit niet noodzakelijk is blijkens de figuren 1 en 2, een kegelstompvormige wand 6, welke opwaarts divergeert vanaf de basis 5 en, 10 zoals fig. 2 toont, voorzien is van een borst 7 in de vorm van een rondom lopende rand vanaf de omtrek waarvan deze zich uitstrekt volgens een cilindrische kraag 8 met een afronding, buiging of gebogen gedeelte 14 aan de cirkelvormige top 9 van de beker.

Deel 4 van de buitenbekleding is afgerond vanaf de top 9 en loopt 15 neerwaarts ter vorming van een kegelstompvormige wand 10, welke naar de basis divergeert en door een borst 7 verbonden is aan het wandgedeelte 12, dat eveneens kegelstompvormig is en aan de onderzijde eindigt in een kant 13.

In het bijzonder met betrekking tot fig. 2, waarin het gedeelte, 20 dat correspondeert met de delen 3 en 4 van de onderste beker, welke zichtbaar zijn, is weggelaten, blijkt, dat de borsten 7 en 11 en de schuinte van de gedeeltes 3 en 4 zodanig zijn gekozen, dat de kegelstompvormige doorsneden 6 en 10 van die gedeeltes op een kleine afstand van elkaar afliggen. Ook blijkt uit fig. 2, dat, wanneer de kant 13 van de 25 laatste gestapelde beker op de borst 11 van de daaronder liggende beker rust, het omtreksgedeelte van de borst 7 van die beker op de afronding 14 van de onderliggende beker rust in een vlak, dat gelegen is onder het vlak, dat de cirkelvormige top 9 van deze laatste bevat.

De dubbele ondersteuning tussen de gedeeltes 3 maken het in het 30 bijzonder moeilijk een beker te verplaatsen met betrekking tot een onderliggende beker, waardoor dus een goede stabiliteit van een stapel bekers wordt verkregen.

De buiging van de afronding 14 naar het inwendige van de beker werkt als een geleiding voor een juist stapelen doordat bevorderd wordt, 35 dat de beker, welke wordt geplaatst, gecentreerd wordt en voorts een dwarsverplaatsing van een stapel bekers wordt tegengegaan.

,8 8 0 0 ’; 2 2 f -4-

Volgens een uitvoeringsvorm, welke niet in de tekening is weergegeven, is het duidelijk, dat de afronding 14 van de mond van de beker een ringvormige uitsparing kan bezitten, waarin de borst 7 van een daarop geplaatste beker althans ten dele, kan worden opgenomen met het oog 5 op een betere weerstand tegen verplaatsing van deze laatste ten opzichte van de as van de stapel.

De speling tussen het gedeelte 3 van de bekers in een stapel correspondeert met de speling tussen de gedeeltes 4.

Het steunvlak tussen de gedeeltes 3 is gelegen onder het vlak,dat 10 door de cirkelvormige top 9 van de beker gaat.

Teneinde moeilijkheden bij het drukken van de kegelstompvormige vlakken te vermijden, zijn de gedeeltes 4 voorzien van cilindrische wandgedeeltes 12', zoals blijkt uit de figuren 3 en 4.

Uit fig. 3 blijkt, dat de hoogte van het gedeelte 3' gelijk is 15 aan de hoogte van het gedeelte 4' met als resultaat, dat de beker op een zeer stabiele wijze op een horizontaal vlak steunt.

De kant 13 volgt de lijn van een omtrek met de grotere diameter van de omtrek begrensd door de top 9. Op deze wijze heeft de afmeting van de diameter van de basis 5, welke aanzienlijk kleiner is, zoals blijkt in 20 vergelijking tot fig. 1, geen invloed op de stabiliteit van de beker.

Bij dit type beker is het onderste gedeelte 15 van het deel 3' conisch afgeschuind, zodat een kleinere hoeveelheid drank zich in het onderste deel van de beker verzamelt.

Zoals blijkt uit fig. 4 heeft het gedeelte 3" van de weergegeven 25 beker een kleinere hoogte dan het gedeelte 4" met als resultaat, dat de basis 5' boven het vlak gelegen is, waarop de kant 13 rust.

Deze uitvoeringsvorm is bijzonder voordelig, wanneer het steunvlak van de beker bestaat uit thermoplastisch materiaal, dat gemakkelijk door hitte kan beschadigen.

30 De basis 5' van de beker heeft de vorm van een buitenwaarts ge bogen, bolvormige kap, hetgeen bijdraagt tot het mengen van de inhoud van de beker door middel van een lepel. Dit maakt het mogelijk, dat suiker, welke normaliter aan de drank wordt toegevoegd, gemakkelijk en snel oplost.

35 De beker volgens de uitvinding kan zijn vervaardigd door een in- jectieproces, doch deze kan ook zijn gevormd uit plaat onder toepassing .8800522 \ V.

-5- van een warm vervormingsproces.

De voordelen van de beker, welke dient als wegwerpvoorwerp, dat wil zeggen slechts voor éénmalig gebruik dient om vervolgens weggeworpen te worden, kan zeer dunne wanden hebben met een kleine massa en derhalve 5 zeer goedkoop kan zijn.

. 88 0 01 L'.

Claims (11)

1. Beker voor koffie of dergelijke dranken, gevormd uit thermoplastisch kunststofmateriaal en met een binnen-kegelstompvormig hol lichaam, dat opwaarts divergeert tot een cirkelvormige top van de beker en voorzien van een basis met een bolvormig kapvlak, dat binnenwaarts gebogen 5 is, een buiten-kegelstompvormig hol gedeelte, dat neerwaarts divergeert vanaf de top van de beker, welk buitengedeelte voorzien is van een buitenwaartse borst, welke aan de onderkant langs de omtrek bevestigd is aan een wandgedeelte, waarin zich de borst bevindt, welk wandgedeelte en welke kant de eenheid-stapelhoogte van het buitengedeelte vormt en 10 waarbij het binnengedeelte een grotere hoogte heeft dan het buitendeel, met het kenmerk, dat het binnengedeelte (3,3' ,3") voorzien is van een borst (7) in de vorm van een cirkelvormige rand vanaf de omtrek waarvan zich een kraag (8, 8') uitstrekt, welke eindigt in een afronding, welke de kraag (8, 8') met de top (9) van de beker verbindt, waarbij de borst 15 (7) genoemde kraag (8, 8') en de afronding (14) de eenheid-stapelhoogte bepalen van het binnengedeelte, corresponderend met de eenheid- stapel-hoogte van het buitengedeelte (4, 4', 4"), welke op zijn beurt bepaald wordt door een buitenwaartse borst (11), een wandgedeelte (12, 12') en een onderkant (13) en waarbij de borst (7) ten minste ten dele rust op 20 de afronding (14) in een vlak anders dan dat, wat de top (9) van een gelijke beker, welke daaronder is geplaatst, bevat.

2. Beker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het binnengedeelte (3') een hoogte heeft, welke correspondeert met de hoogte van het buitengedeelte (4').

3. Beker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het binnengedeelte (3") een hoogte heeft, welke kleiner is dan de hoogte van het buitengedeelte (4") .

4. Beker volgens conclusie 1,2 of 3,met het kenmerk, dat de kraag (8) cilindrisch is.

5. Beker volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de kraag (8') kegelstompvormig is en opwaarts divergeert.

6. Beker volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wandgedeelte (12') cilindrisch is. , 8 8 0 01 l. . -7- 'i

7. Beker volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het wandgedeelte 12 kegelstompvormig is en neerwaarts divergeert.

8. Beker volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de borst (7) ten minste ten dele rust in een cirkelvormige uitspa- 5 ring in de afronding (14) van een beker, welke daaronder ligt.

9. Beker volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, . dat het onderste gedeelte van het binnendeel (3, 3', 3") conisch is afgeschuind waardoor de diameter van de basis (5) aanzienlijk verkleind is.

10. Beker volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het binnenge-10 deelte (3") voorzien is van een bolvormige basis (5’), welke buitenwaarts van de beker is doorgebogen.

11. Beker volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is vervaardigd uit een plaat onder toepassing van een warm vervormingsproces. . se C 22