NL8800165A

NL8800165A - Inrichting voor het behandelen van voedingswaren.

Info

Publication number: NL8800165A
Application number: NL8800165A
Authority: NL
Original assignee: Woestenburg & V D Meer B V
Priority date: 1988-01-26
Filing date: 1988-01-26
Publication date: 1989-08-16
Also published as: ATE88859T1; DE3880818D1; EP0325807A1; EP0325807B1

Description

* f b

-1- 27068/CV/tL

Korte Aanduiding: Inrichting voor het behandelen.van voedingswaren.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichfkig voor het behandelen van voedingswaren voorzien van een trommel en een draaibaar in de 5 trommel opgestelde transportvijzel voor het in de lengterichting van de trommel verplaatsen van de voedingswaren in de richting van een op een uiteinde van de trommel aangesloten kamer waarin een van schoepen voorzien wielvormig orgaan draaibaar is opgesteld alsmede een aan de bovenzijde van de kamer gelegen afvoergoot,één en ander zodanig,dat tijdens 10 bedrijf met behulp van de ronddraaiende schoepen voedingswaren omhoog kunnen worden getransporteerd en in de afvoergoot kunnen worden gestort.

Een dergelijke inrichting wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het blancheren van voedingswaren zoals gebruikelijk voor het voorbehandelen van uit aardappels gesneden friet. De voedingswaren worden hierbij nabij 15 een uiteinde van in de met warm water gevulde trommel gebracht en met behulp van de transportvijzel geleidelijk naar het andere uiteinde van de trommel verplaatst en daar in de het wielvormige orgaan bevattende kamer afgevoerd. Bij de gebruikelijke inrichting is het wieLvormige orgaan aan zijn naar de vijzel toegekeerde zijde met behulp van spaakvormi-20 ge organen met de vijzel verbonden om tesamen met de vijzel in draaiing te kunnen worden gebracht. Dergelijke tijdens bedrijf voor het nabij de kamer gelegen uiteinde van de trommel langs draaiende spaakvormige organen vormen als het ware roterende snijorganen ,die beschadiging van althans een deel van de voedingswaren,zoals bijvoorbeeld breuk van de door 25 de inrichting getransporteerde friet veroorzaken. Uiteraard is dit ongewenst.

Met de uitvinding wordt dan ook beoogd een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij de aan deze bekende inrichting klevende nadelen kunnen worden vermeden.

30 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het wieLvormige orgaan met behulp van althans een verbindingsorgaan met de vijzel is verbonden nabij de buitenomtrek van de vijzel.

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan het door de trommel getransporteerde product onbelemmerd in de de schoepen 35 opnemende kamer worden afgevoerd.

.8800165 'f ' '"’r~ k

-2- 27068/CV/tL

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een schematisch in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een deel van een inrichting volgens de uitvinding,ge-5 deeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede.

Fig. 2 toont een zijaanzicht op fig.1,gezien volgens de pijl II in f i g -1 -

De in de fig.1 en 2 weergegeven inrichting omvat een slechts gedeeltelijk weergegeven trommel 1,welke zodanig is opgesteld,dat de lengteas 10 van deze trommel zich althans nagenoeg horizontaal uitstrekt.

In de trommel is een transportvijzel 2 opgesteld,welke is voorzien van een centraal gelegen buisvormige as 3 en een schroeflijnvormig om deze as 3 verlopend en aan de as 3 vastgezet vijzelblad 4. Zoals in het bijzonder uit fig.1 duidelijk zal zijn steekt het vijzelblad nabij een 15 einde van de vijzel 2 buiten de mantel 1 uit,terwijl dit buiten de mantel 1 uitstekende deel van het vijzelblad 4 ook een een weinig grotere uitwendige diameter heeft dan het in de mantel 1 gelegen deel van het vijzelblad.

Aan het buiten de mantel 1 gelegen deel van het vijzelblad 4 is een 20 dit deel van het vijzelblad omgevende mantel 6 vastgezet,bijvoorbeeld met behulp van lasverbindingen 5. De uitvoering is daarbij bij voorkeur zodanig,dat,zoals in fig.1 weergegeven,het ene uiteinde van de in doorsnede cirkelvormig uitgevoerde mantel het nabij gelegen uiteinde van de trommel 1 omgeeft.

25 Aan het van de trommel 1 afgekeerde uiteinde van de mantel 6 is een zich vanaf de omtrek van de mantel naar buiten toe uitstrekkende flens 7 bevestigd. Aan deze flens 7 is een ringvormige plaat 8 bevestigd,welke is gelegen in een zich loodrecht op de hartlijn van de vijzel 2 uitstrekkend vlak. De diameter van het centrale in de ringvormige plaat 8 aangebrachte 30 gat is daarbij gelijk of een wenig groter dan de inwendige diameter van de mantel 6.

Aan de ringvormige plaat 8 zijn zich loodrecht op deze plaat 8 uitstrekkende schoepen 9 bevestigd,die,zoals in het bijzonder uit fig.2 blijkt,opgesteld zijn in radiaal ten opzichte van de draaiingsas van de 35 vijzel gerichte vlakken. De van de plaat 8 afgekeerde uiteinden van de schoepen 9 zijn bevestigd aan een met de ringvormige plaat 8 overeenkomen- * .8800165

JP

* -3- 27068/CV/tl de en zich evenwijdig aan de plaat 8 uitstrekkende ringvormige plaat 10.

Rondom de buitenranden van de schoepen 9 is tussen de ringvormige platen 8 en 10 een in doorsnede cirkelvormige mantel' 11 aangebracht.

De hierboven beschreven onderdelen 8-11 vormen dus een wielvormig van 5 schoepen-9 voorzien orgaan,dat via de mantel 6 met de vijzel 2 is verbonden en dan ook tijdens bedrijf met de vijzel 2 zal meedraaien.

Daarbij is dit wielvormige orgaan gelegen in een kamer 12 ,welke ondermeer wordt begrensd door een zich concentrisch om de mantel 11 uitstrekkende mantel 13,die aan zijn naar de trommel 1 toegekeerde uiteinde 10 is bevestigd aan de buitenomtrek van een zich evenwijdig aan de ringvormige plaat 8 uitstrekkende ringvormige plaat 14. Zoals uit de fig.1 duidelijk zal zijn is de diameter van het centrale in de ringvormige plaat 14 aangebrachte gat groter dan de buitendiameter van de mantel 6 ,en sluit op de begrenzingsrand van dit gat eenaan de plaat 14 vastgezette, 15 zich concentrisch om de mantel 6 uitstrekkend verbindingsstuk 15 aan,dat met zijn van de ringvormige plaat 14 afgekeerde uiteinde is vastgezet aan een de trommel 1 omgevende en aan de trommel vastgezette flens 16.

Aan de van de trommel 1 afgekeerde zijde is de kamer 12 afgesloten met behulp van een afdekplaat 17,die is vastgezet aan een aan het uit-20 einde van de mantel 13 bevestigde flens 18.

Een aan de as 3 van de vijzel bevestigde asstomp 19 is met zijn van de vijzel afgekeerde uiteinde gelegerd in een aan de plaat 17 bevestigd leger 20.

Nabij de bovenzijde van het huis 12 is in het huis nog een afvoer-25 goot 21 opgestelde,welke met een uiteinde uitsteekt buiten het afsluit-deksel 17.

Tijdens bedrijf zal voor het blancheren van voedingswaren de trommel en dus ook de in open verbinding met deze trommel 1 staande kamer 12 met op een gewenste temperatuur gehouden water of dergelijke zijn gevuld.

30 De te behandelen voedingswaren zoals bijvoorbeeld gesneden aardappels worden in het inwendige van de trommel toegevoerd nabij het in de figuur niet weergegeven en gezien in fig.1 Linker uiteinde van de trommel. Tijdens bedrijf wordt de vijzel met het daaraan bevestigde waaiervormige orgaan tevens in draaiing gebracht in de richting volgens pijl A (fig.2), 35 zodat de voedingswaren met behulp van de vijzel geleidelijk door de trommel worden verplaatst in de richting van de kamer 12. Nabij het uiteinde .4800165 t

-4- 27068/CV/t L

van de vijzel bewegen de voedingswaren door de mantel 6 tot in de ruimte waarin de schoepen 9 ronddraaien. Met behulp van de schoepen 9 zullen de voedingswaren mee omhoog worden genomen in de richting volgens pijl A om nabij de bovenzijde van de kamer vanaf de schoepen in de afvoertrech-5 ter 21 te vallen. Via de afvoertrechter glijden dan de voedingswaren uit de inrichting.

Door de boven beschreven bevestiging van het door de onderdelen 8 -11 gevormde wielvormige orgaan aan de vijzel met behulp van de de vijzel aan zijn buitenomtrek omgevende mantel zijn er geen ter hoogte van de 10 overgang tussen het uiteinde van de mantel 1 en de kamer 12 ronddraaiende organen,welke zich vanaf de vijzelas naar buiten toe uitstrekken zoals bij de gebruikelijke inrichtingen van deze soort. In tegenstelling daarmede is de doortocht vanuit de mantel naar het inwendige van de kamer 12 geheel vrij van dergelijke roterende organen,zodat de voedingswaren zon-15 der gevaar voor beschadiging vanuit de mantel kunnen worden getransporteerd naar de kamer 12.

Opgemerkt wordt nog dat de platen 8 en 10 alsmede de mantel bij voorkeur geperforeerd zijn uitgevoerd.

.8800165

Claims

1. Inrichting voor het behandelen van voedingswaren,voorzien van een trommel en een draaibaar in de trommel opgestelde transportvijzel voor het in de lengterichting van de trommel verplaatsen van de voedingswaren in de richting van een op een uiteinde van de trommel aangesloten 5 kamer waarin een van schoepen voorzien wielvormig orgaan draaibaar is opgesteld alsmede een nabij de bovenzijde van de kamer gelegen afvoer-goot,één en ander zodanig,dat tijdens bedrijf met behulp van de ronddraaiende schoepen de voedingswaren omhoog kunnen worden getransporteerd en in de afvoergoot kunnen worden gestort, met het kenmerk,dat het 10 wielvormige orgaan met behulp van althans een verbindingsorgaan met de vijzel is verbonden nabij de buitenomtrek van de vijzel.

2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat het wielvormige orgaan is verbonden met een buiten de trommel uitstekend uiteinde van de vijzel.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het wielvormige orgaan met de vijzel is verbonden met een aan het wielvormige orgaan bevestigde en de vijzel omgevende mantel.

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het buiten de trommel uitstekende deel van de vijzel is omgeven door een tussen de 20 het wielvormige orgaan opnemende kamer en het uiteinde van de trommel aangebracht verbindingsstuk. .6800165