NL8800085A - Inrichting voor het geselecteerd over een aantal banen verdelen van in een rij aangevoerde flessen. - Google Patents

Description

- 1 - > ¢.

Inrichting voor het geselecteerd over een aantal banen verdelen van in éën rij aangevoerde flessen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het geselecteerd verdelen van in een rij, door middel van een toevoertransporteur, aangevoerde voorwerpen, in het bijzonder flessen, over een aantal 5 naast de toevoertransporteur gelegen afvoertransporteurs voor het toevoeren van bepaalde flessen aan bepaalde behandelingsstations.

In de flessenverwerkende industrie, zoals bijvoorbeeld de frisdrankenindustrie, wordt steeds meer de 10 eis gesteld dat flessen automatisch kunnen worden verwerkt. Wanneer verschillende typen flessen op één transporteur terecht komen moeten de verschillende typen wordt gesorteerd, zodat elk type fles aan een bepaald station wordt toegevoerd.

15 De uitvinding verschaft nu een inrichting van het bovenbeschreven type, die daardoor is gekenmerkt, dat naast de eindloze toevoertransporteur, en wel aan de andere zijde als waar zich de afvoertransporteurs bevinden, een sorteertransporteur is aangebracht die met de toevoer-20 transporteur is gekoppeld en op welke sorteertransporteur naast elkaar liggende stoters zijn aangebracht die verschuifbaar zijn in een richting haaks op de bewegingsrichting van de sorteertransporteur, zodanig dat zij met op de toevoertransporteur staande flessen in aanraking 25 kunnen worden gebracht, waarbij elke stoter is voorzien van een volger die samen kan werken met stationaire curve-banen waarvan de eerste in hoofdzaak in de bewegingsrichting van de sorteertransporteur loopt en de andere op onderlinge afstanden schuin van de eerste curvebaan 30 aflopen in de richting van de toevoertransporteur om na het bereiken van het verst afgelegen punt weer naar de eerste curvebaan terug te keren, waarbij nagenoeg ter plaatse van het verste punt van een curvebaan boven de afvoertransporteur een schuin van de toevoertransporteur 35 aflopende stationaire geleider is aangebracht om een door de stoters van de toevoertransporteur weggedrukte fles op dg gewenste afvoertransporteur te brengen, waarbij .8800085 * - 2 - bedieningsmiddelen aanwezig zijn om de volger van een stoter in een bepaalde curvebaan te brengen in afhankelijkheid van een signaal dat is geleverd door een fles-waarnemingsstation opgesteld bij de toevoertransporteur 5 in stroomopwaartse richting van de sorteerinrichting.

Op deze wijze wordt een eenvoudige, geselecteerde afvoer van flessen van de toevoertransporteur bereikt. In het algemeen zullen de stoters een zodanige breedte hebben dat een fles met ten minste twee stoters in 10 aanraking komt. Doordat de stoters bij het verplaatsen van een fles samenwerken met een schuin naar de fles toe lopende curvebaan zal een fles in het algemeen in aanraking zijn met twee opeenvolgende stoters, waarvan de voorste gezien in de bewegingsrichting van de toevoertransporteur, 15 zich verder over de toevoertransporteur heen uitstrekt dan de tweede, zodat een fles wordt opgenomen in de hoek die door de twee stoters wordt gevormd. Dit levert een stabiele ondersteuning en een juiste zijdelingse verplaatsing van de fles op.

20 Bij voorkeur zal er in worden voorzien, dat op enige stroomopwaartse afstand van het punt waar een schuine curvebaan van de eerste curvebaan is afgetakt, de eerste curvebaan een gebogen deel bezit waardoor de stoters over een geringe afstand worden verplaatst in de 25 richting naar de toevoertransporteur toe, zodanig dat de stoters automatisch de schuin van de eerste curvebaan aflopende curvebaan zullen volgen wanneer door het fles-waarnemingsstation geen signaal voor bediening van de stoter wordt geleverd.

30 Hierdoor kan worden bereikt, dat wanneer door het fles-waarnemingsstation geen fles wordt waargenomen of slechts een fles die niet aan de gestelde eisen voldoet, de stoters automatisch de schuin weglopende curvebaan zullen volgen en daardoor bijvoorbeeld terecht kunnen 35 komen in de ruimte die tussen twee opeenvolgende flessen aanwezig is, zodat deze flessen positief worden ondersteund. Op overeenkomstige wijze zal een fles die niet aan de eisen voldoet, en waardoor dus geen signaal aan de stoters is geleverd, direkt van de toevoertransporteur 40 worden verwijderd. Een dergelijke fles behoeft dus niet .88 0 0085 - 3 - door het verdere deel van de inrichting te worden verwerkt.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is elke stoter voorzien van een naar boven 5 toe stekende lip, waarbij de lippen van een, een bepaald aantal op elkaar volgende stoters omvattende, groep stoters in lengterichting van de stoters ten opzichte van elkaar versprongen staan en de bedieningsmiddelen een zelfde aantal strippen omvatten die verschuifbaar 10 zijn aangebracht op ten minste ëên stang die stationair is opgesteld in een richting dwars op de bewegingsrichting van de transporteur, waarbij elke strip zich over enkele stoters heen uitstrekt.

Op deze wijze wordt bereikt, dat elke stoter 15 die over het gebogen deel van de eerste curvebaan in de richting van de toevoertransporteur is geschoven, geleidelijk aan weer in tegengestelde richting kan worden verplaatst, indien daartoe een signaal wordt verschaft.

De betreffende strip werkt namelijk samen met de stoter 20 in elk geval over die afstand die de stoter aflegt vanaf het punt waar hij door het gebogen deel naar buiten toe is verschoven tot aan het punt waar hij het gebogen deel weer kan verlaten. Door het laten verspringen van de lippen van opeenvolgende stoters en door het zich 25 over een zekere afstand uitlaten strekken van de bedie- t nings-strip kan een geleidelijke verschuiving van de stoters plaatsvinden en behoeft niet elke stoter op ëên bepaalde plaats een plotselinge verschuiving te ondergaan om de gewenste curvebaan te gaan volgen.

30 Bij voorkeur zal er in worden voorzien, dat elke strip zich uitstrekt over ten minste die afstand welke een stoter aflegt tussen het begin en het einde van een gebogen deel van de eerste curvebaan.

Wanneer nu een stoter naar buiten toe begint 35 te bewegen bij het begin van de curvebaan zal hij automatisch met zijn lip de bedienings-strip wegdrukken, wanneer dit noodzakelijk zou zijn. Het is dus niet mogelijk, dat de met een stoter verbonden lip op de verkeerde wijze met de bedienings-strip in aanraking 40 komt.

.8800085 Λ - 4 - 4

In het bijzonder kan er in worden voorzien, dat de verschuiving van een strip plaatsvindt door middel van een zwenkbaar opgestelde arm, die wordt bediend door een pneumatische cilinder, waarbij de persluchttoevoer aan 5 de cilinder wordt geregeld door het signaal geleverd door het fles-waarnemingsstation.

In het bijzonder zal door het, door het fles-waarnemingsstation geleverde, signaal een klep worden bediend die gedurende een zekere tijdsperiode zorgt voor 10 toevoer van perslucht aan de betreffende pneumatische cilinder.

Daarna kan op overigens bekende wijze de druk worden weggenomen en de zuigerstang van de cilinder bijvoorbeeld door middel van een veer naar zijn uitgangs-15 stand worden teruggebracht.

Verder worgt beoogd de inrichting te beveiligen tegen beschadiging bijvoorbeeld wanneer de persluchttoevoer uitvalt terwijl een stoter van de ene naar de andere stand wordt gebracht en dus niet in de gewenste stand terecht 2 0 komt.

Dit wordt bereikt, doordat de lip van elke stoter, direkt na het doorlopen van het gebogen deel van de eerste curvebaan, zich bevindt naast een zodanig ver-zwenkbaar opgehangen controlestaaf, dat de lip van een 25 zich niet in een eindstand bevindende stoter met de controlestaaf in aanraking komt en door de verplaatsing van de controlestaaf een schakelaar wordt bediend voor het uitschakelen van de inrichting.

Op deze wijze wordt eveneens bereikt, dat een 30 in een bepaalde stand gebrachte stoter niet meer van positie kan veranderen en dus ofwel de recht doorlopende curvebaan ofwel de schuin daarvan weglopende curvebaan moet volgen.

Ter verdere beveiliging van de inrichting 35 kan er in worden voorzien, dat het voorste deel van de schuin van de toevoertransporteur af lopende stationaire geleider verzwenkbaar is opgesteld, zodanig dat bij het uitoefenen van een, boven een bepaalde waarde uitgaande, belasting op dit deel verzwenking van dit geleiderdeel 40 optreedt, waardoor een schakelaar wordt bediend die de .8800085 -5-- ft inrichting uitschakelt.

Wanneer nu bijvoorbeeld een fles door de een of andere oorzaak over een zekere afstand naar buiten toe is verplaatst, van de toevoertransporteur af, en 5 in aanraking komt met de voorrand van de geleider, zou hij een daarna komende, over een zekere afstand naar buiten geschoven, stoter kunnen blokkeren, maar daarbij door de stoter zodanig tegen het voorste geleiderdeel worden aangedrukt, dat de inrichting wordt uitgeschakeld.

10 De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een bovenaanzicht toont van een deel van een inrichting volgens de uitvinding; 15 fig. 2 schematisch een gedeeltelijke doorsnede en aanzicht toont volgens de lijn II-II van fig. 1; fig. 3 schematisch een zijaanzicht toont van een beveiligingsinrichting waardoor een juiste stand van een stoter wordt gewaarborgd; en 20 fig. 4 schematisch een bovenaanzicht toont van de beveiligingsinrichting van fig. 3.

De in de fig. 1 en 2 weergegeven inrichting omvat de toevoertransporteur 1 en de daarnaast gelegen afvoertransporteurs 2. Door middel van de toevoertranspor-25 teur 1 worden flessen 3 in êên rij 4 toegevoerd in de richting van de pijl P. De flessen 3a worden als eerste uit de rij 4 afgescheiden om langs de stationaire geleider 5a aan een bepaald behandelingsstation, te worden toegevoerd. Van de verder doorgaande flessen 3 worden daarna 30 de flessen 3b van de toevoertransporteur 1 afgevoerd om door middel van de geleider 5b aan een ander station te worden toegevoerd terwijl de flessen 3c met de transporteur 1 verder bewegen. Het is daarbij niet noodzakelijk, dat de flessen 3a, b,enz., elkaar opvolgen, maar de opeen-35 volging kan willekeurig zijn. Ook kunnen flessen uit de . rij ontbreken, zoals ter plaatse van verwijzingscijfer 6.

De flessen kunnen worden geïdentificeerd door een fles-waarnemingsstation, dat zich bevindt bij de toevoertransporteur voor het begin van de sorteerinrich-40 ting 8. De sorteerinrichting 8 omvat een eindloze ketting .8800085 - 6 - * * 9, die op niet nader aangegeven wijze gekoppeld is met de toevoertransporteur 1, zodat hij synchroon daarmee beweegt.

Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 2 omvat 5 de ketting 9 schalmen 10, die op twee, op afstand van elkaar gelegen, plaatsen worden gedragen door ondersteuningen 11, die vast zijn verbonden met het frame 12 van de inrichting 8. In elke schalm is een stoter 13 verschuifbaar aangebracht, zodanig dat hij kan worden ver-10 plaatst in de richting van de dubbele pijl R. Het naar de toevoertransporteur 1, dus naar de flessen 3 toe gerichte einde van de stoters 13 draagt een duworgaan 14, dat met de flessen in aanraking kan komen om de door de stoter uitgeoefende kracht over een voldoend groot opper-15 vlak van de fles te verdelen.

Elke stoter 13 is voorzien van een volgrol 15, die zich in fig. 2 bevindt in een curvebaan 16, aangebracht in een curveplaat 17, die wordt ondersteund door het framedeel 8.

20 De hiervoor genoemde curvebaan 16 heeft een breedte die meer dan tweemaal zo groot is als de diameter van de volgrol 15 zodat, zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 1, de volgrol het op het deel 16 aansluitende deel 19 van de curvebaan zal volgen, dan wel het schuin daarvan 25 aflopende deel 20. Het stroomopwaarts gelegen deel 19 van de curvebaan sluit met een gebogen deel 21 aan op het deel 16. Het schuin weglopende deel 20 van de curvebaan sluit door middel van een iets teruglopend deel 22 aan op een rechtlopend deel 23 om terecht te komen in een 30 opvolgend schuin verlopend curvebaandeel 24. Dit curvebaan-deel is weer afgetakt van het rechte deel 19 onder tussenschakeling van een gebogen deel 25 en een verbreed deel 26, welke delen overeenkomen met respectievelijk de delen 21 en 16.

35 Het aantal schuin weglopende curvebanen 20 en 24 zal afhankelijk zijn van het aantal stations waarover de flessen moeten worden verdeeld, dus van het aantal typen flessen dat moet worden gesorteerd. Hierbij kan een niet door het fles-waarnemingsstation geïdentificeerde fles 40 als één type worden beschouwd.

.8800085 - 7 -

Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn, dat de volgrollen 15 van alle stoters bij het begin van de sorteerinrichting 8 zich bevinden in het curvebaandeel 19 en via het gebogen deel 21 terecht komen in het deel 16.

5 Wanneer nu verder geen belasting op de stoter wordt uitgeoefend zal de volgrol 15 ervan terecht komen in het schuin weglopende curvebaandeel 20. Daarbij zal de fles 3a van de toevoertransporteur 1 worden afgeschoven en via de geleiding 5a worden afgevoerd.

10 Om dit, indien gewenst, te voorkomen, zijn alle stoters voorzien van een naar boven toe stekende lip 27, zoals blijkt uit de fig. 1 en 2.

Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 1 zijn . de lippen 27 van acht opeenvolgende stoters versprongen 15 aangebracht. De stoters zijn daartoe voorzien van de opeenvolgende nummers 1 t/m 8. Op de stoters 1 bevinden de lippen 27 zich dus op dezelfde plaats, hetzelfde is het geval voor de stoters nr. 2, enz.

Elke lip 27 van een stoter 13 werkt samen 20 met een strip 28, die verschuifbaar is op éên of meer stangen 29, zie fig. 2, die worden ondersteund door delen 30 van het frame 12. Er zijn dus ook acht van deze strippen 28 aanwezig.

Met elke strip 28 is een arm 31 gekoppeld, 25 die in het punt 32 scharnierend wordt ondersteund, en die een in hoofdzaak haaks afgebogen deel 33 bezit, dat is gekoppeld met de zuigerstang 34 van een pneumatische cilinder 35. Er zijn dus ook acht pneumatische cilinders 35 aanwezig, waarvan in fig.2 de ondersteuningen 36 30 zijn genummerd met de cijfers 1 t/m 8. De nummers 1, 3, 5 en 7 staan versprongen ten opzichte van de nummers 2, 4, 6 en 8, zodat er voldoende ruimte aanwezig is voor elke cilinder 35 en de met de zuigerstang 34 ervan verbonden delen 31 en 33, 35 Toevoer van perslucht aan de verschillende cilinders 35 kan plaatsvinden vanuit de centrale leiding 37, waartoe bij elke cilinder 35 een elektromagnetische klep 38 is aangebracht.

Zoals blijkt uit fig. 1 strekt elke strip 40 28 zich in hoofdzaak uit vanaf het begin van het gebogen .0800085 - 8 - deel 21 van de curvebaan tot over een deel van de curvebaan 16. De in fig. 1 onderste strip 28 werkt samen met de lip 27 van de stoter 13, die genummerd is met 8. De volgende strip 28 werkt samen met de stoter 13 genummerd met 7 enz.

5 Zoals reeds boven gezegd zullen alle stoters 13 met hun volgrol 15 het gebogen deel 21 van de curvebaan doorlopen en zullen zij terecht komen in het schuin weglopende deel 20 van de curvebaan. Dit laatste zal niet het geval zijn wanneer de met de betreffende stoter 13 verbonden 10 lip 27 door middel van de bijbehorende strip 28 wordt toegedrukt naar de stand zoals deze in fig. 2 is weergegeven, waarbij de stoter verplaatst wordt in de richting van de pijl Rl. Hiertoe zal door middel van het fles-waarnemingsstation 7 een signaal worden gestuurd naar de elektromagnetische 15 klep 38 van de pneumatische cilinder 35 die de betreffende strip 28 verschuift. De strip 28 neemt dan een stand in zoals deze geheel links in fig. 2 is aangegeven. De er naast liggende strip 28 bevindt zich in een tussenstand en de er op volgende strip bevindt zich in de niet werkzame stand. 20 Zoals blijkt uit fig. 1 bevinden zich voor elke aftakking van de rechtdoor gaande curvebaan 19 acht strippen 28 voor de bediening van opeenvolgende stoters, waarbij het al dan niet verplaatsen van de strippen 28 wordt geregeld door signalen, geleverd door het fles-waarnemings-25 station 7.

Wanneer een fles 3a door middel van een aantal stoters uit de rij 4 is afgevoerd worden de stoters iets teruggetrokken, maar blijven zij een baan volgen waarbij zij zich tussen opeenvolgende flessen bevinden, daar ter 30 plaatse waar zich de uitgestoten fles bevond. Op deze wijze worden de nog aanwezige flessen positief ondersteund, zodat zij met de juiste stoters in aanraking komen wanneer zij op hun beurt van de toevoertransporteur 1 moeten worden verwijderd. Daarbij is uiteraard ook van belang dat de 35 lippen van de stoters 13, waarvan de volgrollen 15 de curvebaan 23 volgen, niet in aanraking komen met strippen 28, maar daarlangs bewegen.

Om er zeker van te zijn dat een volgrol 15, die zich in het brede deel 16 van de curvebaan bevindt het 40 deel 19 ofwel het deel 20 van de curvebaan gaat volgen en .8800085 - 9 - niet wordt geblokkeerd door het naar voren toe stekende punt van de curvebaan ter plaatse waar zich het deel 20 van het deel 19 afsplitst, is voor elke lip 27 van een stoter 13 een geleidingsstang 39 aangebracht, zie fig. 3 5 en 4. De geleidingsstang 39 is in de punten 40 scharnierend verbonden met twee ophangarmen 41, die met hun boveneinden in de punten 42 scharnierend zijn verbonden met het frame 12. In de juiste stand van een stoter 13 zal de lip 27 ervan aan êên der zijden van de stang 39 passeren. Wanneer 10 echter de stoter 13 zich in een middenstand bevindt zal de lip 27 in aanraking komen met de stang 39 en deze naar links toe drukken in de richting van de pijl S. Hierbij zal een arm 41 in aanraking komen met een schakelaar 43, die de inrichting uit zal schakelen.

15 Op ongeveer gelijke wijze als aangegeven in fig. 3 kan het voorste deel 5A, zie fig. 1, van de geleider 5a verzwenkbaar zijn opgehangen aan armen 44, zodanig dat wanneer het dele 5a naar links toe wordt gedrukt, als gezien in fig. 1, door een arm 44 een schake-20 laar 45 wordt bediend, waardoor de inrichting wordt uitgeschakeld.

Opgémerkt zij nog, dat wanneer op de plaats die in fig. 1 met het verwijzingscijfer 6 is aangeduid, een fles zou ontbreken, de daar aanwezige stoters 13 25 in het algemeen een uitwaartse stand in zullen gaan nemen, zoals deze bijvoorbeeld is aangegeven voor de fles die is aangeduid met 3a. De zich direkt ter weerszijden van de plaats 6 bevindende flessen worden dan positief door de betreffende stoters 13 ondersteund.

30 Het zal duidelijk zijn dat slechts een moge lijke uitvoeringsvorm is beschreven en in de tekening weergegeven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

-conclusies- .8800085

Claims (8)

1. Inrichting voor het geselecteerd verdelen van in een rij (4), door middel van een toevoertransporteur (1), aangevoerde voorwerpen, in het bijoznder flessen (3) , over een aantal naast de toevoertransporteur (1) gelegen af-5 voertransporteurs (2) voor het toevoeren van bepaalde flessen (3a,3b,3c) aan bepaalde behandelingsstations, met het kenmerk, dat naast de eindloze toevoertransporteur (1), en wel aan de andere zijde als waar zich de afvoertransporteurs (2) bevinden, een sorteer-10 transporteur (9) is aangebracht die met de toevoertransporteur (1) is gekoppeld en op welke sorteertransporteur (9) naast elkaar liggende stoters (13) zijn aangebracht die verschuifbaar zijn in een richting haaks op de bewegingsrichting van de sorteertransporteur (9), zodanig 15 dat zij met op de toevoertransporteur (1) staande flessen (3) in aanraking kunnen worden gebracht, waarbij elke stoter (13) is voorzien een volger (15) die samen kan werken met stationaire curvebanen (16,19-26) waarvan de eerste (19) in hoofdzaak in de bewegingsrichting van de 20 sorteertransporteur (9) loopt en de andere (20,24) schuin van de eerste curvebaan (19) aflopen in de richting van de toevoertransporteur (1) om na het bereiken van het verst afgelegen punt weer naar de eerste curvebaan (19) terug te keren, waarbij nagenoeg ter plaatse 25 van het verste punt van een curvebaan (20,24) boven de afvoertransporteur (2) een schuin van de toevoertransporteur (1) aflopende stationaire geleider (5a,5b) is aangebracht om een door de stoters (13) van de toevoertransporteur (1) weggedrukte fles (3) op de gewenste 30 afvoertransporteur (2) te brengen, waarbij bedienings- middelen (27-38) aanwezig zijn om de volger (15) van een stoter (13) in een bepaalde curvebaan (16,19-26) te brengen in afhankelijkheid van een signaal dat is geleverd door een fles-waarnemingsstation (7) opgesteld 35 bij de toevoertransporteur (1) in stroomopwaartse richting van de sorteerinrichting (8).

2. Inrichting volgens conclusie l,met het ken- .8800085 - 11 - merk, dat op enige stroomopwaartse afstand van het punt waar een schuine curvebaan (20,24) van de eerste curvebaan (19) is afgetakt, de eerste curvebaan (19) een gebogen deel (21,25) bezit waardoor de stoters (13) 5 over een geringe afstand worden verplaatst in de richting naar de toevoertransporteur (1) toe, zodanig dat de stoters (13) automatisch de schuin van de eerste curvebaan (19) aflopende curvebaan (21,24) zullen volgen wanneer door het fles-waarnemingsstation (7) geen signaal voor 10 bediening van de stoter (13) wordt geleverd.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat elke stoter (13) is voorzien van een naar boven toe stekende lip (27), waarbij de lippen (27) van een, een bepaald aantal op elkaar volgende stoters 15 (13) omvattende, groep stoters (13) in lengterichting van de stoters (13) ten opzichte van elkaar versprongen staan en de bedieningsmiddelen een zelfde aantal strippen (28) omvatten die verschuifbaar zijn aangebracht op ten minste één stang (29) die stationair is opgesteld 20 in een richting dwars op de bewegingsrichting van de transporteur (9), waarbij elke strip (28) zich over enkele stoters (13) heen uitstrekt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat elke strip (28) zich uitstrekt over 25 ten minste die afstand welke een stoter (13) aflegt tussen het begin en het einde van een gebogen deel (21,25) van de eerste curvebaan (19).

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4,met het kenmerk, dat de verschuiving van een strip (28) 30 plaatsvindt door middel van een zwenkbaar opgestelde arm (31), die wordt bediend door een pneumatische cilinder (35), waarbij de persluchttoevoer aan de cilinder wordt geregeld door het signaal geleverd door het fles-waarnemingsstation (7) - 35

6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat door het, door het fles-waarnemings- .8&OOOS5 X - 12 -’4 station (7) geleverde, signaal een klep (38) wordt bediend die gedurende een zekere tijdsperiode zorgt voor toevoer van perslucht aan de betreffende pneumatische cilinder (35). 5

7. Inrichting volgens één der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de lip (27) van elke stoter (13), direkt na het door de stoter (13) doorlopen van het gebogen deel (21,25) van de curvebaan (19), zich bevindt naast een zodanig verzwenkbaar opgehangen 10 controlestaaf (39), dat de lip (27) van een zich niet in een eindstand bevindende stoter (13) met de controlestaaf (39) in aanraking komt en door de verplaatsing van de controlestaaf (39) een schakelaar (43) wordt bediend voor het uitschakelen van de inrichting. 15

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voorste deel (5A) van de schuin van de toevoertransporteur (1) aflopende stationaire geleider (5a,5b) verzwenkbaar is opgesteld, zodanig dat bij het uitoefenen van een, boven een 20 bepaalde waarde uitgaande, belasting op dit deel (5A) verzwenking van dit geleiderdeel optreedt, waardoor een schakelaar (45) wordt bediend die de inrichting uitschakelt. .8800085