NL8702964A

NL8702964A - Vliegend voorwerp voor het verzamelen van zonnestralen.

Info

Publication number: NL8702964A
Application number: NL8702964A
Authority: NL
Original assignee: Kei Mori
Priority date: 1986-12-08
Filing date: 1987-12-08
Publication date: 1988-07-01
Also published as: GB8727121D0; IT8722891A0; FI874979A0; CN87107423A; DK617987D0; SE8704856D0; JPS63145195A; FI874979A; KR880007323A; DE3740853A1; GB2198550A; IT1223218B; US4799629A; DK617987A; FR2607776A1; NZ222512A; SE8704856L; AU8117887A; AU597538B2

Description

1 * H.0. 34866

Vliegend voorwerp voor het verzamelen van zonnestralen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vliegend voorwerp voor het verzamelen van zonnestralen dat een zonnestraalverzamelinrich-5 ting draagt voor het toedienen van medische behandeling, het uitvoeren van experimenten of voor andere soortgelijke doeleinden.

Een eerder door aanvraagster voorgestelde automatische zonnestraal-verzamelinrichting heeft een cilindrische basis en een doorzichtig koepelvormig kopdeel. Met de basis en het kopdeel is een omhulsel voor de 10 zonnestraalverzamelinrichting geconstrueerd. Voor het toepassen van de inrichting is in het omhulsel een zonnestraalverzamelinrichting ondergebracht,

De zonnestraalverzamelinrichting omvat een groot aantal optische lenzen (bijv. negentien lenzen) voor het bundelen van de zonnestralen, 15 een lichtstraalrichtingsaftaster voor het aftasten van de richting van de zon, een ondersteuningsgestel voor het in zijn geheel vasthouden van de lenzen en de aftaster, een eerste motor voor het met een draaibare as (horizontaal gerangschikte as) draaien van deze elementen, een onder-steuningsarm voor het vanaf de lenzen naar de motor ondersteunen van de 20 voornoemde elementen, een verdere draaibare as (verticaal gerangschikte as) zodanig opgesteld dat deze de draaibare as van de voornoemde eerste motor loodrecht snijdt, en een tweede motor voor het doen draaien van de verder draaibare as (verticaal gerangschikte as). De richting van de zon wordt door de voornoemde lichtstraalrichtingsaftaster afgetast. De eer-25 ste en tweede motoren worden voor het steeds naar de zon richten van de lenzen door middel van stuurinrichtingen gestuurd. Het licht ontvangende einde van de optisch geleidende kabel is in het brandpunt van de lenzen geplaatst. De lichtstralen worden in de optisch geleidende kabel geleid en hierdoor naar een te kiezen gewenste plaats overgebracht.

30 Aanvraagster heeft ook een stralingsinrichting voor zonnestralen voor gebruik bij medische behandeling voorgesteld waarin alleen de zichtbare lichtstralen, welke geen ultraviolette of infrarode stralen bevatten, in de optisch geleidende kabel worden geleid door de positie van het licht ontvangende einde van de in het brandpunt van de lenzen 35 opgestelde optisch geleidende kabel op de wijze zoals boven genoemd in te stellen, waarbij de zichtbare lichtstralen naar de structuur van een levend lichaam, worden gestraald voor het bevorderen van de reactie van het levende lichaam om veroudering van de huid van een menselijk lichaam te voorkomen, en verder om het menselijk lichaam te genezen van ar-40 thritis, neuralgie, doorligging, rheumatiek, brandlidtekens, huidziek- . $ 7 i 1- ::' i * 2 ten, wondlittekens, botbreuklittekens en dergelijke alsmede voor het stoppen van de pijn van deze ziekten.

Hoewel de bovengenoemde stralingsinrichting voor zonnestralen voor gebruik bij medische behandeling de nuttige lichtenergie van de zonne-5 stralen benut, kan echter verder ook de meer fysiologische functie van de in zonnestralen aanwezige zichtbare lichtstralen worden benut voor het toedienen van medische behandeling, voor het voorkomen van verschillende ziekten behorende tot het gebied van de medische wetenschap en het nut hiervan op het gebied van de moderne landbouwtechnologie en biotech-10 nologie. Een ernstig probleem treedt op met betrekking tot de weersomstandigheden ter plaatse van de installatie omdat de zonnestralen, d.w.z. de zonnestraalenergie tijdens slecht weer waarbij de zonnestralen door een wolkendek worden tegengehouden niet effectief kan worden benut.

15 De hoofddoelstelling van de onderhavige uitvinding is nu het ver schaffen van een vliegend voorwerp voor het verzamelen van de zonnestralen dat met een zonnestraalverzamelinrichting is uitgerust.

Een verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een vliegend voorwerp dat boven het wolkendek kan stijgen 20 en die omgevingsomstandigheden kan bereiken, welke voor het verzamelen van de zonnestralen noodzakelijk zijn.

Een nog verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een vliegend voorwerp dat met aanvullende zweetmiddelen is uitgerust, opdat het mogelijk is om het vliegende voorwerp gedurende 25 lange tijdsperioden op grote hoogte in de lucht te laten zweven, waarbij slechts kleine hoeveelheden brandstof worden verbruikt.

Een weer verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een vliegend voorwerp waarin een patiënt welke aan ziekten zoals arthritis leidt door de zonnestralen kan worden bestraald, on-30 geacht de weersomstandigheden aan de grond.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht dat de hoofdtrekken van de zonnestraalverzamelinrichting toont;

Fig, 2 is een bovenaanzicht voor het tonen van de hoofdtrekken van het vliegende voorwerp dat overeenkomstig de uitvinding voor het verza-35 melen van zonnestralen wordt gebruikt;

Fig. 3 is een zijaanzicht voor het verder verklaren daarvan; en

Fig. 4 is een blokschema van het stuurstelsel voor het sturen van het vliegende voorwerp overeenkomstig de onderhavige uitvinding.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht voor het verklaren van de 40 uitvoeringsvorm van een omhulsel dat bij de zonnestraalverzamelinrich- . 87 a 2 !; '

3 . V

ting wordt toegepast welke door aanvraagster eerder is voorgesteld. In fig. 1 is 1 een cilindrisch basisdeel, is 2 een doorzichtig koepelvormig kopdeel, en is uit het basisdeel 1 en het kopdeel 2 een omhulsel 3 geconstrueerd dat bij de zonnestraalverzamelinrichting wordt toegepast. In 5 het omhulsel 3 is een zonnestraalverzamelinrichting 10 ondergebracht, zoals getoond in fig. 4, gedurende de tijd dat de inrichting 10 wordt toegepast.

De zonnestraalverzamelinrichting 10 omvat een groot aantal lenzen 11 (bijv. negentien lenzen) voor het bundelen van de zonnestralen, een 10 richtingsaftaster 12 voor het aftasten van de richting van de zon, een ondersteuningsgestel 13 voor het in zijn geheel ondersteunen van de lenzen 11 en de aftaster 12, een eerste motor 14 om deze elementen in de door de pijl A aangegeven richting te draaien, een vasthoudarm 15 voor het op de motor 14 vasthouden van de voornoemde lenzen 11, een draaibare 15 as 16, zodanig opgesteld dat deze de draaibare as van de motor 14 loodrecht snijdt, en een tweede motor (niet getoond in fig. 1) voor het in de door de pijl B getoonde richting draaien van de draaibare as 16.

De richting van de zon wordt door de aftaster 12 waargenomen, en zijn waarnemingssignaal stuurt de voornoemde eerste en tweede motoren om 20 de lenzen 11 naar de zon te richten. De door de lenzen 11 gebundelde zonnestralen worden in een optisch geleidende kabel geleid, niet getoond in fig. 1, waarvan het licht ontvangende einde in het brandpunt van de lenzen 11 is opgesteld. De geleide zonnestralen worden door de optisch geleidende kabel naar een te kiezen gewenste plaats overgebracht.

25 Aanvraagster heeft ook een stralingsinriehting voor zonnestralen voor gebruik bij medische behandeling voorgesteld, waarin alleen de zichtbare lichtstralen welke geen ultraviolette of infrarode stralen bevatten, in de optisch geleidende kabel worden geleid, door de positie van het in het brandpunt van de lenzen opgestelde licht ontvangende ein-30 de van de optisch geleidende kabel op een wijze zoals bovengenoemd in te stellen, waarbij de zichtbare lichtstralen naar de structuur van een levend lichaam worden gestraald voor het bevorderen van de reactie van het levende lichaam of om veroudering van de huid van een menselijk lichaam te voorkomen, en verder om het menselijk lichaam te genezen van arthri-35 tis, neuralgie, doorligging, reumatiek, brandlittekens, huidziekten, wondlittekens, botbreuklittekens en dergelijke alsmede voor het stoppen van de pijn van deze ziekten.

Hoewel de bovengenoemde stralingsinriehting voor zonnestralen voor gebruik bij medische behandeling de nuttige lichtenergie van de zonne-40 stralen benut, kan echter verder ook de fysiologische functie van de in . 8/ ί l . . ; 4 #· * zonnestralen aanwezige lichtstralen worden benut voor het toedienen van medische behandeling, voor het voorkomen van verschillende ziekten behorende tot het gebied van de medische wetenschap en het nut hiervan op het gebied van de moderne landbouwtechnologie en biotechnologie. Een 5 ernstig probleem treedt op met betrekking tot de weersomstandigheden ter plaatse van de Installatie omdat de zonnestralen, d.w.z. de zonnestraal-energie tijdens slecht weer waarbij de zonnestralen door een wolkendek worden tegengehouden niet effectief kan worden benut.

Fig, 2 is een bovenaanzicht voor het verklaren van de hoofdtrekken 10 van een vliegend voorwerp voor het verzamelen van zonnestralen volgens de onderhavige uitvinding, en fig. 3 is een zijaanzicht voor het verder verklaren hiervan. In fig. 2 en 3 is 21 een toestelgedeelte daarvan. Het toestel 21 is bijvoorbeeld als een meetkooi uitgevoerd met weinig luchtweerstand en gemaakt van een met kunsthars gemengd materiaal in de vorm 15 van een platte schijf met een schaalconstructie. Aan de buitenomtrek van het toestel 21 zijn meerdere zweef- en voortstuwingsmiddelen aangebracht bestaande uit een motor 22 en een propeller 23 met de tussenliggende armen 24 waarin de aandrijfas van de respektieve motoren 22 en de propeller 23 kan draaien (voor het veranderen van de richting hiervan) ten op-20 zichte van het oppervlak van het toestel. (In het navolgende heeft de, met het verwijzingscijfer 23 aangeduide propeller betrekking op 23a, 23b en 23c). Wanneer het vliegende voorwerp opstijgt is de propeller 23 evenwijdig met het oppervlak van het toestel 21 zoals getoond in fig. 3. Het vliegende voorwerp kan bijgevolg door de werking van de propeller 23 25 in verticale richting opstijgen. Indien de propeller 23 voor het veranderen van de richting van zijn oppervlak wordt gedraaid, wordt een horizontale krachtcomponent opgewekt waardoor het vliegende voorwerp in horizontale richting kan bewegen. Wanneer zoals getoond in fig. 2, bijvoorbeeld de propeller 23a in de door de pijl A getoonde richting, de 30 propeller 23b in de richting B en de propeller 23c in de richting C is gericht en de propeller 23c verder in een richting tegengesteld aan die van de propellers 23a en 23b wordt gedraaid, kan het vliegende voorwerp in de door de pijl D getoonde richting bewegen.

De vliegsnelheid van het vliegende voorwerp kan door het veranderen 35 van de horizontale component van de kracht van de propeller 23 worden ingesteld waarbij aan het benedenoppervlak van het toestel 21 in horizontale richting een schroefturbine 28 is geïnstalleerd om de vliegsnelheid van het vliegende voorwerp te verhogen. Omdat verder de draaiende beweging van het toestel 21 een bewegingscomponent heeft voor het balan-40 ceren van de, met de draaiing van de propeller 23 gepaard gaande opge- £ W _ ' ' r V .. * 5 » v wekte draaiende beweging, is voor het stabiliseren van het vliegende voorwerp aan de buitenomtrek van het toestel 21 een voortstuwingsmecha-nisme 25 geïnstalleerd, dat een met de draaibewegingseomponent van het toestel 21 overeenkomend draaikoppel opwekt om een voortstuwingskracht 5 in de richting van zijn buitenomtrek op te wekken. In het geval waarin een veelvoud van zweef- en voortstuwingsmiddelen is toegepast wordt de gebalanceerde toestand van de draaibeweging van het toestel 21 in stand gehouden door de draairichting van de propeller 23 om te keren. Hierdoor kan voor draaiingsstabilisatie met een voortstuwingsmechanisme 25 van 10 klein vermogen worden volstaan. Ofschoon bij de bovengenoemde zweef- en voortstuwingsmiddelen een propeller 23 wordt toegepast, is het op gelijksoortige wijze mogelijk om een mechanisme van het straalvoortstu-wingstype toe te passen. In fig. 2 is 27 een been. Aan het toestel 21 zijn meerdere benen 27 met uniforme tussenruimten langs de omtreksrich-15 ting daarvan bevestigd. Wanneer het vliegende voorwerp opstijgt zijn de benen 27 in het toestel 21 teruggetrokken.

Overeenkomstig de onderhavige uitvinding zijn met nagenoeg gelijke tussenruimten zonnestraalverzamelinrichtingen 10 op het bovenoppervlak van het vliegende voorwerp aangebracht, zoals bovengenoemd. De effektte-20 ve golflengtecomponent, bijvoorbeeld de zichtbare lichtstraalcomponenten van de zonnestralen verzameld door het toepassen van de zonnestraalver-zamelinrichtingen 10, wordt via een optisch geleidende kabel naar de in het toestel 21 opgestelde lichtstraal-stralingsmiddelen overgebracht. De op deze wijze overgebrachte lichtstralen worden door het toepassen van 25 de lichtstraal-stralingsmiddelen naar het doelvoorwerp gestraald, zoals bijvoorbeeld het huidoppervlak van een patiënt. Door middel van de propeller 23, de schroefturbine 28 of dergelijke stijgt het vliegende voorwerp tot een grote hoogte op in de lucht, daar waar de zonnestralen niet door de wolken worden onderbroken en kan bijgevolg de lichtstraling op 30 effektieve wijze in het vliegende voorwerp worden uitgevoerd. Ten aanzien van het zweven van het vliegende voorwerp is het vereist dat in gebalanceerde toestand elk van de zweefmiddelen samenwerkt om het toestel 21 horizontaal in een stabiele stand te houden. Bijgevolg dienen voor het verkrijgen van een dergelijke sturing de gestuurde grootheden, zoals 35 het toerental van de motor, de richting daarvan en dergelijke te worden gestuurd in relatie tot het doeloppervlak op het moment van een horizontale vlucht.

Fig. 4 is een blokschema dat een uitvoeringsvorm toont van een stuurstelsel voor het sturen van het vliegende voorwerp zoals bovenge-40 noemd. Het blokschema in fig. 4 omvat een stuurinrichting 100, een be- 87 01 C l' i - 6 krachtiger 101, de mate van verandering van de aërodynamische kracht 102 van het toestel, en een aftaster 103. In het geval dat de door de respektieve zweefmiddelen 22 en 23 veroorzaakte zweefkrachten tijdens het zweven (horizontaal) niet uniform zijn veroorzaakt de waterpeilas 5 (horizontaal) van het toestel 21 van het vliegende voorwerp een draaiende beweging ten opzichte van het grondoppervlak. Een dergelijke draaiing vormt als draaiïngskracht het ingangssignaal van bijv. de aftaster 103, welke een gyroscopisch kompas of dergelijke is, waarna de draaiïngskracht als precessiedraaiïngskrachtsignaal het uitgangssignaal van het 10 gyro-magnetische kompas wordt. Op deze wijze wordt het signaal van de afwijking van de horizontale positie aan de stuurinrichting 100 toegevoerd en wordt een servo-opdrachtsignaal aan de bekrachtiger 101 toegevoerd voor het aandrijven van de regelklep etc. van de motor 22. (In het geval van de fig. 2 en 3 is het vliegende voorwerp, omdat er drie moto-15 ren zijn verschaft, voorzien van drie regelkleppen). De motor 22 wordt door de, op basis van het servo-opdrachtsignaal bediende, regelklep bediend. De mate van verandering 102 van de aërodynamische kracht, welke karakteristiek voor het toestel 21 is, opgewekt als gevolg van het aandrijven van de motor 22, wordt door de aftaster 103 als een toestandspo-20 sitiesignaal van het toestel 21 waargenomen. Het waargenomen signaal wordt aan de stuurinrichting 100 toegevoerd. Op deze wijze is een stuur-lus gevormd voor het veranderen van de mate van opening van de regelklep.

In het geval van een horizontale vlucht wordt het vliegende voor-25 werp bovendien ook op basis van een soortgelijke verdere stuurlus gestuurd. Wanneer het vliegende voorwerp horizontaal zweeft en bij een doelpositie arriveert, wordt een in het toestel 21 ondergebrachte ballon 90 uit een opening 91 genomen om de ballon 90 in de ruimte 29 buiten het toestel 29 te trekken, waarna op afdichtende wijze heliumgas in de bal-30 Ion 90 wordt opgenomen, waartoe van een vloeibaar heliumpatroon dat in het toestel 21 is opgesteld gebruik wordt gemaakt (niet getoond in fig. 2), waardoor het vliegende voorwerp in de lucht zweeft. De bovengenoemde ballon 90 wordt toegepast om de door de motor 22 verbruikte hoeveelheid brandstof te reduceren. Lange zweefperioden van het vliegende voorwerp 35 kunnen worden gerealiseerd door inplaats van de motor 22 een dergelijke ballon als hulpzweefmiddel toe te passen. Voorts is 31 een bedienings-plaats. Hierdoor kan effectief zonnestraling worden toegediend om de beoogde doelstelling van de onderhavige uitvinding te bereiken.

Zoals boven genoemd is het vliegende voorwerp volgens de onderhavi-40 ge uitvinding bevracht met zonnestraalverzamelinrichtingen, welke hier- 8 7 f i *·· 7 . * door steeds zodanig boven het wolkendek zijn gesitueerd dat de zonnestralen effektief kunnen worden verzameld. Omdat de op afdichtende wijze met helium gas gevulde ballon als extra zweefmiddel wordt toegepast, is het mogelijk om het vliegende voorwerp gedurende lange tijdsperioden op 5 grote hoogten in de lucht te laten zweven, waarbij slechts zeer kleine hoeveelheden brandstof worden verbruikt. In het bijzonder kunnen patiënten welke leiden aan ziekten zoals arthritis naar grote hoogten in de lucht worden meegenomen en kunnen de zonnestralen effektief naar de patient worden gestraald. Wanneer het bewolkt of regenachtig is kan aan de 10 grond geen zonnebestraling worden uitgevoerd. Echter dit kan wel steeds op grote hoogten in de lucht worden gedaan, ongeacht de weersomstandigheden.

15 20 25 30 35 40 f 7 ί'

Claims

1. Vliegend voorwerp voor het verzamelen van zonnestralen, met het kenmerk., dat het vliegende voorwerp meerdere schijfvormige vliegende li- 5 chamen omvat respektievelijk uitgerust met zweef- en voortstuwingsmiddelen aangebracht aan de buitenomtreksdelen daarvan, welk vliegend voorwerp door middel van de meerdere zweef- en voortstuwingsmiddelen zijn vliegrichting kan waarnemen en zijn positie kan aanhouden en bovendien een zonnestraalverzamelinrichting heeft, uitgerust met zonnestraalverza-10 mellenzen aangebracht op het vliegende voorwerp, waarbij de door de zonnestraalverzamelinrichting verzamelde zonnestralen via een optisch geleidende kabel in het vliegende voorwerp worden geleid.

2. Vliegend voorwerp voor het verzamelen van zonnestralen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vliegende voorwerp gebruik maakt 15 van een afgedichte ballon waarin heliumgas is opgenomen het vliegende voorwerp op een voorafbepaalde positie te laten zweven nadat het vliegende voorwerp naar een voorafbepaalde hoogte is opgestegen en waarbij het in de ballon op te sluiten heliumgas de toestand van dampvormig gas van vloeibaar helium heeft. 20 ****** 25 30 35 40 , $ i v