NL8702963A - Inrichting voor het teweegbrengen van stijgvermogen. - Google Patents

Description

I S l.

1 " N.0. 34842 t λ

Inrichting voor het teweegbrengen van stijgvermogen.

Achtergrond van de uitvinding 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het toevoeren van stijgvermogen aan een vliegend voorwerp dat met meerdere zweef- en voortstuwingsmiddelen is uitgerust, wanneer het vliegende voorwerp opstijgt en op de grond landt.

In het geval dat het vliegende voorwerp eenvoudig als transportmid-10 del voor het snel vervoeren van een last of een persoon wordt gebruikt, wordt het propeller- of het straalvoortstuwingsmechanisme als middel voor het in horizontale richting voortstuwen van het voorwerp in horizontale richting gebruikt, om een zodanige horizontale snelheid te verkrijgen dat het evenwicht tussen de zwaartekracht en de stijgkracht van 15 de vleugel door deze, zoals boven genoemd verkregen, horizontale snelheid in stand wordt gehouden. Op deze wijze kan een horizontale vlucht worden gerealiseerd. In een dergelijk geval is het mogelijk om de door-snede-oppervlakte-afmeting van het toestel in de horizontale vliegrichting en de aërodynamische weerstand in dezelfde richting tot het uiter-20 ste te reduceren. Wanneer het vliegende voorwerp echter niet alleen als een eenvoudig transportmiddel maar ook voor andere doeleinden wordt gebruikt, wordt hiervoor een passende vorm aangenomen. Ten aanzien van de vorm van een hefschroefvliegtuig is er bijvoorbeeld niet overwogen om de aërodynamische weerstand voor een horizontale vlucht te reduceren. In 25 plaats hiervan werd het reduceren van het gewicht van het toestel een van de noodzakelijke voorwaarden bij het ontwerpen van de vorm van het vliegende voorwerp om stijgvermogen te verkrijgen. Door het toepassen van een rotor (roterende vleugel) geschikt voor het verticaal opstijgen en horizontaal landen, wordt bij een hefschroefvliegtuig de doelstelling 30 hiervan bereikt.

Het vliegende voorwerp kan niet alleen gebruikt worden als middel voor het optillen van zware lasten, maar ook voor het benutten van de effectieve golflengtecomponenten van de zonnestralen zoals in de eerder door aanvraagster voorgestelde zonnestraalverzamelinrichting. In het ge-35 val dat de zonnestralen naar de zonnestraalverzamelinrichting worden doorgezonden zonder dat zij door een wolkendek worden onderbroken zodat de zonnestralen op een stabiele wijze en ononderbroken naar het doel-voorwerp kunnen worden gestraald, is het noodzakelijk dat de in het vliegende voorwerp geïnstalleerde zonnestraalverzamelinrichtingen zoda-40 nig kunnen worden gestuurd, dat zij naar de zon zijn gericht en dat zij , 8 7 c *

A

2 )

A

in de vorm van een (tweedimensionaal) vlak op het vliegende voorwerp zijn gerangschikt.

Een schijfachtige platte vorm verdient hiertoe de voorkeur, waarbij het verder noodzakelijk is om het vliegende voorwerp in een scherphoe-5 kige omtreksvorm te construeren om een kleine aërodynamische weerstand te hebben bij het vliegen in horizontale richting, en om de zweef- en voortstuwingsmiddelen langs de omtrek te plaatsen om te verhinderen dat de te ontvangen lichtstralen hierdoor worden beïnvloed. Het bovengenoemde vliegende voorwerp is met één of meerdere zweef- en voortstuwingsmid-10 delen uitgerust om het noodzakelijke stijgvermogen te bereiken. Voor het laten zweven van het vliegende voorwerp kan een draaiende vleugel, zoals een propeller, als zweefmiddel worden gebruikt.

Samenvatting van de uitvinding 15

Hoofddoelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een inrichting welke geschikt is voor het aan een vliegend voorwerp toevoeren van stijgvermogen tijdens het opstijgen en landen hiervan en voor het bevorderen van de prestaties hiervan.

20 Een verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het ver schaffen van een inrichting waarmee de energie van het door het propeller- of straalvoortstuwingsmechanisme uitgestoten afgewerkte gas aan het vliegende voorwerp kan worden toegevoerd, waardoor het zweefrendement van het propeller- of het straalvoortstuwingsmechanisme tijdens het zwe-25 ven kan worden verhoogd.

Een weer verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een inrichting waarmee de afmetingen van de in het vliegende voorwerp geïnstalleerde propeller- of straalvoortstuwingsmechanisme kunnen worden gereduceerd, de hierdoor geproduceerde ruis op het mo-30 ment van het opstijgen of landen kan worden verminderd, en dat tijdens het opstijgen en landen kan worden volstaan met kleinere hoeveelheden te verbruiken energie.

Korte beschrijving van de tekeningen 35

Fig, 1 is een bovenaanzicht voor het verklaren van de hoofdtrekken van de onderhavige uitvindig;

Fig. 2 is een doorsnede-aanzicht genomen langs de lijn II-II van fig. 1 en toont een U-vormig kanaal dat een inrichting voor het teweeg-40 brengen van stijgvermogen volgens de onderhavige uitvinding is; en 8 7 0 l = 0 3 3 % r,

A

Fig. 3 is een perspectivisch aanzicht voor het verklaren van een uitvoeringsvorm van de, in het vliegende voorwerp volgens de onderhavige uitvinding geladen, zonnestraalverzamelinrichting.

5 Beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvoraen

De onderhavige uitvinding benut de energie van een door het propeller- of straalvoortstuwingsmechanisme van een vliegend voorwerp uitgestoten uitlaatgas om de bovengenoemde doelstelling te kunnen bereiken.

10 Het uitlaatgas wordt in een opening van een U-vormig kanaal geleid dat in de grond of op het dak van een gebouw is geïnstalleerd en wordt door een andere opening daarvan uitgestoten. Het uitgestoten gas wordt aan het vliegende voorwerp toegevoerd voor het bewerkstelligen van het stijgveraogen.

15 Fig. 1 is een bovenaanzicht voor het verklaren van de hoofdtrekken van de inrichting voor het bewerkstelligen van stijgvermogen volgens de onderhavige uitvinding, en fig. 2 is een doorsnede-aanzicht langs de lijn II-II van fig. 1 en omvat het gedeelte onder de grond. In de figuren 1 en 2 is I een toesteldeel van een vliegend voorwerp P voor het 20 verzamelen van zonnestralen waaraan stijgvermogen wordt toegevoerd door middel van een stijgvermogen toevoerende inrichting volgens de onderhavige uitvinding, is 2 een propeller- of straalvoortstuwingsmechanisme, is 3 een ondersteuningsarm voor het ondersteund verbinden van het propeller- of straalvoortstuwingsmechanisme 2 met het toestel 1, en is 4 25 een zonnestraalverzamelinrichting. Voor wat betreft de zonnestraalverzamelinrichting 4, deze is door aanvraagster reeds eerder in verschillende uitvoeringsvormen voorgesteld. De zonnestraalverzamelinrichting 4 omvat een optisch stelsel dat de in zonnestralen aanwezige zichtbare lichtstralen benut en ultraviolette en infrarode stralen uitsluit. De inrich-30 ting bevat verder een, draaiïng volgende, inrichting voor het steeds naar de zonnestralen richten van het optische stelsel. Het verwijzings-cijfer 5 vertegenwoordigt een ruimte voor het daarin toepassen van de effectieve lichtstraalcomponenten van de vanaf de zonnestraalverzamelin-richting 4 doorgegeven lichtstralen in overeenstemming met de doelstel-35 ling hiervan en een bedieningsplaats voor het sturen van de vlvht van het vliegende voorwerp en geeft 11 de benen van het vliegende voorwerp weer. Tijdens het vliegen zijn de benen 11 in het toesteldeel 1 teruggetrokken.

Het vliegende voorwerp P voor het verzamelen van de zonnestralen 40 kan door middel van een propeller- of straalvoortstuwingsmechanisme 2 £. 7 ” : , • V r · -.* 4 opstijgen en voert het uitlaatgas naar de grond of het dak 100 af. U-vormige kanalen 62, 64 en 66, welke respectievelijk een opening onder het voornoemde propeller- of straalvoortstuwingsmechanisme 2 hebben, zijn zodanig onder het grondoppervlak of op een dak 100 geïnstalleerd 5 dat zij tegenover elke propeller- of straalvoortstuwingsmechanisme liggen.

De inlaat van deze U-vormige kanalen, voor het geleiden van het uitgestoten gas, heeft de vorm van een trompet. Het uitlaatgas, dat door deze openingen in de U-vormige kanalen wordt geleid, komt via een uit-10 laatgat 68 dat in verbinding staat met de voornoemde U-vormige kanalen 62, 64 en 66 in het onder de grond gelegen gedeelte 101 bij een opening 67 aan. Het uit de opening 67 afgevoerde uitlaatgas is naar het bodemge-deelte 12 van het toestel 1 gericht waardoor de energie van het afgevoerde gas aan het vliegende voorwerp P voor het verzamelen van de zon-15 nestralen wordt toegevoerd. Omdat bovendien de energie van het afgevoerde gas evenredig is met het kwadraat van de snelheid van het afgevoerde gas kan, wanneer de oppervlaktemaat van de opening 67 kleiner is dan die van de andere openingen 61, 63 en 65, de gasafvoersnelheid worden verhoogd waardoor het toegevoerde stijgvermogen groter kan worden gemaakt. 20 Elke opening van de U-vormige kanalen is bovendien met een draadgaas 7 bedekt als veiligheidsmaatregel ten behoeve van het vliegende voorwerp of dergelijke.

Fig. 3 is een perspectivisch aanzicht voor het verklaren van een uitvoeringsvorm van een eerder door aanvraagster voorgestelde zonne-25 straalverzamelinrichting, dat wil zeggen de in fig. 1 en fig. 2 getoonde zonnestraalverzamelinrichting 4. In fig. 3 is 31 een cilindrisch basisdeel en is 32 een doorzichtig koepelvormig hoofddeel, waarbij uit het basisdeel 31 en het hoofddeel 32 een omhulsel 33 is geconstrueerd. De zonnestraalverzamelinrichting 4 is zoals getoond in fig. 3 tijdens het 30 gebruik hiervan in het omhulsel 33 ondergebracht.

De zonnestraalverzamelinrichting 4 omvat een groot aantal lenzen 41 (bijvoorbeeld negentien lenzen) voor het bundelen van de zonnestralen, een richtingsaftaster 42 voor het aftasten van de richting van de zon, een ondersteuningsgestel 43 voor het in zijn geheel ondersteunen van 35 deze lenzen en de aftaster 42, een eerste motor 44 voor het draaien van deze elementen in een door de pijl A getoonde richting, een vasthoudarm 45 voor het aan de motor 44 vasthouden van de voornoemde lensen 41, een zodanig opgestelde draaibare as 46 dat deze de draaibare as van de motor 44 loodrecht snijdt, en een tweede motor (niet getoond in fig. 3) voor 40 het in een door de pijl B getoonde richting draaien van de draaibare as /v or * . , , · i * ' . b : , , ·..;·· 46.

5

De richting van de zon wordt door de aftaster 42 waargenomen, en zijn waarnemingssignaal stuurt de bovengenoemde eerste en tweede motoren voor het naar de zon richten van de lenzen 41. De door de lenzen 41 ge-5 bundelde zonnestralen worden in een, in fig. 3 niet getoonde lichtgelei-dende kabel geleid waarvan het liehtontvangende einde in het brandpunt van de lensen 41 is opgesteld. De gelelde zonnestralen worden via de optisch geleidende kabel naar een te kiezen gewenste plaats overgebracht.

De in de figuren 1 en 2 getoonde zonnestraalverzamelinrichting 4 10 bundelt de zonnestralen door middel van de lenzen of dergelijke en brengt ze in de optisch geleidende kabel. In de inrichting 4 worden door het instellen van de positie van het in het brandpunt van de lensen opgestelde liehtontvangende einde van de optisch geleidende kabel, op een wijze zoals boven genoemd, alleen de zichtbare lichtstralen die geen 15 ultraviolette of infrarode stralen bevatten in de optisch geleidende kabel geleid. Wanneer de zichtbare lichtstraalcomponenten van de zonnestralen, verzameld zoals boven genoemd, naar een levend lichaam worden gestraald, kan de levensreactie worden bevorderd of kan worden voorkomen dat de huid van het raenselijk lichaam verouderd. Verder kan het mense-20 lijk lichaam herstellen van arthritis, neuralgie, doorligging, rheuma-tiek, brandlidtekens, huidziekten, wondlidtekens, botbreuklidtekens en dergelijke, en kan de pijn van deze ziekten worden verzacht of gestopt. De bovengenoemde materie is door aanvraagster in eerdere uitvindingen besproken.

25 In het geval van het toedienen van medische behandelingen voor rheumatiek etc. kunnen de zonnestralen wanneer het regenachtig of bewolkt is aan de grond niet worden benut. De pijn van rheumatiek neemt vooral op nevelige, regenachtige dagen toe. De patiënt kan deze pijn niet verdragen. De onderhavige uitvinding was primair ontworpen om de 30 patiënt van deze pijn te bevrijden. Wanneer het regenachtig of bewolkt is neemt het vliegende voorwerp een patiënt aan boord en stijgt het op tot boven de wolken. De zonnestralen kunnen dan ononderbroken naar de patiënt worden gericht, ongeacht de weersomstandigheden.

Zoals in het voorgaande genoemd, kan volgens de onderhavige uitvin-35 ding de energie van het door het propeller- of straalvoortstuwingsmecha-nisme uitgestoten afgewerkte gas aan het vliegende voorwerp worden toegevoerd, waardoor het zweefrendement van de propeller of het straalaan-drijvingsmechanisme ten tijde van het zweven kan worden verhoogd. Vergeleken met bekende gevallen waarin het uitlaatgas in de atmosfeer wordt 40 afgevoerd is het verder mogelijk om de afmetingen van het aan het vlie- i l- - r; t‘ 5 6 gende voorwerp geïnstallerede propeller- of straalvoortstuwingsmechanis-me te reduceren, het hierdoor geproduceerde lawaai tijdens het opstijgen of landen te verminderen en kan tijdens het opstijgen en landen met kleinere hoeveelheden te verbruiken energie worden volstaan. Bijgevolg 5 kan door het toepassen van een inrichting voor het bewerkstelligen van stijgvermogen volgens de onderhavige uitvinding brandstofbesparing worden bereikt.

10 15 20 25 30 35 f*- j, ; ; .·. ..

40

Claims (1)

1. Inrichting voor het teweegbrengen van stijgvermogen, met het kenmerk, dat U-vormige kanalen, welke respectievelijk openingen hebben in 5 de nabijheid van het grondoppervlak onder een zweef- en voortstuwingsmiddelengedeelte en een toesteldeel van een vliegend voorwerp, op de landingsplaats van het vliegende voorwerp zijn geïnstalleerd, waarbij de inlaatopeningen van de kanalen naar het zweef- en voortstuwingsraiddelen-gedeelte van het vliegende voorwerp zijn gericht en de uitlaatopeningen 10 van de kanalen naar het toesteldeel van het vliegende voorwerp zijn gericht, waarbij het door de zweef- en voortstuwingsmiddelen afgevoerde gas in de inlaatopeningen wordt uitgestoten en via de U-vormige kanalen naar het toesteldeel van het vliegende voorwerp wordt uitgestoten. 15 20 25 30 35 40 . 8 7 of λ ------ - ^