NL8702852A - Klep-samenstelsel. - Google Patents

Description

A

it VO 9436

Klep-samenstelsel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een klep-samenstelsel bijvoorbeeld een spuitbus, met behulp waarvan een afgemeten hoeveelheid van de inhoud van een spuitbus kan worden afgegeven.

De uitvinding vindt in het bijzonder toepassing bij het afgeven van 5 geneesmiddelen, hoewel het in het algemeen in elke spuitbus toepasbaar is.

Bij het afgeven van bepaalde produkten, in het bijzonder geneesmiddelen, is het ten zeerste gewenst, dat de afgegeven hoeveelheid bij elke gelegenheid zo dicht mogelijk in de buurt van een vooraf-10 bepaalde waarde is. Bij veel bekende kleppen voor spuitbussen is er een belangrijk risico dat bij sommige gelegenheden de gewenste dosis niet wordt afgegeven; dit kan bijvoorbeeld optreden als de spuitbus voorafgaand aan het gebruik stevig is geschud. Om dit probleem op te lossen beschrijft het GB-2004526A kleppen van een type waarin een maat-15 bepalende kamer in verbinding staat met het inwendige van de spuitbus door een gekalibreerde opening van een dusdanige grootte dat als de bus met de klep boven gehouden wordt, de maat-bepalende kamer zich snel en volledig leegt, en dat als de bus wordt omgedraaid zodat de klep zich onder bevindt, de maat-bepalende kamer zich snel en volledig 20 vult. Hoewel de daarin beschreven kleppen in principe het probleem van het afgeven van variabele hoeveelheden moet kunnen oplossen, is gebleken dat het in de praktijk niet mogelijk is om op een economische manier kleppen van het beschreven type te vervaardigen welke bevredigend voldoen. De beschreven kleppen zijn in het bijzonder bedoeld om 25 van kunststof gemaakt te worden, en het is gebleken, dat, als de maat-bepalende kamer van de gewenste grootte moet zijn, de gebruikelijke vervaardigingstechnieken niet de aldus gestelde produktie-eisen kunnen vervullen. Verder is het mogelijk dat, zelfs als de klep oorspronkelijk gemaakt zou zijn met de gewenste graad van precisie, deze precisie ge-30 durende de levensduur van de klep niet gehandhaafd blijft vanwege het optreden van kruip. Bij gebruik van kunststof onderdelen bestaat ook het risico dat zij op een bepaaLde manier met de inhoud van de bus kunnen reageren. Dit is bijzonder kritisch als men te maken heeft met het afgeven van geneesmiddelen. Het is mogelijk dat ofwel de drijfstof, ofwel 35 het geneesmiddel zelf met de kunststof zal reageren, en als dit gebeurt .8702852 -2- % kunnen de consequenties zeer ernstig zijn.

Er worden reeds jarenlang kleppen voor spuitbussen gefabriceerd uit metalen onderdelen. Het gebruik van een geschikt metaal, bijvoorbeeld roestvrij staal, heeft in bepaalde opzichten aanzienlijke 5 voordelen boven kunststof. Als gebruik gemaakt wordt van een geschikte techniek, bijvoorbeeld dieptrekken, kan een grotere graad van precisie worden verkregen met een metalen component, en het metaal zal minder snel last hebben van kruip dan een overeenkomstige kunststofcomponent. Verder zijn metalen zoals roestvrij staal reeds jaren in medische toe-10 passingen gebruikt en hun inertheid is in veel situaties bewezen.

Dienovereenkomstig kan in het algemeen met vertrouwen gezegd worden, dat een dergelijk metaal niet met de inhoud van de bus zal reageren.

Ondanks het feit dat metalen kleppen voor sommige typen spuitbussen reeds jaren algemeen bekend zijn, heeft men zich tot nog toe 15 niet gerealiseerd, dat een klep die het principe van snel vullen/snel legen belichaamt, zoals het kenmerk is van in het GB2004526A beschreven kleppen, met metalen componenten kan worden verkregen.

De onderhavige uitvinding steunt op het inzicht dat een dergelijke metalen klep inderdaad gemaakt kan worden.

20 De onderhavige uitvinding stelt een klep beschikbaar voor het afgeven van afgemeten hoeveelheden uit een spuitbus, welke een vloeistof bevat, waarbij de klep omvat: - een metalen beker, die aan de bovenkant open is en die ook aan 25 de onderkant een opening heeft, zodat de beker eèn holle ruimte definieert, - eerste en tweede klepafdichtingen aan tegenover elkaar gelegen uiteinden van de beker; - een ten minste voor een deel als een holle buis uitgevoerde me-30 talen klepsteel, met een uitlaat, waardoor een hoeveelheid uit de bus kan worden afgegeven en een doorgang die de buitenkant van de klep verbindt met de uitlaatkant, welke klepsteel met een glijdende en afdichtende passing door een opening in de eerste klep-afdichting in de holle ruimte reikt, waarbij door de genoemde beker, 35 de eerste en de tweede klep-afdichting, en het gedeelte van de .8792852 « t -3- klepsteel binnen de holte een maat-bepalende kamer wordt gedefinieerd; en ‘ - een orgaan dat dient om de klepsteel in rust in een eerste posistie te brengen waarin, als de bus is omgekeerd, zodat de klep zich 5 onder bevindt, vloeistof de maat-bepalende kamer kan binnenstromen door ten minste een gekalibreerde opening waarvan de grootte voldoende is om de vloeistof snel naar binnen te laten komen, en waarin als de bus niet is omgekeerd, vloeistof de maat-bepalende kamer snel genoeg door de ten minste ene gekalibreerde opening kan verlaten; 10 - waarbij de klep tegen de kracht van het genoemde, de klep in een rustpositie brengende orgaan in, naar een tweede positie kan worden bewogen, waarin de klepsteel de opening in de tweede klep-afdichting sluit om te verhinderen dat vloeistof de maat-bepalende kamer binnengaat of verlaat, en waarin de doorgang in verbinding staat met de 15 maat-bepalende kamer zodat vloeistof vanuit de maat-bepalende kamer naar de uitlaat van de klepsteel kan worden afgevoerd.

Ter nadere toelichting van de uitvinding zal in het volgende een voorkeursuitvoeringsvorm worden beschreven, met verwijzing naar de begeleidende tekening, waarin: 20 fig. 1 een vertikale doorsnede is door een bovendeel van een spuitbus waar een klep volgens de uitvinding op bevestigd is; fig. 2 een vergelijkbaar aanzicht is van een tweede uitvoeringsvorm van een klep, maar zonder de spuitbus te tonen.

In de in fig. 1 getoonde inrichting is de maat-bepalende klep gevat 25 in een dop of kap 1 van een spuitbus 2. De bus bevat een af te geven substantie, die in een vluchtige vloeibare drijfstof is gesuspendeerd.

Als de inrichting niet gebruikt wordt kan de bus met de klep boven worden geplaatst. Dit is de in de tekening getoonde situatie. Als de inrichting in gebruik is om een hoeveelheid van het materiaal af te 30 geven, wordt de bus vanuit deze situatie omgekeerd.

De klep omvat een kleplichaam 3 in de vorm van een holle metalen buis waarvan de doorsnede aan de bovenkant groter is dan aan de onderkant. Aan het bovenste uiteinde heeft het kleplichaam 3 een flensgedeelte 4, waardoor het kleplichaam 3 in de dop 1 door een ril 5 35 op zijn plaats gehouden wordt. Vanuit het flensgedeelte 4 strekt .8702852

J

-4- een cilindrisch gedeelte 6 zich naar beneden uit, en het gedeelte 6 is via een trede 7 met een eveneens cilindrisch gedeelte 8 verbonden.

Dit leidt op zijn beurt naar een conisch gedeelte 9 dat in een naar binnen gerichte flens 10 eindigt. Aan de onderkant van het kleplichaam 5 3 bevindt zich een opening 11.

In het cilindrische gedeelte 6 van het kleplichaam 3 is een metalen beker 12 opgesloten. De beker 12 is aan de bovenkant daarvan voorzien van een flensgedeelte 13 dat op het flensgedeelte 4 van het kleplichaam rust. De beker 12 heeft aan de onderkant daarvan een naar binnen 10 gerichte flens 14 welke een opening 15 definieert. Tussen het bovenste gedeelte van de dop 1 en het flensgedeelte 13 van de beker 12 wordt een bovenste klep-afdichting 16 vastgehouden. Een onderste klep-afdichting 17 wordt vastgehouden tussen het flensgedeelte 14 van de beker 12 en een metalen sluitring 18, welke op de trede 7 rust. Een 15 afdichting 19 bevordert dat een stevige afdichtende verbinding tussen de dop 1 en de bus 2 wordt verkregen. Er moet opgemerkt worden dat de bus aan de bovenkant open is, met een opening 20.

De onderkant van een klepsteel 21 bevindt zich binnen het kleplichaam 3, waarbij de klepsteel door een opening in de afdichting 16 20 en een opening in de bovenkant van de dop 1 reikt, zodat de bovenkant ervan zich buiten de bus bevindt. De klepsteel is samengesteld uit drie metalen onderdelen, namelijk een bovenste buis 22, een tussenge-deelte 23 en een onderste beker 24. De drie onderdelen zijn klemmend in elkaar geperst. De buis 22 heeft aan zijn bovenste uiteinde een uit-25 laatopening 28, en in het cilindrische gedeelte van de wand van de buis 22 bevindt zich een doorgang 29. De buis 22 is aan zijn onderste uiteinde gesloten. Het tussengedeelte 23 heeft aan zijn bovenkant een flens 25, welke, als de klepsteel zich in de in de tekening getoonde positie bevindt, tegen de onderkant van de klep-afdchting 16 steunt.

30 Het tussengedeelte 23 omvat verder een bovenste cilindrisch gedeelte 26 en een onderste cilindrisch gedeelte 27, waarbij het gedeelte 26 met een klem-passing op het onderste gedeelte van de bus 22 is bevestigd, en waarbij het gedeelte 27 een kleinere doorsnede heeft dan het gedeelte 26. De onderkant van het gedeelte 27 is dicht. De beker 35 24 is passend op het gedeelte 27 geperst en heeft aan de boven kant een naar buiten gerichte flens 30. Tussen de flenzen 10 .8702852 t -5- en 30 bevindt zich een drukveer 31 die dient om de klepsteel in de ruststand, d.w.z. de in de in de tekening getoonde positie te brengen.

Het kleplichaam 3, de beker 12 en de drie gedeelten waaruit de klepsteel is samengesteld, kunnen alle door dieptrekken worden 5 gemaakt.Bij voorkeur zijn al deze onderdelen uit roestvrij staal gemaakt.

Tijdens het gebruik is de bus omgekeerd en vloeistof stroomt door de opening 11, langs de beker 24, door de opening 15 en van daaruit in de maat-bepalende kamer 32. Om er voor te zorgen dat deze stroom snel genoeg kan plaatsvinden, is de doorsnede van de baan waarlangs 10 de vloeistof zich moet bewegen om de maat-bepalende kamer te bereiken, zodanig gekozen, dat die nergens kleiner is dan een gekozen minimum waarde welke van de viscositeit van de betrokken vloeistof afhangt.

2

Meestal zal de doorsnede niet kleiner zijn dan ongeveer 6 of 7 mm , afhankelijk van de viscositeit van de vloeistof. De gebruiker drukt 15 dan de klepsteel in, tegen de kracht van de veer 31. Hierdoor wordt het buitenoppervlak van het gedeelte 26 van het tussengedeelte 23 van de klepsteel in afdichtende aanraking met het binnenoppervlak van de onderste klep-afdichting 17 gebracht, zodat op deze manier de maat-bepalende kamer 32 van de rest van de binnenkant van de bus 20 wordt afgesloten. Bij verder indrukken van de klepsteel wordt de doorgang 29 in verbinding met de maat-bepalende kamer 32 gebracht, zodat vloeistof uit de maat-bepalende kamer 32 door de doorgang 29 de buis 22 van de klepsteel 21 binnen kan stromen, en daarmee door de uitlaatopening 28 naar. buiten kan stromen.

25 De in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm is in veel opzichten vergelijkbaar met de in fig. 1 getoonde . Onderdelen in fig. 2 welke corresponderen met onderdelen in fig. 1, zijn aangegeven met hetzelfde verwijzingscijfer onder optelling van het getal 100. Vanwege de overeenkomsten zal de uitvoering van fig. 2 niet in detail beschreven 30 worden, maar zal alleen de aandacht worden gevestigd op een aantal verschillen.

De onderste klep-afdichting 17 van fig. 1 is vervangen door een meer langwerpige en daardoor meer flexibele afdichting 117.

De afdichting 117 heeft hoofdzakelijk een cilindervorm,waarvan het 35 bovenste en onderste gedeelte dikker zijn dan een tussen gelegen ge- .8702852 -6- deelte daarvan. Door de constructie van de afdichting 117 is het minder waarschijnlijk dat de klepsteel in zijn werkstand klem komt te zitten dan met de constructie van de afdichting 117. De sluit-ring 18 uit fig. 1, waarop de klepafdichting 17 rust, is vervangen door 5 een buitenste beker 118, welke de beker 112 omgeeft, die de maat-bepalende kamer vormt, en welke (beker 118) aan de bovenkant wordt vastgehouden tussen de beker 112 en het kleplichaam 103. Hierdoor kan de vorm van het kleplichaam vereenvoudigd worden door de trede 7 weg te laten.

Behalve de opening 111 in het onderste uiteinde van het kleplichaam zijn 10 er ook zij-openingen lila.

De constructie van de klepsteel 121 verschilt op een aantal punten met die van de klepsteel 21 uit fig. 1. Ten eerste heeft het tussen-gede.elte 123 geen flens aan zijn bovenste uiteinde, en in plaats daarvan is op de buitenkant van de bovenste buis 122 een ringvormige krans 125 gevormd, die dient om tegen de bovenste klep-afdichting 116 te steu-15 nen. Ten tweede heeft de onderste beker 124 een getrapte vorm en het bovenste uiteinde daarvan strekt zich radiaal naar buiten uit naar een in de nabijheid van de binnenwand van het kleplichaam 103 gelegen plaats. Dit voorziet in een geleiding van de klepsteel als deze omhoog en omlaag beweegt waardoor de mate waarin de klepsteel kan kantelen 20 wordt verminderd, waardoor het risico van beschadiging aan de klep, of het vastzitten, wordt verminderd.

.8702852

Claims (11)

1. Klep voor het afgeven van afgemeten hoeveelheden uit een spuitbus welke een vloeistof bevat, met het kenmerk, dat de klep omvat: - een metalen beker, die aan de bovenkant open is en die ook aan de onderkant een opening heeft, welke beker een holle ruimte defini- 5 eert; - eerste en tweede klep-afdichtingen aan tegenover elkaar gelegen uiteinden van de beker; - een ten minste voor een deel als een holle buis uitgevoerde metalen klepsteel die een uitlaat heeft waardoor een hoeveelheid uit de bus 10 kan worden afgegeven, en een doorgang die de buitenkant van de klep verbindt met de uitlaatkant, welke klepsteel met een glijdende en afdichtende passing door een opening in de eerste klep-afdichting in de holle ruimte reikt; waarbij door de genoemde beker, de eerste en de tweede klep-afdich- 15 ting, en het gedeelte van de klepsteel binnen de holte, een maat- bepalende kamer wordt gedefinieerd; en - een orgaan dat dient om de klepsteel door middel van een hulpkracht in een eerste positie te brengen waarin, als de bus is omgekeerd, zodat de klep zich onder bevindt, vloeistof de maat-bepalende kamer 20 kan binnenstromen door ten minste éên gekalibreerde opening waarvan de grootte voldoende is om de vloeistof snel naar binnen te laten komen, en waarin als de bus niet is omgekeerd, vloeistof de maat-bepalende kamer snel genoeg door de ten minste ene gekalibreerde opening kan verlaten; 25. waarbij de klep tegen de door het genoemde orgaan uitgeoefende hulpkracht in, naar een tweede positie kan worden bewogen, waarin de klepsteel de opening in de tweede klep-afdichting sluit om te verhinderen dat vloeistof de maat-bepalende kamer binnengaat of verlaat, en waarin de doorgang in verbinding staat met de 30 maat-bepalende kamer zodat vloeistof vanuit de maat-bepalende kamer naar de uitlaat van de klepsteel kan worden afgevoerd. . 87 0 2 852- -8- *

2. Klep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de klep-steel omvat: ‘ - een bovenste gedeelte in de vorm van de genoemde holle buis; - een tussengedeelte dat aan de onderkant van het bovenste gedeelte is 5 bevestigd en dat over ten minste een gedeelte van zijn lengte een kleinere doorsnede heeft dan de genoemde opening in de tweede klep-afdichting; en - een onderste gedeelte dat aan de onderkant van het tussengedeelte is bevestigd' en dat een zitting vormt waartegen het genoemde 10 de klep in de eerste positie brengende orgaan kan drukken.

3. Klep volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het genoemde onderste gedeelte van de klepsteel een geleidend onderdeel vormt dat de klepsteel geleidt als deze zich tussen de genoemde eerste en tweede positie beweegt.

4. Klep volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de bovenkant van het genoemde tussengedeelte van de klepsteel voorzien is van een daarop gevormde flens welke, als de klep zich in de genoemde eerste positie bevindt, tegen de onderkant van de bovenste klep-afdich-ting drukt om te verhinderen dat de klepsteel verder omhoog kan bewegen.

5. Klep volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het genoemde bovenste gedeelte voorzien is van een op de buitenkant daarvan gevormd uitsteeksel dat, als de klep zich in de genoemde eerste positie bevindt, tegen de onderkant van de bovenste klep-afdichting drukt, om te verhinderen dat de klepsteel verder omhoog kan bewegen.

^ 6. Klep volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderste klep-afdichting vastgehouden wordt tussen een gedeelte van de onderkant van de genoemde beker en een vasthoud-onderdeel dat in een omgevend kleplichaam is bevestigd.

7. Klep volgens een der conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat on de onderste klep-afdichting vastgehouden wordt tussen een gedeelte van de onderkant van de genoemde beker en een gedeelte van de onderkant van een tweede beker die de eerste genoemde beker omgeeft.

8. Klep volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderste klep-afdichting hoofdzakelijk een cilindervorm heeft waarbij het bovenste en het onderste gedeelte daarvan dikker zijn dan een tussengelegen gedeelte. .8702852 35 5 *Ï! -9-

9. Klep volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de genoemde ten minste ene gekalibreerde opening niet minder dan 2 6 mm in doorsnede meet.

10. Klep volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 5 dat de genoemde ten minste ene gekalibreerde opening niet minder dan _ 2 7 mm m doorsnede meet.

11. Spuitbus, met het kenmerk, dat daarin esi klep volgens een der voorgaande conclusies is bevestigd. .8702652