NL8701869A

NL8701869A - Grondbewerkingsmachine.

Info

Publication number: NL8701869A
Application number: NL8701869A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1976-12-16
Filing date: 1987-08-10
Publication date: 1987-12-01
Also published as: IT1088843B; NL7613949A; FR2373954B1; GB1589675A; NL189278B; GB1589676A; FR2373954A1; DE2755459A1; NL189278C; US4211283A; DE2755459C2

Description

—Vi C. van der Lely N.V., Maasland.

GRONDBEWERKINGSMACHINE

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een ges te Idee 1 en een aantal om opwaarts gerichte assen roterende bewerkingsorganen die ten minste één aan een drager aangebrachte tand omvatten.

5 Bij machines van deze soort, zoals bekend uit de

Nederlandse octrooiaanvrage 7303763, kan door stenen die tijdens het bedrijf tussen de bovenzijde van een drager en de onderzijde van het gestel 'geraken gemakkelijk een beschadiging van een drager en/of het gesteldeel optreden.

10 De uitvinding beoogt nu dit nadeel op simpele wijze te vermijden.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat aan de onderzijde van het gesteldeel een uitwerpelement is aangebracht, een en ander zodanig dat dit element een tussen 15 de afscherming en de bovenzijde van een drager gekomen steen tijdens de rotatie van een bewerkingsorgaan verwijdert.

Aan de hand van een enkel in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.

20 Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewer- kingsmachine weer voorzien van een constructie volgens de uitvinding.

Figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn II-II in figuur 1.

25 De in figuur 1 weergegeven grondbewerkingsmachine omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend gesteldeel 1 waarin een aantal om opwaartse, bij voorkeur verticale assen 2 roteerbare bewerkingsorganen 3 zijn aangebracht. De assen 2 zijn op een afstand van ± 25 cm van 30 elkaar gelegen. Binnen het gesteldeel 1 dat kokervormig is zijn op de assen 2 rechte tandwielen 4 aangebracht die met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Elk van de ondereinden van de uit het gesteldeel 1 stekende assen 2 is voorzien van een zich althans nagenoeg in horizontale richting 8701839 2

V

uitstrekkende drager 5, die aan de einden houders 6 heeft. In elk van de houders 6 is het bevestigingsdeel 7 van een zich naar beneden uitstrekkende tand 8 met behulp van een aan de bovenzijde aangebrachte moer 9 vastgezet. Elk van de houders 5 6 is aan de, ten opzichte van de'rotatierichting van een bewerkingsorgaan 3, voorste zijde voorzien van een zich vanaf de. bovenzijde van de houder schuin naar voren uitstrekkend afschermdeel 10. De bovenzijde van het schermdeel strekt zich vanaf de buitenzijde over enige afstand althans nagenoeg 10 evenwijdig aan de drager 4 uit en verloopt vervolgens schuin naar beneden in de richting van de as 2 van een bewerkingsorgaan. In de ruimte tussen de de moer 9 omvattende bevestiging van het bevestigingsdeel 7 van een tand 8 en het zich vanaf de houder schuin naar'boven uitstrekkende schermdeel 10 15 is midden vóór de bevestiging een zich in de rotatierichting van een bewerkingsorgaan uitstrekkend plaatvormig element 11 aangebracht, dat aan de binnenzijde van het afschermdeel is bevestigd en tot nabij de moer 9 van de tandbevestiging 'reikt. Het plaatvormig element 11 is met zijn bovenzijde, die 20 enigszins naar achteren afloo£t althans nagenoeg op dezelfde hoogte gelegen als de bovenzijde van het schermdeel 10. Het plaatvormig element 11 kan samenwerken met een aan de achterzijde van het gesteldeel 1 aangebracht uitwerpelement 12, dat stripvormig· is en, in de voortbewegingsrichting A gezien, 25 recht achter de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 aan de onderzijde van het gesteldeel 1 is bevestigd, waarbij het tot de achterzijde van het gesteldeel reikt. Het uitwerporgaan 12 wordt gevormd door een strip met afmetingen van 3 bij 4 cm, waarvan de langste- zijde in de voortbewegingsrichting A van 30 de machine is gelegen.

Nabij het midden van de rij bewerkingsorganen 3 is de as van een bewerkingsorgaan naar boven verlengd en reikt tot in. een tandwielkast 16; waarin de as via een niet nader weergegeven conische tandwieloverbrenging in aandrijvende 35 verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkende as, die via een aan de achterzijde van de tandwielkast gelegen toerenvariator 17 in aandrijvende verbinding staat met een daarboven gelegen as 18. De as 18 8701839 > 3

V J

steekt aan de voorzijde uit de tandwielkast 16 en is met behulp van een tussenas 19 met de aftakas van een trekker koppelbaar. Aan de einden van het gesteldeel 1 zijn door middel van armen 20 in hoogterichting verzwenkbare platen 21 5 aangebracht, die tijdens het bedrijf een stand innemen zoals in figuur 1 is weergegeven. Achter de bewerkingsorganen 3 is een rol 22 aangebracht, die door middel van armen 23 in diverse standen ten opzichte van het gesteldeel 1 brengbaar en vastzetbaar is ter bepaling van de werkdiepte van de 10 bewerkingsorganen. Aan de voorzijde is het gesteldeel 1 voorzien van een bok 24 met behulp waarvan de machine aan de driepuntshefinrichting van de trekker kan worden gekoppeld. De bovenzijde van de bok 24 is door middel van zich naar beneden uitstrekkende divergerende steunen 25 met de achter-15 zijde van het kokervormig gesteldeel verbonden.

Tijdens het bedrijf kan de machine met behulp van de trekker in de richting volgens pijl A worden voortbewogen, waarbij de respectieve bewerkingsorganen 3 via de in het voorgaande beschreven overbrenging worden aangedreven in een 20 richting zoals met pijlen in figuur 1 is weergegeven. Tijdens deze rotatie, waarbij de tanden 8 van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen overlappende stroken grond bewerken, kunnen met behulp van de voor de respectieve tandbevestigingen aangebrachte afschermdelen 10 in de grond voorkomende stenen 25 worden opgevangen en naar beneden worden geleid zonder dat zi.j een beschadiging van de tandbe vestigingen veroorzaken. Teneinde te voorkomen dat van de zijkant stenen in de ruimte tussen het schermdeel 10 en de moer 9 van de tandbevestiging geraken, zijn bij de in het voorgaande beschreven constructie 30 middelen aangebracht om deze ruimte althans voor een gedeelte op te vullen. Mochten desondanks toch noch kleine stenen aan de bovenzijde tussen het afschermdeel 10 en de tandbevestiging geraken, waardoor de onderzijde van het gesteldeel zou kunnen worden beschadigd, dan kunnen deze stenen met behulp 35 van het achter elke as 2 van een bewerkingsorgaan 3 aan de onderzijde van het gesteldeel aangebrachte uitwerporgaan 12 in de vorm van een strip worden verwijderd.

8701859

Claims

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gesteldeel en een aantal om opwaarts gerichte assen roterende bewer-kingsorganen die ten minste één aan een drager aangebrachte tand omvatten, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van het 5 gesteldeel een uitwerpelement is aangebracht, een en ander zodanig, dat dit element een tussen de afscherming en de bovenzijde van een drager gekomen steen tijdens de rotatie van een bewerkingsorgaan verwijdert.

2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met 10 het kenmerk, dat het uitwerpelement zich vanaf een langszijde van het gesteldeel in de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekt.

3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het uitwerpelement achter de rotatieas 15· van een bewerkingsorgaan is aangebracht.

4. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 1 - 3, met het kenmerk, dat het uitwerpelement recht achter de rotatieas van een bewerkingsorgaan is aangebracht.

5. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 20 1-4, met het kenmerk, dat het uitwerpelement wordt gevormd door een strip. 870 1863