NL8701843A - Inrichting voor het borstelen van de rug van dieren. - Google Patents

Description

0 X Sch/gn/2p, Liet -1- ·* Inrichting voor het borstelen van de rug van dieren

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het borstelen van de rug van dieren, omvattende een op een vaste plaats op te stellen gestel waarmee op en neer beweegbaar een borsteleenheid is verbonden.

5 Een dergelijke borstelinrichting is beschreven in de niet-voorgepubliceerde Europese octrooiaanvrage 87.2001292.

Deze borstel inrichting omvat een de borsteleenheid dragende beugel waarvan de beugelbenen zijn geleid in vertikaal van de bodem opstaande kolommen. De inrichting is in hoofdzaak 10 poort-vormig.

De huidige uitvinding heeft ten doel de hiervoor beschreven inrichting in die zin te verbeteren dat onder behoud van een zeer goede borstelwerking en reinigingseigen-schappen de vervaardigingskosten van de borstelinrichting 15 verder kunnen worden verminderd.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat één enkele de borsteleenheid dragende draagarm op en neer beweegbaar is geleid aan het gestel. Gebleken is namelijk dat de borsteleenheid slechts aan één zijde daarvan geleid 20 behoeft te zijn.

Volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding omvat de borsteleenheid een rond een liggende met de draagarm verbonden stang roteerbare borstelwals. Hierbij heeft een roterende borstel het voordeel dat door de rota-25 tiebeweging tijdens het borstelen de borstelharen niet worden geplet en verder vervuiling van de borsteleenheid wordt verminderd, welke vervuiling het grootst is bij platgedrukte borstelharen.

Indien bij voorkeur de inrichting een op de borstel-30 wals inwerkende frictiekoppeling omvat, kan de rotatiebewe-ging van de borstel worden ingesteld, zodat enerzijds wordt vermeden dat bij een te gemakkelijk roteren van de borstel een onvoldoend borsteleffekt optreedt, en anderzijds dat de 8701843 * - 2 - * ‘ borstel tijdens het borstelen niet roteert en de hiervoor beschreven nadelen optreden.

Voor een optimaal roteren van de borstelwals is het wenselijk dat deze zich in hoofdzaak dwars uitstrekt op de 5 bewegingsrichting van de borstelende rug. Een optimale positionering van de borstelwals wordt verkregen indien bij voorkeur de stang is bevestigd aan een aan de draagarm bevestigde veer. Indien de veer bestaat uit een spiraalveer is het voordelig om de spiraalveer op te nemen·in een bescherm-10 mof, zodat ieder kontakt van de dieren met de spiraalveer vermeden wordt en daarmee verklemmingen in hoofdzaak uitgesloten zijn.

Voor het borstelen van een lager gelegen deel van de rug en van de flanken is het voordelig dat de borstelinrich-15 ting tevens omvat een rond een staande, aan het gestel bevestigde as roteerbare borstelwals. Het is voordelig dat deze staande borstelwals vrij roteert. Bij het borstelen aan de liggende borstelwals voert het dier een heen en weer gaande beweging uit en zullen de uitbuikende flankdelen van 20 het dier de staande borstel raken en in rotatie brengen, waardoor wordt vermeden dat de borstelharen pletten en vervuilen. Eén en ander heeft een langere levensduur van de vertikale borstel tot gevolg. Wenst het dier zijn flanken te borstelen, dan zal het dier een meer vertikale beweging 25 langs de staand opgestelde borstelwals uitvoeren en deze beweging zal geen of nagenoeg geen rotatie van de borstelwals tot gevolg hebben en een voldoend borsteleffekt opleveren .

Volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding 30 is de borsteleenheid in hoofdzaak beugelvormig en omvat hij borgmiddelen die de draagarm borgen tegen een rotatie ten opzichte van de vaste plaats. Zodoende wordt vermeden dat tijdens het borstelen de borsteleenheid gaat torderen, welke torsiebeweging van negatieve invloed is op het borstelef-35 fekt.

Bij voorkeur omvatten de borgmiddelen een met de draagarm verbonden dragerarmsteun, die met een onrond, bij- 8701843 - 3 - * * voorbeeld vierkant lagermiddel op en neer beweegbaar is gelagerd in een staande gestelkoker. Het gestel kan dus zijn opgesteld op de stalvloer of zijn bevestigd aan een paal, hek of stalmuur. Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is 5 op het vrije einde van de gestelkoker een ringvormige lager-kap geplaatst, waarin en lagerelementenkrans is opgenomen, die de door de lagerkap gestoken draagarmsteun lageren.

Bij een andere uitvoeringsvorm waarbij de draagarmsteun zijdelings uit de staande gestelkoker steekt, is het 10 wenselijk dat een beschermkap een door de beugelvormige borsteleenheid en de gestelkoker bepaalde, naar boven toe open inham afschermt. Zodoende wordt vermeden dat een dier in deze inham beklemd kan raken en bij het tegen de inrichting opspringen geen opstaande constructiedelen treft en van 15 de inrichting wordt afgeleid.

Indien bij voorkeur het vrije einde van de beugelvormige borsteleenheid is voorzien van een beschermzool, wordt vermeden dat bij het opspringen van het dier het vrije einde verwondingen zal veroorzaken, 20 Om de werkzaamheid van de inrichting zo groot mogelijk te doen zijn kan die uitvoering de voorkeur verdienen, die de bijzonderheid bezit dat de borstelinrichting tenminste ten dele een aan de vorm van de te borstelen rug van een dier aangepaste kromming bezit. Bijvoorbeeld kan daartoe een 25 variant worden gebruikt, waarvan de borstelwals een flauwe diabolovorm bezit. In een andere uitvoering omvat de borstelwals in langsrichting tenminste twee onder een hoek met elkaar geplaatste segmenten. Een grote flexibiliteit wordt verkregen met een variant, waarbij de hoek instelbaar 30 is.

Genoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen hierna worden beschreven aan de hand van verschillende uitvoeringsvoorbeelden van de borstelinrichting volgens de uitvinding, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde 35 tekening. Hierin toont: 8701843 * I * -4-

Fig. 1 een perspektivisch aanzicht van een borstel-inrichting volgens de uitvinding die op en neer beweegbaar is geleid in een staande, open gestelkoker,

Fig. 2 een perspektivisch aanzicht van een inrichting 5 volgens de uitvinding met een beugelvormige borsteleenheid die op en neer beweegbaar is geleid aan een aan een muur bevestigd gestel;

Fig. 3 een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting overeenkomstig de uitvinding waarbij de borsteleenheid wordt 10 gevormd door twee roteerbare borstelwalsen;

Fig. 4 een met fig. 3 corresponderend, gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een verder uitvoeringsvoorbeeld;

Fig. 5 een perspectivischa anzicht van een variant, 15 waarbij de zich min of meer horizontaal uitstrekkende borstelwals gesegmenteerd is uitgevoerd; en

Fig. 6 een met fig. 5 overeenkomend aanzicht van een variant, waarin de relatieve hoekstand van de borstelwalssegmenten instelbaar is.

20 Fig. 1 toont een borstelinrichting l volgens de uit vinding. De borstelinrichting 1 omvat een T-vormige gestel-voet 4 die met bouten 5 op een vaste plaats 6 is opgesteld. Op de gestelvoet 4 is een in doorsnede vierkante gestelkoker 7 gelast. De gestelkoker 7 is aan zijn ondereinde voorzien 25 van daaraan en aan de gestelvoet 4 gelaste schorren 8. Op het boveneinde van de gestelkoker 7 is een met schroeven 8 daaraan bevestigde, ringvormige lagerkap 9 geplaatst. In de lagerkap 9 is een krans 10 van in de lagerkap 9 vrij draaibaar bevestigde rollagers 11 opgenomen.

30 De van een borstelorgaan 13 voorziene, beugelvormige borsteleenheid 14 omvat een draagarm 15 die overgaat in de draagarmsteun 12 die met een onrond, in dit geval vierkant lagermiddel 16 is gelagerd in de gestelkoker 7 en in rusttoestand rust op een drukveer 17.

35 Door het gebruik van de rollagers ll en het lagermid del 16 is de draagarm 15 in hoofdzaak geborgd tegen een 15 rotatie ten opzichte van de vaste plaats 6.

8701843 ♦ -5- *

Het vrije einde 18 van de beugelvormige borsteleenheid 14 is voorzien van een naar onder toe verbrede beschermzool 19.

Bij de borstelinrichting 2 volgens fig. 2 is een 5 gestelplaat 20 met bouten 21 vast bevestigd aan een muur 22. Op de gestelplaat 20 is een van een vertikale sleuf 24 voorziene gestelkoker 23 vastgelast. In de gestelkoker 23 is een rechthoekig lagerblok 25 geleid, dat in rusttoestand rust op een drukveer 26. De ook in dit geval hoekige, beu- 10 gelvormige borsteleenheid 27 is met zijn door de sleuf 24 heenstekende draagarm 28 bevestigd aan het lagerblok 25.

Aldus is de borsteleenheid 27 op en neer beweegbaar geleid in de gestelkoker 23. Het rechthoekige lagerblok borgt de borsteleenheid 27 tegen een rotatie ten opzichte van de 15 vaste plaats die in dit geval de muur 22 is.

Een naar boven toe open inham 29 die is bepaald door een deel van de beugelvormige borsteleenheid 27, de zijdelings uit de gestelkoker 23 stekende draagarm of draagarm-steun 28 en de vertikale gestelkoker 23 zelf, is afgeschermd 20 door een beschermkap 30 die is bevestigd aan de borsteleenheid 27 en met oren 31, 32 is geleid langs de gestelkoker 23.

Het vrije einde 33 van de borsteleenheid 27 is voorzien van een als beugel 34 uitgevoerde beschermzool.

25 Bij de in fig. 3 getoonde borstelinrichting 3 volgens de uitvinding is een gestel 35 met bouten 36 vast bevestigd aan een in een stal opgestelde betonnen paal 37. Het gestel omvat een in doorsnede vierkante van een vertikale sleuf38 voorziene koker 39 waarin een lagerblok 40 met op asstompen 30 41 vrij draaibaar gestoken lagerwielen 42 is gelagerd. Deze legereenheid is in de gestelkoker 39 te brengen door eerst van de gestelkoker 39 een sluitkap 43 te verwijderen. In rusttoestand rust het lagerblok 40 op een drukveer 44.

De borstelinrichting 3 omvat als borsteleenheid een 35 liggende roteerbare borstelwals 46 die roteerbaar is aangebracht rond een stang 47 die een vrij veerbeen vormt van een 8701643

Ir -6- spiraalveer 48 die is gestoken op en vastgelast is aan een stompvormige draagarm 45. De draagarm 45 is via een door de sleuf 38 heen gestoken verbindingsstuk 49 vast bevestigd aan het lagerblok 40. Aldus is de liggende borstelwals 46 op en 5 neer beweegbaar geleid aan het gestel 35.

De borstelwals 46 is ingesloten tussen een aan de stang 46 vast bevestigde sluitring 50 en een op de stang 47 gestoken sluitring 51. De sluitring 51 staat onder een naar de sluitring 50 toegekeerde veervoorspanning van een veer 52 10 die afsteunt op een tegen een op de stang 47 geschroefde moer 54 aanliggende sluitring 53. Met de hiervoor beschreven frictiekoppeling 50-54 kan de initiële kracht voor het in rotatie brengen van de borstelwals 46 worden ingesteld.

Onder de op en neer beweegbare, liggende, roteerbare 15 borstelwals 46 is aan de gestelkoker 39 een staande, roterende borstelwals 58 geplaatst, die vrij draaibaar is rond een tussen gestelneuzen 55, 56 opgenomen as 57.

Om te vermijden dat delen van het dier worden afge-klemd door de spiraalveer 48 is om de spiraalveer 48 heen 20 een harmonika-vormige beschermmof 59 aangebracht.

Fig. 4 toont een borstelinrichting 59, die voor een deel overeenkomt met de inrichting 3 volgens fig. 3. Daarom zijn de diverse overeenstemmende onderdelen met dezelfde verwijzingsgetallen aangeduid als daar; ze zullen ook niet 25 verder genoemd en besproken. Het wezenlijke verschil tussen de inrichting 3 en de inrichting 59 is de vorm van de borstelwalsen. De inrichting 59 omvat een vertikale borstelwals 61 en een horizontale borstelwals 60 corresponderend met respectievelijk de borstelwals 58 en de borstelwals 46 30 volgens fig. 3, welke borstelwalsen 60 en 61 beide een flauwe diabolovorm bezitten. Dit geeft een zekere aanpassing aan de te borstelen rug van een dier.

De figuren 5 en 6 tonen respectievelijk een inrichting 62 en een inrichting 63, die met het oog op ditzelfde doel 35 zijn ontworpen. In het geval van fig. 5 is de zich min of meer horizoötaal uitstrekkende borstelwals opgebouwd uit 8701843 -7- * twee onder een hoek met elkaar geplaatste borstelwals-segmenten 64, 65. Deze segmenten zijn door een hoekmof 66 onder een vaste hoek met elkaar gekoppeld.

De inrichting 63 volgens fig. 6 wijkt van de inrich-5 ting 62 in die zin af, dat de hoekmof is vervangen door twee ten opzichte van elkaar verstelbare flenzen 67, die vastzet-baar zijn door middel van een schroefverbinding 68.

Het zal duidelijk zijn dat in de uitvoeringen volgens de figuren 5 en 6 desgewenst ook de vertikale borstelwals 58 10 een kromming overeenkomstig fig. 4 zou kunnen hebben, dan wel ook gesegmenteerd opgebouwd zijn. Omgekeerd zou in de uitvoering volgens fig. 4 de vertikale borstel 61 een cilindrische vorm overeenkomstig de borstel 58 volgens fig. 3 kunnen bezitten.

15 Het aantal segmenten in de uitvoeringen volgens de figuren 5 en 6 kan van twee afwijken.

8701843

Claims (15)

1. Inrichting voor het borstelen van de rug van dieren, omvattende een op een vaste plaats op te stellen gestel waarmee op en neer beweegbaar een borsteleenheid is verbonden, met het kenmerk, dat één enkele de borsteleenheid 5 dragende draagarm op en neer beweegbaar is geleid aan het gestel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de borsteleenheid een rond een liggende met de draagarm verbonden stang roteerbare borstelwals omvat.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat de borsteleenheid een rond een staande, aan het gestel bevestigde as roteerbare borstelwals omvat.

4. Inrichting volgens conclusie 2-3, gekenmerkt door, een op de borstelwals inwerkende frictiekoppeling.

5. Inrichting volgens conclusie 2-4, met het kenmerk, dat de stang is bevestigd aan een aan de draagarm bevestigde veer.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de veer een spiraalveer is, die is opgenomen in een be- 20 schermmof.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de borsteleenheid in hoofdzaak beugelvormig is en dat de inrichting borgmiddelen omvat, die de draagarm borgen tegen een rotatie ten opzichte van de vaste plaats.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de borgmiddelen een met de draagarm verbonden draagarmsteun omvatten, die met een onrond, bijvoorbeeld vierkant lagermiddel op en neer beweegbaar is gelagerd in een staande gestelkoker.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat op het vrije einde van de gestelkoker een ringvormige lagerkap is geplaatst, waarin een lagerelementenkrans is opgenomen, die de door de lagerkap gestoken draagarmsteun 8701843 _9_ s lageren.

10. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de draagarmsteun zijdelings uit de staande gestel-koker steekt en een beschermkap een door de beugelvormige 5 borsteleenheid en de gestelkoker bepaalde, naar boven toe open inham afschermt.

11. Inrichting volgens conclusie 7-10, met het kenmerk. dat het vrije einde van de beugelvormige borsteleenheid is voorzien van een beschermzool.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de borstelinrichting tenminste ten dele een aan de vorm van de te borstelen rug van een dier aangepaste kromming bezit.

13. inrichting volgens conclusie 12 en conclusie 2 of 15 3, met het kenmerk, dat de borstelwals een flauwe diabolovorm bezit.

14. Inrichting volgens conclusie 12 en conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de borstelwals in langsrichting tenminste twee onder een hoek met elkaar geplaatste 20 segmenten omvat.

15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de hoek instelbaar is. 25 8701843