NL8400124A - Op een kolom aangebracht toestel. - Google Patents

Op een kolom aangebracht toestel. Download PDF

Info

Publication number
NL8400124A
NL8400124A NL8400124A NL8400124A NL8400124A NL 8400124 A NL8400124 A NL 8400124A NL 8400124 A NL8400124 A NL 8400124A NL 8400124 A NL8400124 A NL 8400124A NL 8400124 A NL8400124 A NL 8400124A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
column
section
shaft
slot
column section
Prior art date
Application number
NL8400124A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190764B (nl
NL190764C (nl
Original Assignee
Abacus Municipal Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Abacus Municipal Ltd filed Critical Abacus Municipal Ltd
Publication of NL8400124A publication Critical patent/NL8400124A/nl
Publication of NL190764B publication Critical patent/NL190764B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190764C publication Critical patent/NL190764C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/36Hoisting or lowering devices, e.g. for maintenance
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H12/00Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures
    • E04H12/18Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures movable or with movable sections, e.g. rotatable or telescopic
    • E04H12/187Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures movable or with movable sections, e.g. rotatable or telescopic with hinged sections

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Accommodation For Nursing Or Treatment Tables (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
  • Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Pivots And Pivotal Connections (AREA)
  • Tents Or Canopies (AREA)

Description

'Τ' , *«**», ·* -1- 23694/CV/tl
Korte Aanduiding: Op een kolom aangebracht toestel.
De uitvinding heeft betrekking op op kolommen aangebrachte toestellen (zoals straatverlichtingspalen) van het type waarii het toestel voor inspectie 5 en onderhoud omlaag kan worden gebracht door verzwenking van een bovenste gedeelte van de kolom ten opzichte van een onderste gedeelte daarvan.
Bij op kolommen aangebrachte toestellen van dit type is in het algemeen een mechanische vergrendeling aangebracht welk voorkomt,dat het toestel omlaag wordt bewogen tenzij het bovenste kolomgedeelte eerst over 10 een kleine afstand ten opzichte van het onderste kolomgedeelte omhoog is verplaatst. Het Britse octrooi 968.113 openbaart een straatverlichtings-kolom van dit type waarin een scharnier van het bovenste kolomgedeelte ia opgenomen in een excentrische nok,en de mechanische vergrendeling wordt vrijgemaakt door het draaien van de nok om het scharnier en het bovenste 15 kolomgedeelte tesamen omhoog te bewegen. Het is echter duur om op iedere kolom een afzonderlijke nokopstelling aan te brengen daar hierdoor de kosten per eenheid van het toestel wordt vergroot.
Volgens het Britse octrooi 1460025 wordt dit probleem in zekere mate opgelost door gebruikmaking van een hydraulische vijzel om het bovenste 20 kolomgedeelte omhoog te bewegen ten einde de vergrendeling met het onderste kolomgedeelte vrij te maken,waarbij de hydraulische verstelcilinder is opgenomen in een evenwichtseenheid ,welke indien nodig aan de kolom wordt bevestigd. In dat geval wordt de verstelcilinder ook gebruikt voor het opnemen van het gewicht van het bovenste kolomgedeelte indien laatstgenoemde 25 door verzwenking omlaag wordt bewogen. Voor verhoudingsgewijs lichte kolommen kan dit gewicht echter gemakkelijk worden opgenomen door een drukveer of zelfs met de hand en in die gevallen vormt het aanbrengen van de verstelcilinder een onnodige uitgave.
Het is een oogmerk van de huidige uitvinding het boven beschreven pro-30 bleem te overwinnen.
Volgens een eerste aspect van de huidige uitvinding omvat een op een kolom aangebracht toestel een onderste kolomgedeelte ,een bovenste kolomgedeelte waarop een toestel is aangebracht en welke ten opzichte van het onderste kolomgedeelte omlaag en omhoog kan worden bewogen door verzwenk-35 beweging om een althans in hoofdzaak horizontaal scharnier terwijl het bovenste kolomgedeelte ook in staat is tot beperkte verticale verplaat- 8400124 -2- 2369VCV/tl * » ^ sing ten opzichte van het onderste kolomgedeelte en een mechanische vergrendeling voorkomt,dat het bovenste kolomgedeelte door verzwenking omlaag wordt bewogen tenzij het bovenste kolomgedeelte.eerst over een beperkte verticale afstand vanuit een vergrendelde stand omhoog is 5 bewogen in een vrijmaakstand,en een losmaakbare vergrendelinrichting om het bovenste kolomgedeelte in zijn vrijmaakstand vast te houden,waarbij de grendelinrichting is voorzien van althans een gevormde sleuf in een van de kolomgedeelten waarbij de of iedere sleuf een verhoudingsgewijs nauw gedeelte en een verhoudingsgewijs breed gedeelte heeft,en een as 10 welke is gelegen in althans de ene gevormde sleuf en welke beweegt tussen het verhoudingsgewijs smalle enfverhoudingsgewijs brede gedeelte indien het bovenste kolomgedeelte over de beperkte verticale verplaatsing wordt bewogen, waarbij de as een niet cirkelvormige uitwendige dwarsdoorsnede heeft en is aangebracht op het andere kolomgedeelte 15 voor draaiing ten opzichte daarvan tussen eerste en tweede standen waarin het resp.kan en niet kan binnentreden in het verhoudingsgewijs smalle gedeelte van de of iedere sleuf.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding omvat een op een kolom aangebracht toestel een onderste kolomgedeelte,een bovenste kolom-20 gedeelte waarop een toestel is aangebracht en welke ten opzichte van het onderste kolomgedeelte omlaag en omhoog kan worden bewogen door verzwenk-beweging om een althans in hoofdzaak horizontale scharnieras,terwijl het bovenste kolomgedeelte ook in staat is tot beperkte verticale verplaatsing tot het onderste kolomgedeelte,een mechanische vergrendeling welke voor-25 komt, dat het bovenste kolomgedeelte door verzwenking omlaag wordt bewogen tenzij het bovenste kolomgedeelte eerst over de beperkte verticale verplaatsing in een vrijmaakstand is bewogen,en een omlaagbrenginrichting, welke aan de kolom bevestigbaar is ten einde het mogelijk te maken,dat het bovenste gedeelte daarvan omlaag wordt bewogen ,waarbij de omlaagbrengin-30 richting eerste en tweede bevestigingsgedeelten bevat,die kunnen worden bevestigd aan het bovenste resp. onderste kolomgedeelte,en een hefboom waarop het eerste bevestigingsgedeelte is aangebracht en welke verzwenkbaar is ten opzichte van het tweede bevestigingsgedeelte om daarbij het eerste bevestigingsgedeelte en het bovenste kolomgedeelte verticaal 35 te verplaatsen ten opzichte van het tweede bevestigingsgedeelte en het onderste kolomgedeelte.
8400124 w. Ji· -3- 2369VCV/tl
De uitvinding zal nu verder worden beschreven aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een vooraanzicht op een eerste uitvoeringsvoorbeeld 5 van een op een kolom aangebracht toestel volgens de huidige uitvinding, waarbij het toestel zelf ter wille van de overzichtelijkheid is weggelaten .
Fig. 2 toont een zijaanzicht,gedeeltelijk in doorsnede,van fig.1.
Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede over een scharnier welke bovenste 10 en onderste kolomdelen met elkaar verbindt.
Fig. 4 toont een inrichting voor het omlaag bewegen ,indien bevestigd aan het toestel.
Fig. 4A en 4B zijn met fig.4 overeenkomende aanzichten,waarbij echter alternatieve uitvoeringsvormen van de inrichting voor het omlaag 15 bewegen zijn weergegeven.
Fig. 5 en 6 tonen in detail delen van de inrichting voor het omlaag bewegen.
Fig. 7 toont een doorsnede over fig.3,gezien volgens de lijn A- A, waarbij het scharnier is weergegeven voorafgaand aan een omlaag beweging.
20 Fig.8 en 9 zijn met fig.7 overeenkomende aanzichten waarbij het scharnier echter is weergegeven tijdens verschillende fasen van het omlaag bewegen.
Fig. 10 toont een zijaanzicht van een deel van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van op een kolom aangebracht toestel volgens de huidige uitvin-25 ding.
Fig. 11 toont een vooraanzicht op fig.10.
Fig.12 toont een detail van de constructie weergegeven in fig.10 en 11.
Fig. 1 en 2 tonen een kolom voor het bevestigen van een toestel,zoals een verlichtingseenheid,op een verhoogde plaats,ofschoon voor het gemak 30 het toestel zelf niet is weergegeven. De kolom is samengesteld uit een bovenste gedeelte 10 waarop het toestel kan worden aangebracht en een onderste gedeelte 11, dat met de grond is verbonden ,waarbij in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld beide delen 10 en 11 een holle achthoekige doorsnede hebben ofschoon uiteraard ook andere doorsneden mogelijk zijn.
35 Het bovenste gedeelte 10 is aangebracht op het onderste gedeelte 11 zodanig dat het omhoog en omlaag kan worden bewogen door verzwenking om een 8400124 -4- 23694/C V/tl * · i ? «» althans in hoofdzaak horizontale scharnieras 12 ,waardoor het mogelijk wordt om het toestel voor inspectie en/ of onderhoud tot op het grondniveau omlaag te bewegen. Het bovenste gedeelte is ook .in staat tot een beperkte verticale verplaatsing ten opzichte van het onderste gedeelte 5 11,waarbij de begrenzingen van een dergelijke verplaatsing worden bepaald door de ingrijping van een holle as 13 van het scharnier 12 met de desbetreffende einden van langssleuven 14 in het onderste gedeelte 11 (fig.3).
Indien het kolomgedeelte 10 in een vergrendelde stand is bij het 10 laagste punt van zijn beperkte verticale verplaatsing, dat wil zeggen indien de scharnieras 13 in ingrijping is met de ondereinden van de sleuven 14,grijpt een bovenste einde van het kolomgedeelte 11 achter een lip 15 op het kolomgedeelte 10 en vormt een vergrendeling welke voorkomt, dat het kolomgedeelte 10 naar beneden kan worden verzwenkt. Indien echter 15 het kolomgedeelte 10 omhoog wordt bewogen in een vrijmaakstand waarin de scharnieras 13 in ingrijping is met de boveneinden van de sleuven 14 geeft de rib 15 het einde van het kolomgedeelte 11 vrij en is het kolomgedeelte 10 vrij om naar beneden te worden verzwenkt op de wijze aangeduid met stippellijnen in fig.2.
20 Fig. 4 toont een compensatie-eenheid 16,welke wordt toegepast voor het omlaag bewegen van het kolomgedeelte 10 op de boven beschreven wijze ψ en om het kolomgedeelte 10 terug omhoog te bewegen in een rechtopstaande stand. De compensatie of evenwichtseenheid 16 heeft de vorm van een wagen met een paar wielen 17 waarvan er slechts een zichtbaar is,terwijl 25 de wagen verder is voorzien van een gevorkte hefboom 18,een basisgedeelte 19 en een paar armorganen 20 waarvan er slechts een is afgebeeld. De hefboom 18 is samengesteld uit een paar armen 21 ,waarvan er weer slechts een is weergegeven ,en waarvan de zijdelingse tussenruimte zodanig is,dat zij de kolom bij het scharnierpunt 12 kunnen omsluiten.Bij een einde zijn de 30 armen 21 voorzien van desbetreffende buisvormige openingen 22 (zie ook fig.5),welke axiaal in lijn kunnen worden gebracht met de einden van de scharnieras 13 ,terwijl bij hun andere einde de armen 21 onderling zijn verbonden door een dwars4rerlopend orgaan 23,dat een voetsteun vormt. De armen kunnen zijn bevestigd aan het bovenste kolomgedeelte 10 op een hier-35 onder te beschrijven wijze door een meer gedetailleerd in fig.6 weergegeven bedieningshandgreep 24 door de openingen 22 en door het inwendige van 8400124 -5- 23694/CV/tl de seharnieras 13 te steken.
Het basisgedeelte 19 van het wagentje is scharnierend verbonden met de armen 21 van de hefboom 18 bij punten 25,die op afstand zijn gelegen van de buisvormige openingen 22. Aan een einde daarvan afgekeerd van de 5 verbinding 25 draagt het basisgedeelte 19 de bovengenoemde wielen 17 en ondersteunt verder ook een uitsteeksel 26.Tijdens bedrijf wordt dit uitsteeksel geplaatst in een corresponderende sleuf 27,die is gevormd in het kolomgedeelte 11,waarbij de sleuf in het bijzonder in fig.1 en 2 is afgeteeld.
10 De armorganen 20 zijn ook scharnierend verbonden met de armen 21 van 4 de hefboom 18 bij de punten 25 en strekken zich daarvan omhoog uit,terwijl zij bij hun boveneinden zijn verbonden met behulp van een drukplaat 28. Een rol 29 wordt gedragen door de plaat 28 voor ingrijping met het kolomgedeelte 10 op de in fig.4 aangeduide wijze.De plaat 28 is aange-15 bracht voor opwaartse en neerwaartse schuifbeweging op een cilinder 30, welke aan zijn ondereinde scharnierend is bevestigd aan het basisgedeelte 19· Een drukcilinder 31 omgeeft de cilinder 30 en is opgenomen tussen de drukplaat 28 en een aan de cilinder bevestigde flens 32. De veer gaat zodoende beweging van de plaat 28 naar de flens 32 tegen.
20 Ten einde het kolomgedeelte 10 omlaag te bewegen wordt de compensa- tie-eenheid 16 met het uitsteeksel 26 in ingrijping in de sleuf 27 in het kolomgedeelte 11 opgesteld,waarbij de rol 29 in ingrijping is met het kolomgedeelte 10. Tegelijkertijd worden de buisvormige openingen 22 in lijn gebracht met de holle seharnieras 13 en wordt de bedieningshandgreep 25 24 daardoorheen gestoken,waarbij de armen 21 aan het bovenste kolomgedeelte 10 worden bevestigd. Een hieronder later te beschrijven grendelinrichting wordt dan vrijgemaakt om het mogelijk te maken,dat het kolomgedeelte 10 verticaal ten opzichte van het kolomgedeelte 11 wordt verplaatst ,waarop neerwaartse voetdruk wordt aangebracht op het dwarsverlopende orgaan 23.
30 Aanvankelijk zal dit veroorzaken dat de hefboom 18 verzwenkt om de openingen 22 ten einde de rol 29 in nauw contact te dringen met het bovenste kolomgedeelte lO.Voortgezette neerwaartse druk op het orgaan 23 zal dan bewerkstelligen,dat de hefboom 18 verzwenkt om de verbindingspunten 25 , waardoor de openingen 22 en dientengevolge de bedieningshandgreep 24 en 35 de seharnieras 13 omhoog worden bewogen. Deze werking heeft tot effect het omhoog verplaatsen van het kolomgedeelte 10 in zijn vrijmaakstand. De grendelinrichting wordt dan in werking gesteld om het kolomgedeelte 10 in de 8400124 J’ * ,, ' -6- 23694/CV/tl vrijmaakstand te houden ,waarop een omlaag zwenken van het kolomgedeelte 10 kan beginnen. Tijdens dit omlaag zwenken veroorzaakt de ingrijping van de rol 29 met het kolomgedeelte 10 dat de armorganen 20 verzwenken ten opzichte van het basisgedeelte 10 van de compensatie-eenheid 16,waarbij 5 de veer 31 wordt samengedrukt. De veer neemt dus althans een gedeelte van het gewicht van het kolomgedeelte op,indien dit kolomgedeelte omlaag wordt bewogen. Het kolomgedeelte 10 kan worden teruggebracht in zijn werkzame stand door de hierboven beschreven volgorde van de handelingen om te keren.
10 Zoals hierboven aangeduid is een grendelinrichting aangebracht om het bovenste kolomgedeelte 10 bij ieder einde van zijn beperkte verticale verplaatsing ten opzichte van het onderste kolomgedeelte 11 te vergrendelen. Dezej vergrendelinrichting wordt in feite gevormd door de scharnieras 13 en de sleuven 14 en wel op de volgende wijze. Zoals in het bijzonder uit 15 fig.7 blijkt is ieder van de sleuven 14 zodanig gevormd,dat het een paar verhoudingsgewijs brede gedeelte 33 omvat,die onderling zijn verbonden door een verhoudingsgewijs smal gedeelte 34. Meer in het bijzonder heeft ieder van de verhoudingsgewijs brede gedeelte 33 een zijwand,welke hoofdzakelijk gedeeltelijk cirkelvormig in vorm is,maar welke een sleuf 33a 20 heeft op een plaats tegenover het verhoudingsgewijs smalle gedeelte 34, terwijl het laatste gedeelte een paar althans in hoofdzaak evenwijdige zijdelings op afstand van elkaar gelegen zijwanden heeft. De scharnieras 13 heeft een uitwendig oppervlak,dat hoofdzdelijk cirkelvormig in dwarsdoorsnede is, maar twee diametraal tegenover elkaar gelegen vlakke zijden 25 13a daarop heeft. De diameter van de as 13 is groter dan de zijdelingse afstand van de zijwanden van het nauwe sleuf gedeelte 34,terwijl de afstand tussen de vlakke gedeelten 13a een weinig kleiner is dan deze zijdelingse afstand.De scharnieras 13 is draaibaar tussen een eerste ligging,zoals afgebeeld in fig.7,waarin de vlakke zijkanten 13a althans in hoofdzaak 30 loodrecht op de zijwanden van het nauwe sleufgedeelte 34 zijn gericht, en een tweede ligging,zoals afgebeeld in fig.8,waarin de vlakke zijkanten 13a evenwijdig aan deze zijwanden zijn opgesteld.Zodoende kan de scharnieras 13 langs het smalle sleufgedeelte 34 van het ene brede sleufgedeelte 33 naar het andere bewegen,slechts indien de as 13 in de tweede stand is.
35 Indien het bovenste kolomgedeelte 10 bij het ondereinde van zijn beperkte verticale verplaatsing is,dat wil zeggen in de vergrendelde 8400124 4 0 * -7- 23694/CV/tl stand, is de scharnieras 13 gelegen in het onderste gedeelte 33 van iedere sleuf 14,terwijl de as 13 in het bovenste gedeelte 33 is gelegen indien het bovenste kolomgedeelte 10 bij het boveneinde van zijn beperkte verticale verplaatsing,dat wil zeggen in de vrijmaakstand is. Opdat het kolom-5 gedeelte 10 verticaal kan worden verplaatst moet de scharnieras 13 in zijn tweede stand worden gedraaid zodat de scharnieras door de smalle gedeelten 34 van de sleuven 14 kan bewegen. Indien de scharnieras 13 in het bovenste gedeelte 33 van iedere sleuf 14 is gelegen en zich in zijn eerste stand bevindt,zoals aangeduid in fig.9,zal dus het bovenste 10 kolomgedeelte 10 in zijn vrijmaakstand zijn vergrendeld.
Draaiing van de scharnieras 13 ten opzichte van het kolomgedeelte 10 wordt bewerkstelligd door middel van de bovengenoemde bedieningshandgreep 24. Zoals uit fig.6 blijkt omvat de handgreep een vergrendelbare as voorzien van een centraal gedeelte 35 waarvan de dwarsdoorsnede overeen-15 komt met de inwendige dwarsdoorsnede van de scharnieras 13,terwijl het gedeelte 35 wordt geflankeerd door gedeelten 36 met een cirkelvormige dwarsdoorsnede. Het verwijzingscijfer 37 duidt een deel aan van de handgreep, dat in gebruik met de hand kan worden gegrepen.
Zoals verder uit fig. 5 blijkt is de buisvormige opening 22 in 20 iedere arm 21 van de compensatie-eenheid 16 bij 38 af gevlakt,zodat de vorm van de opening overeenkomt met deinwendige dwarsdoorsnede van de scharnieras 13. Indien de compensatie-eenheid aanvankelijk op de kolom wordt aangebracht,dat wil zeggen indien het bovenste kolomgedeelte 10 zich bij het ondereinde van zijn beperkte verticale verplaatsing ten op-25 zichte van het onderste kolomgedeelte 11 bevindt,zijn de openingen 32 samenvallend met het inwendige van de scharnieras 13,zodat de as van de bedieningshandgreep 24,in de juiste draaiorientatie,kan worden ingestoken door een van de openingen 22,door het inwendige van de scharnieras 13 en door de andere opening 22. Indien de bedieningshandgreep geheel is inge-30 stoken rusten de cirkelvormige gedeelten 36 van de as in de openingen 22, zoals met stippellijnen in fig.5 is aangeduid,waardoor het mogelijk is om de bedieningshandgreep in de openingen te draaien. Indien eenmaal de bedieningshandgreep is gedraaid om de scharnieras 13 te verplaatsen naar de stand afgebeeld in fig.8 waarborgt de niet Cirkelvormige dwarsdoorsnede van 35 het asgedeelte 35 tesamen met de niet cirkelvormige dwarsdoorsnede van de opening 22 waardoorheen de bedieningshandgreep is ingestoken,dat de bedie- 8400124 4 φ * c: -8- 23694/CV/tl ningshandgreep niet onbeoogd kan worden verwijderd. Ofschoon dit effect kan worden bereikt door de opening 22 in slechts een van de armen 21 niet cirkelvormig uit te voeren wordt er de voorkeur aan gegeven ,dat de openingen in beide armen zo zijn gevormd,omdat dan de bedieningshadgreep 5 van beide zijden van de kolom af kan worden ingestoken,hetgeen het gebruik van de constructie aanzienlijk vergemakkelijkt voor de bediener.
Zoals hierboven opgemerkt toont fig.9 de situatie waarin het bovenste kolomgedeelte 10 omhoog is verplaatst in zijn vrijmaakstand en de scharnieras 13 in zijn eerste stand is gedraaid waardoor het bovenste 10 kolomgedeelte in de vrijmaakstand is vergrendeld. Op dit tijdstip is een van de vlakke zijden 13 a van de scharnieras 13 opgesteld nabij de vlakke zijde 33a van het bovenste sleufgedeelte 33. Indien het bovenste kolomgedeelte 10 vervolgens omlaag wordt bewogen werkt de rol 29 op de compensa-tie-eenheid 16 als een scharnier ten gevolge waarvan het platte vlak 13a 15 in wrijvingscontact wordt gedwongen met het platte vlak 33a,waardoor wordt voorkomen,dat de scharnieras ten opzichte van het onderste kolomgedeelte 11 draait. Indien een dergelijke draaiing zcu optreden,dan zal er een gevaar bestaan,dat de scharnieras 13 zijn tweede stand bereikt en in staat is om voortijdig terug te bewegen naar het onderste sleufgedeelte 33,met als 20 resultaat,dat de lip 15 op het kolomgedeelte 10 het boveneinde van het kolomgedeelte 11 zal treffen,indien vervolgens een poging werd gedaan om het kolomgedeelte 10 terug te bewegen naar een zich omhoog uitstrekkende stand. Het aanbrengen van de platte vlakken 13a en 33 a voorkomt dus dat dit gebeurt.
25 Indien de kolom in zijn normale rechtopstaande stand is wordt een van de platte vlakken 13a op de scharnieras gelijktijdig in wrijvingscontact gedrongen met het platte vlak 33a op het onderste sleufgedeelte 33 en wel in deze situatie door het gewicht van het bovenste kolomgedeelte 10 zelf. Deze werking dient om een draaiend kruipen van de scharnieras te voorkomen 30 indien het bovenste kolomgedeelte 10 tijdens normaal gebruik wordt onderworpen aan klapperen ten gevolge van wind,zodat de as van de bedieningshand-greep 24 steeds gemakkelijk door de openingen 22 in de compensatie-eenheid en het inwendige van de scharnieras 13 kan worden bewogen.
In bovenstaandè beschrijving is aangenomen,dat het kolomgedeelte 10 35 voldoende zwaar is om het aanbrengen van een drukveer 31 in de compensatie-eenheid 16 te vereisen ten einde het gewicht van het kolomgedeelte 10 op 8 4 ö 0 1 ? 4 * * -9- 23694/CV/tl te nemen indien dit omlaag wordt bewogen. Voor verhoudingsgewijs lichte kolommen,bijvoorbeeld kolommen met een hoogte van minder dan 5 meter, is de veer 31 niet noodzakelijk en kan dan ook worden weggelaten tesamen met de daarbij behorende delen,in welk geval de compensatie-eenheid de 5 vorm zal aanneaen zoals weergegeven in fig.4a. Anderzijds kan voor de kolommen,die aanzienlijk zwaarder zijn dan de weergegeven kolom,een kleine hydraulische verstelcilinder worden toegepast in plaats van de drukveer 31,bijvoorbeeld zoals weergegeven bij 41 in fig.4b.
Een alternatieve opstelling voor gebruik met zwaardere kolommen is 10 verder afgebeeld in fig.10 tot 12. In deze opstelling is de scharnieras 13 nu massief uitgevoerd terwijl aan de scharnieras een bedieningshandgreep 42 is bevestigd,welke is opgesteld in het inwendige van het onderste kolomgedeelte 11. Een opening 43 is gevormd in het kolomgedeelte 11 ten einde het mogelijk te maken toegang te verkrijgen tot het inwendige van het 15 kolomgedeelte en een niet afgebeeld deksel is losneembaar aangebracht op het kolomgedeelte 11 voor het afdekken van de opening 43.Het deksel wordt in gebruik bevestigd aan een oor 44,dat zich in de opening uitstrekt.
Indien het deksel zich in zijn stand over de opening 43 bevindt dekt het de handgreep 42 af en voorkomt daardoor dat de scharnieeas 13 in zijn 20 bovengenoemde tweede stand wordt gedraaid. Dienovereenkomstig is draaiend kruipen van de scharnieras 13 onder deze omstandigheden voorkomen en is er geen noodzaak om het onderste gedeelte 33 van ieder sleuf 14 uit te rusten met een vlak gedeelte 33 a,zoals beschreven in verband met het uitvoerings-voorbeeld van fig.1 tot 9.
25 De compensiie-eenheid omvat nu eenvoudig een hydraulische verstel cilinder 45 waarvan de einden te verbinden zijn met het bovenste resp. onderste kolomgedeelte. Meer in het bijzonder is het vrije einde van een zuigerstang 46 scharnierend opgenomen tussen de benen van een eerste gevorkt versteloor 47.Dit oor kan worden bevestigd aan het bovenste 30 kolomgedeelte 10 door een steelgedeelte 48 daarvan te steken door een doortocht 49 in het kolomgedeelte 10,totdat een einde van het steelgedeelte 48 uitsteekt vanaf de tegenoverliggende zijde van het kolomgedeelte 10.
Een plunjer 50 is verschuifbaar opgenomen in een boring in het steelgedeelte 48 en kan naar buiten uitsteken ten einde het oor 47 in de gewenste 35 stand te vergrendelen. Een cilinder 51 van de hydraulische verstelcilinder 45 heeft een basisgedeelte,dat scharnierend is opgenomen tussen de benen 8400124 ' * * ζ- -10- 23694/CV/tl van een tweede gevorkt versteloor 52. Dit oor kan worden bevestigd aan het onderste kolomgedeelte 11 door een steelgedeelte A3 daarvan in te steken in een bij de basis van kolomgedeelte 11 aangebrachte doortocht 54. Het basisgedeelte van de cilinder 51 heeft verder een daarop gevormd 5 haakvormig uitsteeksel 55 ,dat zich uitstrekt over een onderrand van de bovengenoemde opening 43 in het onderste kolomgedeelte 11.Het inbrengen van dit uitsteeksel wordt verhinderd door het bovengenoemde deksel in het geval dat een poging wordt gedaan hydraulische vijzels 45 aan te brengen op de kolom zonder de opening eerst vrij te maken. Het zal dan ook 10 duidelijk zijn,dat het deksel 44 enerzijds moet worden verwijderd om het mogelijk te maken om de hydraulische vijzel 45 aan de kolom te bevestigen, en anderzijds om het mogelijk te maken,dat de bedieningshandgreep 42 voldoende ver kan worden bewogen om de scharnieras 13 in de bovengenoemde tweede stand te kunnen plaatsen.
15 Het omlaag bewegen van het kolomgedeelte 10 wordt op soortgelijke wijze als hierboven uiteengezet bewerkstelligd behoudens dat het kolomgedeelte 10 over zijn beperkte verticale verplaatsing ten opzichte van het kolomgedeelte 11 wordt bewogen door een geschikt in werking stellen van de hydraulische vijzel 45 in plaats van door voetbediening van de com-20 pensatie-eenheid 16.Ten einde het kolomgedeelte 10 in zijn vrijmaakstand te bewegen wordt de hydraulischeverstelcilinder 45 dus onder druk gebracht ten einde de zuigerstang 46 ten opzichte van dedlinder 51 te doen uitsteketrr^^ Om een vastraken van de scharnieras 13 te voorkomen in het geval-'dSlf de druk in de verstelcilinder 45 te sterk wordt opgevoerdj_Jaetgeen anders 25 zou kunnen verhinderen, dat het bovenste kolomgedeelte naar beneden wordt gezwenkt,is devlf^f?ant 33a van het bovenste gedeelte 33 van iedere sleuf weggelaten.Iedere sleuf 14 heeft dus nu een vormgeving zoals afgebeeld in fig.12,en in het bijzonder hebben de verhoudingsgewijs brede gedeelten 33 nu zijwanden,die althans nagenoeg geheel cirkelvormig zijn.
30 In de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zijn de kolomgedeelten 10 en 11 afgebeeld als uitgevoerd met een achthoekige dwarsdoorsnede. Het zal het echter duidelijk zijn,dat deze kolomgedeelten even goed een andere dwarsdoorsnede ,bijvoorbeeld een cirkelvormige dwarsdoorsnede kunnen bezitten.
8400124

Claims (25)

1. Op een kolom aangebracht toestel voorzien van een onderste kolom-gedeelte ,een bovenste kolomgedeelte waarop een toestel is aangebracht en dat ten opzichte van het onderste kolomgedeelte omlaag en omhoog kan worden bewogen door verzwenkbeweging om een althans in hoofdzaak 5 horizontaal scharnier,waarbij het bovenste kolomgedeelte ook in staat is tot beperkte verticale verplaatsing ten opzichte van het onderste kolomgedeelte, een mechanische vergrendeling is aangebracht, welke voorkomt, dat het bovenste kolomgedeelte omlaag wordt verzwenkt tenzij het bovenste kolomgedeelte eerst over de beperkte verticale verplaatsing omhoog 10 is bewogen vanuit een vergrendelde stand in een vrijmaakstand,en een losmaakbare grendelinrichting om het bovenste kolomgedeelte in zijn vrijmaakstand te houden,waarbij de grendelinrichting is voorzien van althans een gevormde sleuf in een van de kolomgedeelten,waarbij de of iedere sleuf een verhoudingsgewijs smal gedeelte en een verhoudingsgewijs breed 15 gedeelte heeft,en een as,welke is gelegen in althans de ene gevormde sleuf en beweegbaar is tussen het verhoudingsgewijs smalle gedeelte en het brede gedeelte indien het bovenste kolomgedeelte over de beperkte verticale verplaatsing wordt bewogen,terwijl de as een niet cirkelvormige uitwendige dwarsdoorsnede heeft en is aangebracht op het andere kolomge-20 deelte voor draaiing ten opzichte daarvan tussen eerste en tweede standen waarin de as resp. het verhoudingsgewijs smalle gedeelte van de of iedere sleuf kan binnentreden of· niet in dit smalle gedeelte kan binnentreden.
2. Toestel volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de of iedere sleuf 25 twee verhoudingsgewijs brede gedeelten heeft,die onderling zijn verbonden door het verhoudingsgewijs smalle gedeelte,terwijl de as is gelegen in de verhoudingsgewijs brede gedeelten indien het bovenste kolomgedeelte zich bevindt bij de grenzen van zijn beperkte verticale verplaatsing.
3. Toestel volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het of ieder 30 verhoudingsgewijs brede gedeelte van de of iedere sleuf zijwanden heeft, die hoofdzakelijk gedeeltelijk cirkelvormig in vorm zijn,het verhoudingsgewijs smalle gedeelte van het of iedere sleuf een paar hoofdzakelijk evenwijdige ,zijdelings op afstand van elkaar gelegen zijwanden heeft,en de as hoofdzakelijk cirkelvormig in uitwendige dwarsdoorsnede is waar het 35 beweegt door het of iedere sleuf maar is uitgerust met twee diametraal tegenover elkaar gelegen vlakke delen,waarbij de zijdelingse tussenruim- 8400124 -12- 23694/CV/tl r I * ^ * ’ te tussen de zijwand van het verhoudingsgewijs smalle gedeelte minder is dan de diameter van de as en groter dan de afstand tussen de vlakke delen.
4. Toestel volgens conclusie 1 ,2 of 3, met het kenmerk,dat de as 5 ook het scharnier vormt tussen de bovenste en de onderste kolomdelen.
5. Toestel volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat de sleuf of sleuven en de uitwendige dwarsdoorsnede van de as zijn gevormd om de as tegen draaiing ten opzichte van de sleuf of sleuven tegen te houden indien het bovenste kolomgedeelte omlaag is gezwenkt.
6. Toestel volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat de as is gelegen in het verhoudingsgewijs brede gedeelte van het of iedere sleuf indien > het bovenste kolomdeel in de vrijmaakstand is en de of iedere sleuf en het uitwendige var: de as zijn uitgerust met de vlakke delen,die onderling in ingrijping zijn indien de as in de tweede draaistand is.
7. Toestel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat een bedieningshandgreep in ingrijping is of in ingrijping te brengen is met de as en draaibaar is om de as ten opzichte van het andere kolomgedeelte te draaien.
8. Toestel volgens conclusie 7 ,met het kenmerk,dat het onderste 20 kolomgedeelte hol is en is voorzien van een opening via welke toegang kan worden verkregen tot het inwendige van het onderste kolomgedeelte, terwijl de bedieningshandgreep aan de as is bevestigd en in het inwendige van het onderste kolomgedeelte is opgesteld.
9. Toestel volgens conclusie 8, met het kenmerk,dat deepening is 25 uitgerust met een verwijderbaar deksel en draaiing van de as wordt voorkomen indien het bovenste kolomgedeelte in de vergrendelde stand is door aanligging van de bedieningshandgreep met het deksel.
10. Toestel volgens conclusie 7 ,met het kenmerk,dat de as hol is en een niet cirkelvormige inwendige dwarsdoorsnede heeft,terwijl de 30 bedieningshandgreep een koppelgedeelte bevat van corresponderende niet cirkelvormige dwarsdoorsnede,dat kan worden ingestoken door het inwendige van de as.
11. Toestel volgens conclusie 10,met het kenmerk,dat de bedieningshandgreep een deel vormt van van een inrichting voor het omlaag bewegen 35 welke bevestigd is of bevestigbaar aan de kolom ten einde het mogelijk te maken het bovenste gedeelte van de kolom naar beneden te zwenken. 8400124 é * to 6 -13- 23694/CV/tl
12. Toestel volgens conclusie 11,met het kenmerk,dat de inrichting voor het omlaag bewegen is voorzien van een opening,welke axiaal in lijn kan worden gebracht met de as en doonWelke de bedieningshandgreep kan worden ingestoken,waarbij de opening inwendig van een vorm is over- 5 eenkomend met die van de as en congruent daarmede is indien de as in zijn eerste of tweede draaistand is,terwijl de opening een deel opneemt van de bedieningshandgreep,dat van cirkelvormige dwarsdoorsnede is indien de bedieningshandgreep geheel met de as in ingrijping is.
13. Toestel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat 10 het toestel is voorzien van een inrichting voor het omlaag bewegen welke is bevestigd of bevestigbaar aan de kolom ten einde het mogelijk te maken het bovenste gedeelte van de kolom naar beneden te zwenken,
14. Toestel volgens conclusie 13,met het kenmerk,dat de inrichting voor het omlaag bewegen is voorzien van een met behulp van een fluïdum 15 in werking te stellen verstelcilinder,welke werkzaam kan worden aangesloten tussen de bovenste en onderste kolomdelen.
15. Toestel volgens conclusie 14,met het kenmerk,dat de verstelcilinder is voorzien van een uitsteeksel op een gedeelte daarvan ,welk uitsteeksel in ingrijping is met het onderste kolomgedeelte tijdens gebruik,waarbij het 20 onderste kolomgedeelte hol is en is voorzien van een opening met behulp waarvan toegang kan worden verkregen tot het inwendige van het onderste kolomgedeelte terwijl de opening is uitgerust met een verwijderbaar deksel, dat het uitsteeksel tegenhoudt; zodanig dat het deel van de verstdcilinder niet in ingrijping kan worden gebracht met het onderste kolomgedeelte ten-25 zij het deksel eerst wordt verwijderd.
16. Toestel volgens conclusie 15,met het kenmerk,dat het uitsteeksel de vorm van een haak heeft,welke over een onderrand van de opening kan worden gehaakt.
17. Toestel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat 30 de inrichting voor het omlaag bewegen is voorzien van eerste en tweede bevestigingsgedeelten,die kunnen worden bevestigd aan resp.de bovenste en onderste kolomgedeelten,en een hefboom waarop het eerste bevestigingsgedeelte is aangebracht,waarbij de hefboom zwenkbaar is ten opzichte van het tweede bevestigingsgedeelte om daarbij het eerste bevestigingsgedeelte 35 en het bovenste kolomgedeelte verticaal te verplaatsen ten opzichte^an het tweede bevestigingsgedeelte en het onderste kolomgedeelte. 8*00124 -14- 2369,4/CV/tl β·"3 V V ¢, *
18. Toestel volgens conclusie 17,met het Ienmerk,dat het eerste beves-tigingsgedeelte is aangebracht aan een einde van de hefboom en het •tweede bevestigingsgedeelte zwenkbaar is bevestigd aan de hefboom op een punt op afstand van het einde daarvan.
19. Toestel volgens conclusie 17 of 18,met het kenmerk,dat het tweede bevestigingsgedeelte een uitsteeksel omvat dat te plaatsen is in een corresponderende sleuf in het onderste kolomgedeelte.
20. Toestel volgens conclusie 17» 18 of 19,met het kenmerk,dat de hefboom is voorzien van een steun voor ingrijping door een voet van een 10 bediener,zodanig,dat de hefboom kan worden verzwenkt door het uitoefenen van een druk met de voet op de steun.
21. Toestel volgens een der voorgaande conclusies 17 tot 20,met het kenmerk, dat het scharnier een scharnieras omvat,die is aangebracht op het bovenste kolomgedeelte en het eerste bevestigingsgedeelte van de 15 inrichting voor het omlaag brengen is voorzien van een paar armen,die resp. kunnen worden bevestigd aan de einden van de scharnieras.
22. Toestel volgens conclusie 21, met het kenmerk,dat de scharnieras hol is,de armen zijn voorzien van desbetreffende openingen welke axiaal in lijn kunnen worden gebracht met de scharnieras en de inrichting voor 20 het omlaag bewegen verder is voorzien van een verbindingselement aangepast voor insteken door de openingen en het inwendige van de scharnieras.
23. Toestel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de of iedere gevormde sleuf is aangebracht in het onderste kolomgedeelte en de as is aangebracht op het bovenste kolomgedeelte.
24. Op een kolom aangebracht toestel voorzien van een onderste kolomgedeelte en een bovenste kolomgedeelte waarop een toestel is aangebracht en welke omlaag kan worden gebracht en omhoog bewogen ten opzichte van het onderste kolomgedeelte door scharnierbeweging om een althans in hoofdzaak horizontaal scharnier,waarbij het bovenste kolomgedeelte ook 30 in staat is tot beperkte verticale verplaatsing ten opzichte van het onderste kolomgedeelte ,een mechanische vergrendeling welke voorkomt dat het bovenste kolomgedeelte scharnierend omlaag wordt gebracht tenzij het eerst over de beperkte verticale verplaatsing omhoog is bewogen in een vrijmaakstand, en een inrichting voor het omlaag brengen welke aan de 35 kolom bevestigbaar is ten einde het mogelijk te maken dat het bovenste gedeelte van de kolom omlaag wordt gebracht ,waarbij de inrichting voor 8400124 -15“ 23694/CV/tl het omlaag brengen is voorzien van eerste en tweede bevestigingsgedeel-ten,die resp. kunnen worden bevestigd aan de bovenste en onderste kolom-gedeelten,en een hefboom waarop het eerste bevestigingsgedeelte is aangebracht en welke scharnierbaar is ten opzichte van het tweede bevesti-5 gingsgedeelte om het eerste bevestigingsgedeelte en het bovenste kolom-gedeelte verticaal te verplaatsen ten opzichte van het tweede bevestigingsgedeelte en het onderste kolomgedeelte.
25. Op een kolom aangebracht toestel althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en/of is afgebeeld in de bijgaande figuren 1 tot 9 of 10 10 tot 12. 8400124
NL8400124A 1983-01-28 1984-01-14 Kolom. NL190764C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB8302389 1983-01-28
GB838302389A GB8302389D0 (en) 1983-01-28 1983-01-28 Column-mounted appliances

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8400124A true NL8400124A (nl) 1984-08-16
NL190764B NL190764B (nl) 1994-03-01
NL190764C NL190764C (nl) 1994-08-01

Family

ID=10537095

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400124A NL190764C (nl) 1983-01-28 1984-01-14 Kolom.

Country Status (17)

Country Link
US (1) US4592177A (nl)
AU (2) AU559819B2 (nl)
BE (1) BE898755A (nl)
BR (1) BR8400322A (nl)
CA (1) CA1218638A (nl)
CH (2) CH665446A5 (nl)
DE (2) DE3448233C2 (nl)
FR (1) FR2540168B1 (nl)
GB (2) GB8302389D0 (nl)
GR (1) GR79018B (nl)
IE (1) IE54950B1 (nl)
IN (1) IN163171B (nl)
IT (1) IT1173092B (nl)
NL (1) NL190764C (nl)
NZ (1) NZ206781A (nl)
PT (1) PT77979B (nl)
ZA (1) ZA84218B (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8714492D0 (en) * 1987-06-20 1987-07-22 Towermaster Steelworks Ltd Folding column
US5572836A (en) * 1991-04-22 1996-11-12 Parker; Alton B. Rotational flagpole
US20050108978A1 (en) * 2003-11-25 2005-05-26 Best Joint Inc. Segmented cold formed joist
GB0408654D0 (en) * 2004-04-19 2004-05-19 Abacus Holdings Ltd Luminaires
GB0426208D0 (en) * 2004-11-30 2004-12-29 Abacus Holdings Ltd Improved hinge mechanism
GB0426206D0 (en) * 2004-11-30 2004-12-29 Abacus Holdings Ltd Raising and lowering of columns
US8814221B2 (en) 2012-06-08 2014-08-26 Swivelpole Patent Pty Ltd. Facilitating access of pole-mounted items
US8910431B2 (en) * 2012-10-26 2014-12-16 Emi Products, Llc Tower structure
US20140360754A1 (en) 2013-06-07 2014-12-11 Swivelpole Patent Pty Ltd. Environmentally Robust Pivot Joint Adaptor
US9871547B2 (en) * 2015-03-16 2018-01-16 Andrew Bradford Green Case and shell for a smart phone

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2460216A (en) * 1945-01-10 1949-01-25 Dalton Foundries Inc Disconnectible universal joint
GB968113A (en) * 1961-09-30 1964-08-26 Abacus Eng Ltd Improvements in or relating to street lighting columns
DE1901659U (de) 1962-12-05 1964-10-01 Brose & Co Metallwerk Max Fensterheber, insbesondere fuer kraftfahrzeugfenster.
DE1873761U (de) * 1963-03-22 1963-06-12 Celler Maschf Geb Vorrichtung zum verriegeln, insbesondere von ausziehbaren masten.
US3355847A (en) * 1964-06-16 1967-12-05 Abacus Eng Ltd Street lighting columns
GB1084779A (en) * 1964-12-31 1967-09-27 Abacus Eng Ltd Improvements in street lighting columns
DE1901659A1 (de) * 1969-01-14 1970-08-13 Abacus Eng Ltd Saeule fuer Strassenbeleuchtung
NL176485C (nl) * 1972-04-25 1985-04-16 Abacus Eng Ltd Mechanisme voor het oprichten of strijken van een straatverlichtingsmast of dergelijke.
NL7306503A (nl) * 1973-05-10 1974-11-12
GB1460025A (en) * 1973-09-08 1976-12-31 Abacus Eng Ltd Street lighting columns
DE2528751A1 (de) * 1975-06-27 1977-01-13 Ludwig Birtner Mast
US4020606A (en) * 1975-10-29 1977-05-03 John William Pratt Street lighting columns
GB2060021B (en) * 1979-09-24 1982-09-08 Petitjean & Co Uk Ltd Tiltable columns

Also Published As

Publication number Publication date
CH665446A5 (de) 1988-05-13
PT77979B (en) 1986-04-18
IE54950B1 (en) 1990-03-28
GB8400215D0 (en) 1984-02-08
GB8302389D0 (en) 1983-03-02
DE3401879A1 (de) 1984-08-02
IT1173092B (it) 1987-06-18
FR2540168A1 (fr) 1984-08-03
GB2141458B (en) 1986-11-19
IT8419255A0 (it) 1984-01-20
AU6754487A (en) 1987-04-16
AU580700B2 (en) 1989-01-27
IE840027L (en) 1984-07-28
AU2388984A (en) 1984-08-02
GB2141458A (en) 1984-12-19
BR8400322A (pt) 1984-09-04
DE3448233C2 (nl) 1991-04-04
CH662858A5 (de) 1987-10-30
AU559819B2 (en) 1987-03-19
NL190764B (nl) 1994-03-01
GR79018B (nl) 1984-10-02
IN163171B (nl) 1988-08-20
BE898755A (fr) 1984-05-16
ZA84218B (en) 1984-09-26
NL190764C (nl) 1994-08-01
PT77979A (en) 1984-02-01
US4592177A (en) 1986-06-03
NZ206781A (en) 1989-08-29
CA1218638A (en) 1987-03-03
FR2540168B1 (fr) 1990-07-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6231034B1 (en) Door mounting apparatus
NL8400124A (nl) Op een kolom aangebracht toestel.
US5848584A (en) Device for holding an outdoor cooking vessel over a campfire
EP0151076B1 (fr) Dispositif pour condamner l'accès aux échelles à crinoline
US4848244A (en) Fold-away hinge and support
EP0358568A1 (fr) Agencement de meuble dans une construction et véhicule, tel que caravane, comprenant un meuble mobile
IE881394L (en) Hinged flange pole
US7874528B2 (en) Lift and hold, anti-tipping trash container support system
US5548869A (en) Adjustable pivot door assembly
NL8600982A (nl) Metalen lessenaar.
RU2608436C2 (ru) Устройство для снятия и установки крышки канализационного коллектора
US6752475B2 (en) Storage apparatus
FR2689546A1 (fr) Dispositif pour le coffrage de plafond.
US11825945B2 (en) Securable wall bracket
FR2587789A1 (fr) Porte pour foyer escamotable a la verticale et a ouverture laterale, montee sur glissieres avec cliquet automatique de retenue
EP0128901A1 (en) IMPROVEMENTS ON PILLARS.
EP0802143B1 (fr) Dispositif mécanique de sécurité pour l'utilisateur d'élévateur entre deux niveaux
FR3067015B1 (fr) Bavette de poste de versement de dechets a compas d'abattant
FR2583511A1 (fr) Dispositif de reperage de l'aplomb dans les constructions maconnees
FR3142209A3 (fr) Verrou fixé au profil d’extrémité d’un élément de clôture pivotant avec charnières
FR2487892A1 (fr) Appareil a dispositif elevateur pour grimper le long d'une paroi, notamment pour echafaudage grimpant
FR2734290A1 (fr) Ensemble de signalisation pour routes et autoroutes
JP4189832B2 (ja) 落下防止機能付バランサー受け
FR3142773A1 (fr) Dispositif de manœuvre et d’arrêt d’un volet battant
EP0449091B1 (fr) Equipement de trémis pour escalier de grenier escamotable avec bras latéraux

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19960801