NL8700633A

NL8700633A - Nietjescassette.

Info

Publication number: NL8700633A
Application number: NL8700633A
Authority: NL
Original assignee: Etona Co Ltd
Priority date: 1986-03-18
Filing date: 1987-03-17
Publication date: 1987-10-16
Also published as: JPS62218080A; US4687098A; GB2187991A; IT8648657A0; KR870008665A; DE3629101C2; IT8636257V0; JPH0661707B2; GB2187991B; DE3629101A1; FR2595971A1; IT1214741B; GB8630653D0; KR930009506B1

Description

f A

. VO 9079 Q· "Nietjescassette".

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een nieuwe cassette waarin op voorhand een stel nietjes is geladen.

Verscheidene types van nietmachines worden 5 tegenwoordig gebruikt voor een breed gamma van toepassingen. Volgens de stand van de techniek wordt, wanneer een op voorhand geladen stel nietjes is opgebruikt, een nieuw stel nietjes in de nietmachine geladen. Ben hierin beschreven stel nietjes omvat een aantal omgekeerde 10 U-vormige nietjes die zij aan zij zijn samengevoegd. Bij het laden moet het stel nietjes voorzichtig worden behandeld omdat de nietjes gemakkelijk kunnen afbreken door een kleine uitwendige kracht. De uitvinder heeft een nietmachine van het cassette-type voorgesteld om het 15 bovenvermelde probleem van het laden te overwinnen.

De constructie van de cassette zelf zou evenwel eenvoudig moeten zijn en zou middelen moeten bevatten om het stel nietjes behoorlijk naar een drijfopening te bewegen waardoorheen elk van de nietjes naar buiten 20 dient gedreven te worden.

Daartoe is een doel van de onderhavige uitvinding een nietjescassette te verschaffen die geschikt is om te worden aangewend in de nietmachine van het cassette-type, waarvan de constructie eenvoudig is en 25 die middelen omvat om nietjes bdi oorlijk en zeker voort te bewegen.

Tot dit doel verschaft de onderhavige uitvinding een nietjescassette die een relatief langwerpig lichaam omvat met een zich in de langsrichting uit-30 strekkend hol deel en met een paar op één lijn .liggende nietjesdrijfopeningen die in het lichaam zijn gevormd 870 0 S3 3 * λ ^ - 2 - grenzend aan diens voorste uiteinde en aanvoermiddelen die in het holle deel zijn ondergebracht voor het verend drijven van een stel nietjes in het holle deel naar diens voorste uiteinde, welke aanvoermiddelen een aanvoer-5 element omvatten dat het achterste van de nietjes in het holle lichaam raakt , een spiraalveer in het holle lichaam die het achterste uiteinde van het aanvoerelement raakt en een kap die het tegenoverliggende uiteinde van de spiraalveer raakt en geplaatst is om het 10 achterste open uiteinde van het cassettelichaam af te sluiten, welke kap een paar uitsteeksels bevat die zich lateraal uitstrekken vanaf iedere zijde van de kap, welk cassettelichaam een paar openingen bevat die erin zijn gevormd aan iedere zijde, en waarin de respectie-15 velijke uitsteeksels van de kap worden vastgeklikt wanneer de kap in het achterste uiteinde van het cassette-lichaam wordt gedrukt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de netjescassette verder een 20 stang die zich uitstrekt in de langsrichting van het binnenvlak van de kap, welke stang zich verder in langsrichting uitstrekt doorheen de spiraalveer en met zijn voorste uiteinde in een opening steekt die doorheen het aanvoerelement is gevormd.

25 Figuur 1 is een zicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van een nietjescassette die is gebouwd volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 is een langse doorsnede van de nietjescassette die is voorgesteld in figuur 1.

30 Figuur 3 is een zicht in perspectief van een aanvoerelement dat wordt aangewend in de nietjescassette die is voorgesteld in de figuren 1 en 2.

Figuur 4 is een zijaanzicht van een kap met een stang die wordt aangewend in de nietjescassette die 35 is voorgesteld in de figuren 1 en 2.

8700633 * -3- 'ï:

Eerst verwijzend naar de-figuren 1 en 2 wordt een nietjescassette voorgesteld die is gebouwd volgens de onderhavige uitvinding en die een langwerpig doosvormig lichaam 1 omvat dat een hol deel IA bevat dat 5 zich over heel de lengte van het lichaam 1 uitstrekt.

Het holle deel IA is bestemd om een stel nietjes t te ontvangen. Het cassettelichaam 1 kan een uitsteeksel 2 bevatten (er wordt er slechts één voer gesteld) gevormd aan iedere zijkant ervan, dat is bestemd om in de 10 overeenstemmende uitsparing (niet voorgesteld) te grijpen die is gevormd in een frame van de nietmachine (niet voorgesteld) in de overeenstemmende zijwand ervan om de nietjescassette op zijn plaats te houden in het frame van de nietmachine.

15 Anderzijds kan een dergelijk uitsteeksel worden gevormd op het nietjesframe terwijl de uitsparing in de nietjescassette kan gevormd worden. Verder kan indien gewenst elke soort vasthoudmiddelen in de onderhavige uitvinding worden aangewend.

20 Het stel nietjes t dat in het cassettelichaam 1 huist, wordt verend door middel van een aanvoermiddel 3 naar het voorste uiteinde van het lichaam 1 gedrongen waarin het voorste nietje van de set nietjes op één lijn zal komen te liggen met niétjesdrijfopeningen 6 en 7 25 die respectievelijk zijn gevormd in de boven- en onderwanden 4 en 5 van het cassettelichaam 1 grenzend aan diens voorste uiteinde én zodanig geplaatst dat ze op één lijn liggen volgens een richting die in hoofdzaak loodrecht is op de boven- en ondervlakken 4 en 5 van 30 het lichaam 1.

Wanneer een drijforgaan (niet voorgesteld) op een handvat van de ni etmachine (niet voorgesteld) doorheen de op één lijn liggende openingen 6 en 7 van het cassettelichaam 1 wordt bewogen, wordt een nietje 8700633 - 4 - Λ 'K' gescheiden van het stel nietjes t en wordt het uit het cassettelichaam 1 gedreven.

Daarna wordt het gedreven nietje aangegrepen door een aambeeld (niet voorgesteld) op een basis van 5 de nietmachine (niet voorgesteld) met het doel te vervormen in een configuratie die het zal aannemen wanneer het artikelen zoals bladen papier verbindt.

De beschreven.onderdelen en werkwijzen kunnen zonder nadere beschrijving gemakkelijk door een vakman 10 begrepen worden.

Het aanvoermidde1 3 omvat een voorste aanvoerelement 8 dat aangrijpt aan het achterste uiteinde van het stel nietjes t, een spiraalveer 9 om het aanvoerelement 8 verend naar het voorste 15 uiteinde van het cassettelichaam 1 te dringen en een kap 10 die het achterste uiteinde van de spiraalveer 9 raakt en die is aangebracht in het open achterste uiteinde van het cassettelichaam 1.

Het aanvoerelement 8 heeft een H-vorm en 20 omvat een kleine opening 12 die daardoor is gevrmd in de centrale verbinding 11. Het aanvoerelement 8 heeft twee beendelen 13 en 14 die zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken,. Het aanvoerelement 8 wordt zodanig in het holle deel IA van het cassettelichaam 1 opgenomen 25 dat het achterste uiteinde van het stel nietjes t zal worden geraakt door de uiteinde van de bovendelen 13 en 14 van het aanvoerelement.

Een stang 15 is met zijn top in de kleine opening 12 van het aanvoerelement 8 aangebracht en 30 strekt zich vanaf het binnenvlak van de kap 10 uit volgens de lengte van het cassettelichaam 1. De spiraalveer 9 wordt rond de stang 15 gemonteerd zoals is voorgesteld in figuur 2. De spiraalveer 9 raakt met één uiteinde het achterste vlak van de centrale ver- 8700633 - 5 - binding 11 van het aanvoerelement 8 terwijl het tegenoverliggende uiteinde ervan het binnenvlak van de kap 10 raakt.

Wanneer de kap 10 op het cassettelichaam 1 5 is gemonteerd aan diens achterste open uiteinde, dan zal de veer 9 het aanvoerelement 8 en dus het stel nietjes t verend naar het voorste uiteinde van het holle deel IA van het cassettelichaam 1 dringen.

De kap 10 omvat eaan zijn tegenoverliggende 10 zijkanten een paar evenwijdige uitsteeksels 16 die zich vanaf het binnenvlak van de kap 10 naar binnen uitstrekken. Aldus bevinden deze uitsteeksels 16 zich aan weerszijden van en evenwijdig aan de stang 15.

Elk uitsteeksel 16 heeft een uitsteeksel 17 dat 15 zich uitstrekt vanaf zijn buitenzijde.

Wanneer de kap 10 is gemonteerd aan het achterste uiteinde van het holle deel IA van het cassettelichaam 1, worden de uitsteeksels 16 verend naar binnen gebogen doordat ze in aanraking komen 2o met de binnenzijwanden van het cassettelichaam 1.

Wanneer de uitsteeksels 17 openingen 18 (figuur 1) bereiken die zijn gevormd in de zijwanden van het cassettelichaam 1, worden ze in de respectievelijke openingen 18 geklikt om zo de kap 10 stevig op het 25 cassettelichaam 1 vast te houden. Verder is het te verkiezen om een klein venster 19 te vormen in ten minste een van de zijwanden van het cassettelichaam 1, grenzend aan het voorste uiteinde ervan zodanig dat de overblijvende nietjes op zicht kunnen worden waar-30 genomen door een bediener. Een dergelijk venster zal worden weggelaten als het cassettelichaam 1 is vervaardigd uit om het even welke doorzichtige kunststof.

Bij de werking wordt een cassette, op voorhand geladen met een stel nietjes, in het frame van de 8700633 - 6 - - χ* > w * nietmachine of cassettehouder (niet voorgesteld) gemonteerd.

Indien alle nietjes in deze cassette zijn opgebruikt , kan een andere, nieuwe cassette, 5 op voorhand geladen met een stel nietjes in de nietmachine worden gemonteerd..

De onderhavige uitvinding kan een van de belangrijke problemen oplossen waarop men in de stand van de techniek staat bij het laden van nietjes, 10 volgens een nieuw en uniek concept dat zich volledig onderscheidt van dat van de stand van de techniek.

In het bijzonder is de nietjescassette zeer voordelig voor onbedreven personen zoals kinderen, ouderlingen en fysisch gehandicapte personen omdat de nietjes-15 cassette gemakkelijk en eenvoudig in de nietmachine kan worden gemonteerd.

8700633

Claims

1. Nietjescassette gekenmerkt door een relatief langwerpig lichaam (1) met een hol deel (IA) dat zich uitstrekt over de lengte van het lichaam (1) en door een paar nietjesdrijfopeningen (6,7) die in 5 het lichaam (1) zijn gevormd, grenzend aan diens voorste uiteinde en die op één lijn liggen en aanvoer-middelen (8,9,10) in het holle deel (IA) om een stel nietjes (t) in dit holle deel (IA) verend naar zijn voorste einde te dringen, welke aanvoermiddelen 10 (8,9,10,15) een aanvoerelement (8) omvatten dat het achterste uiteinde van het stel nietjes (t) raakt dat in het holle lichaamsdeel (IA) is ondergebracht, een spiraalveer (9) die is gemonteerd in het holle lichaamsdeel (IA) om het achterste uiteinde van 15 het aanvoerelement (8) te raken en een kap (10) die op het cassettelichaam (1) is gemonteerd om zi.jn open achterste uiteinde af te sluiten en die het tegenoverliggende uiteinde van de spiraalveer (9) raakt, welke kap (10) een paar uitsteèksels (17) omvat 2o die zijn bestemd om in de respectievelijke openingen (18) in de zijwanden van het cassettelichaam (1) te klikken wanneer de kap (10) in het open achterste uiteinde van het cassettelichaam (1) wordt gedrukt.

2. Nietjescassette volgens conclusie 1, 25 met het kenmerk dat de aanvoermiddelen (8,9,10,15) tevens een stang (15) omvatten die zich uitstrekt vanaf het binnenvlak van de kap (10) over de lengte van het cassettelichaam (1),de spiraalveer (9) rond de stang (15) is gemonteerd en het voorste 30 uiteinde van de stang (15) in een opening (12) is gebracht die doorheen het aanvoerelement (8) is gevormd. 870 0 63 3