NL8700327A - Doosvormige verpakking. - Google Patents

Description

* -1- t VO 8432

Doosvormige verpakking.

De uitvinding heeft betrekking op een doosvormige verpakking uit karton of een ander stijf/ vouwbaar materiaal met ten minste drie wandgedeelten en ten minste één deksel-gedeelte, waarbij ten minste het dekselgedeelte of de 5 dekselgedeelten, langs ten minste één zijrand ervan voorzien is of zijn van een in wezen loodrecht op het vlak van het dekselgedeelte verlopend lipgedeelte.

Dergelijke doosvormige verpakkingen zijn in het bijzonder met vijf wandgedeelten en een dekselgedeelte 10 algemeen bekend. De verpakking is meestal uit één plano vervaardigd, waarbij zich vanaf een bodemgedeelte een viertal zijwandgedeelten uitstrekt, waarbij b.v. langs de beide opstaande zijwanden van de twee tegenover gelegen zijwandgedeelten voorzien is in lippen die naar het inwen-15 dige van de verpakking uitsteken en door middel van b.v. lijm aan de aangrenzende zijwandgedeelten zijn bevestigd.

Het deksel vormt één geheel met één van de zijwandgedeelten en bezit aan de vrije zijranden lippen waarmee het deksel in de opening aan de bovenzijde van de verpakking kan 20 worden vastgeklemd.

Het is tevens bekend om voor dergelijke doosvormige verpakkingen te voorzien in inzetelementen die rusten tegen de binnenwandgedeelten van de verpakking en die een ruimte bepalen om in de doos een te verpakken artikel 25 op te nemen, opdat dit in de doos is geborgd en niet kan rammelen en/of beschadigen.

Een bezwaar van de bekende verpakkingen is dat de opstaande zijwandgedeelten door middel van lijmen aan elkaar bevestigd moet worden, hetgeen een extra fabri-30 cagestap vraagt en de dozen kostbaar maakt. In plaats van lippen en een lijmverbinding kan weliswaar b.v. ook gebruik worden gemaakt van b.v. plakband om de zijwandge- 870 032 7 ♦*'· -2- deelten aan elkaar te bevestigen, maar ook dit vraagt een extra fabricagestap en beïnvloedt de stevigheid van de verpakking in ongunstige zin.

Een bezwaar van de bekende, dikwijls door extrusie 5 uit een kunststofmateriaal gevormde inzetelementen is een relatief hoge kostprijs. In plaats van inzetelementen kan weliswaar gebruik worden gemaakt van materiaal als houtwol, polystyreenkorrels of iets dergelijks om het te verpakken artikel tegen beschadiging te beschermen, 10 maar dergelijke materialen dragen zeker niet bij tot een aantrekkelijk uiterlijk van de verpakking wanneer deze geopend wordt.

De uitvinding beoogt te voorzien in een doosvormige verpakking die voornoemde bezwaren niet heeft en die 15 in het bijzonder zonder enig gebruik van lijmtechnieken, plakband of iets dergelijks vervaardigd kan worden en die toch de benodigde stevigheid heeft, terwijl daarnaast de doos de mogelijkheid biedt om zonder enig afzonderlijk inzetelement een in de doos te verpakken voorwerp daarin 20 op een tevoren bepaalde plaats te fixeren.

De uitvinding voorziet hiertoe in een doosvormige verpakking van de bovenomschreven soort waarbij het ten minste ene lipgedeelte aan het ten minste ene dekselgedeelte samenwerkt met ten minste een tweetal aan aangrenzende 25 opstaande zijranden van aan het ten minste ene dekselgedeelte grenzende wandgedeelten gevormde, naar het inwendige van de verpakking gekeerde lipgedeelten om een gesloten geheel te vormen en waarbij de ten minste ene lip van het ten minste ene dekselgedeelte en/of ten minste één 30 van het ten minste ene tweetal naar het inwendige van de verpakking gekeerde lippen in het inwendige van de verpakking een ruimte met een tevoren bepaalde afmeting bepaalt.

De uitvinding heeft volgens een eerste uitvoerings-35 vorm betrekking op een verpakking van genoemde soort in de vorm van een tetraëder met een driehoekige bodem, 8700327 # -3- twee driehoekige wandgedeelten en een driehoekig dekselgedeelte, waarbij het dekselgedeelte en de wandgedeelten door vouwlijnen met de bodem verbonden zijn en waarbij het dekselgedeelte langs de vrije zijranden voorzien 5 is van een tweetal lippen en de beide wandgedeelten aan de aan elkaar grenzende zijranden voorzien zijn van de naar het inwendige van de behuizing gekeerde lippen, waarbij tussen de lippen aan het deksel een uitsparing aanwezig is, die de aan het deksel grenzende uiteinden 10 van de lippen aan de zijranden kan opnemen. Bij deze uitvoeringsvorm bepalen de lippen aan de zijranden van de zijwanden de ruimte in de verpakking met de tevoren bepaalde afmeting.

i Volgens een tweede uitvoeringsvorm heeft de uitvin- 15 ding betrekking op een verpakking in de vorm van een pyramide, met een vierhoekig grondvlak en een viertal ópstaande vlakken, waarbij één van de opstaande vlakken langs de loodlijn vanuit de top van de pyramide in tweeën gedeeld is voor het vormen van een tweetal dekselgedeelten, 20 die elk langs de deellijn voorzien zijn van een lipgedeel-te, waarbij aan de bodem aan de aan de dekselgedeelten grenzende zijde een lipgedeelte is gevormd dat is voorzien van een in wezen loodrecht op de bodem verlopende, ter hoogte van het midden daarvan gelegen sleuf, die de aan 25 de bodem grenzende uiteinden van de lipgedeelten aan het dekselgedeelte kan opnemen en waarbij de aan de dekselgedeelten grenzende zijranden van de basis voorzien zijn van lipgedeelten. Bij deze uitvoeringsvorm bepaalt ten minste één lipgedeelte aan het deksel en/of het lipgedeelte 30 aan de bodem de ruimte in de verpakking met de tevoren bepaalde afmetingen.

Volgens weer een uitvoeringsvorm van de uitvinding bezit de verpakking van voornoemde soort een bodem, ten minste een drietal opstaande wanden en een deksel, waarbij 35 elk van de opstaande wanden aan weerszijden langs de opstaande zijden voorzien is van een lipgedeelte en waarbij p 7 ^ Λ „ « .· v .ί· * ( n* -4- het deksel langs ten minste op één na alle bovenranden van de opstaande wanden voorzien is van een lipgedeelte, waarbij tussen de lipgedeelten aan aangrenzende randen van het deksel steeds een ruimte aanwezig is die de naar 5 het deksel gekeerde uiteinden van de aangrenzende lipgedeelten aan de opstaande wanden kan opnemen.

Bij deze uitvoeringsvorm kan het deksel drie-, vier- of meerhoekig zijn, waarbij de bodem een corresponderende vorm bezit en het aantal zijwanden overeenkomt 10 met het aantal hoeken. Bij deze uitvoeringsvorm bepalen de lippen aan de zijwand en in de verpakking de vorm van een ruimte met de bepaalde afmeting en houden de lipgedeelten aan het deksel de lipgedeelten aan de zijwanden ten opzichte van elkaar gepositioneerd wanneer 15 de verpakking gesloten is.

Bij de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kunnen de lippen niet alleen een ruimte bepalen waarin een artikel klemvast kan worden opgenomen, maar de lippen kunnen ook langs de vrije langszijde voorzien zijn van een profi-20 lering die is aangepast aan de buitencontour van het desbetreffende artikel om een nog betere positionering te verkrijgen, terwijl de lippen ook een zodanige lengte kunnen bezitten dat zij de ruimte in de verpakking verdelen in twee of meer compartimenten waarin al dan niet verschil-25 lende artikelen kunnen worden opgenomen.

De uitvinding zal in het hierna volgende worden beschreven aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeel-den onder verwijzing naar de tekening, hierin toont: fig. la, b en c een verpakking in de vorm van 30 een tetraëder in plano en in perspectief; fig. 2a, b, c een verpakking in de vorm van een pyramide in plano en in perspectief; fig.3a, b een verpakking in de vorm van een kubus in plano en in perspectief; 35 fig. 4a, b een verpakking in de vorm van een recht hoekige doos in plano en in perspectief; $ i ij «* ƒ ƒ -5- f fig. 4c“h verschillende configuraties van het interieur van de verpakking volgens fig. 4a, b? fig. 5a, b een andere variant van de verpakking volgens de uitvinding in plano en in perspectief; 5 fig. 5c, d een variant van de verpakking volgens fig. 5a, b in gedeeltelijk geopende en gesloten toestand; en fig. 6a, b, c een uit twee dooshelften bestaande variant van de verpakking volgens de uitvinding in resp.

10 plano, gedeeltelijk gesloten en geheel gesloten toestand.

Fig. la toont een plano voor een verpakking volgens de uitvinding met een tetraëdervorm. Het plano omvat een driehoekig grondvlakgedeelte 1, een tweetal driehoekige wandgedeelten 2 en 3 en een dekselgedeelte 4. De wandgedeel-15 ten 2 en 3 zijn elk aan hun van het dekselgedeelte afgekeerde zijrand resp. voorzien van een lipgedeelte 2a en 3a.

Het dekselgedeelte bezit langs beide vrije zijranden resp. lipgedeelten 4a en 4b. Alle lipgedeelten zijn langs hun korte eindranden zodanig afgeschuind dat zij het 20 dichtvouwen van de verpakking niet belemmeren.

De fign. lb en lc tonen de verpakking resp. in gedeeltelijk en geheel dichtgevouwen toestand. Wanneer de lipgedeelten 2a en 3a naar binnen omgevouwen zijn ten opzichte van hun bijbehorende resp. zijranden langs 25 resp. de vouwlijnen 2' en 3' en de wandgedeelten 2 en 3 ten opzichte van het grondvlak 1 omhoog gevouwen zijn langs resp. de vouwlijnen 1' en 1", komen de lipgedeelten 2a en 3a tegen elkaar te rusten langs een ribbe van de tetraëder.

30 Wanneer vervolgens de lipgedeelten 4a en 4b naar binnen gevouwen zijn ten opzichte van het dekselgedeelte 4 langs resp. de vouwlijnen 4' en 4" en het dekselgedeelte 4 langs de vouwlijn 1"' omhoog gevouwen is ten opzichte van het grondvlak kan de sleuf 5 tussen de lipgedeelten 35 4a en 4b geschoven worden over de tegenover gelegen vrije uiteinden van de tegen elkaar rustende lipgedeelten 2a a 7 Ü r ''; ψ * -6- en 3a, waarmee de in fig. lc getoonde gesloten verpakking ontstaat, waarvan het deksel de wanden bijeen houdt, welk deksel zich tevens goed in de verpakking vastklemt.

Door de lipgedeelten 2a en 3a een geschikte breedte b 5 te geven en de vrije langsrand daarvan al dan niet te profileren ontstaat de mogelijkheid om een artikel met een bepaalde vorm en/of afmeting in de verpakking te fixeren, waardoor dit artikel niet zal rammelen of beschadigen. Het is zelfs mogelijk de lippen 2a en 2b zover 10 te verbreden dat de verpakking in twee helften wordt verdeeld.

Pig. 2a toont een plano voor een verpakking volgens de uitvinding met een pyramidevorm.

Het plano omvat een rechthoekig of vierkant grondvlak 15 11, met langs één zijrand een lipgedeelte 11a, alsmede een drietal driehoekige zijvlakken 12, 13 en 14. Het vierde zijvlak van de pyramide bestaat uit twee in wezen identieke deelvlakken 15 en 16 die samen het deksel van de verpakking vormen. De dekselgedeelten 15 en 16 zijn 20 langs de deellijn van het zijvlak, die gevormd wordt door de loodlijn vanuit de top van de pyramide, voorzien van lipgedeelten 15a en 16a. De zijwandgedeelten 12 en 14 zijn langs hun bases elk voorzien van resp. lipgedeelten 12a en 14a, terwijl het grondvlak 11 aan de van het zijvlak 25 13 afgekeerde zijde is voorzien van het lipgedeelte 11a, waarin een sleufvormige opening 17 is aangebracht die in wezen loodrecht ten opzichte van de vouwlijn 11 * verloopt. Deze sleuf kan zich eventueel uitstrekken tot aan de vrije langsrand van het lipgedeelte 11a> zodat dit in 30 feite in tweeën is gedeeld.

Eventueel kan in plaats van de lippen 12a en 14a het grondvlak 11 langs de beide vrije zijkanten voorzien zijn van lipgedeelten. Wanneer de lipgedeelten 11a, 12a en 14a naar binnen zijn gevouwen langs resp. de vouwlijnen 35 11', 12" en 14", waarbij de lipgedeelten 12a en 14a tussen het grondvlak en het lipgedeelte 11a komen te liggen 8700327 ί «f -7- en de wandgedeelten 12, 13 en 14 naar elkaar en naar het grondvlak 11 zijn gevouwen langs resp. de vouwlijnen 13’, 13” en 1.1', kan vervolgens de verpakking gesloten worden door de lipgedeelten 15a en 16a binnenwaarts te 5 vouwen langs resp. de vouwlijnen 15' en 16' en door daarna de dekselgedeelten 15 en 16 langs resp. de vouwlijnen 12' en 14' binnenwaarts te vouwen, waarbij de vrije langs-randen van de lipgedeelten 15a en 16a ingrijpen in de sleufvormige opening 17, waardoor de verpakking, zoals 10 getoond in de fign. 2b en 2c gesloten kan worden waarbij het deksel door middel van de lippen 15a en 16a is vastgeklemd in de sleufvormige opening 17 en de verpakking een stevig, gesloten geheel vormt. Zoals in fig. 2a en c is getoond, kunnen de lippen 15a en 16a elk langs de 15 vrije langsrand voorzien zijn van resp. een inkeping 18 en 19, welke tot doel hebben een artikel in de verpakking op juiste wijze te positioneren. Eventueel kan een dergelijke profilering ook of als alternatief worden aangebracht in de resp. vrije langsranden van dê lipgedeel-20 ten 12a, 14a en/of 11a. Ook kan evenals bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 aan het vergroten van de breedten van één of meer van de lippen een positionering van een artikel of zelfs een compartimentering van de verpakking worden verkregen.

25 Fig. 3a toont een plano voor een verpakking volgens de uitvinding met een kubusvorm, met een bodem 20, zijwanden 21, 22, 23 en 24 en een deksel 25. Elk van de zijwanden 21, 22, 23 en 24 is aan de beide aan de bodem 20 grenzende zijranden voorzien van twee lipgedeel-30 ten, resp. 21a, b; 22a, b; 23a, b en 24a, b. Het deksel 25 is aan alle vrije zijranden voorzien van resp. lipgedeelten 25a, b en c.

Fig. 3b toont de plano van fig. 3a nadat eerst de lipgedeelten 21a, 21b; 22a, 22b; 23a, b; en 24a, b 35 naar binnen gevouwen zijn, nadat vervolgens de zijvlakken 21, 22, 23 en 24 langs resp. de vouwlijnen 20', 20", 870 032? ψ -8- 20"' en 20"" naar binnen gevouwen zijn en nadat de lipge-deelten 25a, b en c van het deksel 25 langs resp. de vouwlijnen 25', 25" en 25"' naar binnen gevouwen zijn en tenslotte het deksel 25 langs de vouwlijn 24"' naar 5 binnen is gevouwen. Wanneer de verpakking vervolgens geheel wordt gesloten komen de lipgedeelten van de resp. aangrenzende zijwanden tegen elkaar te liggen en vallen de vrije uiteinden daarvan aan de dekselzijde in de tussenruimte tussen de lipgedeelten 25a en c; 25b en c en tussen 10 resp. de lipgedeelten 25a en b enerzijds en de zijwand 24 anderzijds, waardoor een stevige, gesloten verpakking wordt verkregen.

Eventueel kan het deksel 25 geheel los en afzonderlijk vervaardigd zijn, waarbij het in plaats van een 15 drietal een viertal lipgedeelten bezit. Het is ook mogelijk de doos volgens fig. 3 uit twee planos te vervaardigen, waarbij het ene plano de vlakken 20, 21, 24 en 25 bevat met de bijbehorende lipgedeelten en het andere plano de vlakken 20, 22 en 23 met de bijbehorende lipgedeelten.

20 De doos krijgt dan weliswaar een dubbele bodem, maar vooral indien de doos geen kubusvorm bezit maar een vorm heeft waarbij de zijwanden een aanzienlijk grotere hoogte hebben dan een dwarsafmeting van de bodem, hetgeen bij het uitstansen van één plano veel verliesmateriaal oplevert, 25 kan dit toch volledig zijn. Om de afdichting in een dergelijk geval te verbeteren kan de binnenste bodem 20 eventueel aan de vrije zijden voorzien zijn van naar binnen te vouwen lippen.

Alhoewel de in fig. 3 getoonde verpakking reeds 30 zeer goed sluit kan een extra borging worden verkregen door aan de zijwand 21 een sluitlip 26a aan te brengen die bij het sluiten van de verpakking ingrijpt in een sleuf 26b die is aangebracht op de vouwlijn 25"' tussen deksel 25 en de lip 25c.

35 Ook bij deze uitvoeringsvorm kan door een profileren en/of een geschikte keuze van de breedte van één of meer & 1 p t- - .·· * · ' ƒ * -9- van de lipgedeelten 21a, b; 22a, b; 23a, b; 24a, b, b.v. door een profilering zoals aangegeven met verwijzingscijfer 27 in de lipgedeelten 21a en 22a,een positionering en fixering van een artikel met een bepaalde vorm in de 5 verpakking worden verkregen, terwijl door een verdere verbreding van één of meer van de lipgedeelten ook een compartimering van het inwendige van de verpakking mogelijk is.

Op basis van de uitvoeringsvorm volgens fig. 3a, b 10 is naast het variëren van de hoogte van de zijvlakken ten opzichte van de dwarsafmeting van de bodem het ook mogelijk verpakkingen te vervaardigen met een drie-, vijf- of meerhoekige dwarsdoorsnede. Hiertoe volstaat het de bodem i 20 en de deksel 25 de gewenste drie-, vijf- of meerhoekige 15 vorm te geven en het aantal zijwanden aan te passen aan het aantal hoekpunten. Ook is op deze wijze verpakking met een doorsnede in de vorm van b.v. een trapezium of een parallellogram te realiseren door de bodem en het deksel een dienovereenkomstige vorm te geven, 20 Fig. 4a toont een plano voor een variant van de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 omvattende een grondvlak 30, opstaande zijwanden 31, 32, 33 en 34 en een deksel 35. De zijwand 31 bezit aan de aan de bodem grenzende zijranden lipgedeelten 31a en 31b en het deksel bezit 25 langs de vrije zijranden resp. lipgedeelten 35a, 35b en 35c.

Het verschil met de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 is dat de zijwanden 32 en 33 één geheel vormen met de zijwand 34 en niet, zoals bij fig. 3, met de bodem. Aan 30 de vrije langsranden van resp. de zijwanden 32 en 33 zijn weer resp. lipgedeelten 32a en 33a gevormd. Ook aan de aan de bodem 30 grenzende randen van de zijwanden 32 en 33 zijn resp. lipgedeelten 32b en 33b gevormd. In plaats van aan deze zijwanden kunnen de lippen 32b en 35 33b ook aangebracht zijn aan de vrije zijranden van de bodem. De wijze van samenvouwen van de doos volgens fig. 4 P ? * ·· * ψ -10- is in wezen dezelfde als bij de doos volgens fig. 3 en zal niet gedetailleerd worden toegelicht, te meer daar een en ander ook duidelijk blijkt uit fig. 4b, die de doos in gedeeltelijk samengevouwen toestand toont.

5 Bij deze uitvoeringsvorm kunnen de bodem 30 en het deksel 35 opnieuw een drie- of vijfhoekige vorm of de vorm van een trapezium of een parallellogram hebben met, indien nodig, een aangepast aantal zijvlakken.

Tevens kunnen bij deze uitvoeringsvorm één of 10 meer van de lipgedeelten 31a, 31b, 32a, 32b, 33a en 33b weer worden verbreed of geprofileerd om een artikel in de doos te kunnen positioneren.

Doordat, zoals in het bijzonder fig. 4b toont, de opstaande randen van het zijvlak 34 geen lippen bezitten 15 zijn bij deze uitvoeringsvorm zeer complexe interieurcon-structies met behulp van de lippen 31a, 31b, 32a en 33a te realiseren. Een aantal voorbeelden hiervan tonen de fign. 4c-h in bovenaanzicht. Hierdoor is de doos voor zeer vele verpakkingsdoeleinden geschikt te maken, terwijl 20 deze toch uit één plano te vervaardigen is en zonder enige lijmverbinding tot één stevig geheel is te vouwen. Wanneer echter in het bijzonder de lippen 32a en 33a zeer lang zijn, zoals b.v. bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4h, kan terwille van materiaalbesparing gebruik 25 gemaakt worden van een afzonderlijk plano voor de vlakken en lippen 32a, 32, 34, 33, 33a en een plano voor de vlakken 31, 30, 34, 35 met de bijbehorende lipgedeelten, waarbij de achterwand 34 in beide planos dubbel is.

Fig. 5c toont een plano voor weer een andere uitvoe-30 ringsvorm volgens de uitvinding, voorzien van een rechthoekige bodem 41 en daarmee verbonden een tweetal tegenover gelegen driehoekige zijwanden 42 en 43 en een tweetal rechthoekige zijwanden 44 en 45. De driehoekige zijwanden bezitten langs de vrije randen resp. lipgedeelten 42a, 35 42b een 43a, 43b, terwijl de zijwanden 44 en 45 aan de tegenover de bodem gelegen rand voorzien zijn van resp.

P "J 0 ** , “’y f 0 -11- lipgedeelten 44a en 45a.

De verschillende vouwlijnen zijn in plano gestippeld getekend en de wijze van samenvouwen van de doos zal duidelijk zijn uit fig. 4b die de doos in gedeeltelijk 5 samengevouwen toestand toont. De zijvlakken 42 en 43 vormen nu in feite de dekselgedeelten wanneer de sleuf tussen de resp. naar binnen stekende lippen daarvan de tegen elkaar rustende lipgedeelten 44a en 45a vasthoudt.

Door verlenging en/of profilering van de lipgedeelten 10 44a en 45a kan weer de gewenste positionering van een artikel of compartimering van de doos worden bereikt.

Ook bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 zijn vele varianten mogelijk, zo is een trapeziumvorm!ge verpakking te verkrijgen door de vlakken 44 en 45 een trapezium-15 vorm te geven en zijn diverse andere varianten denkbaar door de vlakken 42 en 43 de vorm van een rechthoek, een vijfhoek, een trapezium, een parallellogram of iets dergelijks te geven, waarbij het aantal lipgedeelten aan deze vlakken correspondeert met het aantal vrije zijranden 20 ervan en waarbij de zijwand 44, 45 wordt verlengd met één of meer zijwandsegmenten, corresponderend met het aantal extra toegevoegde zijranden aan de vlakken 42 en 43. Zo zal b.v. bij een parallellogramvorm één extra zijwand nodig zijn. Ook bij deze varianten blijft echter 25 het principe van de uitvinding gehandhaafd.

Tenslotte is het bij alle varianten van de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 mogelijk om de plaats waar de lipgedeelten van de zijwanden, zoals 44 en 45, tegen elkaar komen te rusten om door de lipgedeelten aan de 30 zijwanden, zoals 42 en 43, vastgeklemd te worden, te verplaatsen van een ribbe van de verpakking naar een plaats eindigend op één van de zijwanden, b.v. wand 45.

Hiertoe dient wand 45 verkort te worden, terwijl wand 44 wordt verlengd en wordt voorzien van een vouwlijn 35 die op een afstand van de vouwlijn met de bodem 41 is gelegen, die gelijk is aan de lengte van de opstaande fr ' i» ·>*.

s * / τ -12- zijde van wand 43. De lipgedeelten 42b en 43b moeten dan vanzelfsprekend voorzien zijn van een sleuf voor het opnemen van resp. de lipgedeelten 44a en 45a.

De fign. 5c en 5d tonen een en ander voor een 5 trapeziumvormige verpakking in resp. gesloten en gedeeltelijk geopende toestand. Terwille van de duidelijkheid zijn in deze figuur dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als in fig. 5af b, alhoewel de specifieke vorm van de wanden 44, 45 en de lippen 44a en 45a afwijkt, terwijl 10 in de lippen 42b en 43b resp. sleuven 46 en 47 zijn aangebracht .

Fig. 6a toont tenslotte een plano voor een variant van de verpakking volgens de uitvinding die bestaat uit twee scharnierend met elkaar verbonden dooshelften, die 15 voorzien zijn van naar binnen uitstekende lipgedeelten, welke lipgedeelten opnieuw door het deksel ten opzichte van elkaar worden gefixeerd.

De verpakking omvat een eerste doosgedeelte dat in wezen bestaat uit de zijwanden 52, 53 en 54 en een 20 tweede doosgedeelte dat in wezen bestaat uit de bodem 51 en de zijwanden 55, 56 en 57. Aan de zijwand 55 is het deksel 58 bevestigd. De zijwanden 53 en 54 bezitten langs de aan de bodem grenzende zijranden resp. lipgedeelten 53a en 54a; de zijwanden 56 en 57 aan de vrije zijranden 25 resp. lipgedeelten 56a, 56b en 57a, 57b en het deksel lipgedeelten 58a en 58b.

De diverse vouwlijnen zijn in stippellijn getoond.

Uit fig. 6b blijkt duidelijk hoe de beide dooshelften scharnierend rond de vouwlijn tussen de vlakken 51 en 30 52 tegen elkaar komen te rusten, terwijl fig. 6c toont hoe het deksel 58 de verpakking sluit en tevens de lipgedeelten 53a en 56a enerzijds en 54a en 57a anderzijds ten opzichte van elkaar fixeert. Ook bij deze uitvoeringsvorm zijn de vele varianten voor de vorm van de dooshelften 35. en een corresponderende vorm voor het deksel denkbaar, waarbij echter steeds het aan de hand van fig. 6 toegelichte 8 7 n r i V V -v ƒ r & -13- sluitingsprincipe blijft gehandhaafd. Door verlenging en/of profilering van de lippen 53a, 56a en/of 54a, 57a is weer een geschikte vormgeving van het inwendige van de doos voor een te verpakken artikel te bereiken.

5 Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding nog een groot aantal varianten naast de reeds getoonde uitvoeringsvoorbeelden van de verpakking volgens de uitvinding te bedenken is. Al deze varianten hebben echter gemeen dat een verpakking wordt verkregen 10 die geheel gesloten kan worden zonder dat daarbij enige lijmverbinding of iets dergelijks behoeft te worden aangebracht, doordat één of meer lipgedeelten aan één of meer dekselgedeelten samenwerken met lipgedeelten aan één of meer wanden van de verpakking om deze wanden in de 15 gesloten toestand van de verpakking ten opzichte van elkaar te positioneren, terwijl de lippen aan de één of meer wanden van de verpakking zodanig vorm gegeven kunnen worden dat deze geschikt zijn om een artikel met bepaalde afmetingen in de verpakking op betrouwbare wijze 20 te positioneren. Hiertoe kunnen de lippen een bepaalde lengte bezitten, langs de vrije langsrand een geschikte configuratie bezitten, of,bij lippen meteen relatief grote lengte zelfs voorzien zijn van een uitsparing in het vlak van de lip corresponderend met een op te nemen artikel.

87?rr··?

Claims (13)

1. Doosvormige verpakking uit karton of een ander stijf vouwbaar materiaal met ten minste drie wandgedeelten en ten minste één dekselgedeelte, waarbij ten minste het dekselgedeelte of de dekselgedeelten, langs ten minste 5 één zijrand ervan voorzien is of zijn van een in wezen loodrecht op het vlak van het dekselgedeelte verlopend lipgedeelte, met het kenmerk, dat het ten minste ene lipgedeelte aan het ten minste ene dekselgedeelte samenwerkt met ten minste een tweetal aan aangrenzende zijranden 10 van aan het ten minste ene dekselgedeelte grenzende wandgedeelten gevormde, naar het inwendige van de verpakking gekeerde lipgedeelten om een gesloten geheel te vormen waarbij het ten minste ene lipgedeelte van het ten minste ene dekselgedeelte en/of ten minste één van het ten minste 15 ene tweetal naar het inwendige van de verpakking gekeerde lipgedeelten in het inwendige van de verpakking een ruimte met een tevoren bepaalde afmeting bepaalt.

2. Verpakking volgens conclusie 1 in de vorm van een tetraëder met een driehoekige bodem, twee driehoekige 20 wandgedeelten en een driehoekig dekselgedeelte, waarbij het dekselgedeelte en de wandgedeelten door vouwlijnen met de bodem verbonden zijn, met het kenmerk, dat het dekselgedeelte langs de vrije zijranden voorzien is van een tweetal lipgedeelten en dat het tweetal wandgedeelten 25 aan de aangrenzende zijranden voorzien is van de naar het inwendige van de behuizing gekeerde lipgedeelten, waarbij tussen de lipgedeelten aan het deksel een uitsparing aanwezig is die de aan het dekselgedeelte grenzende uiteinden van de lipgedeelten aan de zijranden kan opnemen. 30

3. Verpakking volgens conclusie 1 in de vorm van een pyramide met een vierhoekig grondvlak en een viertal opstaande vlakken, met het kenmerk, dat één van de opstaande vlakken langs de loodlijn vanuit de top van de pyramide in tweeën gedeeld is voor het vormen van een tweetal O 7 Λ Λ % O Ίί & / y v y λ . j -15- dekselgedeelten die elk langs de deellijn voorzien zijn van een lipgedeelte en dat het aan de bodem aan de aan het dekselgedeelte grenzende zijde een lipgedeelte is gevormd dat is voorzien van een in wezen loodrecht op 5 de bodem verlopende, ter hoogte van het midden van de bodem gelegen sleuf, die de aan de bodem grenzende uiteinden van de lipgedeelten aan de dekselgedeelten kan opnemen en dat de aan de dekselgedeelten grenzende zijwanden aan de basis voorzien zijn van lipgedeelten.

4. Verpakking volgens conclusie 1 met een bodem, ten minste een drietal opstaande zijwanden en een dekselgedeelte, met het kenmerk, dat elk van de ópstaande wanden aan weerszijden langs de opstaande zijden voorzien is ,· van een lipgedeelte en dat het deksel langs ten minste 15 op één na alle bovenranden van de opstaande wanden voorzien is van een lipgedeelte, en dat tussen de lipgedeelten aan aangrenzende randen van het deksel steeds een ruimte aanwezig is die de naar het deksel gekeerde uiteinden van de aangrenzende lipgedeelten aan de opstaande zijwanden 20 kan opnemen.

5. Verpakking volgens conclusie 1 voorzien van een bodem, ten minste een drietal opstaande zijwanden en een dekselgedeelte, met het kenmerk, dat aan de opstaande randen van ten minste één zijwand door middel van vouwlijnen 25 ten minste een aangrenzende zijwand vast verbonden is en dat de vrije opstaande rand van dit zijwandgedeelte voorzien is van een lipgedeelte en dat het deksel langs ten minste op één na alle bovenranden van de opstaande wanden voorzien is van een lipgedeelte, waarbij tussen 30 de lipgedeelten aan aangrenzende randen van het deksel steeds een ruimte aanwezig is die de naar het deksel gekeerde uiteinden van de aangrenzende lipgedeelten aan de opstaande wanden kan opnemen.

6. Verpakking volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, 35 dat de bodem bestaat uit een tweede dekselgedeelte, waarbij ieder dekselgedeelte langs ten minste op één na alle f "· f - * ; V; . 7 -16- bovenranden van de opstaande wanden voorzien is van lipge-deelten.

7. Verpakking volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de tegenover gelegen lipgedeelten van de twee dekselge-5 deelten elk voorzien zijn van een sleufvormige opening die zich in wezen loodrecht op het deksel uitstrekt, welke sleufvormige openingen de lipgedeelten aan de zijwanden kunnen opnemen.

8. Verpakking volgens conclusie 1, bestaande uit 10 een eerste doosgedeelte en een tweede doosgedeelte, die bij de bodem van de verpakking langs een vouwlijn scharnierend met elkaar verbonden zijn, met het kenmerk, dat de beide doosgedeelten langs een diagonaal over twee tegenover gelegen zijvlakken van de verpakking tegen 15 elkaar sluiten, waarbij beide doosgedeelten ter plaatse van deze diagonaal voorzien zijn van de naar binnen stekende lipgedeelten.

9. Verpakking volgens ten minste één der conclusies 1, 2 en 4 t/m 8, met het kenmerk, dat één of meer aan 20 de zijwanden gevormde lipgedeelten voorzien is van een profilering of een uitsparing.

10. Verpakking volgens ten minste één der conclusies 1, 2 en 4 t/m 9, met het kenmerk, dat ten minste één van de lipgedeelten aan de zijwanden van de verpakking 25 een zodanige breedte bezitten dat deze de verpakking in ten minste twee compartimenten verdeeld.

11. Verpakking volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat ten minste één van de lipgedeelten aan een dekselge-deelte voorzien is van een profilering of een uitsparing.

12. Verpakking volgens conclusie 3 of 11, met het kenmerk, dat ten minste één van de lipgedeelten aan een dekselgedeelte een zodanige afmeting bezit dat deze het inwendige van de verpakking in ten minste twee compartimenten verdeeld.

13. Plano kennelijk bestemd voor het vervaardigen van de verpakkingen volgens ten minste één der conclusies 1 t/m 12. P "? (f? ^