NL8700051A - Vulkleppen voor blikken en dergelijke houders. - Google Patents

Vulkleppen voor blikken en dergelijke houders. Download PDF

Info

Publication number
NL8700051A
NL8700051A NL8700051A NL8700051A NL8700051A NL 8700051 A NL8700051 A NL 8700051A NL 8700051 A NL8700051 A NL 8700051A NL 8700051 A NL8700051 A NL 8700051A NL 8700051 A NL8700051 A NL 8700051A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sleeve
container
housing
filling
valve
Prior art date
Application number
NL8700051A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Figgie Int Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Figgie Int Inc filed Critical Figgie Int Inc
Publication of NL8700051A publication Critical patent/NL8700051A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67CCLEANING, FILLING WITH LIQUIDS OR SEMILIQUIDS, OR EMPTYING, OF BOTTLES, JARS, CANS, CASKS, BARRELS, OR SIMILAR CONTAINERS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; FUNNELS
    • B67C3/00Bottling liquids or semiliquids; Filling jars or cans with liquids or semiliquids using bottling or like apparatus; Filling casks or barrels with liquids or semiliquids
    • B67C3/02Bottling liquids or semiliquids; Filling jars or cans with liquids or semiliquids using bottling or like apparatus
    • B67C3/22Details
    • B67C3/26Filling-heads; Means for engaging filling-heads with bottle necks
    • B67C3/2614Filling-heads; Means for engaging filling-heads with bottle necks specially adapted for counter-pressure filling
    • B67C3/2625Filling-heads; Means for engaging filling-heads with bottle necks specially adapted for counter-pressure filling the liquid valve being opened automatically when a given counter-pressure is obtained in the container to be filled
    • B67C3/2628Filling-heads; Means for engaging filling-heads with bottle necks specially adapted for counter-pressure filling the liquid valve being opened automatically when a given counter-pressure is obtained in the container to be filled and the filling operation stopping when the liquid rises to a level at which it closes a vent opening
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67CCLEANING, FILLING WITH LIQUIDS OR SEMILIQUIDS, OR EMPTYING, OF BOTTLES, JARS, CANS, CASKS, BARRELS, OR SIMILAR CONTAINERS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; FUNNELS
    • B67C3/00Bottling liquids or semiliquids; Filling jars or cans with liquids or semiliquids using bottling or like apparatus; Filling casks or barrels with liquids or semiliquids
    • B67C3/02Bottling liquids or semiliquids; Filling jars or cans with liquids or semiliquids using bottling or like apparatus
    • B67C3/06Bottling liquids or semiliquids; Filling jars or cans with liquids or semiliquids using bottling or like apparatus using counterpressure, i.e. filling while the container is under pressure
    • B67C3/10Bottling liquids or semiliquids; Filling jars or cans with liquids or semiliquids using bottling or like apparatus using counterpressure, i.e. filling while the container is under pressure preliminary filling with inert gases, e.g. carbon dioxide
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67CCLEANING, FILLING WITH LIQUIDS OR SEMILIQUIDS, OR EMPTYING, OF BOTTLES, JARS, CANS, CASKS, BARRELS, OR SIMILAR CONTAINERS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; FUNNELS
    • B67C3/00Bottling liquids or semiliquids; Filling jars or cans with liquids or semiliquids using bottling or like apparatus; Filling casks or barrels with liquids or semiliquids
    • B67C3/30Filling of barrels or casks
    • B67C3/34Devices for engaging filling-heads with filling-apertures
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67CCLEANING, FILLING WITH LIQUIDS OR SEMILIQUIDS, OR EMPTYING, OF BOTTLES, JARS, CANS, CASKS, BARRELS, OR SIMILAR CONTAINERS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; FUNNELS
    • B67C3/00Bottling liquids or semiliquids; Filling jars or cans with liquids or semiliquids using bottling or like apparatus; Filling casks or barrels with liquids or semiliquids
    • B67C3/02Bottling liquids or semiliquids; Filling jars or cans with liquids or semiliquids using bottling or like apparatus
    • B67C3/22Details
    • B67C3/26Filling-heads; Means for engaging filling-heads with bottle necks
    • B67C2003/2657Filling-heads; Means for engaging filling-heads with bottle necks specially adapted for filling cans
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S277/00Seal for a joint or juncture
    • Y10S277/91O-ring seal

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Filling Of Jars Or Cans And Processes For Cleaning And Sealing Jars (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)

Description

' » N034234 1 «
Vul kleppen voor blikken en dergelijke houders.
De uitvinding heeft betrekking op een klepmechanisme dat toegepast wordt in een vul inrichting van het soort met tegendruk, en heeft in het bijzonder betrekking op klepmechanismen voor het vullen van blikken en overeenkomstige houders met een vloeibaar produkt zoals bier, sodawater 5 en/of andere soorten koolzuurhoudende en niet-koolzuurhoudende vloeistoffen, en welke een verticaal beweegbaar centreerorgaan bevatten dat geschikt is om samen te werken met de houder tijdens een vul cyclus teneinde deze zowel te centreren alsmede af te dichten ten opzichte van het klepmechanisme.
10 Bij een vulinrichting van het soort waarop de onderhavige uitvin ding in de eerste plaats betrekking heeft, worden de houders welke gevuld moeten worden met het vloeibare produkt zoals bier,, of een koolzuurhoudende limonadedrank, bijvoorbeeld continu in een vast horizontaal vlak gehouden bij het binnentreden in, het bewegen door en het 15 uittreden uit de vulmachine en zijn de aparte vul kleppen voorzien van verticaal beweegbare centreerhulzen die naar beneden kunnen bewogen worden op de houders nadat deze binnengetreden zijn in het vul orgaan teneinde zowel de centrering van het blik ten opzichte van de kleppen alsmede de afdichting van de bus ten opzichte van de kleppen te verze-20 keren. Een vul klep van dit algenene soort is beschreven in US-A-3.807.463, 30 april 1974, op naam van Holstein and Kappert.
Zoals beschreven in het hiervoor genoemde octrooi schrift, kan de centreerhuls bewegen onder invloed van een schuifmechanisme of een ander geschikt middel tussen een opgetilde stand boven het vlak van de 25 binnentredende houders zodanig dat deze laatste vrijelijk in het vul-orgaan kunnen treden, en een neergelaten stand of werkstand waarin een veerkrachtige afdicntring of pakking die zich bevindt in het onderste uiteinde van de huls afdichtend samenwerkt met de rand of mond van de houder. De huls blijft afgedicht samenwerken met het blik of de andere 30 houder wanneer dit/deze laatste allereerst onder tegendruk wordt gezet en dan tot een vooraf bepaald niveau gevuld wordt met het vloeibare produkt. Wanneer het vullen gereed is, wordt de huls omhoog bewogen vanaf het blik of de andere houder door middel van zijn bijbehorende schuiforgaan of ander bedieningsmechanisme zodat het gevulde blik uit 35 het vulmechanisme kan bewegen. Bij dit klepontwerp blijft het blik in een vast horizontaal vlak bij het bewegen in, door en uit het vul orgaan naar de inrichting voor het overbrengen en voor het aanbréngen van een naad, waarbij zodoende een zo groot mogelijke stabiliteit van het blik 87 0 0 0 5 1 1-1% * 2 en zo gering mogelijke beroering van het produkt verzekerd wordt tijdens de vul behandeling. Bovendien zijn er door het bewegen van de huls in verticale richting in plaats van de blikken zelf zoals in een conventionele vul inrichting, geen optil cilinders nodig. Daardoor bezit de 5 vul inrichting in zijn algemeenheid een eenvoudiger constructie, en is gemakkelijker te onderhouden.
De voordelen van dit algemene klepsoort zijn bekend in de industrie, doch er blijven een aantal beperkingen of nadelen over waardoor dergelijke kleppen niet nog verder kunnen worden toegepast. Deze klep-10 pen zijn bijvoorbeeld nog wat gecompliceerd met betrekking tot de constructie en het ontwerp, in het bijzonder met betrekking tot het mechanisme voor het regelen van de verticale beweging van het huisorgaan. Daardoor wordt de betrouwbaarheid en de doeltreffendheid van dit soort klep nadelig beïnvloed. Bovendien zijn de vervaardigingskosten van de 15 klep verhoudingsgewijze hoog, en ook de onderhoudskosten.
Bovendien moet bij deze kleppen, waarbij het afdichten van de bus ten opzichte van de klep uitgevoerd wordt door de samenwerking van een veerkrachtige pakking die zich bevindt in het onderste uiteinde van de huls met de rand of de mond van het blik, een voldoend grote druk of 20 kracht uitgeoefend worden op en tussen het blik en de huls teneinde de afdichtende samenwerking van de pakking te verzekeren. Deze kracht is bijvoorbeeld afkomstig van een geschikte drukveer die behoort bij de beweegbare huls, of van een kniehefboomkoppeling van het doors!agtype dat, wanneer het geactiveerd wordt, de huls afdichtend doet samenwerken 25 met het blik en dit op zijn plaats houdt tijdens de vulcyclus.
In elk geval zijn de op het blik uitgeoefende krachten aanzienlijk en bij het vullen van bepaalde blikken, in het bijzonder met een diep-getrokken constructie en bestaande uit lichtgewicht, gemakkelijk vervormbaar materiaal zoals aluminium, kunnen deze drukken of krachten tot 30 het verkreukelen of vervormen van het blik leiden. Het is duidelijk dat in zo een geval het blik niet juist gevuld zal worden en weggeworpen of verwijderd moet worden uit de vul machine. Met het toenemende gebruik in de industrie van aluminiumblikken met wanddikten die steeds kleiner worden, bestaat er een duidelijke behoefte aan een klep welke afdich-35 tend met een minumum kracht of druk uitgeoefend tegen de zijwanden van het blik, kan samenwerken met het blik.
Een verdere zorg bij het gebruik van deze lichtgewicht aluminiumblikken in de tegenwoordige vullijnen van brouwerijen en Timonadefa-brieken heeft betrekking op de hoge kwetsbaarheid van deze blikken met 40 betrekking tot indeuken of verkreukelen tijdens de behandeling in de 870 0 0 5 1 ί « 3 \ vullijn. De randen of bovenste uiteinden van deze blikken zijn bijzonder kwetsbaar voor onrond worden en/of voor het oplopen van indeukingen of vervormingen tijdens het verwijderen uit de opslag en het plaatsen in de stroom blikken in de vullijnen, δ Aangezien de mond van het blik noodzakelijkerwijze overeen moet stemmen met de pakking in de centreerhuls teneinde een afdichting ten opzichte van de klep te vormen, wordt het bijna onmogelijk of zeer moeilijk om het blik juist af te dichten ten opzichte van de hulpklep indien de mond van het blik geknikt of gedeukt is. Het is onvermijde-10 lijk dat in deze gevallen in het blik geen vloeistof kan worden opgenomen of dat het blik minder dan de gewenste hoeveelheid vloeistof ontvangt, hetgeen leidt tot de noodzaak om het blik en het produkt weg te werpen. Daardoor wordt het vul rendement nadelig beïnvloed en de totale bedrijfskosten nemen dientengevolge toe.
15 Volgens een eerste aspect heeft deze uitvinding betrekking op het verschaffen van een vul klep die in het bijzonder geschikt is om toegepast te worden bij lichtgewicht, gemakkelijk vervormbare houders of blikken en die een nieuwe en verbeterde uitvoering bevat van een centreer- en afdichtmiddel datgeschikt is om samen te werken met de 20 houders in verband met een afdichtende werking, waarbij een zo klein mogelijke kracht of druk uitgeoefend wordt op de houder.
Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een vul klep verschaft die gebruikt wordt bij gemakkelijk vervormbare lichtgewichtblik-ken en dergelijke houders en die een nieuw centreer- en afdichtmiddel 25 bezit dat bestemd is om samen te werken met de blikken in verband met een afdichtende werking axiaal binnen de rand of de mond daarvan waardoor het mogelijk is om een direkte afdichting en een nauwkeurige vulling te verschaffen van blikken met een afwijkende cirkelvorm en/of of blikken met onregelmatigheden (indeukingen, knikken en dergelijke), in 30 de rand- of de mondgedeelten daarvan.
Volgens aanvul lend aspect van de uitvinding wordt een vul inrichting voor blikken en dergelijke verschaft met een verbeterd en vereenvoudigd afdichtmiddel dat bestemd is om afdichtend samen te werken met lichtgewicht aluminiumblikken zodanig dat blikken met kleine onregelma-35 tigheden met betrekking tot hun cirkelvorm opnieuw gevormd worden en teruggebracht worden in een toestand met een zuivere cirkelvorm.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt er een vul inrichting voor blikken en dergelijke verschaft met afdichtmiddelen welke een verbeterd doeltreffendheid bezitten terwijl zij een vereenvoudigde en 40 goedkope constructie bezitten.
870 0 05 1 f »'
V
4
Volgens een aanvullend aspect van de uitvinding wordt een vul inrichting verschaft van het soort met een beweegbare huls die bestemd is om samen te werken met blikken of andere dergelijke houders teneinde een centrerende en afdichtende werking uit te voeren, met middelen 5 voor het positief beperken van de beweging van de huls ten opzichte van het blik of een andere houder, waardoor een overmatig grote belasting van de zijwand van het blik tijdens de vulcyclus wordt verhinderd.
Volgens weer een ander aspect van de uitvinding wordt een vulklep-inrichting voor blikken en dergelijke verschaft met een geheel met de 10 inrichting vormende middelen voor het uitoefenen van een positieve kracht teneinde het blik ten opzichte van de inrichting aan te drukken bij het besluiten van de vulcyclus waardoor de neiging van het blik om in de vul inrichting te blijven hangen wanneer het vullen gereed is wordt verminderd.
15 Volgens verdere aspecten van de uitvinding worden er verbeterde en vereenvoudigde middelen verschaft voor het uitvoeren van het vullen van de lichtgewichtblikken, teneinde verbeterde vul rendementen te verschaffen bij het soort vul inrichtingen met een tegendruk, en teneinde een direkt regelbare en instelbare vul inrichting te verschaffen waarmee 20 snel en nauwkeurig een breed spectrum van houders van verschillende materialen, wanddikten en hoogten, inclusief dunwandige aluminiumhouders, gevuld kan worden.
Deze en andere aspecten en voordelen van de onderhavige uitvinding worden bereikt door een vulklepmechanisme dat in het bijzonder geschikt 25 is voor het vullen van blikken en dergelijke houders met koolzuurhoudende vloeistoffen, bijvoorbeeld bier en limonades, dat de combinatie bevat van een vast binnenste kleplichaam met een cilindrische constructie van een centreerhuls die verschuifbaar gemonteerd is op het kleplichaam. In het onderste uiteinde van de huls is een afdichtring gemon-30 teerd in de vorm van een 0-ring die zo geplaatst is dat hij wrijvend samenwerkt met de binnenste omtrek van het blik onder de rand of de mond daarvan wanneer de huls naar een onderste verschoven stand op het kleplichaam is bewogen, en afstroopmiddelen met een veerkrachtig aan-drukbare gegolfde veer welke meegevend kan samenwerken met het inwendi-35 ge van het blik waardoor de houder krachtig vastgehouden wordt tegen de beweging met de huls wanneer de vulcyclus is voltooid.
De steunconstructie voor de huls bevat een paar vaste pennen die gedragen worden door het kleplichaam die zich uitstrekken door een verlenging van de huls, een veer die normaal gesproken de huls aandrukt 40 naar een onderste verschoven stand op de klep, en een plaat waarmee het 1700051 · t i l 5 onderste uiteinde van de pennen verbonden is en die een vaste stop of aanslag vormt waardoor de naar beneden gerichte schuifbeweging van de huls op de klep beperkt wordt. Bij de huls hoort ook een nokrol welke geschikt is om samen te werken met een vaste nok in de vul inrichting 5 teneinde de verticale beweging van de huls op het klep!ichaam te regelen.
De rol en de nok werken samen op het punt in de vul cyclus waar de bussen in de vul inrichting treden teneinde de huls op de klep voldoende op te tillen zodanig dat de blikken daarin vrijelijk naar binnen kunnen 10 bewegen naar een stand onder en op een lijn met de aparte vul kleppen.
De nokvorm is zodanig dat de huls vervolgens naar beneden kan bewegen onder zijn eigen gewicht en de aandrukking van de veer, waarbij de rol tenslotte van de nokbaan afloopt en de huls uiteinde!ijk naar een ruststand beweegt tegen de vaste aanslag of het stoporgaan.
15 Tijdens deze neerwaartse beweging van de huls, wordt de golfring zodanig bewogen dat hij in aanraking komt met, en een lichte druk of kracht uitoefent in axiale richting op, de zijwand van de houder, in wezen tegelijkertijd met het wrijvend in aanraking komen van de 0-ring met het inwendige van het blik teneinde daarmee het blik af te dichten 20 ten opzichte van het klepmechanisme. De huls blijft in een onderste verschoven stand op de klep waarbij de Q-ring afdichtend samenwerkt met het blik wanneer de verschillende fasen van de vul cyclus plaatsvinden.
Wanneer het vullen gereed is, komt de nokrol weer in samenwerking met de vaste nok teneinde de huls naar boven te dringen tegen de aandruk-25 king in van de bedieningsveer, en zodanig dat de 0-ring uit het blik verwijderd wordt waardoor het blik vrij gegeven wordt teneinde uit de vul inrichting afgevoerd te worden. De huls wordt dan in de bovenste verschoven stand gehouden door de rol en de nokbaan voor het beginnen van een volgende vul cyclus voor een binnenkomende lege houder.
30 Met het verbeterde klepmiddel volgens de uitvinding wordt de afdichtende werking van de huls verschaft over de binnenwand van de houder in plaats van langs de rand of een mond daarvan, en tengevolge daarvan wordt de enige neerwaartse kracht van de huls ten opzichte van de nok uitgeoefend door de golfring. Aangezien deze kracht op het blik 35 slechts aangebracht wordt met het doel om het scheiden van de huls van het blik te vergemakkelijken bij het beëindigen van de vul cyclus, behoeft slechts een nogal lage kracht te worden uitgeoefend op het blik teneinde de gewenste scheiding van blik en huls te verzekeren. Tengevolge van de verbeterde afdichtuitvoering, kunnen de kleppen volgens de 40 uitvinding gebruikt worden om het vullen van houders met een construe- §70 0 0 3 1 * * 6 \ tie met een zeer laag gewicht uit te voeren, met weinig of een verminderd risico dat het blik samengedrukt wordt, verkreukeld wordt of andere schade oploopt tijdens de verschillende fasen van de vul cyclus. Verder bestaat bij de verbeterde kleppen volgens de uitvinding, 5 doordat de afdichtmiddelen in de vorm van een 0-ring in de houder treden en wrijvend samenwerken over de binnenwand daarvan, de neiging om de wand opnieuw te vormen· teneinde deze vorm in overeenstemming te brengen met de omtrek van 0-ring zoals deze aangebracht is op het versmalde uiteinde van de centreerhul s. Blikken die de vul inrichting bin-10 nentreden in een beschadigde of vervormde toestand kunnen, als gevolg van deze werking van het opnieuw vormen door de 0-ring, teruggebracht worden in de werkelijke cilindrische vorm teneinde een normale behandeling en een nauwkeurig vullen daarvan in de vul inrichting te verzekeren. Aangezien verder ook de afdichting inwendig in het blik aange-15 bracht wordt kan een effectieve afdichting worden verkregen bij blikken met deuken of andere onregelmatigheden in de rand of het mondgebied daarvan en derhalve kunnen dergelijke blikken verwerkt worden in de vul inrichting zodat een snelle en nauwkeurige vul werking kan worden verkregen.
20 Een bijzonder eigenschap van de uitvinding is dat in de klepin- richting een vaste stop of aanslag wordt verschaft welke ertoe dient om de neerwaartse beweging van de huls ten opzichte van de eigenlijke klep te beperken. Normaal gesproken zal de stop zodanig geplaatst zijn dat de 0-ring betrouwbaar zal komen aan te liggen binnen in de houder welke 25 met vloeistof moet worden gevuld, en de golfring zal samenwerken met de lip van de houder en een mate van samendrukken ondergaan voordat de huls tegen de stop aankomt.
Volgens een verder aspect van de uitvinding bepaalt de huls met de eigenlijke klep een inwendige drukkamer met een diameter gelijk aan of 30 iets kleiner dan de inwendige diameter van de blikken waarop de kleppen moeten worden toegepast. De kamer kan in verbinding gebracht worden met het inwendige van het blik wanneer het laatste afdichtend samenwerkt met de klep zodanig dat wanneer het blik onder druk gezet wordt in de aanvankelijke fase van de vul cyclus, de krachten die trachten om de 35 huls naar boven te bewegen van het blik af bijna opgeheven worden door de tegengestelde kracht die opgebouwd wordt in de drukkamer, en welke tracht om de huls tegen het blik te houden. De vereffening van deze krachten tengevolge van het onder druk zetten van het blik leidt ertoe dat de huls in wezen slechts door de aandrukkracht van de hulsbedie-40 ningsveer op het blik gehouden wordt en, aangezien deze kracht opgeno- 870 0 05 1 fr 4 7 men wordt door de samendrukking van de afstroopmiddelen, staat het blik tijdens het vullen onder een zo klein mogelijke druk.
Bij de klep volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van verhoudingsgewijze eenvoudige, betrouwbare middelen voor het uitvoeren van 5 het afdichten van het blik ten opzichte van de centreerhuls en voor het uitvoeren van het afstropen van de gevulde blikken van de huls tijdens de laatste fasen van de vulcyclus, en zodoende kunnen de klepkosten met betrekking tot de vervaardiging en het onderhoud op een minimum worden gehouden. De verbeterde klep volgens de uitvinding maakt het mogelijk 10 om het vullen van de houders nauwkeurig en op hoge snelheid uit te voeren, inclusief de blikken bestaande uit lichtgewicht plaatmateriaal van aluminiifin of andere gemakkelijk vervormbare materialen. Andere kenmerken, doelen en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende beschrijving van een voorkeursuitvoering van de uitvinding, 15 onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
Voor een volledig begrip van de doelen, technieken en constructie volgens de uitvinding wordt verwezen naar de volgende gedetailleerde beschrijving en bijgevoegde tekeningen, waarin een dwarsdoorsnede-aanzicht getoond is van de vul klep volgens de uitvinding, 20 Onder verwijzing naar de tekening, bevat een gedeelte van een met tegendruk werkende vul inrichting voor het vullen van blikken 2 of dergelijke houders met een drank zoals bier, een afgedichte bak of afgedicht vat 4 met een ringvormige constructie bevattende de drank en een daarop geplaatst lichaam met samengeperst gas, bijvoorbeeld CO2. Het 25 vat 4 wordt omgeven door een tweede afgedichte kamer 6 met een ringvormige constructie en is met geschikte middelen verbonden aan een vacuümbron, die niet afgebeeld is.
Naar beneden hangend vanaf de bodemwand 8 van het vat 4 is een reeks identieke vul kleppen 10 gemonteerd, waarvan slechts een afgebeeld 30 is, die onderling dezelfde afstanden bezitten rond de omtrek van de bak zoals goed bekend is aan de vakman. De vul inrichting bevat verder een reeks aparte steunen of platforms 12 voor de blikken of andere houders en welke onder en verticaal op een lijn met de bijhorende vul kleppen aangebracht zijn in de vul inrichting. De steunen of platforms 12 en de 35 bijbehorende steunconstructie vormen met de bak of het vat 4 een uit een geheel bestaand samenstel of een constructie welke verdraaibaar is rond een verticale hartlijn teneinde de blikken of dergelijke houders door de vul cyclus te bewegen, vanaf een toevoerstation (niet afgebeeld) naar een tweede of afvoerstation (ook niet afgebeeld). Volgens de uit-40 vinding bezitten de vulkleppen een zodanig ontwerp dat de blikken in 8700051 Λ * \ .. 8 een vast horizontaal vlak kunnen blijven tijdens de beweging door de vul inrichting vanaf het eerste naar het tweede overdrachtsstation. Elk van de kleppen bevat een vast huis 14 dat direkt tegenover en verticaal op een lijn bevestigd is ten opzichte van een vloeistofuitlaatopening 5 16 in de bodemwand van de vul bak of het vat door middel van schroeven, bouten of dergelijke welke zich uitstrekken in de wand door een flens 18 op het bovenste uiteinde van het huis. Op het huis is een axiaal beweegbare centreerhuls 20 geplaatst met een lichaamsgedeelte 22 met een ringvormige constructie en een verschoven zij gedeelte 24 met een over 10 het algemeen rechtlijnige vorm. De huls is ten opzichte van het huis afgedicht door een pakkingsring 26 die zich bevindt in een zich in om-treksrichting uitstrekkende groef 28 in het inwendige van het lichaamsgedeelte 22 van de huls. Een andere dergelijke groef, aangeduid bij 30, in het lichaamsgedeelte van de huls bevat een bus 32 van kunststof, 15 bijvoorbeeld, welke ertoe dient om de slijtage op te nemen tussen de schuifoppervlakken van de huls en het huis.
De huls wordt schuivend geleid op het huis door middel van middelen met een paar verticale geleidingspennen 34 die bevestigd zijn aan de genoemde eindflens 18 van het huis en die zich uitstrekken door 20 overeenkomstige, tegenoverliggende verticale openingen 36 aangebracht in het rechtlijnige gedeelte 24 van de huls. De pennen zijn bij hun onderste uiteinden verbonden door een plaat 38 die een stop of een aanslag vormt welke de neerwaartse schuifbeweging van de huls op het huis beperkt. Het gedeelte 24 is verder voorzien van een zich verticaal uit-25 strekkende uitsparing of opening 40 die halfweg tussen de openingen 36 geplaatst is voor het opnemen van een drukveer 42 welke tussen de flens 18 van het huis en de huls werkt teneinde de laatste naar een normale onderste verschoven stand op het huis aan te drukken.
De huls bezit een bedieningsrol 44 die daarbij behoort en welke 30 samenwerkt met een vaste nok 46 die op een vooraf ingestelde stand gemonteerd is op de omtrek van het vul orgaan teneinde de verschoven stand te regelen van de huls ten opzichte van het huis. De rol 44 is gelagerd op een vaste as 49 die horizontaal gemonteerd is in een verlenging halfweg tussen de geleidingspenopeningen 36. Zoals hierna meer volledig 35 zal worden toegelicht, zijn de rol en de nok bestemd om samen te werken tegen het gewicht van het hulssamenstel in combinatie met de aandruk-kracht van de veer teneinde de huls op regelbare wijze te bewegen tussen opgetilde en neergelaten standen op het huis wanneer de vul kop en de steuntafel voor de houder tezamen verdraaid worden rond hun hartlijn 40 teneinde de achtereenvolgende houders door hun respectievelijke vul- 870 0 05 1 * * 9 cycli te bewegen. Het onderste uiteinde van de huls is trapvormig radiaal naar binnen uitgevoerd zoals aangeduid bij 48, en bevat een cilindrisch orgaan of een ring 50 welke met de vernauwing een zich in omtreksrichting uitstrekkende uitsparing of ringvormige ruimte 52 in 5 het inwendge van de ring bepaalt. In de uitsparing is een van een flens voorzien ringvormig orgaan 54 gemonteerd dat op de axiale vernauwing 48 is gemonteerd met zijn van een flens voorziene uiteinde 56, zodanig dat hij aanligt tegen een zich in radiale richting uitstrekkende schouder 58 die uitwendige op de huls 22 is aangebracht. Het orgaan 54 is voor-10 zien een zich in omtreksinrichting uitstrekkende groef 60 welke een zitting vormt voor 0-ring 62 van rubber of een ander veerkrachtig elastisch materiaal, bestemd om wrijvend samen te werken met het inwendige wandoppervlak van een houder zoals een blik wanneer hij zodanig samenwerkt met de klepinrichting dat het vullen uitgevoerd kan worden, ten-15 einde een gasdichte afdichting te vormen tussen het blik en de klep.
De uitsparing bevat verder een samenstel met een golfveer en een ring, bevattende een bovenste golfveer 64 die naar boven aanligt tegen het van een flens voorziene gedeelte 56 van een ringorgaan, een tussen-gelegen vasthoudring 66 die samenwerkt met de golfveer aan een vlak 20 daarvan, en een onderste golfveer 68 die gemonteerd is in de uitsparing onder en in aanraking met de afstroopring 70. De ringverlenging 50 is voorzien van eerste en tweede inwendige aanslagen 72 en 74 welke zittingen bepalen voor de veer en de ring 64 en 70 resp. waardoor de laatste op zijn plaats gehouden wordt in de uitsparing met de ring 50 2b samengesteld met de huls 22. In de voorkeursuitvoering van de uitvinding zijn de ring en huls voorzien van bijpassende pennen en groeven ter vorming van een verbinding daartussen, in de samengestelde stand van de ring, waarbij de golfveer losjes vastgehouden wordt tussen de veer en de ringen 64 en 70. De afstroopring 70 is zodanig geplaatst dat 30 hij samenwerkt met de bovenrand of het mondgedeelte van een blik. teneinde een axiale kracht uit te oefenen op de zijwand van het blik die tracht om het blik af te bewegen van de eigenlijke klep. Deze axiale kracht, samen met het gewicht van het blik en zijn vloeistofinhoud, trachten om het blik vast te houden wanneer de huls naar boven toe op-35 getild wordt op het huis bij het beëindigen van de vul handeling, waardoor het scheiden van klep of huls van de blikken vergemakkelijkt wordt en de neiging van het blik on aan de 0-ring 62 te hechten wanneer de laatste met de huls opgetild wordt, te overwinnen. Het is duidelijk dat de door het samenstel met golfveer en ring op het blik uitgeoefende 40 kracht en derhalve het relatieve gemak waarmee het blik afgestroopt kan -- — - —I— 8700051 -. c 10 worden van de huls van een aantal factoren af zal hangen zoals bijvoorbeeld de relatieve stijfheid (of ontbreken daarvan) van de golfveren 64, 68, de mate van samendrukken van de veren wanneer de huls een zo groot mogelijke uitzetting op het huis bereikt na het samenwerken met 5 het blik tijdens een vul cyclus, de massa van de huls en de aandruk-kracht van de bedieningsveer en dergelijke. Door deze verschillende factoren op de juiste wijze op elkaar af te stemmen, kan de kracht op het blik welke tracht om deze laatste op zijn steunplatform 12 te houden naar behoefte geregeld worden teneinde het gewenste afstropen van 10 de huls vanaf het blik te verschaffen wanneer het vullen voltooid is.
Het bovenste uiteinde van het huis 14 bevat een deksel 76 met een bovenste uitwendige flens 78 welke in een geschikte tegenboring 80 rust in de flens 18 van het huis teneinde het deksel axiaal vast te zetten. Een pakkingsring 82 is vastgezet in een groef in de buitenste omtrek 15 van het deksel teneinde het laatste af te dichten ten opzichte van het huis. Het onderste uiteinde van het huis bevat een kern 84 voorzien van een paar gebogen sleuven of openingen 86 welke een kanaal of een doorgang bepalen voorde vloei stof stroming door de klep. Een vloeistofdek-sel 88 met een ringvormige constructie is bevestigd aan het onderste 20 uiteinde van de kern door een aantal kol omschroeven 90. Het deksel 88 is voorzien van een paar sleuven 92 met een vorm die overeenkomt met die van de sleuven 86 in de kern 84 en verder in hun lengterichting naar buiten gebogen zodanig dat vloeistof die door de klep stroom naar buiten gedrongen wordt naar de zijden van het blik bij het verlaten van 25 de sleuf 92. De kern en het deksel bezitten overeenkomstige gedeelten die weggesneden zijn zoals aangegeven bij 94, waarvan het doel hierna zal worden toegelicht.
De nieuwe vul klep volgens de uitvinding bevat verder een buisvormige veerkooi 96 die verticaal gemonteerd is in de vloeistofbak, axiaal 30 op een lijn met het huis en de kap, welke laatste naar boven voortgezet is in de kooi zoals afgebeeld, teneinde de kooi op een lijn te houden met de kap. De kooi 96 wordt op zijn plaats gehouden door middel van een flens 98 die aangebracht op het onderste uiteinde van de kooi en tegen het uitwendige oppervlak rust van de bodemwand 8 van het vat, 35 waarbij er een geschikt uitsparing bestaat in het vlak van de flens 78 van de kap voor het opnemen van de kooi. Ook is er een pakking opgenomen in de uitsparing teneinde de kooi en de kap af te dichten ten opzichte van de wand 8.
De kooi strekt zich uit boven het vloeistofniveau in de bak en is 40 voorzien van een of meer vergrote zijopeningen 100 zodanig dat de 87 0 0 0 5 1 11 .
7 « vloeistof vrij de kooi kan binnentreden uit de bak. Axiaal gemonteerd in de kooi is een langwerpige gasleiding of buis 102 die bij zijn onderste uiteinde eindigt in een zich in axiale richting uitstrekkende boring in de hiervoor genoemde kern 84 van het huis. Op het bovenste 5 uiteinde van de kooi is verschuifbaar een van een centraal gat voorzien afsluit- of kaporgaan 104 aangebracht, dat coaxiaal op de buis past en dat geschikt is om samen te werken met, of te rusten tegen, een samenstel 106 met O-ringvormige kraag, bevestigd aan de buis op een plaats boven het kaporgaan. Een schroeflijnvormige drukveer 108 die zich be-10 vindt in de kooi werkt tussen de kap 104 en een schouder 112 gevormd in de kooi teneinde meegevend een tegenstelde invloed uit te oefenen op de gasbuis in verband met de neerwaartse schuifbeweging in de kooi.
De gasleiding of buis is voorzien van een onderste verlenging in de vorm van een afvoerbuis 114 die coaxiaal gemonteerd is in de buis 15 door middel van een steun of een arm 116 die als een een geheel vormend onderdeel uitgevoerd is van de hiervoor genoemde afdichtring 54. De steun bezit een gespleten binnenste eindzitting in een groef in een vergroting op het onderste uiteinde van de buis. De steun 116 is met betrekking tot de afdichtring 54 over het algemeen verticaal op een 20 lijn gemonteerd met de weggesneden gedeelten 94 van de kern en het vloeistofdeksel, zodanig dat de steun verticaal kan bewegen met de huls zonder gehinderd te worden door de kern of het deksel. Het zal duidelijk zijn dat de afvoerbuis zelf net zo vrijelijk verticaal kan bewegen met betrekking tot de gastoevoer wanneer de huls omhoog en/of omlaag 25 bewogen wordt op het huis.
Het hiervoor genoemde vloei stofkanaal of de doorgang 86 in de kern 84 kan door middel van een vloei stofklep geregeld warden in verband met het openen en sluiten, welke klep bevestigd is aan de gasbuis boven de doorgang. De klep bezit een reeks vleugel vormige uitsteeksels 118 die 30 de klep kunnen geleiden bij zijn verticale schuifbeweging in het huis met de gasbuis, en bevat een onderste schijfvormig element 120 van rubber of een ander elastisch of veerkrachtig vervormbaar materiaal met een konisch verlopend onderste vlak of wandoppervlak. Het oppervlak van het nuis dat de inlaat naar de doorgang omgeeft is bij voorkeur voor-35 zien van een complementaire tapsvormige of van een contour voorzien klepzitting voor het oppervlak van het element 120.
Het bovenste uiteinde van de gasbuis dat zoals hiervoor aangegeven uitsteekt boven het vloeistofniveau in het vat bezit een buisvormig klepelement 110 dat gesloten is bij zijn bovenste uiteinde door een ge-40 schikte veerkrachtige prop of een pakking die zich op de gebruikelijke 870 0 05 f 12 wijze bevindt in een kleplaadkap. Het kleplichaam is tussen zijn uiteinden voorzien van een zich in omtreksrichting uitstrekkende schouder met een zitting voor een schroeflijnvormige drukveer 122, bij zijn onderste uiteinde bevestigd aan de buis door O-ringmiddelen die geplaatst 5 zijn in een groef of een uitsparing in de buis. Het bovenste uiteinde van de buis is voorzien van een dwarsopening 124 teneinde de gasruimte in het vat in verbinding te brengen met het inwendige van de gasbuis of leiding wanneer de buis zich in zijn normale opgetilde verschoven stand op de gasbuis bevindt. De klepkap kan verticaal bewegen met betrekking 10 tot de gasbuis teneinde de gasstroming daardoor heen te regelen door middel van een door een nok bediende bedieningsinrichting, niet afge-beeld, die uitwendig op de vul bak gemonteerd is, di rekt tegenover de klepkap en voorzien van een arm of een vork, ook niet afgebeeld, die zich uitstrekt naar binnen in de bak teneinde samen te werken met de 15 kap tussen zijn uiteinden, hetgeen allemaal goed bekend is.
De klep volgens de uitvinding bevat verder een gecombineerd samenstel met een snuifblok en een vacuümklep dat in zijn geheel in de tekening aangeduid is met 126. Het samenstel bezit in zijn algemeenheid een rechthoekig blok of lichaamsgedeelte dat ondersteund wordt in een 20 van een uitsparing voorzien wandgedeelte van de vloeistofbak door middel van een flens 18 van het klephuis. Het blok bevat een bovenste klepkamer of uitsparing 128 waarin een bus opgenomen is die vastgezet is in het.blok door een expansieklem of een ander conventioneel bevestigingsmiddel. Een klepsteel 132 is verschuifbaar opgenomen in de bus 25 en bevat een O-ringpakking die een schouder vormt welke de naar buiten gerichte schuifbeweging van de steel in de uitsparing en/of de bus beperkt. De steel wordt normaal gesproken aangedrukt naar een buitenste verschoven stand in de kamer waarbij 0-ring afgedicht is ten opzichte van, en aanligt tegen, het blik door een drukveer 134 die aangebracht 30 is in het binnenste uiteinde van de kamer. Het blok is voorzien van een verticale boring of een doorgang 136 die in verbinding staat met de kamer 6 door middel van een dwarsopening in de bus 130, en met de hier-voorgenoemde vacuümkamer door middel van een opening 138 in de vacuümkamer 6. Het binnenste uiteinde van de kamer 128 staat, door 35 middel van een verticale doorgang 140 in het blok, in verbinding met een zich in horizontale richting uitstrekkende doorgang 142 aangebracht in het buitenste van een flens voorziene gedeelte van het huis en afge-dicht ten opzichte van de atmosfeer door een geschikte pakking of een prop die in het buitenste uiteinde geplaatst·is van de doorgang. Het 40 huis 14 bevat een verdere doorgang 144 die verticaal geplaatst is in de 8700051 » - 13 lengte van het huis en naar een ringvormige drukkamer 146 leidt die inwendig ten opzichte van de klep gevormd is door en tussen de huls en het huis, waarbij het onderste uiteinde van het huis een radiale naar binnen toe trapvormige constructie bezit en het bijbehorende onderste δ uiteinde-gedeelte van de huls een zich naar binnen toe uitstrekkend wandgedeelte bezit met een over het algemeen complementaire vorm ten opzichte van het huis. Een speling is aanwezig tussen de huls en de drukkamer 146 van het huis zo dat indien een blik of een andere houder gecentreerd en afgedicht is ten opzichte van de huls het inwendige van 10 het blik in verbinding staat met de kamer 128 via de drukkamer 146 en de onderlinge verbindingsdoorgangen 140, 142, 144. De klepsteel 132 is weggenomen voor de 0-ringpakking zodanig dat indien de steel ingedrukt is in de uitsparing 128, de vacuümkamer 6 in verbinding zal staan met het inwendige van de uitsparing 128 waardoor daarop een verbinding ver-15 kregen wordt tussen het blik en de vacuümkamer 6 door middel van de op een lijn liggende openingen 136 en 138 in de blok- en vacuümkamer-ring 6 respectievelijk.
De klepsteel 132 kan op een vooraf bepaald punt in de vul cyclus ingedrukt worden waardoor een ten opzichte van de klep gecentreerd en 20 afgedicht blik onder vacuüm gebracht kan worden door middel van een geschikte vaste nok (niet afgebeeld), die langs de omtrek van de vulbak gemonteerd is, kort na het openen van het buisvormige klepelement 110.
Het blok is voorzien van een verdere klepkamer of uitsparing 148 die direkt onder de klepkamer 128 geplaatst is, en waarin ook een bus 25 gemonteerd is die op zijn plaats gehouden wordt door een vasthoudring of een ander conventioneel bevestigingsmiddel. Een klepsteel 150 is verschuifbaar gemonteerd in de bus en bezit een uitwendig gegroefd inwendig eindgedeelte waarin een 0-ring opgenomen is die kan samenwerken met het binnenste uiteinde van de bus teneinde de schuifbeweging naar 30 buiten toe in de uitsparing van de steel te beperken. De steel wordt normaal gesproken aangedrukt naar een buitenste verschoven stand in de kamer waarbij de 0-ring afdichtend samenwerkt met het binnenste uiteinde van de bus door middel van een drukveer 152 die zich bevindt tussen en aanligt tegen het binnenste of blinde uiteinde van de uitsparing en 35 het binnenste uiteinde van de steel. Het buitenste eindegedeelte van de klepsteel 150 is voorzien van een zich in langsrichting uitstrekkend plat stuk zodanig dat indien de steel ingedrukt is in de uitsparing het binnenste uiteinde van de uitsparing een vrije en open verbinding bezit met de atmosfeer. Een verticale doorgang 140 in het blok leidt van het 40 binnenste uiteinde van de kamer 148 naar de hiervoorgenoemde horizonta- 87 9 0 0 5 1 •<r 14 le doorgang 142 in de flens 18 van het huis zodanig dat wanneer de steel 150 is ingedrukt, de verbinding tussen de atmosfeer en het inwendige van een blik dat door de klep gevuld wordt, zal worden verkregen. Zoals bij de steel 132, is een vaste nok (niet afgebeeld) gemonteerd 5 langs de omtrek van de vul bak teneinde samen te werken met de klepsteel 150 en deze in te drukken op een vooraf bepaald punt in de vul cyclus en zodoende het inwendige van een blik in verbinding te brengen met de atmosferische druk.
Het blok bevat verder nog een kamer 154 die uitmondt op het inwen-10 dige vlak van het blok en die normaal gesloten is ten opzichte van de atmosfeer door een prop in het open uiteinde van de kamer. Het binnenste uiteinde van de kamer 154 is in verbinding met de doorgangen in het huis 14 naar de vloeistofdoorgang 86. De kamer 154 bezit zodoende een vrije en open verbinding met het inwendige van de klep en daardoor met 15 het inwendige van een blik dat zich in een vul stand bevindt ten opzichte van de klep» Zoals hierna meer volledig zal worden toegelicht, wordt tijdens het vullen het blik aanvankelijk onder druk gezet door de gastoevoer 102 en neemt de gasdruk in het blik en in de kamer tot een gelijke waarde toe. Wanneer de vulcyclus is voltooid en de steel 150 20 wordt ingedrukt, zal de druk in de kamer verlaagd worden tot de atmosferische druk en alle achterblijvende vloeistof in de kern 84 en het vloei stofdeksel 88 zal in het blik worden geblazen.
De hiervoorgenoemde drukkamer 146 die bepaald is tussen de huls en het huis bevat een zich in radiale richting uitstrekkende wand of een 25 oppervlak 48 op de huls en werkt tijdens het onder druk zetten van het blik tegen een dergelijk oppervlak teneinde de huls naar beneden op het huis te dringen. Tegelijkertijd zal het gas in het blik of andere houder natuurlijk tegen de eindwand van de huls werken teneinde een tegenwerkende kracht te verschaffen die de huls naar een bovenste verschoven 30 stand op het huis dringt. De grootte van deze tegengestelde krachten is direkt evenredig met de gebieden van de respectievelijke oppervlakken. Volgens de voorkeursuitvoering van de uitvinding is de diameter van de kamer slechts iets kleiner dan de diameter van het blik en derhalve zijn deze tegengestelde krachten op de huls in wezen in evenwicht.
35 Tengevolge van dit ontwerp wordt de huls te allen tijde slechts door de aandrukking van de bedieningsveer 42 op het blik gehouden, en er komt geen verdere toename voor van de krachten die op het blik en de huls werken tijdens het onder druk zetten van het blik, zoals het geval is bij conventionele inrichtingen van dit soort. De kracht op de zij-40 wanden van het blik afkomstig van de huls kan zodoende op een minimum 8700051 .. ' 15 gehouden worden en toch wordt een voldoend grote kracht verschaft teneinde het blik op zijn steun 12 vast te houden wanneer de 0-ring losgetrokken wordt van het blik na de vul behandeling.
De volgende beschrijving van de volledige werking van de vulin-5 richting van de uitvinding zal tot een beter begrip leiden van de verschillende nieuwe kenmerken en voordelen van de uitvinding bij het vullen van houders zoals blikken met bier, koolzuurhoudende limonade of een dergelijk ander vloeibaar produkt. Nadat een leeg blik de vulma-chine binnengetreden is, zal de centreerhuls van de vul inrichting in 10 een opgetilde stand gehouden worden op het huis tegen de aandrukkende werking van de bedieningsveer door de samenwerking tussen de nokrol 44 . behorende bij de huls en de vaste nok 46. De vloei stofklep zal, op dat moment, zich in een gesloten stand bevinden evenals de gastoevoerklep. Aangezien het blik en zijn steun steeds verder bewegen rond de omtrek 15 van de vul inrichting, maakt de vaste nok het mogelijk dat de nokrol naar beneden beweegt teneinde een bijbehorende neerwaartse beweging te verschaffen aan de huls ten opzichte van het blik. Tijdens de neerwaartse beweging van de huls zal de laatste het blik ten opzichte van de klep centreren. Tegelijk zal het afstroopsamenstel in de huls samen-20 werken met de rand of de mond van het blik, op hetzelfde moment dat de Q-ring-afdichting 62 het blik in beweegt en wrijvend afdichtend samenwerkt met het inwendige oppervlak of de keel van het blik. Wanneer het blik afgedicht wordt ten opzichte van de klepinrichting en het blik verder beweegt langs de omtrek van de vul inrichting, zal een andere nok 25 van de vaste nokken (niet afgebeeld) samenwerken met de vacuümsteel en deze laatste doen verschuiven in het blok of het huis. Door een dergelijke beweging van de steel wordt de pakking uit het inwendige uiteinde van het blik verwijderd en kan gas of lucht uit het blik gezogen worden door de verschillende doorgangen in het huis en het snuifblok.
30 Op dit moment wordt de gaslaatklep geopend door de uitwendige nokhef-boom, niet afgebeeld, en de daarmee samenwerkende aanvullende vaste nok, ook niet afgebeeld, op de omtrek van de vul inrichting. De toevoer-klepveer kan zodoende langs de gasbuis verschuiven en zodoende de gasbuis in de vulinrichting in verbinding brengen met het inwendige van 35 het blik. De gasdruk in de bak zal trachten een stroming naar en in het blik op te wekken voor het vereffenen van de druk daartussen, zodanig dat een evenwichtstoestand gevormd wordt. Door de vacuümsteel in een ingedrukte toestand te houden terwijl de gaslaadklep open is, zal het gas uit de bak, gewoonlijk CO2, trachten om een spoelende werking op 40 te wekken in het blik, waarbij het gas dat zich daar oorspronkelijk in 8700051 .. * 16 bevindt in de vacuümkamer gezogen wordt en vervangen wordt door CO2. Dit spoelen van het blik is bijzonder voordelig bij het vullen van houders met bier aangezien het bekend is dat door de aanraking met de lucht de smaak daarvan nadelig beïnvloed wordt, en ook het onge-5 wenste vertroebelen van het bier optreedt tijdens opslag.
In elk geval kan na dit afvoeren van het blik en het gedeeltelijk of geheel spoelen daarvan met CO2, de vacuümklepsteel terugkeren naar zijn normale buitenste stand in het blok waardoor de verdere verbinding tussen de bus en de vacuümkamer wordt opgeheven. Op dit mo-10 ment zal de gasdruk in het blik toenemen en uiteindelijk zal door de druk van het gas dat naar boven toe tegen de vloei stofklep werkt, bijgestaan door de aandrukking van de veer, de kracht van de vloeistofko-lom overwonnen worden welke de klep in een gesloten stand houdt, en de vloei stofklep zal automatisch opengaan zodat de vloeistof in het blik 15 kan stromen.
Wanneer de vloeistof het blik binnenstroomt door de vloeistofdoor-gang, kan het gas uit het blik in de bak stromen door de afvoerbuis en gasleiding, en uit deze laatste treden door de opening in het gastoe-voerlichaam. De vloeistof- en gaswisseling in het blik zal voortduren 20 tot een zodanig tijdstip dat de vloeistof in het blik tot het niveau gestegen is van de onderste tip of het uiteinde van de afvoerbuis, en de laatste afsluit zodat verder geen gas uit het blik kan stromen. Wanneer de gasstroming uit het blik afgesneden is, wordt de verdere stroming van de vloeistof in het blik automatisch gestopt. De gaslaad-25 klep, welke nog open is, wordt dan gesloten door de door een uitwendige nok bediende bedieningshefboom (niet afgebeeld). De vloeistofklep wordt ook gesloten door dezelfde hefboom welke de klepkap naar beneden drukt in aanraking met het bovenste uiteinde van de tegendruksteel, waardoor de steel voldoende ver naar beneden beweegt in het huis om de vloei-30 stofklep in aanraking te brengen met de klepzitting. Bij het verder bewegen van het blik langs de omtrek van de vul inrichting, komt de snuif-steel in aanraking met een vaste nok en wordt daardoor naar binnen geschoven in het snuifblok teneinde een verbinding te verschaffen tussen de atmosfeer en de bovenruimte in het blik door middel van de hiervoor 35 beschreven verschillende doorgangen. De druk in de bovenruimte in het blik kan zodoende op een geregelde wijze afnemen tot de atmosferische, terwijl de bus afgedicht blijft ten opzichte van de klepinrichting door middel van de O-ringafdichting. Bij deze verbinding is het belangrijk dat de aanwezigheid van de expansiekamer in het snuifblok een snelle en 40 in wezen volledige afvoer van de vloeistof verschaft welke achterblijft 8700051 17 in de vloeistofdoorgang na het hiervoorgenoemd sluiten van de vloeistof klep. De vloeistof heeft de neiging om, indien deze niet op een andere manier afgevoerd wordt uit de doorgang, van de klep af te druppelen en zodoende de vulmachine in zijn geheel te vervuilen nadat het 5 blik en de klep zijn gescheiden en het blik verwijderd is van de vul inrichting. Ook indien deze achterblijvende vloeistof niet uit de doorgangen geblazen wordt terwijl het blik zich nog steeds verticaal op een lijn met de klep bevindt, wordt de vloeistof verspild en over een bepaalde periode kan deze vloeistofverspiHing aanzienlijke vormen aanne-10 men en een belangrijke nadelige invloed hebben op de doeltreffendheid van de lijn. Met het verbeterde ontwerp volgens de uitvinding wordt de vloeistof in de doorgang bij het beëindigen van het vullen van het blik en het sluiten van de vloei stofklep teruggewonnen of opgevangen, waardoor een verbeterde totale doeltreffendheid van de vullijn wordt 15 verschaft terwijl het vervuilen van de vulinrichting en de vullijn over het algemeen door vloeistofverlies door de klep wordt, verminderd.
Wanneer de druk in de bovenruimte in het blik verlaagd wordt, keert de snuifknop terug naar zijn normale buitenste verschoven stand in het blok in afwachting van een volgende vulcyclus. De centreerhuls 20 wordt van de bus opgetild door de nokrol die weer in aanraking komt met de vaste nok op de omtrek van de vulinrichting en wanneer dit geschiedt, zal de golfring die via het afstrooporgaan werkt, het blik op zijn plaats houden zodat de huls weggetrokken kan worden van de bus en de Q-ring losgenomen kan worden van de laatste. Elke neiging van het 25 blik on vast te blijven zitten aan de huls of daaraan te blijven hechten en met de huls naar boven te bewegen wanneer deze laatste opgetild wordt wordt daardoor op positieve wijze overwonnen. Er kunnen natuurlijk ernstige problemen ontstaan indien het blik niet gelijkmatig gescheiden wordt van de klep wanneer het vullen is voltooid en toch is 30 het bij het verbeterde ontwerp volgens de uitvinding niet nodig om de vulinrichting te voorzien van een speciale mechanische inrichting zoals een afleidingsorgaan of een dergelijke inrichting teneinde het scheiden van blik en klep te bereiken door op het blik te slaan op het punt in zijn bewegingsbaan waar hij gescheiden moet worden van het blik of de 35 klep. Dergelijke afleidingsorganen of soortgelijke middelen kunnen tot het vervormen van het blik leiden en/of tot een verspilling van de in-houd van het blik met het daaruit voortvloeiende verlies aan doeltreffendheid van de vulinrichting en een afname van de door de lijn afgeleverde hoeveelheid.
40 Na het optillen van de huls vanaf het blik, wordt deze dit laatste 870 0 05 1
j V
» ' 18 uit de vuTinrichting verwijderd en naar een inrichting geleid voor het aanbrengen van een kap of een naad, die niet afgebeeld is. De nokrol zal door de vaste nok in een opgetilde stand gehouden worden ten opzichte van het huis zodanig dat een binnentredende leeg blik vrijelijk 5 naar een stand kan bewegen op een lijn met de klep wanneer deze laatste met zijn beweging door de volgende vul cyclus begint.
Het zal duidelijk ztjn dat met de verbeterde vul inrichting volgens de uitvinding, de afdichtende aanraking tussen de klep en het blik uitgevoerd wordt door het O-ringmiddel dat samenwerkt met het binnenste 10 wandgedeelte van de bus in plaats van met de bovenste rand of het mond-gedeelte daarvan zoals bij een conventionele constructie. Afgezien van andere voordelen, maakt dit soort afdichting het mogelijk om blikken af te dichten die niet helemaal de ideale vorm bezitten (knikken, indeu-kingen en dergelijke) in de rand of die een weinig onrond geworden zijn 15 tijdens het bewerken in de lijn voor het vervaardigen van blikken of tijdens de beweging uit de opslagplaats voor de houders of een ander opslag- of voorraadgebied, naar de lijn voor het vervaardigen van blikken of het verwerken daarvan. Bij blikken die een steeds lager gewicht bezitten en een steeds verder afnemende dikte van de zijwand, bestaat 20 er een steeds grotere waarschijnlijkheid dat het blik beschadigd wordt of afwijkt van de ideale vorm bij de tegenwoordig toegepaste lijnen en derhalve is de inrichting volgens de uitvinding zeer geschikt om toegepast te worden voor het vullen van de huidige houders met een laag gewicht en verhoudingsgewijze lage sterkte.
25 Verschillende wijzen voor het uitvoeren van de uitvinding worden geacht binnen de omvang van de volgende conclusies te liggen, welke in het bijzonder betrekking hebben op het onderwerp van de uitvinding zoals bepaald door de aard van de uitvinding.
8700051

Claims (16)

1. VuTklepmechanisme voor houders bevattende: een hol, buisvormig huis; en 5 een over het algemeen cilindrische huls die coaxiaal gemonteerd is ten opzichte van het genoemde huis en een verticale beweging ten opzichte daarvan kan uitvoeren en voorzien is van een veerkrachtig vervormbare afdichtring die opgenomen kan worden in, en naar buiten toe kan samenwerken met, het binnenste wandoppervlak van de houder wanneer 10 de huls bewogen wordt naar een onderste verschoven stand op het huis teneinde de houder af te dichten ten opzichte van.het klepmechanisme.
2. VuTklepmechanisme volgens conclusie 1, waarbij de genoemde huls verder voorzien is van afstroopmiddelen die geschikt zijn om meegevend samen te werken met de houder vanaf het bovenste uiteinde daarvan wan- 15 neer de huls naar beneden bewogen wordt naar de houder teneinde de houder krachtig vast te houden tegen een beweging met de huls wanneer deze laatste bewogen wordt naar een opgetilde stand op het huis na het vullen van de houder met vloeistof, en -middelen behorende bij de huls teneinde de laatste op geregelde wijze te bewegen tussen de opgetilde en 20 naar beneden bewogen standen op het genoemde huis.
3. VuTklepmechanisme volgens conclusie 1 dat verder aanslagmidde-len bevat ter beperking van de neerwaartse schuifbeweging van de huls op het huis, waarbij de grensstand zodanig is dat de afdichtringmidde-len afdichtend in samenwerking gebracht kunnen worden met de houder en 25 de afstroopmiddelen meegevend kunnen samenwerken met de houder voordat de huls samen gaat werken met de genoemde aanslagmiddelen.
4. VuTklepmechanisme volgens conclusie 1, waarbij de genoemde veerkrachtig vervormbare afdichtring een 0-ring bevat die zodanige afmetingen bezit dat hij kan samenwerken met de zijwanden van de houder 30 wanneer de huls naar een naar beneden bewogen schuifstand op het genoemde huis wordt bewogen.
5. VuTklepmechanisme volgens conclusie 2, waarbij de genoemde afstroopmiddelen een samendrukbaar orgaan bevatten.
6. Vulklepmechanisme volgens conclusie 5, waarbij het genoemde sa- 35 mendrukbare orgaan een golfring bevat.
7. VuTklepmechanisme volgens conclusie 1, waarbij het genoemde huis en de huls uitgevoerd zijn met complementair gevormde uitsteeksels, en de genoemde huls verschuifbaar ondersteund wordt ten opzichte van het genoemde huis door middelen met een paar zich op afstand van 40 elkaar bevindende pennen die vast bevestigd zijn bij het ene uiteinde 8700051 ·* Jr >-· aan het uitsteeksel van het huis en verschuifbaar opgenomen zijn daarin via openingen die aangebracht zijn in het uitsteeksel van de huls, welke pennen bij een uiteinde daarvan afgesloten zijn door een plaat die een aanslagmiddel vormt welke een neerwaartse schuifbeweging van de 5 huls ten opzichte van het genoemde huis beperkt.
8. Vulklepmechanisme volgens conclusie 7, waarbij het genoemde aanslagmiddel de neerwaartse beweging van de genoemde huls stopt op een punt vlak voor het volledig samendrukken van het genoemde samendrukbare orgaan.
9. Vulklepmechanisme van het soort met tegendruk voor blikken en dergelijke houders, bevattende: een hol, buisvormig huis; een over het algemeen cilindrische huls die coaxiaal gemonteerd is ten opzichte van het genoemde in verband met een verticale beweging ten 15 opzichte daarvan en voorzien van een veerkrachtig vervormbare afdichting die opgenomen kan worden in, en naar buiten toe kan samenwerken met, het inwendige wandoppervlak van de houder wanneer de huls naar beneden bewogen wordt op het huis teneinde de houder af te dichten ten opzichte van het klepmechanisme; 20 welke huls verder voorzien is van veerkrachtig samendrukbare af- stroopmiddelen die geschikt zijn om meegevend samen te werken met de houder wanneer de huls naar beneden bewogen wordt op de houder teneinde de houder krachtig vast te houden tegen een beweging met de huls wanneer deze laatste bewogen wordt naar een opgetilde stand op het huis na 25 het vullen van de houder met vloeistof; aanslagmiddelen die in een geheel gevormd zijn op het genoemde huis ter beperking van de neerwaartse schuifbeweging van de huls op het huis, waarbij de grensstand zodanig is dat de afdichtringmiddelen afdichtend in samenwerking komen met de houder en afstroopmiddelen welke 30 meegevend samenwerken met de houder voordat de huls in samenwerking komt met de genoemde aanslagmiddelen; en rolmiddelen behorende bij de huls voor het geregeld bewegen van deze laatste tussen de opgetilde en naar beneden bewogen standen op het genoemde huis tijdens een vul cyclus van de houder.
10. Vulklepmechanisme volgens conclusie 9, waarbij de genoemde huls met het genoemde huis een drukkamer bepaalt die geschikt is om in verbinding te staan met het inwendige van een houder wanneer deze afdichtend samenwerkt met de genoemde huls en in werking gebracht kan worden wanneer de houder onder druk gezet wordt teneinde een aanvullende 40 kracht uit te oefenen op het huis waardoor dit laatste naar beneden 870 0 05 1' * -Λ \ wordt gedrukt op het huis.
11. Vulklepmechanisme van het soort met tegendruk voor blikken en dergelijke houders, bevattende: een hol, buisvormig huis; 5 een over het algemeen cilindrische huls die verticaal beweegbaar ten opzichte daarvan op het genoemde huis gemonteerd is en voorzien is van veerkrachtig vervormbare afdichtmiddel welke geschikt zijn om naar buiten toe samen te werken met het inwendige wandoppervlak van de houder wanneer de huls naar beneden bewogen wordt op het huis teneinde de 10 houder af te dichten ten opzichte van het klepmechanisme; welke huls verder voorzien is van een afstroopmiddel dat meegevend kan samenwerken met de houder vanaf het bovenste uiteinde daarvan wanneer de huls naar beneden bewogen wordt op de houder teneinde de houder krachtig vast te houden tegen een beweging met de huls wanneer deze 15 laatste bewogen wordt naar een opgetilde stand op het huis na het vullen van de houder met vloeistof; aanslagmiddelen ter beperking van de neerwaartse schuifbeweging van de-huls op het huis, waarbij de grensstand zodanig is dat de af-dichtring afdichtend in samenwerking kan komen met de houder en de af-20 stroopmiddelen meegevend samenwerken met de houder voordat de huls in samenwerking komt met de genoemde aanslagmiddelen; en middelen voor het geregeld bewegen van de huls tussen opgetilde en naar beneden bewogen standen op het genoemde huis.
12. Vul klep volgens conclusie 11, waarbij het genoemde huis een bo-25 venste eindflens bezit en de genoemde huls uitgevoerd is met een uitsteeksel voorzien van tegenover elkaar liggende openingen die zich verticaal daardoor heen uitstrekken, en waarbij de genoemde huls verticaal beweegbaar aangebracht is op het genoemde huis door middel van een paar pennen die verticaal bevestigd zijn aan het genoemde van een flens 30 voorziene uiteinde van het genoemde huis en verschuifbaar opgenomen zijn in de genoemde bijbehorende openingen in het uitsteeksel op de genoemde huls, waarbij de pennen bij hun tegenoverliggende uiteinden verbonden zijn door een plaat welke aanslagmiddelen vormt voor het beperken van de neerwaartse schuifbeweging van de huls op het huis.
13. Vulklep volgens conclusie 12, waarbij de genoemde afstroopmid del en een veerkrachtig samendrukbaar orgaan bevatten dat zo geplaatst is dat het kan samenwerken met een mond van de houder.
14, Vulklep volgens conclusie 13, waarbij de genoemde aanslagmiddelen verder verhinderen dat de houder het gewicht van de genoemde huls 40 opneemt, welke aanslagmiddelen de neerwaartse schuifbeweging van de 8700051 genoemde huls beperken voor de volledige samendrukking van het genoemde veerkrachtige samendrukbare orgaan.
15. Vulklep volgens conclusie 14, waarbij de genoemde afdichtmidde-len een 0-ring bevatten met een uitwendige diameter die groter is dan 5 de inwendige diameter van het binnenste wandoppervlak van de houder.
16. Vulklep volgens conclusie 15, waarbij de genoemde 0-ring in wezen dezelfde geometrische vorm heeft als het binnenste wandoppervlak van de houder. 10 ++++++++++ 8700051
NL8700051A 1986-04-21 1987-01-12 Vulkleppen voor blikken en dergelijke houders. NL8700051A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/854,117 US4688608A (en) 1986-04-21 1986-04-21 Filling valves for cans and like containers
US85411786 1986-04-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8700051A true NL8700051A (nl) 1987-11-16

Family

ID=25317774

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8700051A NL8700051A (nl) 1986-04-21 1987-01-12 Vulkleppen voor blikken en dergelijke houders.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4688608A (nl)
JP (2) JPS62251386A (nl)
AU (1) AU593878B2 (nl)
DE (1) DE3705560C2 (nl)
GB (1) GB2189473B (nl)
IT (1) IT1202597B (nl)
NL (1) NL8700051A (nl)
SE (1) SE466194B (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4986318A (en) * 1981-11-27 1991-01-22 Crown Cork & Seal Company, Inc. Filling valve for counterpressure filling of cans
US5145008A (en) * 1985-04-05 1992-09-08 Crown Cork & Seal Company, Inc. Filling valve for counterpressure filling of cans
DE3731757A1 (de) * 1987-09-22 1989-03-30 Orthmann & Herbst Fuellorgan fuer getraenkefuelleinrichtungen mit vorevakuierung
US4938261A (en) * 1988-08-08 1990-07-03 H & K Inc. Apparatus for filling cans with a liquid
US5042536A (en) * 1988-08-08 1991-08-27 H & K Inc. Can filling apparatus having a vent tube movable relative to a fill tube
US5119853A (en) * 1988-08-08 1992-06-09 H&K Inc. Apparatus for filling cans with a liquid
US5040574A (en) * 1988-08-08 1991-08-20 H & K Inc. Can filling apparatus having an improved gas venting mechanism
US5139058A (en) * 1988-10-12 1992-08-18 Crown Cork & Seal Company, Inc. Filling valve
DE3836489A1 (de) * 1988-10-26 1990-05-03 Kronseder Maschf Krones Verfahren und vorrichtung zum befuellen von getraenkedosen
US5150740A (en) * 1989-10-12 1992-09-29 Crown Cork & Seal Company, Inc. Filling valve
EP0452899B1 (en) * 1990-04-19 1993-10-20 Mitsubishi Jukogyo Kabushiki Kaisha Filling apparatus
US5088527A (en) * 1990-11-14 1992-02-18 Figgie International, Inc. Choke valve for bottle filling device
US5220946A (en) * 1991-07-01 1993-06-22 Mitsubishi Jukogyo Kabushiki Kaisha Counterpressure type container filling apparatus
US5474113A (en) * 1994-08-01 1995-12-12 H & K Machine, Inc. Can filling machine having a mechanism to prevent overfill
US5924462A (en) * 1997-09-03 1999-07-20 Crown Simplimatic Beverage filling machine
US6131624A (en) * 1999-01-19 2000-10-17 Crown Simplimatic Incorporated Filling valve assembly
DE102006026279B4 (de) * 2006-06-02 2016-02-25 Khs Gmbh Verfahren sowie Vorrichtung zum Herstellen von Verpackungseinheiten oder Gebinden
US9139312B2 (en) * 2006-09-21 2015-09-22 Bev Corp LLC Tipless can filling valve
DE102006051237B4 (de) * 2006-10-31 2015-09-10 Khs Gmbh Spülgaseinbringung in Getränkedosen
US8739841B2 (en) * 2010-01-04 2014-06-03 Dorcia, Llc RFID vent tube apparatus, system and methods for vent tube intrusion detection
US20150191260A1 (en) * 2010-01-04 2015-07-09 Grant Cook Vent tube apparatus, system and methods with traceable cap for vent tube intrusion detection
DE102015116532A1 (de) * 2015-09-30 2017-03-30 Khs Gmbh Verfahren sowie Behandlungsstation und Behandlungskopf zur Behandlung der Innenräume von KEGs sowie Dichtung zur Verwendung bei einer derartigen Behandlungsstation
US11274023B2 (en) * 2016-05-03 2022-03-15 Codi Manufacturing, Inc. Modulated pressure control of beverage fill flow
DE102018130741A1 (de) * 2018-12-03 2020-06-04 Krones Ag Führungsring zum Führen zweier konzentrisch zueinander angeordneter Bauteile in einem Füllorgan und Füllorgan
JP7457235B2 (ja) * 2020-02-18 2024-03-28 澁谷工業株式会社 充填装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3807463A (en) * 1970-08-29 1974-04-30 Holstein & Kappert Maschf Apparatus for filling beer cans or the like
GB1359496A (en) * 1970-08-29 1974-07-10 Holstein & Kappert Maschf Filling of containers
EP0080774A2 (en) * 1981-11-27 1983-06-08 Crown Cork &amp; Seal Company, Inc. Container actuated counterpressure filling valve
EP0154050A1 (en) * 1984-01-26 1985-09-11 Crown Cork &amp; Seal Company, Inc. Improved filling valve for counterpressure filling of cans

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1102572A (fr) * 1954-04-08 1955-10-24 Anciens Etablissements F Wenge Perfectionnements aux joints pour raccord à pression axiale, notamment pour assurer l'étanchéité autour des goulots dans les machines à remplir les bouteilles
FR2032002A5 (nl) * 1969-02-14 1970-11-20 Applic Gaz Sa
US3586066A (en) * 1969-05-09 1971-06-22 Vogt Clarence W Method of filling flexible containers
DE2031589A1 (de) * 1970-06-26 1971-12-30 Ortmann & Herbst, 2000 Hamburg Füllventil an Gegendruckflaschen- oder Dosenfüllern
JPS5279354A (en) * 1975-12-26 1977-07-04 Hitachi Ltd Safety device of refrigerating cycle
US4418924A (en) * 1980-10-20 1983-12-06 Mack James F Bi-surface sealing mechanism with rolling/sliding O-ring
JPS581390A (ja) * 1981-06-26 1983-01-06 Sony Corp カラ−撮像装置
JPS59124295A (ja) * 1982-12-03 1984-07-18 東洋食品機械 株式会社 逆圧式液体充填バルブ

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3807463A (en) * 1970-08-29 1974-04-30 Holstein & Kappert Maschf Apparatus for filling beer cans or the like
GB1359496A (en) * 1970-08-29 1974-07-10 Holstein & Kappert Maschf Filling of containers
EP0080774A2 (en) * 1981-11-27 1983-06-08 Crown Cork &amp; Seal Company, Inc. Container actuated counterpressure filling valve
EP0154050A1 (en) * 1984-01-26 1985-09-11 Crown Cork &amp; Seal Company, Inc. Improved filling valve for counterpressure filling of cans

Also Published As

Publication number Publication date
DE3705560C2 (de) 1996-11-21
IT1202597B (it) 1989-02-09
SE8701597D0 (sv) 1987-04-16
GB2189473B (en) 1990-09-12
IT8719526A0 (it) 1987-02-27
US4688608A (en) 1987-08-25
SE466194B (sv) 1992-01-13
SE8701597L (sv) 1987-10-22
JPH0594199U (ja) 1993-12-21
GB8630542D0 (en) 1987-02-04
AU6740887A (en) 1987-10-22
GB2189473A (en) 1987-10-28
AU593878B2 (en) 1990-02-22
JPS62251386A (ja) 1987-11-02
DE3705560A1 (de) 1987-10-22
JPH082158Y2 (ja) 1996-01-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8700051A (nl) Vulkleppen voor blikken en dergelijke houders.
US7287562B2 (en) Filling valve
US4938261A (en) Apparatus for filling cans with a liquid
US4750533A (en) Filling valve for counterpressure filling of cans
US3964526A (en) Method and apparatus for cleaning rotary filling machines
JP5025086B2 (ja) 容器端部及びその製造方法
US7311125B2 (en) Beverage bottle handling and filing machine for containers such as bottles and cans
US5145008A (en) Filling valve for counterpressure filling of cans
GB2220931A (en) Method and apparatus for filling bottles or the like in counter-pressure filling machines
US4679603A (en) Filling machine for filling liquid under counterpressure
US5150740A (en) Filling valve
US11795045B2 (en) Method of filling and closing containers, such as bottles and similar containers, for containing products, such as beverages and similar products
US4986318A (en) Filling valve for counterpressure filling of cans
US3830265A (en) Method and apparatus for filling a container
CN110734024A (zh) 一种精酿啤酒灌装封盖机
US5139058A (en) Filling valve
CN110392665B (zh) 压力调节阀
US5040574A (en) Can filling apparatus having an improved gas venting mechanism
US4124043A (en) Method and apparatus for bottling
JPH03226487A (ja) 充填用弁装置
AU730267B2 (en) Machine and method for filling containers, in particular bottles
US9139312B2 (en) Tipless can filling valve
CN110734028A (zh) 一种真空长管阀及其工作方法
CA2032118C (en) Improved filling valve
EP0111812B1 (en) Dispensing valve

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: FIGGIE INTERNATIONAL HOLDINGS INC.

DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: FIGGIE INTERNATIONAL INC. TE RICHMOND

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed