NL8620502A - Verbeterde binderstelsels. - Google Patents

Description

t > 8620502 ‘ VO 2156 OORSPRONKELIJKE TEKST Verbeterde binderstelsels.

Veld van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een binderstelsel dat in de tegenovergestelde richtingen kan worden geopend.

5 Achtergrond van de uitvinding

Het bekende binderstelsel van het draaibare type omvat een 2ijplaat die op zijn plaats is gefixeerd en een andere zijplaat die draaibaar is, en kan slechts in één richting worden geopend. Het is echter gewenst 10 om de binder in de tegenovergestelde richting te openen afhankelijk van de toestand van de papieren.

Doel van de uitvinding

Het is daarom een primair doel van de onderhavige uitvinding een nieuw binderstelsel te verschaffen dat 15 in de tegenovergestelde richtingen kan worden geopend, en een grote praktische waarde heeft.

Korte beschrijving van de tekening

Andere doelen en kenmerken die door de onderhavige uitvinding worden verschaft, zullen duidelijk worden 20 door de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding onder verwijzing naar de begeleidende tekening, die alleen bij wijze van illustratie is gegeven, en waarin: fig. 1 een perspectief-aanzicht is dat het 25 binderstelsel volgens de onderhavige uitvinding toont, fig, 2 een perspectief-aanzicht is van de draaibare eenheid, fig. 3 een aanzicht is dat een combinatie van de zijplaat met schuifplaat toont, 30 fig. 4 een aanzicht is dat de houdplaat toont, 8620502.'

J

-2- 4* fig. 5 een perspectief-aanzicht is dat de bodemplaat alleen toont, en fig. 6 een perspectief-aanzicht is dat een andere draaibare eenheid toont.

5 Gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm

Onder het thans verwijzen naar fig. 1 wordt in zijn algemeenheid een dubbel-bindend binderstelsel volgens de onderhavige uitvinding getoond, waarin het verwijzingscijfer 1 een linkeromslag, 2 een achteromslag, 10 en 3 een rechteromslag aanduidt. In het in zijn algemeenheid met 10 aangeduide binderstelsel is een bodemplaatgedeelte 30 gefixeerd aangebracht aan de achteromslag 2. Draaibare onderdelen 40 en 50 zijn draaibaar aangebracht op beide zijden van het bodemplaatgedeelte 30, en zijn ontworpen 15 om aan het bodemplaatgedeelte te worden vastgemaakt of van het bodemplaatgedeelte te worden losgemaakt.

Zoals later zal worden beschreven, is voorzien in een zijplaat 41, binderpijpen 42, een houdplaat 80, een uitsparing 82, een schuifplaat 60 en een zijplaat 51.

20 De zijplaat 51 is voorzien van andere binderstangen 52, die in het aanzicht niet kunnen worden gezien aangezien zij door de eerste binderpijpen 42 zijn gestoken.

In fig. 2 is de zijplaat 41 voor het draaibare onderdeel 40 getoond. Het verwijzingscijfer 42 verwijst 25 naar de binderpijpen, zoals reeds genoemd. Een uitsparing, onderste afgeronde en holle gedeelten, en verbindingsgaten zijn respectievelijk met 43, 44 en 48 aangeduid. De verbindingsgaten 48 en 48 zijn aanwezig om de houdplaat 80 op zijn plaats te vergrendelen, zoals later zal worden 30 uitgelegd. Zoals met een gestippelde lijn is aangegeven, is een aangrijpstang 45 schuifbaar in het afgeronde en holle gedeelte 44 gestoken.

Fig. 3 toont de schuifplaat 60, ingestoken in de zijplaat 41. De schuifplaat 60 is gevormd van 86 20 502. .1 % » * -3- een synthetisch harsmateriaal of dergelijke, en omvat daarin langwerpige sleuven 61 en 62 en een uitsparing 66.

Binnen de sleuf 61 is een veer 63 aangebracht, die met het ene uiteinde is vastgehaakt aan een punt 49 5 van de zijplaat 41 en met het andere uiteinde aan een op de schuifplaat aangebrachte veerhaak 64. Op deze manier trekt de veer 63 de schuifplaat 60 naar links.

Een grendelorgaan 70 is draaibaar bij 73 gesteund, en wordt constant naar beneden gedrukt door een veerkrach-10 tige staaf 74. Het zal duidelijk zijn dat in plaats van de veerkrachtige staaf 74 een U-vormige bladveer of dergelijke kan worden gebruikt. Het grendelonderdeel 70 is gevormd van een synthetische hars zoals polycarbonaat, en omvat naast de elastische staaf 74 een grendelpal 71 15 en een houdplaat 72.

De aangrijpstang 45 is door het afgeronde gedeelte 44 van de zijplaat 41 gestoken. De aangrijpstang 45 is L-vormig, en omvat een rechtopstaand gedeelte 46 dat ontworpen is om in een sleuf 65 in de schuifplaat 60 20 te worden gestoken en met het schuivende onderdeel te kunnen schuiven. De houdplaat 80 is in fig. 4 duidelijker weergegeven, en omvat een grendelonderdeel 81 dat aan de achterzijde daarvan is bevestigd. De houdplaat 80 van fig. 4 wordt op zijn plaats gefixeerd met de verbindings-25 gaten 88 daarvan op één lijn met de verbindingsgaten 48 in 60 in een in fig. 3 getoonde toestand. In fig. 4 is het verwijzingscijfer 83 een met de uitsparing 43 in de zijplaat 41 samenvallende uitsparing, waardoor het hoekgedeelte van de schuifplaat 60 kan worden gezien, 30 zoals in fig. 1 getoond.

Het bodemplaatgedeelte 30 is duidelijker getoond in fig. 5, waarbij de bodemplaat 31 daarvan aan de achteromslag 2 is bevestigd. Met het verwijzingscijfer 32 zijn bevestigings-klinkgaten aangeduid. Aan beide 35 zijden van de bodemplaat zijn op symmetrische posities afgeronde en holle gedeelten 33, 34 en 35 aangebracht.

8620502: ψ -4-

Fig. 6 toont het draaibare onderdeel 50 dat tegenover het draaibare onderdeel 40 is gepositioneerd.

Aan de zijplaat 51 zijn binderstaven 52 en 52 bevestigd.

De schuifplaat 60, zoals in fig. 3 getoond, is gepositio-5 neerd bij de verdergelegen zijde van de schuifplaat 51 in fig. 6, met het hoekgedeelte 53 daarvan zichtbaar in de uitsparing 53. De draaibare onderdelen 40 en 50 zijn tegenovergesteld in hun richting, maar zijn hetzelfde in structuur. Met andere woorden, de draaibare 10 onderdelen met dezelfde structuur zijn rug aan rug opgesteld, of de binderpijp van het draaibare onderdeel 40 is naar die van het draaibare onderdeel 50 gericht.

In gebruik wordt het openen van een draaibaar onderdeel 60 op de volgende manier tot stand gebracht.

15 Onder verwijzing naar de fig. 1 en 3-5, wordt een duw gegeven tegen het hoekgedeelte 67 van de schuifplaat 60 dat blootligt tussen de uitsparingen 43 en 83, teneinde een schuivende beweging van de schuifplaat 60 tegen de werking van de veer 63 te veroorzaken, in 20 fig. 3 naar rechts. Het opstaande gedeelte 46 van de aangrijpstang 45, dat nu in de sleuf 65 in de schuifplaat 60 is gestoken, schuift vervolgens met de schuifplaat 60 door het afgeronde gedeelte 44 naar rechts, tot het uiteinde 47 van het horizontale gedeelte ontkoppelt 25 van de afgeronde gedeelten 33 en 34 van de bodemplaat 31. Aangezien het draaibare onderdeel 40 dan draaibaar wordt, is het mogelijk dat onderdeel 40 rond de aangrijpstang 45 van het andere draaibare onderdeel 50 tegen de wijzers van de klok in fig. 1 te draaien om de binder-30 stangen te ontkoppelen van de binderpijpen.

Wanneer de schuifplaat 50 naar rechts schuift, draait de rechter grendelpal van het grendelonderdeel tegen de wijzers van de klok tegen de werking in van de veerkrachtige staaf 74, en schuift over het uitstekende 35 aangrijponderdeel 81 aan de achterzijde van de houdplaat 80 om daarmee in aangrijping te geraken, zodat de schuifplaat 60 86205023 -5- te in de rechter positie daarvan is vergrendeld.

Verwijzend naar het bevestigen van het draaibare onderdeel 40 op het bodemplaatgedeelte 30, wordt de eerstgenoemde op de laatstgenoemde gepositioneerd nadat 5 papieren zijn opgeborgen. Vervolgens raakt de houdstang 72 van het grendelonderdeel 70 tegen het middelste afgeronde gedeelte 34 van de bodemplaat 31, welke aan de rechterzijde is gepositioneerd, zodat het grendelonderdeel 70 tegen de wijzers van de klok wordt gedrukt 10 en in die richting draait, waardoor de grendelpal 71 ontkoppelt van het uitstekende aangrijponderdeel 81.

Dan wordt de schuifplaat 60 in zijn geheel door de veer 63 getrokken, en keert in de linkerrichting terug.

Tenslotte treedt het uiteinde van het horizontale gedeelte 15 van de aangrijpstang 45 in de afgeronde gedeelten 33 en 34 voor aangrijping, waarop het binderstelsel is gesloten.

Dezelfde handelingen worden herhaald om het tegenovergestelde draaibare onderdeel 50 te draaien 20 om de binderstaven 52 van de binderpijpen 42 te verwijderen.

Zoals in het bovenstaande gedetailleerd is uitgelegd, heeft het binderstelsel van de onderhavige uitvinding een betrekkelijk eenvoudige constructie, kan het worden geopend in elk van de tegenovergestelde 25 richtingen, en heeft het aldus een grote praktische waarde.

86205027

Claims (1)

1. -6- * OORS PRONKELIJKE CONCLUSIE Binderstelsel dat in de tegenovergestelde richting kan worden geopend, waarbij het een draaibaar onderdeel omvat met binderstaven en een draaibaar onderdeel met binderpijpen die geschikt zijn om de binderstaven te 5 ontvangen, waarbij genoemde draaibare onderdelen afzonderlijk en losneembaar zijn aangebracht op beide zijden van een op een achteromslag van een opbergmap bevestigde bodemplaat, zodanig dat zij ten opzichte van de bodemplaat draaibaar zijn. 8620502.'