NL8620103A - Uitzetbaar bevestigingselement. - Google Patents

Uitzetbaar bevestigingselement. Download PDF

Info

Publication number
NL8620103A
NL8620103A NL8620103A NL8620103A NL8620103A NL 8620103 A NL8620103 A NL 8620103A NL 8620103 A NL8620103 A NL 8620103A NL 8620103 A NL8620103 A NL 8620103A NL 8620103 A NL8620103 A NL 8620103A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
opening
elongated
arms
fastening
cross
Prior art date
Application number
NL8620103A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mechanical Plastics Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=24888097&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8620103(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Mechanical Plastics Corp filed Critical Mechanical Plastics Corp
Publication of NL8620103A publication Critical patent/NL8620103A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B13/00Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose
    • F16B13/04Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose with parts gripping in the hole or behind the reverse side of the wall after inserting from the front
    • F16B13/08Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose with parts gripping in the hole or behind the reverse side of the wall after inserting from the front with separate or non-separate gripping parts moved into their final position in relation to the body of the device without further manual operation
    • F16B13/0808Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose with parts gripping in the hole or behind the reverse side of the wall after inserting from the front with separate or non-separate gripping parts moved into their final position in relation to the body of the device without further manual operation by a toggle-mechanism
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B13/00Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose
    • F16B13/04Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose with parts gripping in the hole or behind the reverse side of the wall after inserting from the front
    • F16B13/06Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose with parts gripping in the hole or behind the reverse side of the wall after inserting from the front combined with expanding sleeve
    • F16B13/061Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose with parts gripping in the hole or behind the reverse side of the wall after inserting from the front combined with expanding sleeve of the buckling type
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B13/00Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose
    • F16B13/12Separate metal or non-separate or non-metal dowel sleeves fastened by inserting the screw, nail or the like
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B13/00Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose
    • F16B13/12Separate metal or non-separate or non-metal dowel sleeves fastened by inserting the screw, nail or the like
    • F16B13/126Separate metal or non-separate or non-metal dowel sleeves fastened by inserting the screw, nail or the like fastened by inserting an unthreaded element, e.g. pin or nail

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Dowels (AREA)
  • Insertion Pins And Rivets (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Description

-1- 8 6 2 Ö1 03
86.3111/Rey/vL
Korte aanduiding: Uitzetbaar bevestigingselement
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op bevestigii.jsorganen en ..leer in het bijzonder op een als één geheel gegoten kunststofbevestigingselement met uit-zetbare dwarspensluiting voor vergrote belasting-dragende 5 eigenschappen en eenvoudige fabrikage.
Als één geheel gegoten kunststofbevestigingselementen van het in de Amerikaanse octrooien nrs. 3.651.734 en 4.181.061 beschreven type hebben hier en in het buitenland steeds meer commerciële ingang gevonden. Deze bevestigingselementen omvat-10 ten in hoofdzaak een kop om bij het einde van een opening te worden geplaatst, in het bijzonder een gat in een holle wand, uitzetbare vastzetmiddelen om aan het andere einde van de opening te worden geplaatst en flexibele, op een afstand van elkaar staande verbindingsdelen die zich hier tussen uitstrekken.
15 Deze bevestigingselementen gebruiken relatief lange ver bindingsdelen of benen die radiaal naar buiten worden uitgezet tot ver buiten de randen van de opening als het bevesti-gingselement in zijn uitgezette vastzetstand staat. In het bijzonder bevatten de vastzetmiddelen een tweetal dwarselementen 20 die aan hun aan elkaar grenzende einden draaibaar met elkaar zijn verbonden zodat zij verplaatsbaar zijn tussen een ingeklapte stand waarin zij door een opening kunnen worden gestoken en een uitgezette stand waarin zij het bevestigingselement in de opening vastzetten. De verbindingselementen of benen zijn 25 met de dwarselementen verbonden op zodanige plaatsen op de dwarselementen dat als de dwarselementen in een uitgezette stand worden bewogen, de verbindingsdelen relatief ver radiaal naar buiten worden gedwongen vanuit hun radiale stand in de ingeklapte toestand zodat zij zich radiaal naar buiten uitstrek-30 ken tot ver voorbij de randen van de opening. US octrooi nr. 4.181.061 beschrijft een uit één geheel gegoten kunststofbevestigingselement omvattende een kopdeel, een longitudinaal lopend lichaam met een tweetal longitudinaal lopende pilaarachtige delen, en een tweetal in hoofdzaak stijve vastzetarmen 8620103 -2- die aan hun aan elkaar grenzende eindendraaibaar met elkaar zijn verbonden. Deze stijve armen zijn draaibaar verbonden met het lichaam bij de einden van de respectievelijke pilaar-achti-ge delen op plaatsen die radiaal grenzen aan de dwarsdoorsnede 5 van het lichaam zodat de stijve armen het grootste gedeelte van de op het bevestigingselement uitgeoefende belasting dragen.
De voordelen van deze constructie boven het US octrooi nr. 3.651.734 omatËöi grotere belasting-dragende eigenschappen en eenvoud van constructie. Terwijl de bevestigingselementen 10 van beide hiervoor genoemde octrooien in een breed gebied van toepassingen zeer bevredigend is gebleken, is de onderhavige uitvinding gericht op een inrichting met verbeterde eigenschappen ten aanzien van de wijziging van de verbinding van een uitzetbaar vastzetorgaan met het andere einde van het bevesti-15 gingselement.
De uitvinding heeft betrekking op een uitzetbaar kunststof-bevestigingselement om vast te zetten binnen een door construc-tiemiddelen gevormde opening die in hoofdzaak een langwerpig lichaam bevat dat een in het algemeen centrale opening heeft 20 voor het opnemen van een langwerpig vasthoudelement.
Een kraag is als één geheel met één einde van het lichaam gevormd en heeft een flensdeel dat zich in hoofdzaak/radiale richting naar buiten toe uitstrekt. Vastzetmiddelen zijn tevens bevestigd aan het lichaam. Deze vastzetmiddelen zijn verplaats-25 baar tussen een ingeklapte stand om in een dergelijke opening te steken en een uitgeklapte stand waarin zij het verwijderen van het lichaam uit een dergelijke opening voorkomen.
De vastzetmiddelen omvatten een tweetal in hoofdzaak stijve dwarsarmen die draaibaar met het lichaam zijn verbonden.
30 De dwarsarmen zijn draaibaar met elkaar verbonden door een flexibele intergrale band die de centrale longitudinale hartlijn van het lichaam doorsnijdt. De dwarsarmen hebben elk een een geheel vormende versterkingsrib met een breedte die kleiner is dan de gemiddelde breedte van de dwarsarm en in 35 hoofdzaak centraal geplaatst is ten opzichte van de breedte van de dwarsarm. Deze verstijvingsribben strekken zich tenminste 8620103 -3- uit over een gedeelte van de dwarsarmen en op het lichaam voorbij de eerstgenoemde scharnierverbinding. De dwarsarmen zijn draaibaar naar elkaar toe en van elkaar af verplaatsbaar tussen respectievelijk ingeklapte en uitgeklapte standen zodat de ver-5 sterkingsribben een samenwerkende veerkrachtige wisselwerking verschaffen met de dwarsarmen ten einde daarbij de verplaatsingen te ondersteunen naar hun ingeklapte en uitgeklapte standen, terwijl tegelijkertijd wordt bijgedragen aan hun vasthoudsterk-te.
10 Bij voorkeur zijn de dwarsarmen draaibaar verbonden met het lichaam op radiale plaatsen die in hoofdzaak grenzen aan of binnen de straal van het lichaam liggen.
Teneinde het verwijderen van het lichaam uit de opening te voorkomen, zijn de vastzetmiddelen zodanig uitgevoerd en 15 gedimensioneerd dat deze samenwerken met een langwerpig vast-houdelement dat in de kraag is gestoken.
Het bevestigingselement volgens de uitvinding kan tevens middelen bevatten die rotatie van het bevestigingselement voorkomen als het langwerpige vasthoudelement wordt ingestoken.
20 Dit helpt het bevestigingselement bevestigen aan een construc-tie-element zóals een wand, plafond, vloer of dergelijke. Bij voorkeur bestaan de middelen om rotatie te voorkomen tenminste uit een langwerpig vinvormig element dat als ëën geheel is bevestigd aan het lichaam en zich hiervan radiaal naar buiten 25 toe uitstrekt om in aanraking te komen met het constructie-orgaan. Het in het algemeen langwerpige lichaam van het bevestigingselement vormt tenminste e'en in hoofdzaak stijf uitsteeksel dat binnen deze opening loopt om zich te verbinden met het langwerpige vasthoudelement. Dit uitsteeksel kan tenminste 30 een getrapt gedeelte hebben, en een langwerpig vasthoudelement waaraan de voorkeur wordt gegeven is een schroef.
Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft betrekking op een uitzetbaar kunststofbevestigingselement zoals hierboven beschreven dat vervolgens een in het algemeen Y-vormig 35 versterkingsdeel bevat dat draaibaar is verbonden met de vastzetmiddelen van het lichaam door een eerste flexibel verbindings- 8620103 -4- orgaan. Dit Y-vormige versterkingselement omvat een in het algemeen langwerpig lichaam dat een centrale opening heeft voor het opnemen van een langwerpig vasthoudelement en een tweetal versterkingselementen die aan een einde draaibaar zijn verbon-5 den met het lichaam van het Y-vormige versterkingsdeel door een tweede flexibele verbindingsorgaan.
Elk tweetal versterkingselementen is dus aan het andere uiteinde met elkaar verbonden door flexibele integrale banden die de centrale longitudinale hartlijn van het lichaam doorsnij-10 den. Deze versterkingselementen zijn aan hun tegenoverliggende einden draaibaar verbonden met de dwarsarmen door het eerste flexibele verbindingsorgaan.
In werking, zijn de versterkingselementen en de dwarsarmen naar elkaar toe en van elkaar af verplaatsbaar tussen res-15 pectievelijk ingeklapte en uitgeklapte standen zodat de ver- sterkingsribben en versterkingselementen een samenwerkende veerkrachtige wisselwerking verschaffen met de dwarsarmen om hierbij de verplaatsing bij te staan naar een ingeklapte en uitgeklapte standen terwijl tegelijkertijd wordt bijgedrage aan hun 20 vasthoudsterkte.
De dwarsarmen en de versterkingselementen hebben een driehoekige configuratie als de vasthoudmiddelen/èun uitgeklapte stand staan.
In deze uitvoeringsvorm bèstaat het langwerpige vasthoud-25 elementen bij voorkeur uit een van schroefdraad voorzien element en het lichaam van het Y-vormige versterkingsdeel omvat vervolgens middelen om het van schroefdraad voorziene element te bevestigen.
Dergelijke middelen voor het bevestigen van het van schroef-30 draad voorziene element bestaan uit moeren.
Eventueel kunnen het lichaam en de flexibele banden van het bevestigingselement zijn uitgevoerd en geplaatst om zich te verbinden met hun langwerpige vasthoudelementen, zoals een van schroefdraad voorziene schroef.
35 De uitvinding heeft tevens betrekking op een bevestigings- samenstel, dat een uitzetbaar kunststof bevestigingselement bevat 5520103 -5- zoals hiervoor beschreven en een langwerpige sleutel die is gevormd en afmetingen heeft om in de opening van het lichaam en het kraagelement te steken als het bevestigingselement in een door het constructie-orgaan gevormde opening wordt geplaatst. 5 De sleutel heeft tenminste een uitsteeksel dat buiten zijn longitudinale hartlijn uitsteekt om in aanraking te komen met het overeenkomstig geplaatste inwendige uitsteeksel van het lichaam.,De uitwendige afmeting van het naar buiten toe uitstekende uitsteeksel van de sleutel en de inwendige afme-10 ting van het inwendige uitstekende uitsteeksel van het lichaam zijn zodanig dat het in de opening van het lichaam steken van de sleutel de verbinding van de respectievelijk aangebrachte uitsteeksels veroorzaakt en de verbinding tussen het einddeel van de sleutel en de flexibele inwendige band van de vastzet-15 middelen. Zodoende worden de vas t zetmiddelen geholpen/¾¾ uitklappen naar hun optimale uitgeklapte stand.
Met voordeel is tenminste een uitstéeksel van de opening van het lichaam een meervoudig getrapt gedeelte en is het uitsteeksel van de sleutel een overeenkomstig gevormd meervoudig 20 getrapt gedeelte met overeenkomstigeafmetingen. In een voorkeursuitvoeringsvorm, omvat tenminste een uitsteeksel van de opening van het lichaam tenminste twee getrapte gedeelten en het uitsteeksel van de sleutel omvat tenminste twee overeenkomstig bemeten en gevormde delen om zich te verbinden met het 25 eerst genoemde getrapte gedeelte. Zodoende bevat de sleutel een getrapt eindgedeelte en de flexibele banden omvatten een opening die is gevormd en bemeten om overeen te komen met het getrapte eindgedeelte van de sleutel om de sleutel op een lijn te brengen met de flexibele banden voor .een positieve verbin-30 ding met de genoemde vastzetmiddelen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op andere bevesti-gingseenheden die de hierboven beschreven bevestigingselementen bevatten met van schroefdraad voorziene elementen of langwerpige vasthoudelementen om zich hiermee te verbinden.
35 De aard, voordelen en verschillende andere extra kenmerken van de uitvinding zullen duidelijker blijken bij het beschouwen 8620103 -6- van de nu in detail in samenhang met de bijgaande tekening te beschrijven uitvoeringsvorm, waarin: fig. 1 een vooraanzicht is van een uitzetbaar bevestigings-element volgens de uitvinding; 5 fig. 2 een achteraanzicht is van het bevestigingselement van fig. 1; fig. 3 een zijaanzicht is van het bevestigingselement van fig. 1; fig. 4 een dwarsdoorsnede-aanzicht is die de versterkings- 10 rib van de uitvinding weergeeft volgens de lijn 4-4 van fig. 3; fig. 5 gedeeltelijk in dwarsdoorsnede een aanzicht is van het lichaam van het bevestigingselement van fig. 1 volgens de lijn 5-5 van fig. 3; fig. 6 gedeeltelijk in dwarsdoorsnede een aanzicht is van 15 het bevestigingselement van fig. 5 weergegeven met de armen in een ingeklapte stand en gestoken in een opening in een wand; fig. 7 gedeeltelijk in dwarsdoorsnede een afbeelding is van het bevestigingselement van fig. 6, dat het eerste contact -weergeeft van de sleutel en de ingeklapte dwarsarmen; 20 fig. 8 gedeeltelijk in dwarsdoorsnede een afbeelding is van het bevestigingselement van fig. 7 dat de armen weergeeft in hun volledig uitgeklapte stand; fig. 9 een zijaanzicht is van een tweede uitzetbaar bevestigingselement volgens de uitvinding; 25 fig. 10 gedeeltelijk in dwarsdoorsnede een afbeelding is van het bevestigingselement van fig. 9 met zijn armen in een ingeklapte toestand en gestoken in een gat in een wand; fig. 11 gedeeltelijk in dwarsdoorsnede een afbeelding is van het bevestigingselement van fig. 9 weergegeven met de ar- 30 men in him uitgeklapte toestand na verbinding met een machine-bout; fig. 12 een dwarsdoorsnede-aanzicht is van de machinebout, moer en einde van het bevestigingselement van fig. 11 volgens de lijn 12-12 in fig. 11; 35 fig. 13 een afgesneden aanzicht is van een alternatief einde van een bevestigingselement gelijk aan fig. 9; 8620103 -7- fig. 14 een zijaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van het bevestigingselement van fig. 9; fig. 15 gedeeltelijk in dwarsdoorsnede een aanzicht is van het bevestigingselement van fig. 14 met de armen in een 5 samengeklapte stand en gestoken in een gat in een wand; en fig. 16 gedeeltelijk in dwarsdoorsnede een aanzicht is van het bevestigingselement van fig. 15 verbonden met een zelf-tappende schroef en de armen verplaatst in een uitgeklapte stand.
10 Voor een gemakkelijke verwijzing, zijn dezelfde construc- tie-elementen in de verschillende figuren van de tekening aangegeven door dezelfde verwijzingscijfers.
Overeenkomstig de uitvinding, wordt een gegoten kunststof-bevestigingselement 10 verschaft met vergrote belasting-dra-15 gende eigenschappen en sterkte. Door de verstrekte dwarsarmen en het lichaam van het bevestigingselement 10 kunnen zwaardere belastingen worden gedragen op een meer betrouwbare wijze in een opening in een constructie-element of wand. De fig. 1-8 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een dergelijk bevestigings-20 element.
Het bevestigingselement 10 van de fig. 1-8 omvat· een kop 12 van een in hoofdzaak schijf-achtige vorm en een lichaam 14 dat in het midden hierop is geplaatst en vanaf de kop 12 omhoog loopt en hieronder beschreven vastzetmiddelen 22.
25 Het in deze figuren weergegeven lichaam 14 heeft een in hoofdzaak cirkelvormige doorsnede. Op onderlinge afstand over het lichaam 14 zijn anti-rotatievinnen 16 aanwezig en in deze bijzondere uitvoeringsvorm zijn er vier van dergelijke vinnen. Het lichaam omvat tevens tenminste twee versterkingsribben 18.
30 Deze versterkingsribben lopen vanaf de kop 12 naar de armen van de vastzetmiddelen. Door de kop 10 en door het lichaam 14 strekt zich een centrale doorgang 20 uit.
De uitzetbare vastzetmiddelen 22 omvatten eerste en tweede dwarsarmen 24 en 26, een draaibare verbinding 27 en eerste 35 en tweede flexibele verbindingsarmen 28 en 30.
De verschillende delen van het bevestigingselement zijn 8620103 -8- als één geheel gevormd uit een veerkrachtig kunststofmateriaal in het bijzonder door spuitgieten. Geschikte materialen voor het vervaardigen van het bevestigingselement zijn polypropyleen, polyethyleen en nylon alsmede een grote verscheidenheid van 5 andere materialen die kunnen worden gekozen rekening houdend met de vorm van het bevestigingselement, de wijze van vervaardigen en het voorbestemde gebruik.
De uitzetbare vastzetmiddelen 22 zijn als één geheel verbonden met het lichaam 14 en zijn aangebracht om het bevesti- .een 10 gingselement vast te zetten bihnen een opening zoals/opening in een wand. Meer in het bijzonder zijn de flexibele verbindings-armen 28 en 30 verbonden met de bodemwand van het lichaam 14 en lopen van hieraf naar beneden en naar buiten. De zij-einden van de dwarsarmen 24 en 26 zijn verbonden met de onderste bui-15 tenste einden van de respectievelijke flexibele verbindings-armen 28 en 30. Dwarsarmen 24 en 26 lopen dwars over de bodem van het bevestigingselement en de centraal gelegen einddelen van deze dwarsarmen zijn met elkaar verbonden door een integrale draaibare verbinding 27. Deze draaibare verbinding 27 20 heeft een kleinere dikte in vergelijking tot de dikte van de dwarsarmen 24 en 26, en vormt een smalle centraal gelegen opening die longitudinaal op een lijn ligt met het centrale boorgat van het lichaam 14. Flexibele verbindingsarmen 28 en 30 bevatten tevens de versterkingsribben 18 om in de eerste plaats 25 het deel van de armen te verstrekken dat moet worden gebogen en dit geeft op zijn beurt een extra sterkte aan het bevestigingselement. Deze flexibele verbindingsdelen 28 en 30 staan o'U: i- zijwaarts op een afstand van elkaar om een centraal ©p=een gebied 32 te vormen waarin de draaibare verbinding 27 en centraal 30 gelegen einddelen van de dwarsarmen 24 en 26 bewegen als de vastzetmiddelen worden ingeklapt. Om het bevestigingselement in een opening op te sluiten, worden de dwarsarmen 24 en 26 samen gedrukt in hun samengeklapte toestand tussen flexibele verbindingsarmen 28 en 30. Het bevestigingselement wordt dan 35 door de opening gestoken als het zich in zijn samengeklapte toestand bevindt. Eenmaal ingestoken, buigen de flexibele ver- 8620103 -9- bindingsarmen 28 en 30 naar buiten tengevolge van hun eigen veerkracht welke veerkracht wordt vergroot tengevolge van de aanwezigheid van de versterkingsribben 18. Deze veerkracht neigt de dwarsarmen 24, 26 naar hun uitgeklapte buiten het 5 middelpunt gelegen stand te trekken. Indien de verbindingselementen 28 en 30 de dwarselementen 24 en 26 niet geheel in hun buiten het middelpunt gelegen stand dwingen, is een sleutelelement 40 aangebracht om in de centrale doorgang 20 van het lichaam 14 te steken teneinde de dwarsarmen 24, 26 naar buiten 10 te drukken in hun juiste uitgeklapte stand.
Verwijzende naar de fig. 5-8, tonen dwarsdoorsnede-aanzichten van het bevestigingselement zoals weergegeven het boorgat vano het bevestigingselement en het sleutelelement alsmede het samendrukken en uitzetten van de vastzetmiddelen 22. In eerste 15 instantie verwijzende naar fig. 5, bevat het bevestigingsli-chaam een in het algemeen langwerpig boorgat 20 met getrapte gedeelten 42 en 44. Fig. 6 toont het bevestigingselement in een samengeklapte toestand zoals het oorspronkelijk in het gat 50 wordt gestoken. Bij het in het gat steken, beginnen de 20 flexibele verbindingsarmen 28, 30 en de dwarsarmen 24, 26 van de vastzetmiddelen 22 in «etste-' instantie.. terug te keren naar hun oorspronkelijke stand, zoals is weergegeven in fig. 7. Om de dwarsarmen 24, 26 bij te staan in het bereiken van de juiste buiten het midden gelegen stand, wordt het sleutelelement 40 25 in het boorgat 20 van het bevestigingselement gestoken.
De sleutel 40 komt in aanraking met het draaipunt 27 dat op zijn beurt een kracht overbrengt om de dwarsarmen 24, 26 te spreiden. Fig. 8 toont dat het volledig in het boorgat steken van de sleutel 40 nauwkeurig de dwarsarmen positioneert in de 30 juiste buiten het middelpunt gelegen stand, daar de sleutel niet voorbij de getrapte gedeelten 42 en 44 van het boorgat kan worden gestoken. Dit voorkomt dat de sleutel te ver wordt ingestoken waarbij de dwarsarmen 24, 26 teveel kunnen worden gespannen tot voorbij hun juiste buiten het middelpunt gelegen 35 stand, een situatie die het totale vasthoudvermogen van het bevestigingselement zou verzwakken.
8620103 -10-
De fig. 9-11 tonen een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm omvat het bevestigingselement 100 een kop 110 van in het algemeen schijf-achtige vorm en een lichaam 112 dat in het midden hierop is geplaatst en vanaf de 5 kop omhoog loopt naar de vastzetmiddelen 122. Het lichaam 112 heeft een in het algemeen cirkelvormige doorsnede en een centrale doorgang 114 die hierdoor loopt. Het lichaam 112 omvat tevens anti-rotatie-vinnen 116 en versterkingsribben 118 die van het lichaam naar de vastzetmiddelen 122 lopen. De flexibele 10 verbindingsarmen 124 en 126 van de vastzetmiddelen 122 zijn gelijk aan de flexibele verbindingsarmen 28, 30 van de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Dwarsarmen 128 en 130 verschillen echter van de overeenkomstige dwarsarmen 24, 26 van de eerste uitvoeringsvorm doordat zij zijn versterkt met een 15 Y-vormige constructie 132.
Deze Y-vormige versterkingsconstructie omvat versterkings-armen 134 en 136 die aan een einde bij 144 met elkaar zijn verbonden alsmede met een cilindrisch verlengdeel 138 aan hetzelfde einde. Versterkingsarmen 134 en 136 zijn bij hun tegenover-20 liggende andere einden verbonden met dwarsarmen 128 en 130 bij respectievelijk draaiverbindingen 140 en 142. De verbinding tussen de armen 134 en 136 bestaat tevens uit een draaiverbin-ding 144 evenals de verbinding tussen de armen 134 en 136 en het cilindrische verlengdeel 138. Deze verbindingen zijn res-25 pectievelijk aangegeven met 146 en 148.
Evenals in de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, hebben de dwarsarmen 128 en 130 een draaipunt 150 dat een opening 152 hierdoor bevat.
Zoals weergegeven in de fig. 9-11, zijn de dwarsarmen 128 30 en 130 stevig bevestigd aan de verbindingsarmen 124 en 126 door een niet-draaiende verbinding 154, 156.
De centrale doorgang door het bevestigingselement 114 heeft dezelfde diameter door de schijf-vormige kop 110, het lichaam 112, de dwarsarmen 128, 130, versterkingsarmen 134, 136, en 35 het cilindrische verlengdeel 138 teneinde een machinebout 160 hierin te kunnen steken. Zoals weergegeven in de fig. 9-12, 8620103 -Ills het cilindrische verlengdeel 138 voorzien van een ruimte 162 om een moer 164 in te steken. Fig. 10 toont het bevesti-gingselement 100 in de samengeklapte toestand zoals in een gat 167 in een constructie of wand 168 gestoken. Na het in dit 5 gat 167 steken, keren de verbindingsarmen 124, 126, de dwars-armen 128, 130, en de versterkingsarmen 134, 136 terug naar hun oorspronkelijke niet ingeklapte stand, waarbij het beves-tigingselement precies wordt uitgelijnd voor het opnemen van de machinebout 160. Zoals weergegeven in fig. 11, loopt de 10 machinebout dan door de verschillende delen van het bevesti-gingselement om zich te verbinden met de moer 164. In deze uitvoeringsvorm van de uitvinding, verschaft het bevestigingselement } door de machinebout via de moer aan te draaien,zeer hoge spanningen zodat zware of grote voorwerpen betrouwbaar en 15 stevig aan de wand 168 kunnen worden bevestigd.
Fig. 13 toont een alternatief orgaan om de machinebout 160 vast te zetten, weergegeven in de vorm van een Tinnemann moer 170. De rest van het bevestigingselement is in hoofdzaak gelijk als in de fig. 9-12.
20 In een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals weer gegeven in de fig. 14-16, is tevens een bevestigingselement 200 van grote sterkte verkregen die zeer gelijksoortig is aan de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding. Elementen van dit bevestigingslement die gelijk zijn aan de uitvoeringsvorm 25 van de fig. 9-12 zijn aangegeven door een 200 serie van dezelfde nummers als de 100 serie van de voorafgaande uitvoeringsvorm. In deze uitvoeringsvorm bevat het cilindrische verlengdeel 238 geen moer of enig ander bevestigingsorgaan. In plaats hiervan hebben het cilindrische verlengdeel 238 èn de centrale 30 doorgang 214 een kleinere diameter dan in het voorafgaande bevestigingselement 100. Dit laat het insteken van een zelf-tappende schroef 260 toe die het bevestigingselement op vijf punten verbindt: schijf-vormige kop 210, lichaam 212, dwars-armen 228, 230, versterkingsarmen 234, 236, en cilindrisch ver-35 lengdeel 238. Door de zelf-tappende schroef 260 vast te draaien kan het samenstel weer stijf worden bevestigd aan een wandele- 8620105 -12- men t 268 voor het vastzetten van grote of zware voorwerpen of dergelijke.
De versterkingsrib op de deellijn van het bevestigings-element van de uitvinding vergroot het dwarsdoorsnede-opper-5 vlak met een opmerkelijke hoeveelheid. Bovendien wordt de treksterkte van het bevestigingselement verhoogd in direkte verhouding tot de toename van het dwarsdoorsnede-oppervlak.
Ten aanzien van het insteken van het bevestigingselement in liet gat in de wand of van andere voorwerpen, verschaft het 10 bijzondere bevestigingselement ruimte voor de anti-rotatie-elementen als de versterkingsribben in het gat worden geslagen.
De getrapte plunjersleutel 40 is belangrijk om de beves-tigingselementen volgens de uitvinding op een geschikte wijze te installeren. Zoals hierboven vermeld, werken de treden op 15 de schacht van de sleutel als stoppen of gedwongen eindpunten om te grote spanning van de ankers te voorkomen als de verbindingsmiddelen en de uitzetbare vastzetelementen worden geopend.
Terwijl het duidelijk is dat de hierin beschreven uitvinding goed is berekend om de hierboven vermelde oogmerken te 20 vervullen, zal duidelijk zijn dat meerdere wijzigingen en uitvoeringsvormen door de vakman kunnen worden afgeleid, en dat de bijgevoegde conclusies alle wijzigingen en uitvoeringsvormen bevatten die vallen binnen het wezen en het kader van de onderhavige uitvinding.
86201 Q 3

Claims (25)

1. Uitzetbaar kunststofbevestigingsorgaan om vast te zetten binnen een opening die wordt gevormd door een constructie-or-gaan, omvattende: a) een in het algemeen langwerpig lichaam dat een in het al- 5 gemeen centrale opening heeft voor het opnemen van een langwerpig vasthoudelement; b) een kraag die als één geheel is gevormd met een einde van het lichaam en een flensdeel heeft dat zich in het algemeen radiaal naar buiten toe uitstrekt; en 10 c) vastzetmiddelen die zijn verbonden met het genoemde lichaam en beweegbaar zijn tussen een ingeklapte toestand om in een dergelijke opening te steken en een uitgeklapte stand waarin het vastzetorgaan het verwijderen van het lichaam uit een dergelijke opening voorkomt, 15 welke vastzetmiddelen een tweetal in hoofdzaak stijve dwarsarmen bevat die draaibaar met het lichaam zijn verbonden, welke dwarsarmen vervolgens draaibaar met elkaar zijn verbonden door flexibele integrale banden die de centrale longitudinale hartlijn van het lichaam doorsnijden, 20 welke dwarsarmen elk een integraal gevormde versterkings- rib hebben een breedte kleiner dan/cfe^gemiddelde breedte van de dwarsarm en in hoofdzaak geplaatst in het midden ten opzichte van de breedte van de genoemde dwarsarm en zich tenminste uitstrekt over een deel van de dwarsarm 25 en naar het lichaam tot voorbij de eerstgenoemde draaiver binding , waarbij de dwarsarmen draaibaar beweegbaar zijn naar en van elkaar af tussen respectievelijk ingeklapte en uitgeklapte standen zodat de versterkingsribben een samenwer-30 kende veerkrachtigde wisselwerking verschaffen met de ge noemde dwarsarmen om hierbij de bewegingen naar hun ingeklapte en uitgeklapte standen te ondersteunen, terwijl tegelijkertijd wordt bijgedragen aan hun vasthoudsterkte.
2. Bevestigingselement volgens conclusie 1, waarin de dwars- 8620103 -14- armen draaibaar zijn verbonden met het lichaam op radiale plaatsen in hoofdzaak grenzend aan of binnen de straal van het lichaam.
3. Bevestigingselement volgens conclusie 1, waarin de vast- 5 zetmiddelen zijn gevormd en bemeten om het verwijderen van het lichaam uit de genoemde opening te voorkomen doordat de vast-zetmiddelen samenwerken met een langwerpig vasthoudelement dat in de genoemde kraag is gestoken.
4. Bevestigingselement volgens conclusie 1 voorts omvattende 10 middelen om rotatie van het bevestigingselement te voorkomen als het langwerpige vasthoudelement wordt ingestoken.
5. Bevestigingselement volgens conclusie 4 waarin het con-structie-orgaan bestaat uit een constructie-element zoals een wand, plafond, vloer of dergelijke en dat de middelen om ro- 15 tatie te voorkomen bestaan uit tenminste een langwerpig vin-element dat als één geheel met het lichaam is verbonden en zich radiaal hiervan naar buiten toe uitstrekt om in aanraking te komen met het genoemde constructie-orgaan.
6. Bevestigingselement volgens conclusie 1, waarin het in het 20 algemeenlangwerpige lichaam tenminste een in hoofdzaak stijf uitsteeksel vormt dat binnen de genoemde opening loopt om in aanraking te komen met het langwerpige vasthoudelement.
7. Bevestigingselement volgens conclusie 6 waarin het uitsteeksel tenminste bestaat uit een getrapt gedeelte en het 25 langwerpige vasthoudelement bestaat uit een schroef.
8. Uitzetbaar kunststofbevestigingselement om te bevestigen binnen een door een constructiemateriaal gevormde opening, omvattende: a) een eerste in het algemeen langwerpig lichaam dat een in 30 het algemeen centrale opening vormt voor het opnemen van een langwerpig vasthoudelement; b) een kraag die als één geheel is gevormd met een einde van het genoemde eerste lichaam en een flensdeel heeft dat zich in het algemeen radiaal naar buiten toe uitstrekt; 35 en c) vastzetmiddelen die zijn verbonden met het eerste lichaam 662 0 ï 0 ^ -15- en verplaatsbaar zijn tussen een ingeklapte stand om in een dergelijke opening te steken en een uitgeklapte stand au waarin de vastzetmiddelen werkzaamzijn te voorkomen dat het eerste lichaam uit deze opening wordt verwijderd, 5 welke vastzetmiddelen een tweetal in hoofdzaak stijve dwarsarmen bevatten die draaibaar met het eerste lichaam zijn verbonden, welke dwarsarmen vervolgens draaibaar met elkaar zijn verbonden door eerste flexibele integrale banden die de centrale longitudinale hartlijn van het eerste 10 lichaam doorsnijden, welke dwarsarmen elk een als één geheel gevormde verster-kingsrib hebben met een breedte kleiner dan de gemiddelde breedte van de dwarsarm en in het algemeen centraal geplaatst ten opzichte van de breedte van de genoemde dwars-15 arm en zich uitstrekken over tenminste een gedeelte van de genoemde dwarsarm en naar het genoemde lichaam tot voorbij de eerstgenoemde draaiverbinding, d) een in het algemeen Y-vormig versterkingsdeel dat draaibaar is verbonden met de genoemde vasthoudmiddelen van 20 het eerste lichaam door eerste flexibele verbindingsorga- nen, welk Y-vormig versterkingsdeel omvat: i) een tweede in het algemeen langwerpig lichaam dat een in het algemeen centrale opening vormt voor het opnemen van een langwerpig vasthoudelement; 25 ii) een tweetal versterkingselementen die draaibaar zijn verbonden aan een einde van het tweede lichaam door tweede flexibele verbindingsorganen, waarbij elk tweetal versterkingselementen tevens aan het andere einde met elkaar zijn verbonden door tweede 30 flexibele integrale banden die de centrale longitudi- nalehartlijn van het tweede lichaam doorsnijden, welke versterkingselementen aan hun tegenoverliggende einde draaibaar zijn verbonden met de genoemde dwarsarmen door de eerste flexibele verbindingsorganen, 35 waarbij de versterkingselementen en de dwarsarmen draaibaar verplaatsbaar zijn naar en van elkaar af 8620103 -16- tussen respectievelijk ingeklapte en uitgeklapte standen zodat de versterkingsribben en de versterkings-elementen een samenwerkende veerkrachtige wisselwerking verschaffen met de dwarsarmen om de verplaatsingen 5 naar hun ingeklapte en uitgeklapte starffen te ondersteu nen terwijl tegelijkertijd wordt bijgedragen aan hun vasthoudsterkte.
9. Bevestigingselement volgens conclusie 8 waarin de dwarsarmen en de versterkingselementen een driehoekige configuratie 10 hebben als de vast zet middelen in hun uitgeklapte stand staan.
10. Bevestigingselement volgens conclusie 9 waarin de vastzet middelen zijn gevormd en bemeten om het verwijderen van het lichaam uit de genoemde opening te voorkomen door de vastzet-middelen die samenwerken met een langwerpig vasthoudelement 15 dat in de genoemde kraag is gestoken.
11. Bevestigingselement volgens conclusie 10 voorts omvattende middelen om rotatie van het bevestigingselement te voorkomen als het1 langwerpige vasthoudelement wordt ingestoken.
12. Bevestigingselement volgens conclusie 11 waarin de midde-20 len om rotatie te voorkomen bestaan uit tenminste een langwerpig vin-element dat als één geheel aan het genoemde lichaam is bevestigd en zich hiervan radiaal naar buiten toe uitstrekt.
13. Bevestigingsorgaan volgens conclusie 8 waarin het langwerpige vasthoudelement bestaat uit een van schroefdraad voorzien 25 element en het tweede lichaam vervolgens middelen bevat om in aanraking te komen met het van schroefdraad voorziene element.
14. Bevestigingselement volgens conclusie 13, waarin de middelen om in aanraking te komen met het van schroefdraad voorziene element bestaat uit een moer.
15. Bevestigingselement volgens conclusie 8 waarin het eerste en tweede lichaam en de eerste en tweede flexibele banden zijn gevormd en geplaatst om in aanraking te komen met het langwerpige vasthoudelement.
16. Bevestigingselement volgens conclusie 15 waarin het lang-35 werpige vasthoudelement bestaat uit een van schroefdraad voorziene schroef. 8320105 -17-
17. Bevestigingssamenstel omvattende: a) een uitzetbaar kunststof bevestigingselement voor het vastzetten binnen een door een constructie-orgaan gevormde opening omvattende: 5 i) een in het algemeen langwerpig lichaam dat een in het algemeen centrale opening vormt voor het opnemen van een langwerpig vasthoudelement, welke opening tenminste een in hoofdzaak stijf uitsteeksel vormt dat zich binnen deze opening uitstrekt; 10 ii)een als één geheél met een einde van het lichaam ge vormde kraag die een flensdeel heeft dat zich in een algemene radiale richting naar buiten toe uitstrekt; en iii) vastzetmiddelen die met het lichaam zijn verbonden en 15 verplaatsbaar zijn tussen een ingeklapte stand om in een dergelijke opening steken en een uitgeklapte stand waarin de vastzet,middelen het verwijderen van het genoemde lichaam uit een dergelijke opening voorkomen, welke vast zet middelen bestaan uit een tweetal in hoofd-20 zaak stijve dwarsarmen die draaibaar met het lichaam zijn verbonden, welke dwarsarmen vervolgens draaibaar met elkaar zijn verbonden door flexibele integrale banden die de centrale longitudinale hartlijn van het genoemde lichaam 25 doorsnijden, welke dwarsarmen elk een integraal hiermee gevormde versterkingsrib hebben met een breedte kleiner dan de gemiddelde breedte van de dwarsarm en in hoofdzaak in het midden geplaatst ten opzichte van de breedte van „zich 30 genoemde dwarsarm en /tenmxnste uitstrekt over een deel van de dwarsarm en naar het lichaam tot voorbij de eerstgenoemde draaiverbinding, waarbij de dwarsarmen draaibaar verplaatsbaar zijn naar elkaar toe en van elkaar af tussen respectievelijk in-35 geklapte en uitgeklapte standen zodat de versterkings- ribben een samenwerkende veerkrachtige wisselwerking 8620103 -18- verschaffen met de dwarsaraten teneinde hierbij de verplaatsingen naar hun ingeklapte en uitgeklapte standen bij te staan, terwijl tegelijkertijd wordt bijgedragen aan hun vasthoudsterkte; en 5 b) een langwerpige sleutel die is gevormd en bemeten om in de genoemde opening van het lichaam en de kraag te steken als het bevestigingselement in een dergelijke opening is geplaatst die wordt gevormd door het constructie-orgaan, welke sleutel tenminste een uitsteeksel heeft dat van 10 zijn longitudinale hartlijn naar buiten loopt om in aan raking te komen met het overeenkomstig geplaatste inwendige uitsteeksel van het lichaam, de buitenste afmeting van het naar buiten toe uitstekende uitsteeksel van de sleutel en de inwendige afmeting van 15 het inwendige uitstekende uitsteeksel van het lichaam zijn zodanig dat het insteken van de genoemde sleutel in de genoemde opening van het lichaam de aanraking veroorzaakt van de respectievelijke uitsteeksels en de aanraking tussen het einddeel van de sleutel en de flexibele integrale 20 band van de vastzetmiddelen, waarbij de vastzetmiddelen wordt bijgestaan in het uitklappen naar zijn optimale uitgeklapte stand.
18. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 17 waarin tenminste een uitsteeksel van de opening van het lichaam bestaat uit 25 een meervoudig getrapt gedeelte en het uitsteeksel van de sleutel bestaat uit een overeenkomstig bemeten en gevormd meervou-dig getrapt gedeelte.
19. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 18, waarin tenminste een uitsteeksel van de opening van het lichaam tenminste 30 twee getrapte gedeelten heeft en het uitsteeksel van de sleutel tenminste twee overeenkomstig getrapte gedeelten heeft die zijn bemeten en gevormd om in aanraking te komen met de eerst genoemde getrapte gedeelten.
20. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 17 waarin de sleu-35 tel vervolgens een getrapt einddeel heeft en de flexibele wanden vervolgens een opening hebben die is gevormd en bemeten 8620103 -19- om overeen tekomen met het genoemde getrapte einddeel van de sleutel om de sleutel op een lijn te brengen met de genoemde flexibele band voor een positieve verbinding met de vastzet-middelen.
21. Bevestigingssamenstel omvattende: a) een uitzetbaar kunststofbevestigingselement om vast te zetten binnen een opening die wordt gevormd door een construc-tie-orgaan omvattende: i) een in het algemeen langwerpig lichaam dat een algemene 10 centrale opening vormt voor het opnemen van een langwer pig vasthoudelement; ii) een kraag die als een geheel met een einde van het lichaam is gevormd en een flensdeel heeft dat zich in een algemeen radiale richting hiervan naar buiten toe uit-15 strekt; en iii) vast zet middelen die met het lichaam zijn verbonden en verplaatsbaar zijn tussen een ingeklapte stand om in een dergelijke opening te steken en een uitgeklapte stand waarin de vastzet middelen het verwijderen van het lichaam 20 uit een dergelijke opening voorkomen, welke vastzet middelen bestaan uit een tweetal in hoofdzaak stijve dwarsarmen die draaibaar met het lichaam zijn verbonden, welke dwarsarmen vervolgens draaibaar met elkaar zijn 25 verbonden door eerste flexibele integrale banden die de centrale longitudinale hartlijn van het lichaam doorsnijden, welke dwarsarmen elk een als één geheel hiermee gevormde versterkingsrib hebben met een breedte kleiner dan de 30 gemiddelde breedte van de dwarsarm en in hoofdzaak in het midden geplaatst ten opzichte van de breedte van de genoemde dwarsarm en zich uitstrekt over tenminste een gedeelte van de dwarsarm en naar het lichaam voorbij de eerstgenoemde draaiverbinding, 35 waarbij de dwarsarmen draaibaar naar elkaar toe en van elkaar af kunnen worden verplaatst tussen respectievelijk 8620103 -20- ingeklapte en uitgeklapte standen zodat de versterkings-ribben een samenwerkende veerkrachtige wisselwerking verschaffen met de dwarsarmen teneinde hierbij de verplaatsingen naar hun ingeklapte en uitgeklapte standen bij te 5 staan, terwijl tegelijkertijd wordt bijgedragen aan hun vasthouds terkte; en b) een langwerpige sleutel die is gevormd en bemeten om in de opening van het lichaam en de kraag te steken als het be-vestigingselement in een dergelijke opening is geplaatst 10 die wordt gevormd door het constructie-orgaan, waarbij het insteekeinde van de sleutel een getrapte vorm heeft om in aanraking te komen met een overeenkomstig gelegen inwendig lopende getrapte vorm van de opening van het lichaam/ 15 waarbij de inwendige afmeting van het getrapte gedeelte van de opening van het lichaam en de buitenafmeting van het getrapte gedeelte van het insteekeinde van de sleutel zodanig zijn dat het insteken van de sleutel in de genoemde opening van het lichaam de aanraking veroorzaakt van de respectie-20 velijk aangebrachte getrapte gedeelten en de aanraking tussen het einddeel van de sleutel en de flexibele integrale band van de vastzetmiddelen/ waarbij de vastzetmiddelen worden bijgestaan in het uitklappen naar hun optimaal uitgeklapte stand.
22. Bevestigingssamenstel omvattende: a) een uitzetbaar kunststofbevestigingselement om vast te zetten binnen een opening wordt gevormd door een constructie-materiaal omvattende: i) een eerste in het algemeen langwerpig lichaam dat een 30 algemene centrale opening vormt voor het opnemen van een langwerpig vastzetelement; ii) een kraag die als één geheel is gevormd met een einde van het eerste lichaam en een flensdeel heeft dat zich in een algemeen radiale richting hiervan naar buiten toe 35 uitstrekt; en iii) vastzetmiddelen die zijn verbonden met het eerste lichaam 862 0 1 03 -21- en verplaatsbaar zijn tussen een ingeklapte stand om in een dergelijke opening te steken en een uitgetrapte stand waarin de vastzetmiddelen werkzaam zijn om het verwijderen van het lichaam uit een dergelijke opening te voor-5 komen, wélke vastzetmiddelen bestaan uit een tweetal in hoofdzaak stijve dwarsarmen die draaibaar met het genoemde lichaam zijn verbonden, welke dwarsarmen vervolgens draaibaar met elkaar zijn verbonden door eerste flexibele 10 integrale banden die de centrale longitudinale hartlijn van het lichaam doorsnijden, welke dwarsarmen elk een als één geheel hiermee gevormde versterkingsrib hebben met een breedte kleiner dan de gemiddelde breedte van de dwarsarm en geplaatst in hoofd-15 zaak in het midden ten opzichte van de breedte van de ge noemde dwarsarm en zich uitstrekkend over tenminste een deel van de dwarsarm en naar het lichaam tot voorbij de eerstgenoemde draaiverbinding, iv) een in het algemeen Y-vormig versterkkingsdeel dat draai-20 baar met de genoemde vastzetmiddelen van het eerste li chaam is verbonden door eerste flexibele verbindingsmiddelen welk Y-vormig verstrekkingsdeel bestaat uit: 1. een tweede in het algemeen langwerpig lichaam dat een in het algemeen centrale opening vormt voor het opnemen van het 25 langwerpige vasthoudelement; 2. een tweetal versterkingselementen die draaibaar zijn verbonden aan één einde van het tweede lichaam door tweede flexibele verbindingsmiddelen, elk tweetal versterkingselementen tevens aan het andere eind 30 met elkaar zijn verbonden door tweede flexibele integrale banden die de centrale longitudinale hartlijn van het tweede lichaam doorsnijden, welke versterkingselementen bij hun tegenoverliggende einden draaibaar zijn verbonden met de dwarsarmen door de eerste 35 flexibele verbindingsmiddelen, waarbij de versterkingselementen en de dwarsarmen draaibaar 8620103 -22- verplaatsbaar zijn naar elkaar toe en van elkaar af tussen respectievelijk ingeklapte en uitgeklapte standen zodat de ver-sterkingsribben en de versterkingselementen een samenwerkende veerkrachtig wisselwerking verschaffen met de dwarsarmen om 5 hierbij hm verplaatsing naar hm ingeklapte en uitgeklapte standenbij te staan terwijl tegelijkertijd wordt bijgedragen aan hm vasthoudsterkte; en b) een langwerpig vasthoudelement om zich hiermee te verbinden.
23. Bevestigingssamenstel omvattende: 10 a) een bevestigingselement van conclusie 6; en b) een van schroefdraad'Vooizien element om zich hiermee te verbinden.
24. Bevestigingssamenstel omvattende: a) een bevestigingselement van conclusie 13; en 15 b) een van schroefdraad voorzien element om zich hiermee te verbinden.
25. Bevestigingssamenstel omvattende: a) een bevestigingselement van conclusie 1; en b) een langwerpig vasthoudelement om zich hiermee te verbinden. 8620103
NL8620103A 1985-04-02 1986-03-26 Uitzetbaar bevestigingselement. NL8620103A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/718,920 US4878790A (en) 1985-04-02 1985-04-02 Expansible fastening element
US71892085 1985-04-02
PCT/US1986/000621 WO1986005847A1 (en) 1985-04-02 1986-03-26 Expansible fastening element
US8600621 1986-03-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8620103A true NL8620103A (nl) 1987-03-02

Family

ID=24888097

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8620103A NL8620103A (nl) 1985-04-02 1986-03-26 Uitzetbaar bevestigingselement.

Country Status (18)

Country Link
US (1) US4878790A (nl)
EP (1) EP0216865B1 (nl)
JP (1) JP2609237B2 (nl)
CN (1) CN1004825B (nl)
AU (1) AU580869B2 (nl)
CA (1) CA1272622A (nl)
DE (3) DE3689579T2 (nl)
ES (1) ES296592Y (nl)
IE (1) IE64491B1 (nl)
IL (1) IL78255A (nl)
IN (2) IN166104B (nl)
MX (1) MX161782A (nl)
NL (1) NL8620103A (nl)
NZ (1) NZ215694A (nl)
PT (1) PT82320A (nl)
SE (2) SE461420B (nl)
WO (1) WO1986005847A1 (nl)
ZA (1) ZA862283B (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4828439A (en) * 1987-05-15 1989-05-09 Giannuzzi Louis Screw anchor
US4943253A (en) * 1989-03-23 1990-07-24 Dry Dock Industries, Inc. Axial immobile fastener-receiving member
US5006027A (en) * 1989-03-23 1991-04-09 Dry Dock Industries, Inc. Fastener receiving cap
US5028186A (en) * 1990-01-29 1991-07-02 Mechanical Plastics Corp. Hollow wall anchor with enhanced holding strength
US4993901A (en) * 1990-02-26 1991-02-19 Mechanical Plastics Corp. Over-center hollow wall anchor with enhanced holding strength
AU656554B2 (en) * 1991-04-10 1995-02-09 H.P.M. Industries Pty Limited Securing device
US5665924A (en) * 1992-05-14 1997-09-09 I.E.I. Pty. Ltd. Gas sampling point for smoke/pollution detection system
US5308204A (en) * 1993-04-23 1994-05-03 Moen Lasse O Wall plug type fastener
US6356614B1 (en) 2000-06-19 2002-03-12 Westinghouse Electric Company Llc Anchor assembly for fuel bundle
US6746191B2 (en) 2001-02-06 2004-06-08 Illinois Tool Works Inc. Reusable rivet
US6494653B2 (en) 2001-04-17 2002-12-17 Emerson Electric Company Wall anchor
US7551705B2 (en) 2003-12-11 2009-06-23 Areva Np, Inc. Fuel assembly top nozzle repair sleeve and method for repairing a fuel assembly
US7261505B2 (en) * 2004-09-10 2007-08-28 Illinois Tool Works Inc. Self-drilling anchor
US7828501B2 (en) * 2006-03-10 2010-11-09 Moen Incorporated Mounting mechanism
US20090140530A1 (en) * 2007-12-03 2009-06-04 Timothy Alen LePage Dortye
EP2437668B1 (en) 2009-06-04 2016-08-10 Rotation Medical, Inc. Apparatus for fixing sheet-like materials to a target tissue
US8858143B2 (en) * 2010-05-03 2014-10-14 Black & Decker Inc. Wall anchor
CN202082223U (zh) * 2011-03-10 2011-12-21 鸿富锦精密工业(深圳)有限公司 挂勾
US20140154028A1 (en) * 2011-08-02 2014-06-05 Chunguang Pei Scisssors type expansion bolt
PL4055284T3 (pl) * 2019-11-04 2023-11-27 Bullfix Ltd. Urządzenie mocujące
CN113513522B (zh) * 2021-05-10 2022-08-30 浙江高强度紧固件有限公司 一种核电站用紧固件

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE506608C (de) * 1930-09-05 Wilhelm Korn Leckschraube
US2398784A (en) * 1944-10-23 1946-04-23 Gisondi Emanuel Fastening device
FR1143372A (fr) * 1955-03-14 1957-09-30 Licentia Gmbh Vis en matière synthétique
US3313083A (en) * 1963-05-29 1967-04-11 Tinnerman Products Inc Deformable plastic fastener
US3213746A (en) * 1963-10-24 1965-10-26 James E Dwyer Anchoring socket for screw type fasteners
US3487746A (en) * 1968-04-01 1970-01-06 Bertram H Kapnek Screw anchor
US3651734A (en) * 1969-04-23 1972-03-28 Mechanical Plastics Corp Expansible fastener
AU510498B2 (en) * 1976-09-15 1980-06-26 Mechanical Plastics Corporation Expansible fastener
GB1505595A (en) * 1976-12-15 1978-03-30 Futters Ltd Wall anchors
US4415299A (en) * 1977-06-06 1983-11-15 Dry Dock Industries, Inc. Anchoring retainer for threaded fasteners
JPS5422838U (nl) * 1977-07-15 1979-02-15
US4197781A (en) * 1978-04-18 1980-04-15 Giannuzzi Louis Screw anchor
US4274324A (en) * 1978-04-18 1981-06-23 Giannuzzi Louis Hollow wall screw anchor
DE2819862A1 (de) * 1978-05-05 1979-11-08 Hilti Ag Spreizduebel zur hintergreifenden befestigung
US4221154A (en) * 1978-08-02 1980-09-09 Mechanical Plastics Corp. Fastening element with anti-jacking device
DE2846070A1 (de) * 1978-10-23 1980-05-08 Hilti Ag Spreizduebel mit spreizarmen
CA1248793A (en) * 1979-12-21 1989-01-17 Thomas W. Mcsherry Fastening element
DE3046290A1 (de) * 1980-12-09 1982-07-08 Hilti AG, 9494 Schaan Spreizduebel fuer platten, mauerwerk und dgl. hohlraeume aufweisende bauteile
US4377358A (en) * 1980-12-29 1983-03-22 Phillips Plastics Corp. Expansion fastner
US4712956A (en) * 1981-09-21 1987-12-15 Usm Corporation Plastic wall anchor
US4499636A (en) * 1983-05-06 1985-02-19 Nifco Inc. Removable two-piece retaining means

Also Published As

Publication number Publication date
DE3689579T2 (de) 1994-05-19
AU580869B2 (en) 1989-02-02
DE3690168T1 (nl) 1987-07-16
IE860764L (en) 1986-10-02
US4878790A (en) 1989-11-07
ES296592Y (es) 1988-05-16
CA1272622A (en) 1990-08-14
NZ215694A (en) 1988-04-29
SE8801387L (sv) 1988-04-14
SE8801387D0 (sv) 1988-04-14
EP0216865A1 (en) 1987-04-08
IE64491B1 (en) 1995-08-09
DE3689579D1 (de) 1994-03-10
MX161782A (es) 1990-12-27
IL78255A (en) 1992-08-18
IN171358B (nl) 1992-09-19
ES296592U (es) 1987-12-01
IN166104B (nl) 1990-03-17
AU5663286A (en) 1986-10-23
SE8605171L (sv) 1986-12-02
WO1986005847A1 (en) 1986-10-09
ZA862283B (en) 1986-11-26
SE461420B (sv) 1990-02-12
CN1004825B (zh) 1989-07-19
EP0216865B1 (en) 1994-01-26
SE8605171D0 (sv) 1986-12-02
DE8690039U1 (de) 1987-09-10
PT82320A (en) 1986-05-01
JPS62502629A (ja) 1987-10-08
EP0216865A4 (en) 1991-01-16
JP2609237B2 (ja) 1997-05-14
SE465788B (sv) 1991-10-28
IL78255A0 (en) 1986-07-31
CN86102250A (zh) 1986-11-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8620103A (nl) Uitzetbaar bevestigingselement.
US4752170A (en) Fastening device with nesting anchoring elements
US5028186A (en) Hollow wall anchor with enhanced holding strength
US4270748A (en) Modularized slide
US4974701A (en) Step ladder construction
EP0516734B1 (en) Over-center hollow wall anchor with enhanced holding strength
US4089248A (en) Self-locking unitary molded plastic fastener
CZ2001456A3 (cs) Nezcizitelná anténa
US4211400A (en) Modularized slide
US6210069B1 (en) Support block for use in interconnecting storage crates, and method of using same
US5597007A (en) Foldable tent frame
CZ278958B6 (en) Fastening detail
CA1248793A (en) Fastening element
JPH0417455Y2 (nl)
GB2317413A (en) Moulded joint portion of a foldable tent frame member.
JPH0669416U (ja) クリップ