NL8603293A - Verbrandings-regelsysteem voor een oliebrander. - Google Patents

Description

! NL 33.977-Vo/hp *. a v

Verbrandings-regelsysteem voor een oliebrander

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verbrandings-regelsysteem voor een oliebrander, en in het bijzonder op een dergelijk regelsysteem dat geschikt is om een toevoersnelheid van zowel brandstof als lucht, die gefor-5 ceerd aan een oliebrander wordt toegevoerd, te regelen teneinde de verbranding in de oliebrander te regelen alsmede op een werkwijze voor het regelen van verbranding in de oliebrander.

Tot nog toe werd een variatie in de verbranding in 10 een oliebrander uitgevoerd op zodanige wijze, dat hetzij de hoeveelheid toe te voeren brandstof of een brandstoftoevoer-snelheid afhankelijk van de toe te voeren hoeveelheid lucht of een luchttoevoersnelheid werd gevarieerd, hetzij de brandstof toe voer snelheid afhankelijk van de luchttoevoersnelheid 15 werd gevarieerd, teneinde een volledige verbranding in een oliebrander te verkrijgen.

Een typisch voorbeeld van dergelijke conventionele oliebranders is beschreven in het Japanse gebruiks-model 5180/1967. In de stand van de techniek is de hoeveelheid 20 van toe te voeren brandstof of lucht ten opzichte van de hoeveelheid lucht of brandstof slechts bepaald in afhankelijkheid van de werking van een bedieningsorgaan, zoals een bediening skies schijf . Zoals blijkt uit het voorgaande faalt de bekende stand van de techniek in het meten van de werkelijk 25 toegevoerde brandstof of luchthoeveelheid, hetgeen resulteert in een fout in de juiste regeling van de verbranding.

De onderhavige uitvinding is een gevolg van het in het voorgaande genoemde nadeel van de stand der techniek.

Dientengevolge beoogt de onderhavige uitvinding een 30 verbrandings-regelsysteem voor een oliebrander te verschaffen, dat vlug en accuraat een gewenste variatie in de verbranding kan bewerkstelligen teneinde voortdurend een volledige verbranding in de oliebrander te garanderen.

Verder beoogt de onderhavige uitvinding een ver-35 brandings-regelsysteem voor een oliebrander te verschaffen,

860323 T

Λ — .« -2- dat in staat is om accuraat en betrouwbaar een regeling van de verbranding uit te voeren teneinde een volledige verbranding gedurende de verbranding te verkrijgen, wanneer een variatie in de verbranding is uitgevoerd.

5 Verder beoogt de onderhavige uitvinding een werk wijze voor het regelen van de verbranding in een oliebrander te verschaffen, die geschikt is om snel en accuraat een gewenste variatie in de verbranding te bewerkstelligen teneinde voortdurend een volledige verbranding in de oliebrander te 10 garanderen.

Daarnaast beoogt de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het regelen van verbranding in een oliebrander te verschaffen, die in staat is om accuraat en betrouwbaar een regeling van de verbranding te verschaffen teneinde 15 voortdurend een volledige verbranding te garanderen.

Hiertoe bezit het verbrandings-regelsysteem voor een oliebrander volgens de uitvinding het kenmerk, dat deze geschikt is om een toevoersnelheid van zowel lucht als brandstof olie, die aan een verbrandingsgedeelte van de oliebrander 20 worden toegevoerd te variëren teneinde de verbranding van de oliebrander te regelen, met een brandstoftoevoerorgaan voor het aan het verbrandingsgedeelte in afhankelijkheid van een brandstofregelsignaal toevoeren van brandstofolie; een lucht-toevoerorgaan voor het variabel aan het verbrandingsgedeelte 25 toevoeren van lucht; een luchttoevoersnelheidsdetectie-orgaan voor het detecteren van een toevoersnelheid van door middel van het luchttoevoerorgaan toegevoerde lucht teneinde een luchttoevoersnelheidsdetectie te genereren, dat correspondeert met de gedetecteerde luchttoevoersnelheid; een brand-30 stoftoevoersnelheidgeheugenorgaan voor het opslaan van een geschikte brandstoftoevoersnelheid, welke correspondeert met de toevoersnelheid van de aan het verbrandingsgedeelte toegevoerde lucht; en een regelorgaan voor het uitlezen van deze geschikte brandstoftoevoersnelheid uit het brandstoftoevoer-35 snelheidgeheugenorgaan afhankelijk van het door het luchttoe-voersnelheidsdetectie-orgaan gegenereerde luchttoevoersnel-heidsdetectiesignaal en voor het afgeven van het brandstofre- 8603293 -3- * 4 gelsignaal aan liet brandstoftoevoerorgaan teneinde brandstof-olie toe te voeren met de uitgelezen brandstoftoevoersnelheid.

Tevens wordt een werkwijze voor het regelen van de verbranding in een oliebrander verschaft, die het kenmerk be-5 zit, dat deze de volgende stappen omvat: het detecteren van een toevoersnelheid van werkelijk aan het verbrandingsgedeelte toegevoerde lucht; en het kiezen van een toevoersnelheid van brandstofolie, welke wordt toegevoerd aan het verbrandingsgedeelte, afhankelijk van de gedetecteerde luchttoevoersnelheid, 10 welke werkelijk wordt toegevoerd aan het verbrandingsgedeelte.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een aantal uitvoeringsvoorbeel-den van een verbrandings-regelsysteem volgens de uitvinding zijn weergegeven.

15 Fig. 1 toont een schematisch verticaal aanzicht van een uitvoeringsvorm van een oliebrander, in welke een verbrandings-regelsysteem volgens de onderhavige uitvinding is toegepast ? fig. 2 toont een blokschema van een uitvoeringsvorm 20 van een verbrandings-regelsysteem voor een oliebrander volgens de onderhavige uitvinding? fig. 3 toont een stroomdiagram van een voorbeeld van de besturing door een centrale besturingseenheid, die wordt toegepast in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2, en 25 fig. 4 toont een blokschema van een andere uitvoe ringsvorm van een', verbrandings-regelsysteem voor een oliebran-der volgens de onderhavige uitvinding.

Eerst zal een voorbeeld van een oliebrander,. waarin een verbrandings-regelsysteem volgens de onderhavige uitvin-30 ding is toegepast in het kort worden beschreven.

Fig. 1 toont een voorbeeld van een dergelijke oliebrander. De in fig. 1 getoonde oliebrander omvat een oliebrander van het pottype. Er wordt echter op gewezen, dat een oliebrander, in welke de onderhavige uitvinding kan worden 35 toegepast, zich niet beperkt tot een oliebrander van een dergelijk pottype.

De oliebrander volgens fig. 1 omvat een huis 10 en 8603233 > ^ -4- een verbrandingsgedeelte of branderlichaam 12, dat is opgenomen in het huis 10 en waaraan de brandstofolie en lucht worden toegevoerd voor het uitvoeren van een verbranding. In het voorbeeld bezit het verbrandingsgedeelte of het branderlichaam 5 10 de vorm van een pot, die geschikt is om daarin de verdam ping van brandstofolie, zoals kerosine, die daaraan wordt toegevoerd uit te voeren, alsmede het ontsteken en de verbranding van de verdampte brandstofolie. De pot 12 bezit een onderste kamer 14 en een bovenste kamer 16, die door een scheidings-10 wand 18 met een opening 20 in een centraal gedeelte daarvan van elkaar zijn gescheiden, door welke opening de kamers 14 en 16 met elkaar in verbinding staan. De onderste kamer 14 bezit een elektrische verhitter 22, die dient om de aan de pot 12 toegevoerde verbrandingsolie te verhitten teneinde de-15 ze te verdampen en om de verdampte verbrandingsolie te ontsteken onder gebruikmaking van, via gaten, die in een zijwand van de onderste kamer 14 zijn gevormd, toegevoerde lucht. De bovenste kamer 16 bezit een plaatvormig orgaan 26, dat boven de opening 20 is geplaatst en een omgekeerde schotelvorm be-20 zit teneinde de vlammen van in de onderste kamer ontstoken verbrandingsolie uit te spreiden en een aanzienlijke verbranding van de verdampte brandstofolie uit te voeren, waarbij gebruik wordt gemaakt van lucht, die daaraan via een groot aantal gaten 28, die in een zijwand van de bovenste kamer 16 25 zijn gevormd, wordt toegevoerd.

In het getoonde voorbeeld is het verbrandingsgedeelte of de pot 12 opgehangen in het huis 10 door middel van een ringvormige bovenplaat 30, die zich in horizontale richting uitstrekt vanaf de pot 12 naar het huis 10, zodat een 30 ringvormige luchttoevoerdoorgang 32 wordt gevormd tussen het huis 10 en de pot 12, teneinde verbrandingslucht vanaf een ventilator 34 via gaten in de pot daaraan toe te voeren.

De oliebrander omvat tevens een olietank 36, een oliereservoir 38 en een olietoevoerpijp 40. Brandstofolie 35 wordt geforceerd door middel van een electromagnetische pomp 42, die is aangebracht tussen de olietoevoerpijp 40 en het oliereservoir 38, toegevoerd.

8603293 -5- *

De oliebrander omvat verder een meervoudige verbran-dingscilinderconstructie 44, die is ondersteund op het huis 10 op een zodanige wijze, dat deze in verbinding staat met de pot 12. De verbrandingscilinderconstructie 44 ican warmtestra--5 ling afgeven aan de omgeving. In het bijzonder omvat de constructie 44 een roodgloeiend cilinderorgaan 46 en een warmte doorlaatbare cilinder 48, die zodanig is geplaatst, dat deze het cilinderorgaan 46 onder vorming van een ruimte daartussen omringt. Het cilinderorgaan 46 omvat een buitenste geperfo-10 reerde cilinder 50 en een binnenste geperforeerde cilinder 52, die concentrisch met elkaar zijn geplaatst.

Een verbrandingsregelsysteem volgens de onderhavige uitvinding kan worden toegepast in een als in het voorgaande beschreven geconstrueerde oliebrander. Een uitvoeringsvorm 15 van een verbrandingsregelsysteem volgens de onderhavige uitvinding is getoond in fig. 2. Het regelsysteem van de getoonde uitvoeringsvorm omvat een luchttoevoerorgaan dat, in de getoonde uitvoeringsvorm, een luc.htventilator 34 omvat. De luchtventilator 34 wordt aangedreven door middel van een wis-20 selstroommotor teneinde verbrandingslucht aan .de pot toe te voeren. De voor het luchttoevoerorgaan 34 toegepaste wissel-stroommotor is niet beperkt tot enige bepaalde motor, zolang het mogelijk is de omwentelingssnelheid daarvan te variëren.

In het algemeen kan een ëén-fase-inductiemotor worden toege-25 past als wisselstroommotor.

Het verbrandingssysteem omvat verder een brandstof-olietoevoerorgaan, dat een electromagnetische pomp 42 omvat.

De electromagnetische pomp 42 wordt geregeld door een pomp-regelcircuit (niet getoond). Een constructie van een derge-30 lijke electromagnetische pomp en de wijze van regeling van de pomp zijn in de stand van de techniek bekend. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt een electromagnetische pomp, die zodanig is geconstrueerd dat een cilinder wordt geactiveerd, telkens wanneer een aandrijf puls daaraan wordt toegevoerd, waar-35 bij een voorafbepaalde hoeveelheid brandstofolie wordt afgegeven, toegepast ..als brandstofolietoevoerorgaan 42.

8603293 τ -6-

De toevoer van elektrisch vermogen aan de lüchtven-tilator 34 en het brandstofolietoevoerorgaan inclusief de electromagnetische pomp 42, de bediening van het ontsteken van de oliebrander en het bedienen van het instellen van een 5 veiligheidsorgaan worden uitgevoerd door middel van een, (niet getoonde) regelschakelaar. In het algemeen moet, wanneer een luchttoevoersnelheid of de hoeveelheid van aan de pot 12 door middel van de luchtventilator 34 toe te voeren hoeveelheid verbrandingslucht toeneemt een brandstoftoevoersnelheid of de 10 hoeveelheid van daaraan toe te voeren verbrandingsolie overeenkomstig toenemen.

Het verbrandings-regelsysteem volgens de getoonde uitvoeringsvorm omvat verder een geheugeneenheid 60, die een brandstoftoevoersnelheidgeheugenorgaan vormt voor het in de 15 vorm van een voorafbepaalde functie of tabel opslaan van een toevoersnelheid van aan het verbrandingsgedeelte 12 toe te voeren . brandstofolie in overeenstemming met een toevoer-snelheid van lucht, die aan de pot door middel van de luchtventilator 34 moet worden toegevoerd. In de geheugeneenheid 20 60 kan de optimale brandstoftoevoersnelheid worden opgeslagen in relatie tot een toevoersnelheid van aan de pot 12 toegevoerde lucht, welke is bepaald door middel van een experiment.

Het verwijzingscijfer 62 duidt een rotatiedetector aan, die geschikt is om het aantal rotaties van een roterende 25 as van de motor voor de luchtventilator 34 op een rotatiesnel-heid van de roterende as te detecteren teneinde indirect een toevoersnelheid van aan de pot 12 door middel van de luchtventilator 34 toegevoerde lucht te detecteren, waarbij een luchttoevoersnelheiddetectiesignaal wordt afgegeven. De rota-30 tiesnelheid van de motor van de luchtventilator kan indirect worden gedetecteerd door het tellen van het aantal pulsen, welke worden afgegeven door een regelcircuit dat hierna in samenhang met de motor wordt beschreven. Het detecteren van de rotatiesnelheid zelf kan worden uitgevoerd door middel van 35 een conventionele detector, die bijvoorbeeld gebruikmaakt van een codeerorgaan of dergelijke.

De vorm van de bladen van een luchtventilator ver- 8603293 -7- 4 oorzaakt In het algemeen een toevoersnelheid van lucht, die wordt toegevoerd of gedwongen verplaatst door de luchtventilator, die kan worden gevarieerd, zelfs wanneer de rotatie-snelheid dezelfde is. Het is echter wel zo, dat een toevoer-5 snelheid van toegevoerde lucht evenredig is met de rotatie-snelheid van een motor van de luchtventilator. Dientengevolge resulteert het detecteren van een rotatiesnelheid van de luchtventilator in het detecteren van de werkelijke toevoer-snelheid van de aan de pot toegevoerde lucht.

10 Het verbrandings-regelsysteem volgens de getoonde uitvoeringsvorm omvat tevens een regelcircuit 64 voor het regelen van de luchtventilator 34. Het regelcircuit 64 kan een faseregelcircuit omvatten, dat een fasehoek van het op de wisselstroominductiemotor voor de luchtventilator 34 aange-15 brachte voltage kan wijzigen. Anderzijds kan het tevens een choppercircuit voor het regelen van het voltage, een inversie-circuit voor het regelen van de frequentie van het voltage of dergelijke omvatten.

Het verwijzingscijfer 66 duidt een bedieningsgedeel-20 te aan voor het verschaffen van een voorafbepaald rotatie-snelheidsopdrachtsignaal aan het regelcircuit 64. Het bedie-ningsgedeelte 66 kan zodanig zijn geconstrueerd dat het met de hand kan worden geregeld teneinde het rotatiesnelheidsop-drachtsignaal op te wekken. Anderzijds kan het zodanig zijn 25 geconstrueerd dat het signaal automatisch wordt opgewekt.

Het verbrandings-regelsysteem volgens de getoonde uitvoeringsvorm omvat verder een centrale besturingseenheid 68, die een regelorgaan vormt, en die een microcomputer kan omvatten. De centrale besturingseenheid 68 dient om geschikte 30 gegevens met betrekking tot een brandstoftoevoersnelheid of de hoeveelheid van aan de pot 12 toe te voeren brandstofolie uit de geheugeneenheid 60 te lezen afhankelijk van een lucht-toevoersnelheidsdetectiesignaal, dat is opgewekt door de ro-tatiedetector 62, waarna aan de electromagnetische pomp of aan 35 het brandstoftoevoerorgaan 42 een brandstofregelsignaal wordt afgegeven teneinde de toevoer van brandstofolie met de uitgelezen brandstoftoevoersnelheid te garanderen.

8603293 ; F * -8—

De centrale besturingseenheid 68 berekent het aantal aandrijfpulsen per tijdseenheid of een frequentie van de aan de electromagnetische pomp 42-toe te voeren aandrijfpuls afhankelijk van de brandstoftoevoersnelheidgegevens, die uit 5 de geheugeneenheid 60 zijn afgelezen. De berekening van het aandrijfpulsaantal wordt op geschikte wijze uitgevoerd afhankelijk van de karakteristieken van de gebruikte electromagnetische pomp 42. Het is bijvoorbeeld mogelijk, dat vooraf een frequentie van een aandrijfpuls corresponderend met een 10 brandstoftoevoersnelheid in de vorm van een tabel in een geheugen van de microcomputer wordt opgeslagen en op geschikte wijze een juiste frequentie van de aandrijfpuls gebaseerd· op deze tabel wordt gekozen. Aldus wordt het brandstofregelsig-naal toegevoerd aan de electromagnetische pomp 42 van het 15 brandstoftoevoerorgaan teneinde er voor te zorgen, dat de brandstofolie aan het verbrandingsgedeelte 12 wordt toegevoerd met een toevoersnelheid, die correspondeert met een luchttoevoersnelheid.

Vervolgens zal een voorbeeld van de besturing, die 20 in de centrale besturingseenheid wordt uitgevoerd, aan de hand van fig. 3 worden besproken.

In de eerste plaats zorgt de centrale besturingseenheid 68 er voor, dat de rotatiedetector 62 een rotatiesnelheid van de motor van de luchtventilator 34 detecteert. Wan-25 neer er enig verschil bestaat tussen de aldus gedetecteerde rotatiesnelheid en een referentiesnelheid respectievelijk een eerder gedetecteerde rotatiesnelheid leest de centrale besturingseenheid uit de in de geheugeneenheid 60 opgeslagen tabel een brandstoftoevoersnelheid uit, die correspondeert 30 met de rotatiesnelheid en berekent vervolgens het aantal aandrijfpulsen, die moeten worden toegevoerd aan de electromagnetische pomp 42.voor het verkrijgen van een vereiste brandstoftoevoersnelheid. Na de berekening geeft de centrale besturingseenheid een brandstofregelsignaal, dat het aantal 35 aandrijfpulsen aangeeft, af aan het regelcircuit van de electromagnetische pomp en keert vervolgens terug naar het begin. De besturing, die is getoond in het stroomdiagram 8603293 -y- ^ $ volgens fig. 2 is een voorbeeld, zodat de getoonde uitvoeringsvorm geenszins een beperking vormt van de wijze van besturen.

Hierna wordt de werking van de in fig. 2 getoonde 5 uitvoeringsvorm nader beschreven. Een (niet getoonde) start-schakelaar wordt geactiveerd teneinde het elektrisch vermogen vanaf een (niet getoonde) krachtbron toe te voeren aan de luchtventilator 34, het brandstoftoevoerorgaan, dat de electromagnetische pomp 42 omvat, en dergelijke.

10 Het bedieningsgedeelte 66 wekt een rotatiesnelheid- opdrachtsignaal op voor het instellen van een rotatiesnelheid van de motor voor de luchtventilator 34. In de getoonde uitvoeringsvorm, waarbij het luchtventilatorregelcircuit 64 een faseregelcircuit omvat, regelt het regelcircuit 64 een fase-15 hoek van het voltage, dat aan de motor van de luchtventilator 34 wordt geleverd afhankelijk van het signaal van het bedieningsgedeelte 66, zodat de motor kan worden aangedreven door middel van het door het regelcircuit 64 geregelde voltage. Wanneer de luchtventilator 34 roteert wordt lucht met een 20 toevoersnelheid, die althans nagenoeg evenredig is aan de rotatiesnelheid van de motor, aan het verbrandingsgedeelte 12 toegevoerd.

De rotatiedetector 62 detecteert de rotatiesnelheid van de motor van de luchtventilator 2 met een voorafbepaalde 25 cyclus en geeft aan de centrale besturingseenheid 68 een luchttoevoersnelheidsdetectiesignaal af, dat correspondeert met de rotatiesnelheid. De centrale besturingseenheid 68 leest uit de in de geheugeneenheid 60 opgeslagen tabel een geschikte brandstoftoevoersnelheid af, die afhangt van het 30 brandstoftoevoersnelheiddetectiesignaal.

Vervolgens berekent de centrale besturingseenheid 68 het aantal aandrijfpulsen per tijdseenheid of een frequentie van de puls en voert een brandstofregelsignaal toe aan het brandstofregelorgaan, dat de electromagnetische pomp 42 35 omvat, welk signaal het aantal berekende pulsen omvat. Deze handelingen worden herhaald.

Zoals in het voorgaande is beschreven is de getoonde 860 329 3 ?. · * -10- uitvoeringsvorm ontworpen om de rotatiesnelheid van de luchtventilator 34 te detecteren teneinde een werkelijke luchttoe-voersnelheid te detecteren en vervolgens een geschikte brandstof toevoersnelheid, afhankelijk van de werkelijke luchttoe-5 voersnelheid, te bepalen, zodat de verbranding stabiel en efficiënt kan plaatsvinden.

In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de luchttoe-voersnelheid gedetecteerd op basis van de rotatiesnelheid van de motor van de luchtventilator 34. De detectie kan echter 10 worden uitgevoerd onder gebruikmaking van een ander orgaan, zoals bijvoorbeeld een luchttoevoerdrukdetectie-orgaan voor het detecteren van een luchttoevoerdruk of een druk, met welke lucht aan de pot 1.2 wordt toegevoerd teneinde de luchttoe-voersnelheid te detecteren. De luchttoevoerdruk kan worden 15 gedetecteerd door het aanbrengen van een thermistor in de luchttoevoerdoorgang 32 van de oliebrander, die bijvoorbeeld wordt toegepast voor het detecteren van een variatie in temperatuur en een variatie in weerstand van de thermistor ten gevolge van het afkoelen van de thermistor door lucht, waar-20 door een variatie in de luchttoevoerdruk wordt gedetecteerd.

Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. In de weergegeven uitvoeringsvorm is een luchttoevoersnelheidbedieningsgedeelte 661, dat geschikt is om automatisch een rotatiesnelheidopdrachtsignaal af te 25 geven, in de plaats gekomen van het bedieningsgedeelte 66 in de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm. Het bedieningsgedeel-te 661 omvat een kamertemperatuurdetector 70 voor het metenvan de temperatuur in een kamer, in welke de oliebrander is geplaatst, een insteldeel 72 voor een referentietemperatuur, 30 een rotatiegeheugen 74 voor het opslaan van een rotatiesnelheid van een luchtventilator, zodat een kamertemperatuur op geschikte wijze een referentietemperatuur, die in het deel 72 is ingesteld, kan benaderen, wanneer er een verschil bestaat tussen de kamertemperatuur en de referentietemperatuur, als-35 mede een rotatiebeslissingsdeel 76 voor het detecteren van een verschil tussen een kamertemperatuur, die is gedetecteerd ter plaatse van de kamertemperatuurdetector 70 en een 8603293 -11- ref erentietemperatuur, die is ingesteld in het referentietemperatuur ins teldeel 72, teneinde een geschikte rotatiesnel-heid van de luchtventilator 34 uit het rotatiegeheugen uit te lezen. In de uitvoeringsvorm is het rotatiebeslissingsdeel 76 5 onafhankelijk aangebracht. De uitvoering kan echter zodanig zijn, dat de centrale besturingseenheid 68 de werking van het rotatiebeslissingsdeel 76 alsmede zijn werking uitvoert, waardoor het rotatiebeslissingsdeel overbodig wordt.

Het resterende gedeelte van de uitvoeringsvorm kan 10 althans nagenoeg op de in fig. 2 getoonde wijze zijn geconstrueerd.

Het luchttoevoersnelheidbedieningsgedeelte 661, dat is ontworpen als beschreven in het voorgaande, stelt op geschikte wijze een rotatiesnelheid van een motor voor een 15 luchtventilator 34 in afhankelijk van een variatie in een kamertemperatuur teneinde er voor te zorgen, dat de kamertemperatuur een referentietemperatuur benadert, zodat een geschikte brandstoftoevoersnelheid kan worden gekozen afhankelijk van een variatie in een kamertemperatuur.

20 Dê uitvinding is niet beperkt tot de in het voor gaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijzen kunnen worden gevarieerd.

8603293

Claims (11)

1. Verbrandings-regelsysteem voor een oliebrander, met het kenmerk, dat deze geschikt is om een toevoersnelheid van zowel lucht als brandstofolie, die aan een verbrandingsgedeelte van de oliebrander worden toege- 5 voerd te variëren teneinde de verbranding van de oliebrander te regelen, met: - een brandstoftoevoerorgaan voor het aan het verbrandingsgedeelte in afhankelijkheid van een brandstofregelsignaal toevoeren van brandstofolie; 10. een luchttoevoerorgaan voor het variabel aan het verbran dingsgedeelte toevoeren van lucht; - een luchttoevoersnelheidsdetectie-orgaan voor het detecteren van een toevoersnelheid van door middel van het luchttoevoerorgaan toegevoerde lucht teneinde een lucht- 15 toevoersnelheidsdetectie te genereren, dat correspondeert met de gedetecteerde luchttoevoer snelheid; - een brandstoftoevoersnelheidgeheugenorgaan voor het opslaan van een geschikte brandstoftoevoersnelheid, welke correspondeert met de toevoersnelheid van de aan het ver- 20 brandingsgedeelte toegevoerde lucht; en - een regelorgaan voor het uitlezen van deze geschikte brandstoftoevoersnelheid uit het brandstoftoevoersnelheid-geheugenorgaan afhankelijk van het door het luchttoevoer-snelheidsdetectie-orgaan gegenereerde luchttoevoersnel- 25 heidsdetectiesignaal en voor het afgeven van het brand stofregelsignaal aan het brandstoftoevoerorgaan teneinde brandstofolie toe te voeren met de uitgelezen brandstoftoevoersnelheid .

2. Verbrandings-regelsysteem volgens conclusie 1, 30 met het kenmerk, dat het luchttoevoerorgaan is voorzien van: - een motor voor een luchttoevoer; - een luchttoevoersnelheidbedieningsgedeelte voor het kiezen van een toevoersnelheid van de lucht; 35. een regelcircuit voor het regelen van de rotatiesnelheid 8603293 -13- m variërende factoren, welk regelcircuit de waarde van een de rotatiesnelheid variërende factor varieert, zoals het voltage, het vermogen, de fase, de frequentie of dergelijke teneinde een rotatiesnelheid van de motor, afhanke-5 lijk van een regel signaal,, dat wordt af gegeven door het luchttoevoersnelheidregelgedeelte, te regelen.

3. Verbrandings-regelsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de motor een wisselstroom-motor omvat en dat het regelcircuit een faseregelcircuit om- 10 vat voor het regelen van een fa.seh.oek van het op de wissel-stroommotor aangebrachte voltage.

4. Verbrandings-regelsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het luchttoevoersnelheidbe-dieningsgedeelte een kamertemperatuurdetector voor het detec- 15 teren van een temperatuur van. een kamer, in welke de oliebran-der is geplaatst, omvat alsmede een insteldeel voor een re-ferentietemperatuur, zodat de luchttoevoersnelheid kan worden gekozen afhankelijk van een verschil tussen de gedetecteerde kamertemperatuur en de genoemde referentietemperatuur.

5. Verbrandings-regelsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het luchttoevoersnelheidde-tectie-orgaan een rotatiesnelheiddetector omvat voor het detecteren van een rotatiesnelheid van een uitgaande as van de motor.

6. Verbrandings-regelsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het luchttoevoersnelheidde-tectie-orgaan een luchttoevoerdrukdetector omvat voor het detecteren van de druk van door middel van het luchttoevoer-orgaan toegevoerde lucht.

7. Verbrandings-regelsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het brandstoftoevoersnel-heidgeheugenorgaan en het regelorgaan een geheugengedeelte respectievelijk een centrale besturingseenheid van een microcomputer omvatten.

8. Verbrandings-regelsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het brandstoftoevoerorgaan een electromagnetische pomp omvat, welke wordt geactiveerd 8303233 s, v — 14 — door middel van het door het regelorgaan gegenereerde brand-stofregelsignaal.

9. Verbrandings-regelsysteem voor een oliebrander, met het kenmerk, dat deze geschikt is om een 5 toevoersnelheid van zowel lucht als brandstofolie, die aan een verbrandingsgedeelte van de oliebrander worden toegevoerd te variëren teneinde de verbranding van de oliebrander te regelen, met: - een luchttoevoerorgaan voor het variabel aan het verbran- 10 dingsgedeelte toevoeren van lucht; - een brandstoftoevoerorgaan voor het variabel toevoeren van brandstofolie aan het verbrandingsgedeelte, welk brandstoftoevoerorgaan een toevoersnelheid van de brand-stofolie afhankelijk van een brandstofregelorgaan 15 varieert; - een luchttoevoersnelheiddetectie-orgaan voor het detecte ren van een toevoersnelheid van werkelijk aan het verbrandingsgedeelte toegevoerde lucht; - een orgaan voor het kiezen van een brandstoftoevoersnel- 20 heid, afhankelijk van de door het luchttoevoersnelheid- detectie-orgaan gedetecteerde luchttoevoersnelheid teneinde het brandstofregelorgaan aan het brandstoftoevoerorgaan te verschaffen.

10. Werkwij ze voor het regelen van de verbranding 25 in een oliebrander volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze de volgende stappen omvat: - het detecteren van een toevoersnelheid van werkelijk aan het verbrandingsgedeelte toegevoerde lucht; en 30. het kiezen van een toevoersnelheid van brandstofolie, welke wordt toegevoerd aan het verbrandingsgedeelte, afhankelijk van de gedetecteerde luchttoevoersnelheid, welke werkelijk wordt toegevoerd aan het verbrandingsgedeelte.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de brandstoftoevoersnelheid wordt gekozen door middel van een bewerking door een microcomputer. 8603233