NL8603019A - Werkwijze voor het vervaardigen van gekleurde betonnen dakpannen met een natuurlijk ruw oppervlak. - Google Patents

Description

f.-,.. - „_A . ! VO 8467

Werkwijze voor het vervaardigen van gekleurde betonnen dakpannen met een natuurlijk ruw oppervlak.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van betonnen dakpannen met een natuurlijk ruw oppervlak en een bepaalde kleuroptiek overeenkomstig het inleidende gedeelte van conclusie 1.

5 Betonnen dakpannen worden tegenwoordig praktisch uitsluitend en alom overeenkomstig de strengpersmethode vervaardigd. De strengpersmethode voor het vervaardigen van betonnen dakpannen is voldoende bekend (zie b.v. Betonstein-Zeitung, 10/1959, pag. 413-419} en behoeft hier niet in detail te worden beschreven. Door de vervaardiging vormt zich aan het 10 oppervlak van de op deze wijze vervaardigde betonnen dakpannen een dunne cementextrusielaag met een dikte van ongeveer 0,5 mm. Voor dergelijke betonnen dakpannen zijn tot nu toe de volgende oppervlakteveredelings-. . methoden bekend, namelijkj m) De cementextrusielaag blijft aanwezig, zodat de betonnen dakpan een 15 betrekkelijk glad oppervlak bezit.

Een bezwaar is, dat deze niet-behandelde cementextrusielaag - zoals uit de ervaring is gebleken - over een tijdsbestek van ca. 10 tot 20 jaren verweert. Daarbij worden aan het oppervlak van de betonnen dakpan lichte zandkorrels zichtbaar. Het oppervlak van de betonnen dak-20 pan wordt ruw en men verkrijgt een zogenaamde peper- en zoutstructuur.

Het optische voorkomen van de betonnen dakpan verandert tijdens de ver-weringsperiode. Wanneer bij een dakoppervlak een gedeelte van de verweerde betonnen dakpannen moét worden verwisseld tegen nieuwe betonnen . dakpannen met een glad oppervlak dan kunnen de verschillen in de beton-25 nen-dakpanoptiek niet worden vermeden en blijft een onnatuurlijke indruk achter.

n) Een verzuring van het oppervlak van de betonnen dakpan na thermisch harden, bij voorkeur met een 3 tot 10%ige zoutzuuroplossing.

Een dergelijke verzuring van de betonnen dakpannen reduceert wel-30 iswaar de neiging tot verwering, doch een ongewenste verandering van het voorkomen van het oppervlak van de betonnen dakpan tij dens de verwerings-periode - evenals boven onder m) aangegeven - is niet te vermijden.

SS9 3 019 5¾.. -¾ -2-' o) Een later opbrengen van een nieuw, uit cement of uit zand en cement bestaand slik op het oppervlak van de betonnen dakpan.

Zoals bekend is vormen cementslikken, inclusief slik met een toeslag aan zeer fijn zand, bij het hardingsproces in de regel een 5 glanzende oppervlaktelaag. Tijdens de verweringsperiode neemt het oppervlak van de neemt het oppervlak van de betonnen dakpan in steeds sterkere mate een meer mat voorkomen· aan. Bovendien verweert een dergelijk slik - afhankelijk van de dikte daarvan - na een bepaalde periode, bijvoorbeeld na ongeveer tien jaar waardoor de totale laagdikte daarvan 10 afneemt. Daarna begint weer het boven onder m) beschreven erosieproces met de genoemde nieuwe verandering van het voorkomen.

pj Een later opbrengen van polymeren of van een slik uit heldere lak, kleurstoffen of glanzende oppervlaktelagen. en dergelijke op het oppervlak van de betonnen dakpan.

15 De tot nu toe bij het vormen van een laag op oppervlakken van betonnen dakpannen gebruikte polymeertypen (acrylaten, styrolacrylaten, vinylacetaten enz.) zijn bij verwering slechts begrensd houdbaar. Zoals uit waarnemingen is gebleken is een dergelijke polymeerlaag na ongeveer 15 jaar in maximale mate verweerd. Na een volledig verdwijnen van de 20 polymeerlaag treedt dan weer het wat zijn effecten betreft boven onder m) aangegeven, voor het optische voorkomen bezwaarlijke verwerings-mechanisme op.

q) Een verder opbrengen van gekleurd zandgranulaat op de vooraf reeds op het oppervlak van de betonnen dakpan aangebrachte slik.

25 Ook een na het opbrengen van een cementslik op dit aangebrachte zandgranulaat is niet bestendig over de verweringsperiode. Het zandgranulaat wordt tengevolge van de begrensde hechting aan de ondergrond in de loop van de tijd volledig verwijderd. Het optische voorkomen van het oppervlak van de betonnen dakpan verandert reeds tengevolge van het 30 granulaatverlies. De cementslik wordt zichtbaar en wordt na vrijkomen blootgesteld aan verwering, waarbij dan weer het wat zijn nadelen betreft boven onder o) beschreven verweringsmechanisme begint.

Als resultaat blijken alle met deze methoden te verkrijgen oppervlakken van betonnen dakpannen wat betreft hun bestendigheid over een gewenst lange verweringsperiode niet voldoende resistent te zijn.

8603019 • £ ji -3-

De uitvinding stelt zich ten doel een werkwijze van het bovenbeschreven type te verschaffen/ waarmede betonnen dakpannen kunnen worden vervaardigd/ waarvan het oppervlak over de verweringsperiode steeds eenzelfde voorkomen behoudt.

5 Uitgaande van een werkwijze voor het vervaardigen van betonnen dakpannen met een natuurlijk ruw oppervlak en bepaalde kleuroptiek overeenkomstig de strengpersmethode uit een mengsel van Portland-cement, zand met een zeef grootte tot ongeveer 4 mm, water en een aan de kleuroptiek aangepast kleurtoeslagmateriaal bijvoorbeeld in een verhouding IQ van 3-3,8 gew.dln zand en 0,35-0,45 gew.dln water op 1 gew.dl Portland-cement is de oplossing volgens de uitvinding voor het bovenstaande probleem daarin gekenmerkt, dat a) een zodanig zand wordt gebruikt, (s) dat een natuurlijke kleur bezit, welke in zo sterk mogelijke 15 mate overeenkomt met de kleuroptiek van de gereed zijnde betonnen dakpan; of (t) dat - in het geval van een kleuroptiek met rode of roodbruine kleurtonen - tot ongeveer 1 gew.% ijzeroxyde bevat en door een extra brandproces een met de kleuroptiek van de gereed zijnde 20 betonnen dakpan in een zo sterk mogelijke mate overeenkomende kleuring heeft aangenomen; b) na een vormgeving, doch nog voor een thermische harding aan de bovenzijde van de betonnen dakpan een hardingsvertragingsmateriaal gelijkmatig verdeeld in een aan de gewenste oppervlakteruwheid aan- 25 gepaste hoeveelheid wordt aangebracht; en c) na de thermische harding de niet-geharde oppervlaktelaag wordt verwijderd.

Gunstige uitvoeringsvormen en verdere ontwikkelingen van de werkwijze volgens de uitvinding blijken uit de onderconclusies.

30 Door de combinatie van maatregelen volgens de uitvinding, namelijk; - het inkleuren van het rode betonmengsel met een kleurtoeslagmateriaal, - het gebruik van gekleurd zand voor het vormen van het betonmengsel, en - het aanbrengen van een hardingsvertragingsmateriaal voor het verkrij- 35 gen van een bepaalde oppervlakteruwheid .

8S0301S

'λ -4-- wordt gewaarborgd, dat het kleuroptische voorkomen van het oppervlak van de betonnen dakpan over de verweringsperiode niet verandert, dat wil zeggen steeds eenzelfde voorkomen behoudt- Met dé kenmerken van de werkwijze volgens de uitvinding kan een bepaalde oppervlakteruwheid op 5 een beoogde wijze worden ingesteld; daardoor wordt een van geval tot geval verschillende, doch steeds bepaalde oppervlaktestructuüroptiek bij de betonnen dakpan zichtbaar en deze optiek blijft over de verweringsperiode behouden. Bij de met de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde betonnen dakpannen is aan het oppervlak daarvan naast de kleur-10 toon bepalende grondmassa ook de korrel van het steeds gebruikte zand zichtbaar en omdat de zandkorrels in een geringe mate uit het inbed-dingsvlak uitsteken, verkrijgt men voor het oppervlak het voorkomen van een natuurlijk ruwe structuur. De graad van ruwheid kan worden ingesteld , door de hoeveelheid van het gebruikte hardingsvertragingsmiddel, dat 15 volgens de uitvinding na het vormgevingsproces doch voor het thermische hardingsproces gelijkmatig verdeeld over de bovenzijde van de betonnen dakpannen wordt aangebracht. Aansluitend op de thermische harding wordt de oppervlakteruwheid na het verwijderen van het niet-geharde materiaal zichtbaar. De materiaalverwijdering geschiedt bij voorkeur door afwas-20 sen met onder een hoge druk toegevoerd water.

Ofschoon het hardingsvertragingsmateriaal werkzaam is tot een betrekkelijk grote diepte, die echter door instelmiddelen van de receptor, zoals bijvoorbeeld eiwit- of cellulosepreparaten kan worden ingesteld en kan worden begrensd, kan tenslotte worden gewaarborgd, 25 dat ook na het wegspoelen respectievelijk wegslijten van zanddeeltjes tengevolge van een verwering van het oppervlak van de betonnen dakpan noch het kleuroptische noch het structuuroptische, natuurlijke ruwe vóórkomen daarvan wordt gewijzigd. Met andere woorden betekent dit, dat ook na een bepaalde afslijting van zand en delen van de ingeverfde 30 cementextrusielaag geen verandering bij het eenmalig gegeven voorkomen van'het oppervlak van de betonnen dakpan kan optreden omdat steeds dezelfde laagstructuur aanwezig is.

Weliswaar is uit het DE-OS 28 12 496 reeds een werkwijze voor het vervaardigen van betonnen stenen met een, het natuurlijke zandsteen-35 oppervlak imiterend oppervlak bekend. Voor het vervaardigen wordt eerst in een vorm een laag van een mengsel van beton, kwartszand en kleurstof,

860301S

-5-.

£......ïk.' welke overeenkomt met de gewenste zandsteenoppervlaktekleur, gebracht.

Op deze laag wordt een verder mengsel bestaande uit zand met slechtere kwaliteit, gruis of grind gebracht. Daarna wordt de gehele vorm op een schudinrichting aangestampt en aangeschud» Na het verwijderen en harden ..

5 van de op deze wijze voorgevormde betonnen platen worden deze met het daarna te vormen zandsteenoppervlak door een metaalgranulaat-straal-inrichting of zandstraalinrichting bewogen om het oppervlak van de voorgevormde betonnen stenen gelijkmatig te bestralen. Het bekende voorstel heeft echter geen betrekking op de vervaardiging van bétonnen dakpannen; 10 bij de bekende vervaardigingsmethode wordt geen gebruik gemaakt van de strengpersmethode. Ook wordt niet gerept over het gebruik van zand meteen bepaalde kleur. Het wezenlijke onderscheid bestaat echter daarin, dat de bekende ruw-makingsmethode met de zandstraal-blaasinrichtingen slechts de bovenste zwanddeeltjeslaag wat korrels betreft georiënteerd 15 vormt. In verband met de relatief geringe binding daarvan met de zich daaronder bevindende betonlaag worden - in het geval van een verwering of na verloop van tijd - de zanddeeltjes van de bovenste laag snel weggesleten en dan komt de daaronder gelegen cementextrusielaag met de weinige resp. nauwelijks zichtbare kwartszanddeeltjes te voorschijn.

20 Hierna zal de werkwijze volgens de uitvinding nog eens nader gedetailleerd worden toegelicht.

De betonnen dakpannen worden volgens de wat de details betreft \ daarvan algemeen bekende strengpersmethode vervaardigd uit een mengsel van Portland-cement, zand met een zeefgrootte tot ongeveer 4 mm en water 25 in een verhouding van 3-3,8 gew.dln zand en 0,35-0,45 gew.dln water op.

1 gew.dl cement. Aan het mengsel wordt een kleurtoèslagmateriaal in de voor pigmentering gebruikelijke hoeveelheden, bij voorkeur tot 0,025 gew.dln kleurtoeslagmateriaal op 1 gew.dl cement toegevoegd. Men kiest Portland-cement omdat dit wat betreft de kwaliteitseisen daarvan 30 en wat betreft de hydraulische hardingseigensehappen daarvan vastligt. Overeenkomstig een belangrijk oogpunt van de uitvinding wordt een zodanig type zand gebruikt, dat - overeenkomstig een alternatief - reeds met de natuurlijke kleur daarvan het meest overeenkomt met de gewenste kleuroptiek van de gereed zijnde betonnen dakpan; dit geldt meer in het 35 bijzonder voor gele, groene, grijze, bruine en zwarte kleurtonen. Voor groene kleurtonen wordt bijvoorbeeld een zand van het gesteentetype 8805019 • -6- . * „ 's.

/ diabaasgroen voor gele kleurtonen geel kwarts- of kwartsietzand, voor grijze kleurtonen grijs granietzand en voor antracietkleurige en zwarte kleurtonen een zand met de aanduiding diabaasgrijs of donkergrijs gebruikt. Voor betonnen dakpannen waarvan de kleuroptiek bruine tonen 5 moet bezitten, kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een bruin kwartszand. Iets dergelijks geldt voor bepaalde roodachtigbruine kleurtonen, waarvoor bijvoorbeeld roodachtigbruin kwartsporfyrzand of roodachtigbruin granietzand kan worden gebruikt.

Overeenkomstig een ander alternatief wordt voor betonnen dak-10 pannen, waarvan de gewenste kleuroptiek een rode toon of bepaalde roodbruin kleurtonen moet bevatten, een soort zand gebruikt, welke geringe aandelen van tot ongeveer 1% ijzeroxyde bevat. Door een brandproces wordt aan dit zand de gewenste rode resp. roodbruine kleurtoon opgedrukt. Hiertoe wordt het zand in een geschikte oven bijvoorbeeld bij tempera-15 turen van maximaal. 600 °C maximaal 45 minuten lang of bij temperaturen tot 500 °C maximaal 60 minuten lang gebrand. Hierbij is de brandduur bij de bepaalde maximale temperatuur maatgevend voor de intensiteit van de roodkleuring. Dit betekent, dat uitgaande van de natuurlijke kleur daarvan het zand tijdens het brandproces bij toenemende brandduur via rood-20 bruintonen heen tot een intensief donkere rode toon verkleurt. Bij bepaalde temperaturen treedt na een bepaalde brandduur geen noemenswaardige verhoging van de rode toon meer op, dat wil zeggen dat een bepaalde verzadigingsgraad wordt bereikt. Deze periode is voor de betreffende boven aangegeven oventemperaturen als maximale brandduur aangegeven.

25 Dit betekent, dat door een geschikte tijd- en temperatüurbestüring van het brandproces de voor de gewenste kleuroptiek van de gereed zijnde betonnen dakpan gewenste rode resp. roodbruine kleurtoon exact kan worden ingesteld.

De in het betonmengsel in te brengen kleurtoeslagxnaterialen 30 resp. kleurmiddelen kunnen kleurgevende pigmenten zijn, die in vaste vorm in het mengsel worden geïntroduceerd. Bij deze kleurtoeslagmate-rialen kan het vaste ijzeroxydepigmenten betreffen, welke voor de gewenste betonnen dakpanoptiek van geel- via groen-, bruin-, rood- tot grijs- en zwarttonen kleurbepalend zijn. In dit geval moeten echter be-35 paalde maatregelen ten aanzien van het wateraandeel in het betonmengsel worden getroffen om de doorkleuring daarvan te waarborgen. Dikwijls is 86Ö.3019

¢-________JS

. -7- het meer doelmatig en meer eenvoudig als kleurmiddelen ijzeroxyde-kleurSuspensies te gebruiken en deze in het betonmengsel in te brengen.

Na het bereiden van het beton uit de bovengenoemde bestanddelen Portland-cement, zand, water en kleurtoeslagmaterialen worden de beton-5 nen dakpannen in het vormgevingsproces van de op zichzelf bekende strengpersmethode vervaardigd. Om het natuurlijke ruwe oppervlak te verkrijgen wordt na het vormgevingsproces doch nog voor het thermische hardings-proces op de bovenzijde van de voorgevormde betonnen dakpannen een hardingsvertragingsmateriaal gelijkmatig verdeeld aangebracht. De hoeveel-10 heid hardingsvertragingsmateriaal per oppervlakte-eenheid wordt overeenkomstig de gewenste oppervlakteruwheid gekozen. Als hardingsvertragings-materialen kunnen bijvoorbeeld hydroxycarbonzuren of fosfaten of lignine-sulfonaten worden gebruikt. Bij voorkeur worden deze hardingsvertragings-materialen steeds in een receptuur tezamen met een verdikkingsmiddel, 15 zoals bijvoorbeeld eiwit of cellulose gebruikt. Het hardingsvertragingsmateriaal kan op het oppervlak van de betonnen dakpan worden gesproeid of daarop door middel van borstels worden aangebracht. Het vloeibare hardingsvertragingsmateriaal diffundeert.dan meer of minder diep in de voorgevormde betonnen dakpan. De indringdiepte bepaalt het als verdik-20 kingsmiddel dienende aandeel van het recept, bijvoorbeeld een eiwit- of cellulosepreparaat. Hoe meer verdikkingsmiddel in het recept aanwezig is, des te minder dringt het vloeibare hardingsvertragingsmateriaal in de betonnen dakpan binnen. In het algemeen bepaalt het hardingsvertragingsmateriaal de graad van de oppervlakteruwheid, welke met de werk-25 wijze volgens de uitvinding bij gereed zijnde betonnen dakpannen kan worden ingesteld. Na het aanbrengen van het hardingsvertragingsmateriaal worden de op deze wijze voorbehandelde betonnen dakpannen onderworpen aan een thermisch hardingsproces. Bij voorkeur geschiedt dit in een verwarmde kamer bij ongeveer 60°C gedurende een periode van 6-8 uur 30 om het harden uit te voeren.

Na deze thermische harding bevindt zich in verband met het hardingsvertragingsmateriaal op de betonnen dakpannen nog een niet-geharde oppervlaktelaag. Deze niet-geharde oppervlaktelaag wordt daarop verwijderd, bij voorkeur in een daarop aansluitend wasproces, waarbij water 35 onder hoge druk wordt toegevoerd en de niet-geharde oppervlaktelaag wordt weggewassen.

8693019 -8-

De betonnen dakpannen zijn na dit wasproces op zichzelf gereed en bezitten dan een natuurlijk ruw oppervlak, dat door de zichtbare, doch slechts minimaal uit het vlak van het oppervlak uitstekende zandkorrels wordt bepaald. Men verkrijgt de gewenste kleuroptiek van de be-5 tonnen dakpan door het kleurtoeslagmateriaal en de kleur van het in het mengsel ingebrachte zand.

Tn het geval, dat de met de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde betonnen dakpan in een streek met ongunstige verweringsomstan-digheden moet worden gebruikt, kan het van voordeel zijn het oppervlak 10 van de betonnen dakpan na het wasproces nog aan een zuurbehandeling te onderwerpen en eventueel verdere oppervlakte-afdichtmaatregelen toe te passen. Indien de zuurbehandeling plaatsvindt, geschiedt deze bij voorkeur in een geschikte installatie door het sproeien van 3-5%ig zoutzuur, eventueel gevolgd door daaropvolgend afspoelen met water. Een daarop 15 aansluitende of met het zuurbehandelingsproces gekoppelde oppervlakte-afdekking kan door het aanbrengen van geschikte impregneer- of dekmaterialen plaatsvinden. De eindafdichting van het oppervlak van de betonnen dakpan kan bijvoorbeeld plaatsvinden door het besproeien met heldere lak uit de dispersiesector, waarbij deze heldere-lakmengsels in een geringe 20 mate met vulstoffen, zoals calciet, kwarts, talk of dergelijke kunnen-zijn gevuld.

De eventueel uit te voeren zuurbehandeling van het oppervlak van de betonnen dakpan dient voor het tot een minimum terugbrengen resp. volledig vermijden van verweren van het beton. Door de oppervlakte-25 afdekking worden de verweringsinvloeden tenminste gedurende een bepaalde periode,van het oppervlak van de met de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde betonnen dakpannen met natuurlijke ruwheid verre gehouden.

Dé te gebruiken impregneer- resp. bekledingsmaterialen zijn helder resp. transparant eri beïnvloeden noch de met de werkwijze beoogde kleuroptiek 30 van de betonnen dakpan noch de met de werkwijze beoogde oppervlakte-structuuroptiek met natuurlijke ruwheid van de betonnen dakpan.

Met de werwkijze volgens de uitvinding gelukt het voor de eerste maal betonnen dakpannen te vervaardigen, welke over de verweringsperiode inderdaad steeds eenzelfde voorkomen zowel wat betreft de oppervlakte-35 kleur aisook wat betreft de oppervlaktestructuur behouden.

8803019 ........i_

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van betonnen dakpannen met een natuurlijk ruw oppervlak en een bepaalde kleuroptiek volgens de strengpersmethode uit een mengsel van Portland-cement, zand met een zeef grootte tot ongeveer 4 mm, water en een aan de kleuroptiek aangepast kleurtoeslag-5 materiaal, bijvoorbeeld in een verhouding van 3-3,8 gew.dln zand en 0,35-0,45 gew.dln water op 1 gew.dl Portland-cement met het kenmerk, dat a) een zodanig zand wordt toegepast, (s) dat een natuurlijke kleur bezit, welke in sterke mate overeen- 10 komt met de kleuroptiek van de gereed zijnde betonnen dakpan, of (t) dat - in het geval van een kleuroptiek met rode of roodbruine kleurtonen - tot ongeveer 1 gew.% ijzeroxyde bevat en door een extra brandproces een in sterke mate met de kleuroptiek van de gereed zijnde betonnen dakpan overeenkomende kleuring heeft 15 aangenomen; b) na een vormgeving, doch nog voor een thermische harding op de bovenzijde van de betonnen dakpan een hardingsvertragingsmateriaal gelijkmatig verdeeld in een aan de gewenste oppervlakteruwheid aangepaste hoeveelheid wordt aangebracht; en 20 c) na het thermisch harden de niet-geharde oppervlaktelaag wordt verwijderd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de niet-geharde oppervlaktelaag wordt weggewassen met water, dat onder hoge druk wordt toegevoerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat na het verwijderen van de niet-geharde oppervlaktelaag een zuurbehandeling van het oppervlak van de betonnen dakpan plaatsvindt. 4. .Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat voor het behandelen met een zuur in een daarvoor bestemde installatie 3-5%ig 30 zoutzuur wordt opgesproeid en vervolgens met water wordt weggewassen. 8683019 -10-

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat te zamen met of aansluitend op de zuurbehandeling een afdekking van het oppervlak van de betonnen dakpan met impregneer- of afdekmaterialen wordt uitgevoerd. 5 6. . Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat voor het afdekken op het oppervlak van de betonnen dakpan een uit de groep van de dispersielakken gekozen heldere lak wordt gesproeid, welke eventueel in een geringe mate met vulstoffen, zoals calciet, kwartspoeder, talk of dergelijke is gevuld.

7. Werkwijze volgens één der conclusies 1-6, met' het kenmerk, dat als hardingsvertragingsmateriaal hydroxyearbonzuren of fosfaten of ligninesulfonaten worden gebruikt.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het hardingsvertragingsmateriaal wordt ondergebracht in een recept, dat boven- 15 dien eiwit of cellulose als verdikkingsmiddelen bevat.

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat op het oppervlak van steeds een betonnen dakpan - in afhankelijkheid van de gewenste oppervlakteruwheid van de betonnen dakpan - 6-14 g vloeibaar hardingsvertragingsmateriaal-recept wordt gesproeid of gestreken.

10. Werkwijze volgens één der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat als kleurtoeslagmaterialen vaste ijzeroxydepigmenten in het betonmengsel worden ingébracht, welke voor de gewenste van geel- via groen-, bruin-, rood-, grijs- tot zwarttonen reikende kleuroptiek van de betonnen dakpan kleurbepalend zijn.

11. Werkwijze volgens êën der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat als kleurtoeslagmateriaal vloeibare ijzeroxydekleurstoffen worden gebruikt, welke ijzeroxydepigmenten bevatten, die voor de gewenste van · geel- via groen-, bruin-, rood-, grijs- tot zwarttonen reikende kleuroptiek van de betonnen dakpan kleurbepalend zijn.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de vloei bare ijzeroxydekleurstoffen in een hoeveelheid van 0,5-1,5 gew.% - betrokken op cement - worden gebruikt. 8603015 i ___ -11- . 13. Werkwijze volgens één der conclusies 1-12, met het kenmerk, . dat voor het verkrijgen van een rode tot roodbruine kleuroptiek van een betonnen dakpan een natuurzand wordt gebruikt, dat maximaal 1 gew.% ijzeroxyde bevat? en dit natuurzand bij een tenperatuur van 50G°C ge-5 durende ca. 1 uur of bij temperaturen van maximaal 600°C tot 45 minuten lang wordt gebrand. 8803019