NL8603014A - Schakelmechanisme voor een elektrische installatie-inrichting. - Google Patents

Description

*- -2 -1- ' ί 4 ·

Schakelmechanisme voor een elektrische installatie-inrich-ting,

In de Ned. octrooiaanvrage OA 8602035 werd een nieuw soort schakelmechanisme voor een elektrische installatie- inrichting voor het naar keuze toepassen als toets-schakelaar, drukker/ tuimelschakelaar of tuimeltoetsschake-5 laar voorgesteld met aanbeveling van meerdere maatregelen, die in hun combinatie een eenvoudige constructie van de schakelaar waarborgen. De bijzonderheid van het voorgestelde in de genosiüe octrooiaanvrage bestaat hierin, dat het schakelmechanisme een op zichzelf bekend tuimelorgaan heeft, dat de 10 kracht voor haar omschakeling en die voor een kontaktveer verkrijgt van een veer, die is voorgespannen tussen het tuimelorgaan en een vast leger. Door de toevoeging van een instelorgaan kunnen de schakelaarfunkties drukken en schakelen worden uitgevoerd* Hierbij is de inrichting van de veer 15 zodanig, dat een veereinde in een uitsparing aan het tuimelorgaan is gelegerd en het andere uiteinde na uittreding uit het vaste leger naar omhoog is gericht. Voor het verwezenlijken van een drukker wordt het naar omhoog gerichte veer-einde door een segment aan het instelorgaan vergrendeld.

20 Voor het verwezenlijken van een schakelaar wordt het segment van het veereinde verwijderd. Het grendelen van het veer-einde heeft tot gevolg, dat het tuimelorgaan steeds alleen tegen de veerkracht in bedienbaar is en dientengevolge ook de kontaktmaking alleen voor de tijdsduur van het drukken 25 plaatsvindt. Anderzijds heeft.een losmaken van het yeer-einde tot gevolg, dat het tuimelorgaan weer twee stabiele ..eindstanden, resp. schakel standen kan innemen* Door te voorzien in verschillende bedieningsorganen kan het schakelmechanisme als toetsschakelaar, drukker, tuimelschakelaar of 30 tuimeltoetsschakelaar worden gebruikt.

De uitvinding beoogt nu het in de genoemde octrooi-aanvrage voorgestelde te verbeteren en wel door,een gemodificeerd tuimelorgaan, dat door een stoter bedienbaar is, die voor het uitvoeren van de funkties drukken en schakelen 35 is uitgevoerd en die bedienbaar. is door een bedieningsorgaan dat voor de betreffende funktie geschikt is. Verdere uitvoeringen van de uitvinding zijn zullen duidelijk worden 8603014 T ^ -2- m ' aan de hand van de in de tekening voorgestelde uit-'voeringsvoorbeelden. Hierbij zijn alleen de voor de uitvin-5 ding relevante delen voorgesteld en beschreven, terwijl alle overige delen van dé genoemde octrooiaanvrage gelden voor zover als zij tot de uitvinding behoren en voor zover zij onontbeerlijk voor de werking zijn. In de tekening toont: Fig.1 ëen vertikale doorsnede over een brug-10 stuksgewijze voorgestelde schakelaarhuis met tuimelorgaan, stoter en een bedieningsorgaan, dat voor de funktie van een drukker of toetsschakelaar is uitgevoerd, in de ruststand, fig. 2 een doorsnede overeenkomstig fig.1, doch nu met de zich in de schakelstartd bevindende delen, 15 fig.3 een doorsnede overeenkomstig fig.1, doch in een voorstelling voor een tuimelschakelaar/tuimeltoets-schakelaar, dit is met een over 180° gedraaide stoter, waarna de stoterpunt in ingrijping komt met de andere gleuf van het tuimelorgaan, 20 fig.4 een doorsnede overeenkomstig fig.3, doch met het tuimelorgaan in de tegengestelde' tuimelstand, fig.5 in perspektief de stoter volgens de uit- , vinding, fig.6 in perspektief het ten opzichte van de 25 hoofdoctrooiaanvrage gemodificeerde tuimelorgaan met afzonderlijk voorgestelde bouten-voor het meenemen van de kon-taktveer, alsmede de draadveer, die enerzijds met het tuimelorgaan en anderzijds met het instelorgaan volgens de hoofdoctrooiaanvrage samenwerkt, 30 · fig.7 in perspektief en uiteengenomen toestand de terugstelveer, de stoter en het inzetdeel, en fig.8 een variant van fig.3 en 4 -met afzonder- -lijke legering van het bedieningsorgaan.

De in fig.1 in de ruststand weergegeven inrich- ’ 35 ting voor een druk schakelaar of toetsschakelaar is brug-stuksgewijze door een schakelaarhuis omsloten.Overeenkomstig de hoofdoctrooiaanvrage bevindt.voor een drukker zich het ene draadveereinde in de grendelstand met het instelorgaan, terwijl- voor een toetsschakelaar het niet met het 40 instelorgaan'samenwerkt. In het schakelaarhuis is een modi- 8603014 .-3- *- § ficeerde uitvoeringsvorm van een tuimelorgaan 1 geplaatst/ dat voorzien is van gleuven 15 en 16 zoals bekend en bovendien van een gleuf 12. In fig.1 zijn van de gleuf 12 weliswaar alleen de gleufvlakken 13 en 14 zichtbaar. Het tuimel* 5 orgaan 1 is om de as 4 zwenkbaar en heeft tussen de bouten 3 de kontaktveer 2 meegevoerd- Een inzetdeel 17 met doorgangen 19 en met rondom naar omlaag gebogen zijwanden 21 is in de huisdoorgang 28 onder klemwerking ingezet en ligt met een rand 20 op het huisdeksel 26. Door deze doorgangen 10 19 van het inzetdeel 17 werkt het bedieningsorgaan 27 op de stoter 6. Deze stoter is met haar as 7 op legerplaatsen 18 van het inzetdeel 17 vastgehouden en wordt door een in het insnapdeel vergrendelbare terugstelveer 8 geborgd tegen uitvallen (zie ook fig.7). Bij het bedienen van het bedie-15 ningsorgaan 27 wordt de stoter vanuit haar ruststand (fig.1) tegen de kracht van de terugstelveer 8 in met haar schakel-nok 10 in de ene of de andere gleuf 15 of 16 gedrukt en voert aldus de schakelbewerking uit.

In fig.3 en 4 is de inrichting voor de funktie 20 van een tuimelschakelaar/tuimeltoetsschakelaar voorgesteld, om het bedieningsorgaan. 22 en de stoter 6 duidelijker te kunnen voorstellen werd in fig.3 en 4 de terugstelveer 8 niet nader weergegeven. In feite is zij evenwel aanwezig, waarbij zij. hier uitsluitend een houdfunktie voor de stoter in het 25 inzetdeel 17 uitvoert. Het bedieningsorgaan 22 is hierbij zodanig uitgevoerd, dat het met de stoter 6 een krachtsluitende verbinding maakt. Hiertoe is het bedieningsorgaan 22 aan een klemdeel 23 voorzien van zijarmen 24 en 25, waarmede de zijvlakken 11 van de stoter 6 worden omvat.

30 Zoals uit fig-3 blijkt, is de stoter 6 met haar punt 9 in ingrijping met de gleuf 12, waarbij het tuimelorgaan 1 om haar as 4 naar rechts is getuimeld. In fig.4 is de linker tuimelstand weergegeven. Door dienovereenkomstig gevormde gleuf vlakken .13 en 14 wordt het inglijden van de stoter 6 35 in de gleuf 12 vergemakkelijkt.

Wat niét uit fig.1-4 blijkt, is.de vereiste maatregel, dat de stoter 6 al naar gelang de gewenste scha-kelfunktie met het inzetdeel 17 verwijderd en na draaiing over 180° weer ingezet moet Worden. Dit betekent voor de 40 drukker of toetsschakelaar een stoterlegering volgens fig.1 8603014 ï s • -4- en 2. In deze stand ligt de schakelnok 10 zoals gestippeld is voorgesteld achter.de stoterpunt 9. Bijzonder duidelijk wordt de uitvoeringsvorm van de stoter 6 voorgesteld in fig.5. De totale stoter bestaat uit een tot één geheel ge-5 vormd kunststofspuitgietdeel, dat voorzien is van een as 7 voor de legering in. het inzetdeel 17, In het middengebied van de as bevindt zich hét vormlichaam van de stoter met de tegenover elkaar liggende zijvlakken 11 en de naar .onder gerichte stoterpunt. 9 en de schakelnok 10. Voor het beves-10 tigen van de stoter 6 in het inzetdeel heeft de stoter tussen de schakelnokken 10 aan de bovenzijde en de as 7 aan de onderzijde een doorvoeropening 29, waarin de terugstel-veer 8 met haar middenstuk gevoerd is en wordt vastgehouden. De beide uitsparingen 30 en 31 aan de as 7 zijn als.

15 geleidings- en oplegvlakken voor de beide buitenste deel-stukken, van de terugstelveer 8 verschaft. Zoals fig.6 toont, is het tuimelorgaan 1 door middel van haar as 4 gelegerd.

De gleuven 12, 15 en 16 van het tuimelorgaan dienen voor het opnemen van de stoterpunt 9 of van de schakelnok 10, 20 al naar gelang welke schakelfunktie gekozen is. De bouten 3, die in het bedieningsgeval van het tuimelorgaan de kon-taktveer 2 in de schakelstand meenemen zijn overzichteli.jk-heidshalve afzonderlijk getekend en worden in de richting van de pijl ingezet in het tuimelorgaan.

25 De verder nog getekende draadveer, die tussen het tuimelorgaan en een vast leger is aangebracht, resp. met een instelorgaan werkzaam of niet werkzaam is duidt op de samenhang met de hoofdoctrooiaanvrage en geeft aan, dat de uitvinding op dit grondprincipe stoelt. Fig.7 toont 30 in uiteengenomen toestand de wijze, waarop de inbouw van de stoter 6 in het inzetdeel 7 en het uitnemen hiervan uitvoerbaar is.

Tenslotte is in fig.8 nog een variant van fig.

3 en 4 voorgesteld, waarin het bedieningsorgaan 22 boven- 35. dien in een leger 5 op het huisdeksel 26 is gelegerd.

Door de boven elkaar geplaatste legers, resp. assen 5 en 18 in samenhang met aangrijppunten van de zijarmen 24 en 25 aan de zijvlakken 11 van de stoter ontstaat bij bediening van het orgaan 22 een overbrengingsverhouding. Deze 40 overbrengingsverhouding is zodanig, dat bij een geringe 86 9 3 0 1 4 -5- •f i uitwijking van het bedieningsorgaan uit haar ruststand de meegevoerde stoter een hiertoe duidelijk grotere zwenk-beweging uitvoert. Met deze maatregel worden de uitvoeringsmogelijkheden voor de afdekkingen van de schakelaar 5 verbeterd.

-conclusies- 8 δ 0 3 0 14

Claims (8)

1. Schakelmechanisme voor een elektrische instal- latie-inrichting voor het naar keuze gebruiken als toets^ Schakelaar, drukker, tuimelschakelaar of tuimeltoetsscha-kelaar pnder gebruikmaking van een bekend coulissevormig 5 tuimelorgaan voor het bedienen van een kontaktveer, die in twee schakelstanden overbrengbaar is, welk tuimelorgaan in werkverbinding staat met een stoter van een bedienings-orgaan zodanig, dat bij elke bediening de. stoter op een gleufvlak stoot en dat hierop een zwenkbeweging van het 10 tuimelorgaan in het telkens tegengestelde stand plaatsvindt en waarbij het tuimelorgaan behalve met een kontaktveer nog met een verdere veer samenwerkt, die steunt tussen het tuimelorgaan en een vast leger onder voorspanning zodanig, dat bij bediening van het tuimelorgaan de veer verder tot 15 aan het omschakelpunt van het tuimelorgaan wordt voorgespannen en dan haar opgezamelde energie stootsgewijze aan het tuimelorgaan vrijgeeft volgens de Wed, .octrooiaanvrage • OA 8602035 hierdoor gekenmerkt dat het scha kelmechanisme voor de toepassing als tuimeltoetsschakelaar/-20 tuimelschakelaar of drukker/toetsschakelaar voorzien is van een tuimelorgaan (1) met gleuven (12, 15, 16) en van een stoter (6) met een punt (9) en een schakelnok (10), waarop in het het bedieningsgeval een bedieningsorgaan (22) of (27) inwerkt zodanig, dat bij de druk- of toetschakelaarfunktie 25 de schakelnok (10) van de stoter (6) afwisselend met de telkens eerstvcIgenle gleuf (15 of 16) van het kantelorgaan in ingrijping staat (fig.2), terwijl voor de tuimelschakelaar-funktie/tuimeltoetsschakelaarfunktie de stoter (6) na een draaibeweging over 180° met haar punt (9) in ingrijping met 30 de gleuf (12.) staat (fig.3, 4),

2. Schakelmechanisme volgens conclusie 1, hierdoor g e k e. n merkt , dat voor het draaien van de stoter (6) over 180° het inzetdeel (17) benevens de stoter (6) en 35 terugstelveer (8) uit het huisdeksel (26) losneembaar en na de draaiing weer hierin inzetbaar is. 8603014 -7- *' 4

3. Schakelmechanisme volgens conclusie 1 of 2, hiér- door g ekenmerkt , dat het bedi enings orgaan (27) voor een drukker of toetsschakelaar in werkverbinding treedt met de as (7) van de stoter (6) (fig.1 en 2).

4. Schakelmechanisme volgens conclusie 1, 2 of 3, hierdoor gekenmerkt , dat het bedieningsorgaan (22) voor een tuimelschakelaar/tuimeltoetsschakelaar een klemdeel (23) met zijarmen (24 en 25) heeft, waarmede het een krachtsluitende koppeling met de zijvlakken (11) van 10 de stoter (6) maakt, en dat bij het bedienen van het bedieningsorgaan (22) de door middel van de stoter op het tuimelorgaan (1) uitgeoefende kracht deze om haar as (7) doet zwenken (fig.3 en 4).

5. Schakelmechanisme volgens één der conclusies 15 1-4, hierdoor g ekenmerkt , dat de stoter (6) in een doorgang (28) van het huisdeksel (26) liggend inzet-deel (17) met haar as (7) in legerstanden (18) voor een drukker of toetsschakelaar tegen een terugstelveer (8) in het inzetdeel beweegbaar gelegerd is (fig.1,2 en 7).

6. Schakelmechanisme volgens één der conclusies 1-5, hierdoor g e kenmerkt , dat het inzetdeel (17) onder haar oplegrand (20) rondom omlaaggebogen zijwanden (21) heeft, waardoor het in de doorgang (28) van het huisdeksel (26) losneembaar vastgezet is.

7. Schakelmechanisme volgens één der conclusies 1-6, hierdoor gekenmerkt , dat het inzetdeel (17) voorzien is van doorgangen (19), waardoorheen de bedie-ningsorganen (22, 27) grijpen en op de stoter (6) inwerken. 30

8. S chakelmechani sme met bedieningsorgaan voor de krachtsluitende verbinding met de stoter volgens één of meer der voorgaande conclusies, hierdoor gekenmerkt, dat het bedieningsorgaan (22) een afzonderlijke legering (25) op het huisdeel (26) heeft (fig.8).. 8603014