NL8602103A - Werkwijze en inrichting voor het bewaken van de hechting van een op gevelelementen aangebrachte en verzegelde kozijnloze beglazing. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het bewaken van de hechting van een op gevelelementen aangebrachte en verzegelde kozijnloze beglazing. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8602103A NL8602103A NL8602103A NL8602103A NL8602103A NL 8602103 A NL8602103 A NL 8602103A NL 8602103 A NL8602103 A NL 8602103A NL 8602103 A NL8602103 A NL 8602103A NL 8602103 A NL8602103 A NL 8602103A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- glazing
- desiccant
- container
- space
- facade
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01M—TESTING STATIC OR DYNAMIC BALANCE OF MACHINES OR STRUCTURES; TESTING OF STRUCTURES OR APPARATUS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- G01M3/00—Investigating fluid-tightness of structures
- G01M3/02—Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum
- G01M3/04—Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum by detecting the presence of fluid at the leakage point
- G01M3/20—Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum by detecting the presence of fluid at the leakage point using special tracer materials, e.g. dye, fluorescent material, radioactive material
- G01M3/22—Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum by detecting the presence of fluid at the leakage point using special tracer materials, e.g. dye, fluorescent material, radioactive material for pipes, cables or tubes; for pipe joints or seals; for valves; for welds; for containers, e.g. radiators
- G01M3/223—Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum by detecting the presence of fluid at the leakage point using special tracer materials, e.g. dye, fluorescent material, radioactive material for pipes, cables or tubes; for pipe joints or seals; for valves; for welds; for containers, e.g. radiators for pipe joints or seals
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/54—Fixing of glass panes or like plates
- E06B3/5427—Fixing of glass panes or like plates the panes mounted flush with the surrounding frame or with the surrounding panes
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01N—INVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
- G01N19/00—Investigating materials by mechanical methods
- G01N19/04—Measuring adhesive force between materials, e.g. of sealing tape, of coating
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Securing Of Glass Panes Or The Like (AREA)
- Joining Of Glass To Other Materials (AREA)
Description
Ν.0. 34.030 1
Werkwijze en inrichting voor het bewaken van de hechting van een op gevelelementen aangebrachte en verzegelde kozijn!oze beglazing.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bewaken van de hechting van een op gevelelementen aangebrachte en verzegelde kozijnloze beglazing (structural glazing) alsmede een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
5 Met de onder de vakterm "structural glazing" bekende bouwwijze wordt een beglazing zonder kozijn aan twee of vier zijden aan gevelelementen, zoals gevel stijl en en gevel regels, bevestigd. De beglazing bestaat uit een ruit of een beglazing met twee of meerdere ruiten en wordt direkt aangebracht op het gevelelement en verzegeld, waarbij de 10 verzegeling niet slechts een afdichtende werking bezit, doch ook een statische werking, zoals bijvoorbeeld bij de overdracht van windbelasting (winddruk of windzuiging) en gedeeltelijk ook het eigen gewicht van de beglazing draagt. De verzegeling geschiedt in het bijzonder met een siliconenrubber met een of twee componenten.
15 Een probleem is het beoordelen van de hechting van een dergelijke beglazing door middel van de verzegeling op de gevelelementen. Het is mogelijk om een dergelijke kozijnloze beglazing op trek of afschuiving te belasten, tot de verbinding tussen de beglazing en het gevelelement los raakt. Een dergelijke beproeving is echter bij bestaande bouwwerken 20 nauwelijks mogelijk, aangezien na de beproeving de verbinding tussen de gevelelementen en de beglazing opnieuw aangebracht zou moeten worden.
Tot nu toe bestaat derhalve slechts de mogelijkheid om de controle visueel uit te voeren, dat wil zeggen de controle van de verbinding met een meer of minder geschoold oog, om zwakke plaatsen op te sporen, aan-25 gezien onvoldoend stevig bevestigde ruiten gevaar voor personen en voorwerpen betekenen. v
Doel van de uitvinding is een werkwijze en een inrichting voor het bewaken van de hechting of de hechtsterkte van een kozijnloze beglazing te verschaffen, waarbij de beschadiging van bestaande constructies ver-30 meden wordt en de onbetrouwbaarheden van het visueel controleren uitgeschakeld worden.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat men het gas uit de ruimte tussen de gevelelementen en de rand van de beglazing en/of uit de telkens door twee glasruiten ingesloten ruimte van de be-35 glazing met een houder met een droogmiddel verbindt en dat men met intervallen de verandering van het droogmiddel tengevolge van de belading controleert.
8602103 i 2
Met deze werkwijze is het moge!ijk via de omweg van de ondichtheid de verbinding tussen de beglazing en de gevelelementen, waarop de beglazing bevestigd is, aan de ene kant, alsmede tussen twee glasruiten en een isolatiebeglazing aan de andere te controleren, zonder dat de 5 constructie beschadigd wordt. Door een zichtbare verandering van het droogmiddel wordt ook de onbetrouwbaarheid van een visuele controle van de dragende verzegeling vermeden. Door middel van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een vergelijkende beproeving uitgevoerd, d.w.z. dat het niet noodzakelijk is om een beglazing te verwisselen bij een on-10 dichtheid, indien de ondichtheid die vastgesteld wordt, over een langere tijd constant is en niet groter wordt. Na het inbouwen van de beglazing kan bij voorkeur met regelmatige intervallen gecontroleerd worden, of het droogmiddel een ongelijkmatige of sprongsgewijze verandering ondergaan heeft, dat wil zeggen of het droogmiddel vocht opgenomen heeft. 15 Deze verhoogde vochtigheid kan slechts door een ondichtheid in de verzegeling in de overigens door het verzegelen afgesloten ruimte indringen, terwijl een voortdurende toename van de belading uit de dampon-dichtheid van het silicone volgt en niet problematisch is. Daarbij wordt aangenomen dat de verzegeling zeer zorgvuldig uitgevoerd werd, 20 dat wil zeggen dat geen zwakke plaatsen voorkomen. Uit een vergelijking van de actuele waarde met een vooraf verkregen waarde kan beslist worden, of een voldoende hechting van de beglazing aan de gevel verder aanwezig is, of dat een verslechtering van de hechting opgetreden is, hetgeen tot het verwisselen van de beglazing respectievelijk tot het 25 vernieuwen van de dragende verzegeling zou leiden.
Om in het bijzonder bij "structural glazing" met een isolerende beglazing te kunnen beoordelen of de samenhang tussen de beglazing in zijn geheel en de gevelelementen, of slechts tussen de glasruiten die de samengestelde beglazing vormen gebrekkig is, wordt zowel de ruimte 30 tussen de gevelelementen en de rand van de beglazing alsmede de ruimte die door telkens twee glasruiten met daartussen verzegeld rondlopende afstandhouders ingesloten wordt, gecontroleerd.
Bij voorkeur wordt op de houders, waarin het droopiddel aangebracht is, de hoeveelheid van het veranderde droogmiddel afgelezen. Ge-35 bleken is dat de zogenoemde mass-transfer-zone (mtz) uitgaand van de toevoer in de houder tot aan het uiteinde van de houder voortschrijdt, zodat het gebied met veranderd droogmiddel bij een ondichtheid ongelijkmatig of sprongsgewijze toeneemt, tot al het zich in de houder bevindende droogmiddel door het opnemen van vochtigheid veranderd is.
40 Een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uit- 8602103 2 * ί 3 vinding wordt gekenmerkt doordat de ruimte tussen de rand van de beglazing en de gevelelementen, welke door de dragende verzegeling van de beglazing afgesloten wordt, en/of de ruimte tussen twee glasruiten van de beglazing via een leiding met de ten minste gedeeltelijk doorzichti-5 ge houder voor het droogmiddel in verbinding staat.
De houder kan daarbij in het bijzonder als patroon uitgevoerd zijn en binnen een gevel stijl of een gevel regel aangebracht zijn en in de stijl of de regel is bij voorkeur een waarnemingsopening voor het waarnemen van het patroon aangebracht.
10 Volgens voorkeursuitvoeringsvormen kan in de houder normaal droogmiddel aangebracht zijn. Een controle van de belading van het droogmiddel geschiedt dan door het wegen en het vergelijken met vooraf verkregen gewichtsgrootten. Bij voorkeur is de houder volledig met een droogmiddel met kleuromslag gevuld. Wanneer de houder volledig met droogmid-15 del met kleuromslag gevuld is, kan van het begin af aan optisch zeer nauwkeurig een verandering van het droogmiddel vastgesteld worden, zodat een ondichtheid en daarmee een eventuele onbetrouwbaarheid van de beglazing snel opgespoord kan worden.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de houder voorzien van een 20 schaal, zodat het voortschrijden van de mass-transfer-zone door het aflezen van het voortschrijden van de kleuromslag geregistreerd kan worden en met verdere aflezingen vergeleken kan worden.
Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden aan de hand van de tekeningen verder toegelicht.
25 Fig. 1 en 2 tonen structural glazing bestaande uit een ruit.
Fig. 3 en 4 tonen structural glazing bestaande uit een isolerende beglazing.
Fig. 5 en 6 tonen structural glazing van een veranderde uitvoeringsvorm van een gevelelement.
30 Fig. 7 en 8 tonen een veranderde uitvoeringsvorm van een structural glazing bestaande uit een isolerende glasruit.
In de fig. 1 en 2 is in doorsnede een deel van een gevel stijl 10 getoond, waarop een glasruit 12 zonder kozijn aangebracht is. De verbinding tussen de ruit 12 en de gevel stijl 10 geschiedt via een dragen-35 de verzegeling 14 en een afstandhouder 16. De verzegeling 14 vervult niet slechts een afdichtende werking, doch vervult ook een statische werking, zoals bijvoorbeeld bij het overdragen van winddruk of windzui-ging, en draagt het eigen gewicht van de glasruit 12.
Tussen de rand van de ruit 12 en een ribbe 18 van de stijl 10 is 40 een verzegeling 20 aangebracht, welke in de eerste plaats als weerver- 8602103 4 'ï I Φ · · i * zegeling dient, doch echter zoals de verzegeling 14 ook dragend kan zijn. Door de ribbe 18, de voorzijde van de stijl 10, de verzegeling met het afstandstuk 16 en de verzegeling 20 wordt een ruimte 22 ingesloten. Deze ruimte is bij een vakkundige uitvoering van de afdichtin-5 gen 14 en 20 luchtdicht, zodat geen omgevingslucht in deze ruimte kan binnendringen. Via een schematisch afgebeelde leiding 24 is de ruimte 22 met een houder 26 verbonden, waarin een droogmiddel 28 aangebracht is. Zo lang de verzegelingen 14 en 20 niet beschadigd zijn en geen grotere hoeveelheden vochtige lucht in de ruimte 22 laten, zal geen onre-10 gelmatige verandering van het droogmiddel 28 optreden. Wanneer echter om welke reden dan ook een breukplaats in een van de verzegelingen 14 of 20 optreedt, kan de omgevingslucht in de ruimte 22 treden, welke dan vochtigheid meebrengt. Deze vochtigheid diffundeert via de leiding 24 in de houder 26, waar dit tot een verandering van een droogmiddel 15 leidt. In de houder 26 zijn drie gebieden 30, 32 en 34 afgebeeld. Het gebied 30 vormt het gebied van een droogmiddel dat vochtigheid opgenomen heeft. Het gebied 32 komt overeen met de mass-transfer-zone, dat wil zeggen dit gebied van het droogmiddel verandert juist tengevolge van het opnemen van vochtigheid, terwijl het gebied 34 nog niet aan een 20 verandering onderworpen is, aangezien daarin nog geen vochtigheid aanwezig is. Door een waarnemingsopening 36 in de stijl 10 kan de patroon, die binnen de stijl 10 aangebracht is, waargenomen worden. Met meer of minder lange bij voorkeur regelmatige intervallen, kan gecontroleerd worden, of het voortschrijden van het gebied 32 snel verloopt, wat op 25 een grote ondichtheid wijst of breukplaatsen en daarmee op een ernstig te nemen mechanische, chemische of dergelijke beschadiging van een van de verzegelingen 14 of 20.
Fig. 2 komt overeen met de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 met dat verschil dat de houder 26 voorzien is van een schaal 38, zodat door de 30 waarnemingsopening 36 direkt een aflezing kan geschieden van het zich veranderende droogmiddel of een deel van het droogmiddel, dat tengevolge van het opnemen van vochtigheid een kleuromslag vertoont.
Fig. 3 toont een gevelelement 40, waarop twee beglazingen 42 en 44 aangebracht zijn. De beglazing 42 bestaat uit een buitenste ruit 46 en 35 een binnenste ruit 48, die via een afstandhouder 50 aan elkaar verbonden zijn. De afstandhouder 50 is via een verzegeling 52 en 54 aan de ruit verbonden. De verzegelingen 52 en 54 bezitten naast een afdichtende ook een dragende werking. De beglazing 42 is via een afstandhouder 56 en een verzegeling 58 aan het gevelelement 40 bevestigd. De begla-40 zing 44 is als de beglazing 42 opgebouwd en aan het gevelelement 40 be- 8602103 5 vestfgd. Om te controleren of de verzegelingen 52 en 54 dicht en daarmee voldoende sterk zijn, zodat in het bijzonder de ruit 46 niet kan losraken, is door de afstandhouder 50 een leiding 60 geleid, die met een houder 62 voorzien van een droogmiddel 64 verbonden is. De opbouw 5 en de werkingswijze van de houder 42 komt overeen met die van de houder 26 van fig. 1 en 2. Bij deze getoonde uitvoeringsvorm is het niet moge-lijk de verzegeling 58 en de overeenkomstige verzegeling van de beglazing 44 met het gevelelement 40 te controleren. De controle van deze dragende verzegelingen moet dan op een andere manier geschieden.
10 De in fig. 4 getoonde uitvoeringsvorm komt in wezen overeen met de in fig. 3 getoonde met dat verschil dat tussen de beglazingen 42 en 44 aanvullend nog een weerverzegeling 66 aangebracht is, die ofwel volledig dicht kan zijn danwel via een doorgangsopening 68 de ruimte 70 tussen de randen van de beglazing en het gevelelement 40 met de omgevende 15 atmosfeer verbindt. Wanneer de doorgaande opening 68 in de verzegeling 66 aanwezig is, kunnen de verzegelingen 58 tussen de beglazingen en het gevelelement eveneens niet met de werkwijze volgens de uitvinding gecontroleerd worden. Wanneer de verzegeling 66 daarentegen luchtdicht is, kan ook de ruimte 70 via een leiding met een houder voorzien met 20 droogmiddel in verbinding staan, zodat de luchtdichtheid van deze ruimte gecontroleerd kan worden. Bij een verandering van het droogmiddel is evenwel zonder meer niet vast te stellen of de ondichtheid aan de verzegeling 66 of aan de verzegeling 58 optreedt. Verder is de houder 62 van de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 anders dan de houder 62 volgens 25 fig. 3 voorzien van een schaal 72, zodat de verandering direkt kan worden af gelezen.
Fig. 5 en 6 tonen een gevelelement 80, dat aan de voorkant met een ribbe 82 uitgevoerd is. Op het gevelelement 80 zijn twee beglazingen 84 en 86 aangebracht. De beglazing 84 bestaat uit een buitenste ruit 88 en 30 een binnenste ruit 90, die via een rondlopende afstandhouder 92 aan elkaar verbonden zijn, die via verzegelingsstroken 94 en 96 aan de ruiten bevestigd is. De verzegelingen 94 en 96 vervullen naast een luchtdichte afsluiting, ook een dragende funktie. De beglazing 84 is met zijn aan de binnenkant liggende ruit 90 via een afstandstuk 98 en een dragende 35 verzegeling 100 aan het gevelelement 80 bevestigd. Tussen de rand van de ruit 88 en de ribbe 82 is een verzegeling 102 aangebracht, die eveneens als dragende verzegeling uitgevoerd is. Verder is een hechtingson-derbreking 104 aangebracht, zodat de werking van de verzegeling 102 niet nadelig beïnvloed wordt.
40 De ruimte tussen de ruiten 88 en 90 staat via een door de afstand- 8602103 . 1 i 6 houder 92 geleide leiding 106 met een houder 108 voorzien van een droogmiddel 110 in verbinding. De tussen de rand van de beglazing 84 en het gevelelement 80 ingesloten ruimte 112 staat via een leiding 114 met een houder 116 voorzien van een droogmiddel 118 in verbinding. De be-5 vestiging van de beglazing 86 alsmede de uitvoering van de houders voor het droogmiddel en de leidingen voor het controleren van de dragende verzegelingen van deze beglazing 86 is analoog aan de beglazing 84 uitgevoerd. De controle en het uitvoeren van de werkwijze bij deze beglazing geschiedt zoals bij de hiervoor genoemde uitvoeringsvormen.
10 De uitvoeringsvorm volgens fig. 6 komt overeen met de uitvoerings vorm volgens fig. 5 met dat verschil dat op de houders 108 en 116 schalen 120 resp. 122 voor direkt en nauwkeurig aflezen van de verandering van het droogmiddel aangebracht zijn.
Bij de aan de hand van de fig. 7 en 8 getoonde uitvoeringsvorm is 15 aan een profiel 130 met een trapvormig verlopende buitenkant 132 een verzegeling 134 kozijnloos bevestigd, De beglazing 134 bestaat uit een buitenste ruit 136 en een binnenste ruit 138. De binnenste ruit is via een afstandhouder 140 en een dragende verzegeling 142 aan het gevelelement 130 bevestigd, terwijl de buitenste ruit 136 via een afstandhouder ! 20 144 en een dragende verzegeling 146·op het profiel 130 aangebracht is.
Tussen de ruiten 136 en 138 is een rondlopende afstandhouder 148 luchtdicht, via verzegelingen 150, bevestigd. De door de rand van de beglazing 134 en het gevelelement 130 ingesloten ruimte 152 staat via een leiding 154 met een houder 156 met droogmiddel 158 in verbinding. Met 25 behulp van deze uitvoering kan gecontroleerd worden of de dragende verzegeling 142, danwel de dragende verzegeling 146 achteruitgegaan is.
Het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 8 komt overeen met het uit-voeringsvoorbeeld volgens fig. 7 met dat verschil dat de houder 156 voorzien is van een schaal 166, zodat de hoeveelheid van het droopid-30 del dat vocht opgenomen heeft en dat tengevolge daarvan verkleurd is, direkt kan worden afgelezen.
l 8602103
Claims (7)
1. Werkwijze voor het bewaken van de hechting van een op gevel elementen aangebrachte en verzegelde kozijnloze beglazing (structural glazing), met het kenmerk, dat men het gas uit de ruimte tussen de gevel- 5 elementen en de rand van de beglazing en/of uit de door telkens twee glasruiten ingesloten ruimte van de beglazing met een houder voorzien van een droogmiddel verbindt, en dat met intervallen de verandering van het droogmiddel tengevolge van de belasting gecontroleerd wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op de hou-10 der de hoeveelheid van het veranderde droogmiddel afgelezen wordt of dat de houder met het droogmiddel met geschikte tijdsintervallen gewogen wordt.
3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de ruimte (22, 104, 152) tussen de 15 rand van de beglazing (12, 84, 134) en het gevelelement (10, 80, 130), welke door de dragende verzegeling (14, 100, 102, 142, 146) van de beglazing afgesloten wordt en/of de ruimte tussen twee glasruiten (46, 48, 88, 90) van de beglazing (42, 84) via een leiding (24, 60, 106, 114, 154) met de ten minste gedeeltelijk doorzichtige houder (26, 62, 20 108, 116, 156) van het droogmiddel in verbinding staat.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de houder (26) als patroon uitgevoerd is en binnen een gevel stijl of gevel regel (10) aangebracht is, en dat in de stijl of de regel (10) een waarne-mingsopening 36 voor het waarnemen van het patroon (26) aangebracht 25 is.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat in de houder (26, 62, 108, 116, 156, 162) een normaal droogmiddel aangebracht is.
6. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat in de 30 houder droogmiddel met kleuromslag aangebracht is.
7. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 3 tot en met 6, met het kenmerk, dat de houder (26, 62, 108, 116, 156, 162) voorzien is van een schaal (38, 72, 120, 122, 166, 168). ******** 8602105
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3537031 | 1985-10-17 | ||
DE3537031 | 1985-10-17 | ||
DE19853545417 DE3545417C1 (de) | 1985-10-17 | 1985-12-20 | Verfahren und Vorrichtung zur UEberwachung der Haftung einer auf Fassadenelementen aufgesiegelten rahmenlosen Verglasung |
DE3545417 | 1985-12-20 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8602103A true NL8602103A (nl) | 1987-05-18 |
NL191693B NL191693B (nl) | 1995-11-01 |
NL191693C NL191693C (nl) | 1996-03-04 |
Family
ID=25837056
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8602103A NL191693C (nl) | 1985-10-17 | 1986-08-19 | Inrichting voor het bewaken van de hechting van een op gevelelementen afgedicht aangebrachte kozijnloze beglazing. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3545417C1 (nl) |
GB (1) | GB2181849B (nl) |
HK (1) | HK69390A (nl) |
NL (1) | NL191693C (nl) |
SG (1) | SG42490G (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7712634A (nl) * | 1977-03-17 | 1978-09-19 | Continental Oil Co | Werkwijze en inrichting voor het vroegtijdig vaststellen van scheuren. |
US4202201A (en) * | 1976-08-03 | 1980-05-13 | Johnson Andrew P | Isolation and dust sealing door assemblies with integral testing means |
DE3101882A1 (de) * | 1981-01-22 | 1982-08-26 | Heinz Ing.(Grad.) 6457 Maintal Hapke | Kugelkopf-indikator fuer das system beliebig vielfachverglasung fuer neufenster und altfenster |
-
1985
- 1985-12-20 DE DE19853545417 patent/DE3545417C1/de not_active Expired
-
1986
- 1986-08-19 NL NL8602103A patent/NL191693C/nl not_active IP Right Cessation
- 1986-08-29 GB GB8620942A patent/GB2181849B/en not_active Expired
-
1990
- 1990-06-20 SG SG42490A patent/SG42490G/en unknown
- 1990-09-06 HK HK69390A patent/HK69390A/xx not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4202201A (en) * | 1976-08-03 | 1980-05-13 | Johnson Andrew P | Isolation and dust sealing door assemblies with integral testing means |
NL7712634A (nl) * | 1977-03-17 | 1978-09-19 | Continental Oil Co | Werkwijze en inrichting voor het vroegtijdig vaststellen van scheuren. |
DE3101882A1 (de) * | 1981-01-22 | 1982-08-26 | Heinz Ing.(Grad.) 6457 Maintal Hapke | Kugelkopf-indikator fuer das system beliebig vielfachverglasung fuer neufenster und altfenster |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
ARCHITECTUUR/BOUWEN A/B deel 1, nr. 6/7, Juni 1985, RIJSWIJK NL bladzijden 40 - 41 J.H.VAN ZANTEN 'Duurzaamheid dubbelglas' * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
HK69390A (en) | 1990-09-14 |
GB2181849B (en) | 1989-12-20 |
SG42490G (en) | 1990-08-17 |
GB8620942D0 (en) | 1986-10-08 |
NL191693C (nl) | 1996-03-04 |
DE3545417C1 (de) | 1987-04-30 |
NL191693B (nl) | 1995-11-01 |
GB2181849A (en) | 1987-04-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1709404B1 (en) | An apparatus and method for calibration of spectrophotometers | |
US8749789B2 (en) | Gas concentration measuring apparatus | |
EP0514486B1 (en) | Radiation dosage indicator | |
ES2186836T3 (es) | Uso de cristales liquidos termocromicos en procedimientos de diagnostico basados en reflectometria. | |
KR970707435A (ko) | 원소의 함량을 측정하는 방법 및 장치(method and equipment for determining the content of an element) | |
US5359406A (en) | Luminous flux measuring apparatus which calculates spectral efficiencies for error compensation | |
EP1065500A1 (en) | Sensor housing | |
NL8602103A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bewaken van de hechting van een op gevelelementen aangebrachte en verzegelde kozijnloze beglazing. | |
AU745435B2 (en) | Calibrator for non-destructive transmission optical measuring apparatus | |
ES2395449T3 (es) | Control integrado para elementos de análisis | |
US5299271A (en) | System and method of embedding optical fibers in honeycomb panels | |
US20160334331A1 (en) | Method and device for determining gas component inside a transparent container | |
CN207649848U (zh) | 人防墙气密检测装置 | |
ES2963894T3 (es) | Detección de fugas por caída de vacío con corrección para interferencias | |
US20080271517A1 (en) | Non-Invasive Gas Monitoring for Manufactured Multiple Paned Glass Units | |
GB2176300A (en) | Method and apparatus for testing the stability of structural glazing sealed onto facade elements | |
EP0202555A1 (en) | Environmentally controlled breather insulated window unit | |
JP3448177B2 (ja) | ガスの直接分析方法 | |
JPH11153488A (ja) | 観察設備 | |
SU998926A1 (ru) | Устройство дл определени степени надежности укупорки герметически закрытых емкостей | |
JPH044222B2 (nl) | ||
JP3988069B2 (ja) | 分光分析用測定セル | |
CN118225696B (zh) | 一种用于激光气体探测器的参考气室及制备方法 | |
JPH01241718A (ja) | 劣化反応碍子 | |
CN216484609U (zh) | 一种适用于激光遥测类气体检测设备的气室装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050301 |