NL8601245A - Zelfklevend etiket op een ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen; werkwijze voor het vormen van een dergelijk etiket alsmede dergelijke etiketten bevattende baan. - Google Patents

Description

* % 865062/Ba/Jb

Titel: Zelfklevend etiket op een ondergrondmateriaal met lossings eigenschappen; werkwijze voor het vormen van een dergelijk etiket alsmede dergelijke etiketten bevattende baan.

De uitvinding heeft betrekking op een zelfklevend etiket op een ondergrondmateriaal met iossingseigenschappen en tenminste omvattende een kleefstoflaag, een gegeleerde polymeerlaag en eventueel een patroonlaag met 5 onderscheidend vermogen.

Dergelijke zelfklevende etiketten zijn algemeen bekend en bestaan uit een ondergrondmateriaal met Iossingseigenschappen waarop door middel van een kleefstoflaag bijvoorbeeld een vinylfolie met opdruk met 10 onderscheidend vermogen is gehecht. Doordat het ondergrondmateriaal Iossingseigenschappen heeft kan op het moment van gebruik van het zelfklevend etiket dit eenvoudig van de ondergrond worden losgenomen waarna het etiket op een gewenste plaats kan worden bevestigd.

15 Bij de vervaardiging van dergelijke etiketten wordt algemeen voor een etiket een groter oppervlak vinylfolie toegepast dan noodzakelijk is voor het oppervlak van het gerede etiket. Na aanbrengen van de opdruk wordt het formaat van het etiket uitgestanst zodanig dat het 20 ondergrondmateriaal met Iossingseigenschappen intact blijft.

Het overtollige vinylfolieoppervlak wordt hetzij onmiddellijk hetzij bij gebruik van het etiket verwijderd en dient dus als afval te worden beschouwd.

25 Het nadeel van dergelijke etiketten is dat zij door de onvermijdelijke aanwezigheid van afval en door de noodzaak om met behulp van stansen het formaat te krijgen, relatief duur zijn. Voorts is men door de noodzaak om te stansen beperkt in de keuze van etiketvormen. Bepaalde ingewikkelde 30 etiketvormen zullen slechts zeer moeilijk gerealiseerd kunnen worden of zelfs volslagen onmogelijk zijn.

3 5 1 1 2 4 ï -2- # *

De onderhavige uitvinding heefr ten doel voor deze nadelen een oplossing te geven door een zelfklevend etiket te verschaffen dat verkregen is zonder toepassing van stansen waardoor de hiervoor aangegeven vormbeperkingen bij 5 de etiketten volgens de stand van de techniek niet meer optreden terwijl eveneens geen afvalmateriaal meer gevormd wordt.

Dit doel wordt bereikt doordat een zelfklevend etiket van de eerderbeschreven soort volgens de uitvinding verkregen 10 is door achtereenvolgend patroonvormig, in register, aanbrengen van de verschillende het etiket samenstellende lagen op een ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen onder toepassing van tussengelegen, voor elk der lagen geeigende warmtebehandelingen voor droging respectievelijk 15 gelering, waarbij het formaat van elk der lagen ten hoogste gelijk is aan het maximale formaat van het gerede etiket.

Door het in register aanbrengen van de diverse lagen waaruit een etiket is samengesteld kunnen etiketten van elke gewenste vorm en formaat worden vervaardigd waarbij 20 stansen niet meer noodzakelijk is en derhalve alle beperkingen wat betreft de vorm zijn opgeheven en ook afvalvorming tot het verleden behoort.

In het bijzonder is een zelfklevend etiket volgens de uitvinding verkregen door op een eerste ondergrondmateriaal 25 met lossingseigenschappen, eventueel na aanbrengen van een patroonlaag met onderscheidend vermogen, een polymeerlaag van geschikt formaat te vormen, daarna op de polymeerlaag een kleeflaag van maximaal het formaat van de polymeerlaag aan te brengen, vervolgens de kleeflaag af te dekken met 30 een tweede ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen en tenslotte het eerste ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen te verwijderen.

In de hiervoor beschreven bijzondere uitvoeringsvorm van het zelfklevend etiket volgens de uitvinding is het 35 aanbrengen van een patroonlaag met onderscheidend .vermogen mogelijk, doch niet noodzakelijk. Voor het vormen van blanco zelfklevende etiketten die door de gebruiker van een 8 6 0 J 2 4 5 Μ * -3- opschrift of andere afbeelding kunnen worden voorzien kan van het aanbrengen van een patroonlaag met onderscheidend vermogen worden afgezien.

Bij het hiervoor beschreven zelfklevend etiket kan het 5 verwijderde eerste ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen desgewenst opnieuw worden toegepast bij de vervaardiging van nieuwe zelfklevende etiketten.

Met voordeel is een zelfklevend etiket volgens de uitvinding verkregen doordat het etiket verkregen is door 10 op een ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen een kleefstoflaag aan te brengen, deze kleefstoflaag af te dekken met een polymeerlaag van geschikte vorm en een formaat dat tenminste gelijk is aan het formaat van de kleefstoflaag en desgewenst tenslotte op de polymeerlaag de patroonlaag met 15 onderscheidend vermogen aan te brengen.

Dit laatstgenoemde zelfklevende etiket volgens de uitvinding heeft als voordeel dat de voor de vervaardiging benodigde materialen tot een minimum zijn beperkt en dat ook de extra ondergrondmateriaalverwijderingsstap niet 20 noodzakelijk is.

Na het aanbrengen van de kleefstoflaag dient er uiteraard voor gezorgd te worden dat deze kleefstoflaag niet in aanraking komt met machineonderdelen of met andere in de buurt verkerende onderdelen. In het geval van machinaal 25 transport van ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen waarop zich een dergelijke kleefstoflaag bevindt zal er dan ook voor gezorgd worden dat contact met onderdelen resp. andere materialen vermeden wordt.

De in de hiervoor beschreven zelfklevende etiketten 30 volgens de uitvinding toegepaste polymeerlaag is met veel voordeel een polyvinylchloride bevattende polymeerlaag en is gevormd door gelering van een polyvinvlchlorideplastisollaag.

Een dergelijke plastisollaag heeft een dikte van + 60 um 35 tot 200 um en wordt gevormd door een mengsel van laagmoleculair polyvinylchloride, weekmaker en andere bekende plastisoltoevoegsels.

5601245 <ίΛ 1- -4-

Een typisch recept voor een dergelijke plastisol is als volgt: polyvinylchloride 100 delen (weekmaker) 40 tot 80 delen; bijvoorbeeld dioctylftalaat 5 titaandioxyde 15 tot 25 delen stabilisator 2 tot 4 delen.

Indien van een dergelijke receptuur op een ondergrond een dunne laag wordt aangebracht en daarna een warmtebehandeling wordt toegepast zal er een sintering van 10 de PVC korrels optreden en wordt een weekmaker bevattende homogene bekleding verkregen die een fcliekarakter heeft. Indien de ondergrond een ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen is kan de gevormde folie van de ondergrond gescheiden worden.

15 De zelfklevende etiketten volgens de uitvinding zijn echter niet tor de toepassing van polyvinylchlorideplastisolen beperkt. Ook andere sinterbare tot plastisol te verwerken polymeren kunnen met succes worden toegepast, een voorbeeld van een dergelijk 20 ander polymeer is bijvoorbeeld polyethyleen.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vormen van een zelfklevend etiket op een ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen.

De werkwijze wordt volgens de uitvinding gekenmerkt 25 doordat tenminste een deel der verschillende het etiket samenstellende lagen met behulp van zeefdruk worden aangebracht en na elke laag de voor die laag benodigde drogings- resp. geleringsbewerking wordt uitgevoerd.

Speciaal voor het aanbrengen van de eerderbeschreven 30 polymeerplastisollaag is de zeefdruk zeer aantrekkelijk.

Met behulp van zeefdruktechniek kunnen relatief dikke plastisollagen worden aangebracht die door gelering worden omgezet in polymeerlagen van voldoend grote dikte om een handelbaarheid te waarborgen.

35 Ook het aanbrengen van de kleefstoflaag kan met voordeel met behulp van zeefdruk geschieden.

Voor beide soorten lagen geldt uiteraard dat de 8601245 -5- toepassing van zeefdruk in verband met formaat en vorm van de verschillende lagen bijzonder aantrekkelijk is door de grore vrijheid die in dat verband door de zeefdruk geboden wordt.

5 Voor het aanbrengen van een eventuele patroonlaag met onderscheidend vermogen kan uiteraard eveneens een beroep worden gedaan op de zeefdruk. Voor dat onderdeel kan echter ook een beroep worden gedaan op allerlei andere druktechnieken zoals diepdruk, flexodruk, offsetdruk etc.

10 Zeer aantrekkelijk wordt de werkwijze volgens de uitvinding indien tenminste een deel der lagen met behulp van rotatiezeefdruk worden aangebracht. Rotatiezeefdruk wordt uitgevoerd door toepassing van een naadloze cylindrische metalen zeef die in het algemeen uit nikkel is 15 vervaardigd. Rond de omtrek van de zeef en verdeeld over de lengte ervan kan een groot aantal malen het formaat van één der samenstellende lagen van het etiket worden opgenomen zodat bij elke omwenteling van de zeef een groot aantal zelfde etiketlagen wordt gedrukt.

20 Dergelijke rotatiezeefdrukschablonen kunnen variëren in fijnheden van 60 openingen per 2,5 cm tot 350 openingen per 2,5 cm zodat afhankelijk van de aard van de betreffende laag een ruime keuze wat betreft te bereiken fijnheid en wat betreft de gewenste laagdikte voorhanden is.

25 Een zeer aantrekkelijke uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding past een baanvormig ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen toe. Zowel bij toepassing van vlakke zeefdruk alsook bij toepassing van rotatiezeefdruk kan door het gebruik van een baanvormig 30 ondergrondmateriaal een zeer aanzienlijke etikettenproduktiesnelheid worden gewaarborgd waarbij in het geval van toepassing van rotatiezeefdruk een continue uitvoering van de werkwijze mogelijk is.

Tenslotte wordt de uitvinding belichaamd in een 35 zelfklevende etiketten bevattende baan met lossingseigenschappen waarbij de etiketten zijn gevormd door toeoassing van de werkwijze volgens de uitvindincr.

3601245' -6-

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin:

Figuur 1 een doorsnede door een zich op een ondergrond bevindend zelfklevend etiket voorstelt 5 en

Figuur 2 een dergelijk etiket vervaardigd volgens een andere uitvoeringsvorm weergeeft

In Figuur 1 is met verwijzingscijfer 1 een ondergrond-materiaal met lossingseigenschappen aangegeven. Op genoemd 10 ondergrondmateriaal is eventueel een opdruk 4 aangebracht in de vorm van een tekst, een afbeelding of ander patroon met onderscheidend vermogen. Het is niet noodzakelijk dat een dergelijke opdruk aanwezig is, zoals eerder aangegeven. Met 3 is een door geleren gevormde polymeerlaag aangegeven 15 die bijvoorbeeld een weekmaker bevattende • polyvinylchloridelaag kan zijn. Op deze laag 3 is een kleefstoflaag 2 aangebracht. Een dergelijke kleefstoflaag kan bijvoorbeeld een zogenaamde drukgevoelige kleefstof-laag zijn die bijvoorbeeld kan worden gevormd door het 20 opdrukken van een drukmassa in de vorm van een waterige dispersie of een op oplosmiddel gebaseerde massa van een kleefstof. Dergelijke kleefstoffen kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door acrylaten, vinylesters e.d. Ter bescherming van deze kleeflaag 2 voor gebruik van het 25 etiket is het noodzakelijk dat nog een beschermlaag 5 wordt aangebracht op genoemde kleeflaag 2. Deze laag 5 wordt in het algemeen gevormd door een ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen zoals bijvoorbeeld een papier-materiaal dat voorzien is van een dunne lossingslaag op 30 basis van siliconen of op basis van polytetrafluorethyleen.

Bij aanwezig zijn van de laag' 5 is de aanwezigheid van de ondergrondmateriaallaag 1 niet langer noodzakelijk. Deze laag 1 kan dan ook verwijderd worden en desgewenst opnieuw gebruikt worden. Speciaal in het geval dat het etiket in 35 een continue werkwijze is vervaardigd onder toepassing van een baanvormig ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen kan de laag 1 weer opgerold worden en 8601245 -7- toegepast in een nieuwe vervaardigingswerkwijze.

De voor de diverse lagen toegepaste drukmethoden zijn bijvoorbeeld flexodruk voor de patrocniaag 4 en zeefdruk voor de polymeerlaag 3 en de kleefstoflaag 2.

5 In Figuur 2 is met verwijzingscijfer 1 weer een ondergrondmateriaal met lossingseigenschappen weergegeven.

Op genoemd ondergrondmateriaal wordt een kleerstoflaag 2 aangebracht terwijl op genoemde kleefs-oflaag 2 een polymeerlaag 3 wordt gevormd door opdrukken van een 10 polymeerplastisollaag die door warmtebehandeling in een polymeerlaag wordt omgezet. Op genoemde gevormde oolymeerlaag 3 kan desgewenst nog een opdruk 4 worden aangebracht/ alhoewel, zoals eerder is aangegeven, een dergelijke opdruk niet noodzakelijk is.

8801245 • yffj

Claims (8)

1. Zelfklevend etiket op een ondergrondmateriaal (1,5) met lossingseigenschappen en tenminste omvattende een kleefstoflaag (2), een gegeleerde polymeerlaag (3) en eventueel een patroonlaag (4) met onderscheidend 5 vermogen met het kenmerk dat het etiket verkregen is door achtereenvolgend in register, aanbrengen van de verschillende het etiket samenstellende lagen op een ondergrondmateriaal (1,5) 10 met lossingseigenschappen onder toepassing van tussengelegen, voor elk der lagen geeigende warmtebehandelingen voor droging respectievelijk gelering, '•w' waarbij het formaat van elk der lagen ten hoogste gelijk is aan het maximale formaat van het gerede etiket.

2. Zelfklevend etiket volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het etiket verkregen is door op een eerste ondergrondmateriaal (1) met lossingseigenschappen, eventueel na aanbrengen van een patroonlaag (4) met 20 onderscheidend vermogen, een polymeerlaag (3) van geschikt formaat te vormen, daarna op de polymeerlaag (3) een kleefstoflaag (2) van maximaal het formaat van de polymeerlaag (3) aan te brengen, vervolgens de kleefstoflaag (2) af te dekken met een tweede 25 ondergrondmateriaal (5) met lossingseigenschappen en tenslotte het eerste ondergrondmateriaal (1) met lossingseigenschappen te verwijderen, 3501245 m -9-

3- Zelfklevend etiket volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het etiket verkregen is door op een ondsrgrondmacsriaal (1) met lossingseigenschappen een 5 kleefstoflaag (2) aan te brengen, deze kleefstoflaag {2} af te dekken met een poiymeerlaag (3) van geschikte vorm en een formaat dat tenminste gelijk is aan het formaat van de kleefstoflaag (2) en desgewenst tenslotte op de poiymeerlaag (3) de patroonlaag '4) met onderscheidend 10 vermogen aan te brengen.

4. Zelfklevend etiket volgens conclusie 1-3 met het kenmerk dat de poiymeerlaag (3) een polyvinylchloride bevattende laag is en gevormd door gelering van een 15 polyvinylchlorideplastisollaag.

5. Werkwijze voor het vormen van een zelfklevend etiket op een ondergrondmateriaal (1,5) met lossingseigenschappen met het kenmerk dat tenminste een deel der verschillende het etiket 20 samenstellende lagen met behulp van zeefdruk worden aangebracht en na elke laag de voor die laag benodigde drogings- respectievelijk geleringsbewerking wordt uitgevoerd.

6. Werkwijze volgens conclusie 5 25 met het kenmerk dat tenminste een deel der lagen met behulp van rotatiezeefdruk worden aangebracht.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 en 6 met het kenmerk 30 dat een baanvormig ondergrondmateriaal (1,5) met lossingseigenschappen wordt toegepast. 1601 14 5 .j -10-

8. Zelfklevende etiketten bevattende baan met lossings-eigenschappen met het kenmerk dat de etiketten zijn gevormd onder toepassing van de 5 werkwijze volgens één of meer der conclusies 5 tot 7. 1501245