NL8601211A - Inrichting voor het manipuleren van drijfglasbovenrollen. - Google Patents

Description

« 4 NL/33.486—tM/f.

Inrichting voor het manipuleren van drijfglasbovenrollen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in hoekstand manipuleren van een bovenrol die geschikt is voor toepassing bij de fabricage van drijf-glas om de positie van een rand van een glasband te regelen 5 die drijft in een drijfkamer.

In het bekende drijfproces voor de fabricage van glas wordt gesmolten glas continu toegevoerd aan een verhitte drijfkamer waarin het zich uitspreidt om een band te vormen, die drijft op een bad van gesmolten 10 metaal, waar het zich afplat en door het vuur wordt gepolijst. De atmosfeer in de drijfkamer boven het bad van gesmolten metaal wordt aangehouden als een reducerende atmosfeer om oxydatie van het metaal te vermijden, zodat geen metaaloxydeslak wordt opgenomen door de band om de-15 fecten in het geproduceerde glas te vormen.

Als de band voortbeweegt naar het af-voereind van de kamer heeft het de neiging een evenwichts-breedte en -dikte aan te nemen, die o.a. afhangt van zijn viscositeit en oppervlaktespanning en van de snelheid van 20 toevoer en afvoer van glas uit de drijfkamer. Om een mate van regeling over de breedte van de band te verkrijgen en dus over zijn uiteindelijke dikte is voorgesteld aangedreven bovenrollen aan te brengen in de kamer om te drukken tegen de randen van de band. De bovenrollen worden in 25 draaiing gebracht op hun aandrijfassen met een snelheid, die overeenkomt met de voortbewegingssnelheid van de band. Wanneer de band wordt voortbewogen met zijn evenwichts-breedte en -dikte worden de assen loodrecht op de richting van de voortbeweging van de band ingesteld (of ze worden 30 omhoog bewogen, zodat de bovenrollen niet langer in aanraking zijn met het glas), zodat ze geen zijwaartse krachten op de randen van de band uitoefenen. Omdat het vaak wenselijk is glas met dikten te produceren, die verschillen van evenwichtsdikte, is het nodig krachten uit te oe-35 fenen op de randen van de band om de breedte van de band te regelen en aldus de gewenste dikte te handhaven. Dit gebeurt door de rolaandrijfassen te zwenken om in het algemeen vertikale assen, zodat de rollen om assen roteren, 8501211 -2- die schuin staan ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de band en ze een variabele zijwaartse krachtcomponent uitoefenen op de randen van de band om de gewenste breedte en dikte van de band te handhaven, door uitoefenen van 5 trek- of drukkrachten over de breedte van de band. Dergelijke wijzigingen in de aandrijfasstanden van de bovenrollen moeten zo nauwkeurig mogelijk worden uitgevoerd om de dikte van de geproduceerde band constant te houden met weinig glasafval. Ook moet worden opgemerkt, dat de banen, 10 die worden gevolgd door de randen van de band, in positie zullen variëren over het bad van tijd tot tijd als verschillende breedten en dikten van glas worden geproduceerd, maar daarvoor kan gemakkelijk worden gezorgd door een axiale langsbeweging van de aandrijfassen.

15 Problemen treden op bij het afdichten van de wanden van de drijfkamer aan zijpoorten, waar de aandrijfassen van de rollen door deze wanden passeren. Deze afdichting is belangrijk om de reducerende atmosfeer in de drijfkamer te handhaven.

20 Natuurlijk kunnen deze problemen worden vermeden door de rollen en hun aandrijvingen geheel in een drijfkamer te plaatsen, maar dit betekent, dat de aandrijf-motoren bestand moeten zijn tegen de hoge temperaturen, die in deze kamer optreden en dit is uiterst moeilijk.

25 Om afdichtingsproblemen aan de zijpoorten in de drijfkamer te verminderen is voorgesteld een rolaan-drijfas te zwenken om een as, die ligt aan een vlak van een zijwand van de drijfkamer of binnen de dikte van die wand.

Dit vermindert de speling, die nodig is voor het opnemen van 30 veranderingen in de oriëntatie van de aandrijfas en vereenvoudigt zo de afdichting.

Bij wijze van voorbeeld is voorgesteld een motor, die de aandrijfas aandrijft, te monteren op een wagen, die beweegbaar is langs concentrische gedeeltelijk cirkel-35 vormige banen, die zijn gelegd in de fabrieksvloer bij de drijfkamer, zodat de rolaandrijfas kan worden gezwenkt om een vertikale as, die gaat door het gemeenschappelijke middelpunt van deze banen. De banen zijn zo gelegd, dat hun gemeenschappelijke middelpunt zich bevindt binnen de wanddikte. 40 Bij dit voorstel zijn de banen gevormd door tandheugels en de 8601211

ï V

-3- wagen wordt daarlangs gedreven door rondsels. Het is gebleken, dat deze inrichting lijdt aan bepaalde nadelen.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het in hoekstand manipuleren van 5 een bovenrol op een wijze, die nauwkeurig is en geen aanleiding geeft tot onaanvaardbare afdichtingsproblemen.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een inrichting voor het in hoekstand manipuleren van een bovenrol verschaft die geschikt is voor toepassing bij de 10 fabricage van drijfglas om de positie van een rand van een in een drijfkamer drijvende glasband te regelen, met het kenmerk, dat deze inrichting een bovenrol omvat, die is gemonteerd aan het afgelegen eind van een roterende aandrijfas die is verbonden met twee zwenklegers voor relatieve zwenk-15 beweging om een zwenkas aan elk zwenkleger en die in de langsrichting beweegbaar is ten opzichte van tenminste één van deze zwenklegers, een steunframe, dat twee evenwijdige rechtlijnige banen vormt en middelen voor het aandrijven van de zwenklegers langs deze banen met snelheden, die in 20 een voorafbepaalde verhouding verschillen, waardoor wordt veroorzaakt, dat de as zwenkt om een as, waarvan de positie wordt bepaald door deze voorafbepaalde verhouding en de afstanden tussen de zwenkassen.

Een inrichting met de combinatie van ken-25 merken, die worden verschaft volgens de onderhavige uitvinding biedt verschillende voordelen boven eerdere voorstellen op dit gebied. De inrichting vormt een in zichzelf gesloten eenheid, die geen banen op de fabrieksvloer nodig heeft en die gemakkelijk kan worden bewogen, bijvoorbeeld 30 van één drijfkamer naar een andere of voor onderhoud. De zwenkas kan zich bevinden op een punt, dat vast is met betrekking tot de banen, aannemende, dat de voorafbepaalde verhouding vast is en door het bewegen van het steunframe kan deze plaats worden gevarieerd naar die, welke het meest 35 geschikt is voor een gegeven drijfkamer. Omdat de banen zich bevinden op het steunframe inplaats van de fabrieksvloer, is er minder kans, dat ze verstopt raken met fabrieks-vuil en omdat ze recht zijn, kan de beweging van de as-zwenklegers langs de banen vrij nauwkeurig worden geregeld 40 zonder dat men zijn toevlucht moet nemen tot het gebruik van 8601211 -4- onderdelen van de hoogste nauwkeurigheid, aldus bijdragend tot de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de regeling van de bovenste rolplaatsing.

De zwenklegers kunnen op elke manier 5 worden aangedreven, die het bereiken van de gewenste bewe-gingsnauwkeurigheid toelaat, bijvoor beeld kan elke zwenk-legeraandrijving een inrichting met heugel en rondsel bevatten, maar het verdient de voorkeur, dat de middelen voor het aandrijven van elk zwenk'leger een worm omvatten. Een. der-10 gelijke uitvoering is eenvoudig en geschikt en maakt het vrijwel mogelijk de speling op te heffen met betrekkelijk lage kosten. De aandrijving wordt vereenvoudigd, wanneer de zwenklegers van schroefdraad voorziene delen omvatten, die lopen op de wormen en dit is de uitvoering, die de 15 meeste voorkeur verdient.

Op gunstige wijze is er een gemeenschappelijk aandrijfmiddel, dat de beide zwenklegers synchroon aandrijft. Dit verzekert de juiste relatieve beweging van de zwenklegers. Als de zwenklegers bijvoorbeeld door een 20 worm worden aangedreven, kunnen de wormen worden verbonden door één of meer V-riemen of met meer voorkeur één of meer tandriemen of kettingen en met de meeste voorkeur door tand-rondsels, zodat de wormen worden gedwongen de zwenklegers met snelheden aan te drijven, die verschillen in de vooraf-25 bepaalde verhouding. Deze wormen hebben bij voorkeur dezelfde spoed.

Wanneer een dergelijke gemeenschappelijke aandrijving is verschaft, verdient het de voorkeur, dat het aandrijfmiddel een enkele motor omvat. Dit maakt krachtaan-30 drijving van de aszwenklegers mogelijk zonder onnodig hoge kosten.

Anders of daarnaast verdient het de voorkeur dat het aandrijfmiddel een handkruk omvat om de as-zwenklegers, wanneer dit gewenst is, met de hand te kunnen 35 aandrijven.

Op gunstige wijze is op de zwenklegers een wagen gemonteerd, die de as en een asaandrijfmiddel draagt. Dit levert een compacte inrichting op en vereenvoudigt de krachtoverbrenging naar de rolaandrijfas.

40 In de uitvoeringsvorm van de uitvinding 8601211 »> 1 -5- die de meeste voorkeur verdienen is het steunframe uitgerust met wielen en voorzien van vijzels om het van de wielen af te lichten om zijn plaatsing te fixeren. Dit heeft het voordeel, dat de inrichting gemakkelijk kan worden herplaatst 5 wanneer het nodig is en een stabiele, althans nagenoeg onbeweegbaretondersteuning van de inrichting mogelijk is, wanneer deze in gebruik is.

Op gunstige wijze is een middel aangebracht om veranderingen in de hoek tussen de as en de 10 banen te controleren. Dit is een zeer eenvoudige manier om veranderingen in de oriëntatie van de rolaandrijfas te controleren en dus verandering in de ligging en oriëntatie van de bovenrol zelf te controleren.

Bij voorkeur omvat dit hoekcontrole-15 middel een verbindingsstang, die zwenkbaar is gemonteerd om een eerste as, die beweegbaar is evenwijdig aan de as en om een tweede as op het steunframe , die op een gelijke stand ligt tussen de eerste zwenkas van de verbindingsstang en de zwenkas van de as. Bij deze uitvoering blijkt, 20 dat de verbindingsstang een hoekverplaatsing tweemaal die van de aandrijfas ondergaat bij beweging van de aszwenk-legers langs de baan om een zeer nauwkeurige meting van veranderingen in de oriëntatie mogelijk te maken. Een dergelijke verbindingsstang kan worden uitgevoerd om een 25 wijzer over een schaal te bewegen voor een zichtbare aflezing van hoekveranderingen maar het verdient de voorkeur dat het hoekcontrolemiddel is voorzien van een pulsgenerator, die is uitgevoerd om een signaal af te leveren, dat een aanwijzing vormt van veranderingen in de hoek.

30 Een dergelijk signaal zou bijvoorbeeld kunnen worden gestuurd naar een regelschakeling, die het aandrijfmiddel voor de aandrijfaszwenklegers bestuurt.

Een voorkeursuitvoering van de uitvinding zal nu slechts bij wijze van voorbeeld worden be-35 schreven aan de hand van de bijgaande schematische tekeningen, waarin: fig. 1 is een bovenaanzicht van een drijfkamer van een drijfglasfabriek, die is voorzien van twee stellen van de inrichtingen van fig. 2 en 3.

40 Fig. 2 is een bovenaanzicht van al- 8601211 • · -6- leen een onderste deel van een uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding.

Pig. 3 is een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van de inrichting van fig. 2, waarbij sommige 5 onderdelen van de inrichting eenvoudigheidshalve in de tekening zijn weggelaten.

In het bekende drijfproces voor de fabricage van glas, zoals geïllustreerd door de inrichting, die is afgeheeld in fig. 1, wordt gesmolten glas 1 gegoten op 10 het oppervlak van een bad 2 van gesmolten metaal, dat is opgenomen in een drijfkamer 3. Het glas spreidt zich uit op het oppervlak van het bad 2 en wordt continu voortbewogen als een band 4 door de verhitte drijfkamer 2, waar het zich afplat en door het vuur wordt gepolijst, terwijl 15 het drijft op het bad van gesmolten metaal. De atmosfeer in de drijfkamer 3 boven het bad 2 van gesmolten metaal wordt gehandhaafd als een reducerende atmosfeer om oxydatie van metaal te vermijden, zodat metaaloxydeslak niet zal worden opgenomen door het glas om defecten in de geprodu-20 ceerde band 4 te vormen.

Als de band 4 voortbeweegt naar het af-voereind 5 van de kamer 3 tracht het een evenwichtsbreedte en -dikte aan te nemen, die o.a. afhangt van zijn viscositeit en oppervlaktespanning en van de toevoer- en afvoer-25 snelheid van glas uit de drijfkamer. Om een mate van regeling over de breedte van de band en dus over zijn uiteindelijke dikte te verkrijgen worden aangedreven bovenrollen 7 ingevoerd in de kamer om te drukken tegen de randen 8 van de band. De bovenrollen worden in rotatie gebracht door 30 aandrijfmotoren 9 op hun aandrijfassen 10 met een snelheid, die overeenkomt met de snelheid van de voortbeweging van de band. Wanneer de band 4 wordt voortbewogen bij zijn evenwichtsbreedte en -dikte worden de aandrijfassen 10 ingesteld op rechte hoeken ten opzichte van de voortbewegings-35 richting van de band, zoals is afgebeeld rechts in fig. 1 (of ze worden omhoog bewogen, zodat de bovenrollen niet langer in aanraking komen met het glas), zodat ze geen zijwaartse krachten op de randen 8 van de band uitoefenen.

Wanneer gewenst wordt glas met dikten te produceren, die 40 verschillen van de evenwichtsdikte, is het noodzakelijk 8601211 -r*Êl * « -7- krachten uit te oefenen op de randen 8 van de band om de bandbreedte te regelen en aldus de gewenste dikte aan te houden. Dit wordt gedaan door de aandrijfassen 10 van de rollen te zwenken om in het algemeen vertikale assen, zo-5 als 11, zodat de rollen roteren om assen, die schuin liggen ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de band, zoals is afgebeeld links in fig. 1 en zij oefenen een variabele zijwaartse krachtcomponent op de randen 8 van de band uit om de gewenste breedte en dikte van de band te 10 handhaven door het uitoefenen van trek- of drukkrachten over de breedte van de band. Dergelijke wijzigingen in de aandrijfasposities van de bovenrollen moeten zo nauwkeurig mogelijk worden gedaan om de dikte van de geproduceerde band constant te houden met weinig glasafval. Ook moet 15 worden opgemerkt, dat de banen, die worden gevolgd door de randen van de band in positie zullen variëren over het bad van tijd tot tijd als verschillende breedten en dikten van glas worden geproduceerd maar hiervoor kan gemakkelijk worden gezorgd door axiale langsbeweging van de aandrijf-20 assen 10.

Zoals is afgebeeld in fig. 1, zijn de motor 9 en een leger 12 voor de aandrijfas 10 van de bovenrollen gemonteerd op een steun, die in het algemeen is aangegeven bij 13. Deze steun 13 is duidelijker afgebeeld in 25 fig. 2 en 3. De steun 13 omvat een steunframe 14 en een bovenrolaandrijfwagen 15, die beweegbaar is over het steunframe onder de invloed van een wagenaandrijving. De bovenrolaandrijf wagen is weggelaten uit fig. 2 en de wagenaandrijving is grotendeels weggelaten uit fig. 3.

30 De bovenrolaandrijfwagen 15 draagt de motor 9 en het leger 12 voor de bovenrolaandrijfas 10. De as van deze aandrijfas is met streepstippellijnen afgebeeld bij D. De wagen 15 is zelf gemonteerd op zwenklegers 16, 17, die zijn verbonden met wormvolgorganen 18, 19, die lopen op 35 evenwijdige wormen 20, 21, die worden gedragen door het steunframe 14. De zwenklegers 16, 17 hebben assen A respectievelijk B, die in hetzelfde vlak liggen als de aandrijfas D en snijden de as van de respectievelijke wormen 20, 21 volgens rechte hoeken. Een zwenkleger 16 is gemonteerd op 40 de aandrijfwagen 15 om te glijden in een richting evenwijdig 860 1 2 1 1 -8- aan de aandrijfas D, terwijl het andere zwenkleger 17 is bevestigd ten opzichte van deze wagen. De werking van de wormen 20, 21 veroorzaakt, dat de zwenklegers 16, 17 lopen langs evenwijdige rechtlijnige banen 22, 23.

5 Het aandrijfmechanisme voor de wormen 20, 21 is afgeheeld in fig. 2, waar de wormvolgorganen 18, 19 zijn afgebeeld in hun middenstanden. Elke worm 20, 21 is gemonteerd in legers 24, die zijn bevestigd aan het steun-frame 14 en draagt een tandrondsel 25 respectievelijk 26 aan 10 een eind. De primaire aandrijfbron is een elektromotor 27, die via een ketting of tandwiel 28 een met een tandwielkast 30 verbonden kettingwiel 29 aandrijft. De aandrijving wordt overgebracht via de tandwielkast op een eerste wormaandrijf-as 31 en door schuine tandwielen (niet afgebeeld) op een 15 wormaandrijfoverbrengingsas 32. De wormaandrijfoverbrengings-as 32 op zijn beurt brengt kracht over via een tweede tandwielkast 33, die ook schuine tandwielen bevat naar een tweede wormaandrijfas 34. Elke wormaandrijfas 31, 34 draagt een tandrondsel 35 respectievelijk 36, dat grijpt in het res-20 pectievelijke op de worm gemonteerde rondsel 25, 26. Legers 37 zijn aangebracht voor de einden van de wormaandrijfassen 31, 34. De overbrenging is zodanig, dat wanneer de motor 27 werkt de wormen 20, 21 (die dezelfde spoed hebben) worden aangedreven met snelheden, die in een bepaalde verhou-25 ding verschillen. Dit veroorzaakt, dat de as D van de aandrijfas zwenkt om een vaste denkbeeldige as (vergelijk 11 in fig. 1), waarvan de afstand L langs de aandrijfas D vanaf de zwenkas B op elk gegeven tijdstip wordt bepaald door de vergelijking 30 ^21^20 = (L + AB) , waarin en de respectievelijke rotatiesnelheden van de wormen 20 en 21 zijn en AB de afstand op dat tijdstip tussen de zwenkassen A en B is.

Als aanvulling bij de motor 27, mocht dit 35 nodig zijn tijdens het instellen of andere handelingen, is een met de hand bedienbare krukas 38 aangebracht, die is gemonteerd op het steunframe 14 in legers 39 en uitgevoerd om een kettingwiel 40 aan te drijven, dat is verbonden met het kettingwiel 29.

86 0 1 2 1 1 -9-

Thans in het bijzonder terugkerenö naar fig. 3/ om veranderingen in de oriëntatie van de rolaandrijf-as D te controleren, is een verbindingsstang 41 bevestigd aan een zwenkas 42, die wordt gedragen door een leger 43, dat is 5 gemonteerd op het steunframe 14 om te zwenken om een as C, die evenwijdig is aan de zwenkassen A en B. Het afgelegen eind van de verbindingsstang 41 draagt een zwenkring 44 met een zwenkas E, die verschuifbaar is langs een geleidingsstang 45, die is bevestigd aan de aandrijflagen 15, op zodanige 10 wijze, dat de as van de geleidingsstang 45 evenwijdig is aan de aandrijfas D en in hetzelfde vlak ligt met deze as D en de zwenkassen A en B. De werkzame lengte van de verbindingsstang 41, dat is de afstand tussen de zwenkasssen C en E, is gelijk gemaakt aan het verschil tussen de as C en de zwenkas 15 11 van de rolaandrijfas (fig. 1). Onder deze omstandigheden veroorzaakt een zwenking van de rolaandrijfas over een gegeven hoek, dat de verbindingsstang beweegt over tweemaal deze hoek. Deze veranderingen worden gecontroleerd door een pulsgenerator op te nemen in het leger 43 en de aldus opgewekte 20 pulsen kunnen worden toegevoerd aan een regelschakeling (niet afgeheeld), die de werking van de motor 27 bestuurt, die veroorzaakt, dat de rolaandrijfas 10 zwenkt.

Het steunframe 14 is voorzien van zwenk-wielstellen 46 om gemakkelijk te bewegen bij de installatie 25 en is ook uitgerust met schroefvijzels 47. De vijzels 47 dienen om het steunframe 14 in zijn gewenste positie te verankeren. Het zal duidelijk zijn, dat een beweging van de vijzels 47, wanneer ze rusten op de fabrieksvloer, ook de hoek zal variëren, die de rolaandrijfas D maakt met de ho-30 rizontaal. De vijzels kunnen dus worden gebruikt om een aangedreven bovenrol 7 (fig. 1) in of buiten contact te brengen met een rand 8 van de band en om de neerwaartse druk te variëren, die door deze rol wordt uitgeoefend op deze rand.

De steun 13, die de bovenrolaandrijving 35 draagt, kan zo worden geplaatst, dat de zwenkas 11 van de rolaandrijfas zich op elke gewenste plaats bevindt met betrekking tot een drijfkamer 3, waarbij deze moet worden gebruikt. Zoals in fig. 1 is afgebeeld, is de steun 13 zo geplaatst, dat de zwenkas 11 is geplaatst aan het buitenvlak 40 van de wand van de drijfkamer. Natuurlijk zou de steun 13 860 1 2 1 1 -10- zo kunnen worden geplaatst, dat de zwenkas 11 zich bevond binnen de dikte van de drijfkamerwand als dit handiger zou blijken te zijn. De sluiting van het gat 48, waardoor de rolaandrijfas 10 binnentreedt in de drijfkamer 3 wordt be-5 vorderd door een plaat 49 te monteren op de buitenzijde van de drijfkamerwand. Pakkingmateriaal (niet afgeheeld) kan worden aangebracht tussen de plaat 49 en de rolaandrijfas 10 en/of een afdichting van het balgtype kan daartussen worden gemaakt. Met een dergelijke inrichting is gebleken, 10 dat het afdichten van het gat 48 tegen het binnentreden van oxyderende omgevingsatmosfeer sterk is verbeterd, zelfs tijdens de instelling van de oriëntatie van de bovenrollen.

Elke gewenste fijne langsinstelling van de rolaandrijfas 10 en dus van de rol 7 kan worden ver-15 zorgd door de asaandrijfmotor 9 te monteren op de bovenrol-aandrijfwagen 15 via een slede 50, die is afgebeeld in fig. 3.

Zoveel paren bovenrollen en bovenrol-manipulatiemechanismen als gewenst kunnen worden aangebracht 20 langs de drijfkamer, hoewel ter vereenvoudiging van de tekening slechts één dergelijk paar is afgebeeld. Het werkelijke aantal van dergelijke paren van bovenrollen, dat op enig tijdstip moet worden gebruikt, zal in het algemeen afhangen van de gewenste dikte van de glasband, die wordt geprodu-25 ceerd en in het bijzonder van het verschil tussen deze dikte en de evenwichtsdikte van het glas.

In een uitvoeringsvariant, kan de gehele inrichting voor het in hoekstand manipuleren van de bovenrol, inplaats van te worden gemonteerd op de vloer, worden 30 omgekeerd en opgehangen aan de bovenliggend portaal. In een dergelijke variant zal het duidelijk zijn, dat de zwenkwiel-stellen 46 en schroefvijzel 47 kunnen worden weggelaten.

86 0 1 2 1 1

Claims (11)

1. Inrichting voor het in hoekstand manipuleren van een bovenrol, die geschikt is voor toepassing bij de fabricage van drijfglas om de positie van een rand van een in een drijfkamer drijvende glasband te re-5 gelen, met het kenmerk, dat deze inrichting een bovenrol (7) omvat, die is gemonteerd aan het afgelegen eind van een roteerbare aandrijfas (10) , die is verbonden met twee zwenklegers (16, 17) voor relatieve zwenkbeweging om een as (A, B) aan elk zwenkléger en die 10 in de langsrichting beweegbaar is ten opzichte van tenminste één van de zwenklegers (16), een steunframe (14) dat twee evenwijdige rechtlijnige banen (22, 23) vormt, en middelen (18-21 en 24-40) voor het aandrijven van de zwenklegers (16, 17) langs de banen (22, 23) met snel-15 heden, die in een voorafbepaalde verhouding verschillen, waardoor wordt veroorzaakt, dat de as (10) zwenkt om een as (11), waarvan de stand wordt bepaald door de vooraf-bepaalde verhouding en de afstand (AB) tussen de zwenk-assen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de middelen voor het aandrijven van elk zwenkleger (16, 17) een worm (20, 21) omvatten.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de zwenklegers (16, 17) 25 van schroefdraad voorziene delen (18, 19) omvatten, die lopen op de wormen (20, 21).

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een gemeenschappelijke aandrijving (27, 30, 32, 33) aanwezig is om 30 de beide zwenklegers (16, 17) synchroon aan te drijven.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de aandrijving een enkele motor (27) omvat.

6. Inrichting volgens een der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijving een handkruk (38) omvat.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de zwenk- 8501211 -12- legers een wagen (15) is gemonteerd, die de as (10) en een asaandrijfmiddel (9) draagt.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunframe 5 is uitgevoerd met wielen (46) en voorzien van vijzels (47) om het van zijn wielen op te lichten om zijn plaats vast te zetten.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen (41, 10 45) zijn aangebracht om de hoek tussen de as (10) en de banen (22, 23) te controleren.

10. Inrichting volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat deze middelen voor het controleren van de hoek een verbindingsstang (41) omvatten, die is 15 gemonteerd voor een zwenkbeweging om een eerste as (E) die evenwijdig aan de as (D) beweegbaar is en om een tweede as (C) op het steunframe (14) die op gelijke afstand tussen de zwenkas (E) van de eerste verbindingsstang en de zwenk-as (11) van de as (10) ligt.

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het middel voor het controleren van de hoek een pulsgenerator omvat, die is uitgevoerd om een signaal af te geven, dat een aanwijzing vormt voor veranderingen in deze hoek. 8601111