NL8601182A

NL8601182A - Werkwijze en inrichting voor het opnemen en/of weergeven van een beeldsignaal en een bijbehorend audiosignaal in respektievelijk van een registratiedrager, en een registratiedrager verkregen volgens de werkwijze.

Info

Publication number: NL8601182A
Application number: NL8601182A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1986-05-12
Filing date: 1986-05-12
Publication date: 1987-12-01
Also published as: SG56991G; MX164350B; HK90991A; EP0245904A1; EP0245904B1; UA27216C2; ATE62367T1; ES2022299B3; JP2843828B2; US4794465A; DE3769007D1; KR870011605A; AR246009A1; CN1008785B; KR960001484B1; BR8702380A; CN87103473A; AU603742B2; CA1291816C; JPS62269584A

Description

’ — i'ï ^ - PHN 11.753 1 N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Werkwijze en inrichting voor het opnemen en/of weergeven van een beeldsignaal en een bijbehorend audiosignaal in respektievelijk van een registratiedrager, en een registratiedrager verkregen volgens de werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het opnemen en/of weergeven van een beeldsignaal en een bijbehorend audiosignaal in respektievelijk van een registratiedrager, waarbij tijdens het opnemen het beeldsignaal en het audiosignaal worden 5 gekodeerd tot een eerste respektievelijk een tweede informatiesignaal, bevattende informatiewoorden die worden ondergebracht in pakketten (frames), elk pakket is voorzien van een pakketkop (header) en een dataveld, waarbij een dataveld van een pakket een aantal informatiewoorden van het beeldsignaal of het audiosignaal bevat, de 10 pakketkop aangeeft het informatiesignaal waartoe de informatiewoorden in het dataveld behoren, waarna de pakketten op de registratiedrager worden ingeschreven; en waarbij tijdens het weergeven de pakketten uit de registratiedrager worden uitgelezen en worden gedekodeerd voor het verkrijgen van het beeldsignaal en het bijbehorende audiosignaal. De 15 uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze en op een registratiedrager verkregen volgens de werkwijze. De werkwijze van de in de aanhef genoemde soort is beschreven in de eerder ingediende Nederlandse octrooiaanvrage nr.

8.600.450 (PHQ 86.003), eveneens van aanvraagster. Meer in het bijzonder 20 heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het opnemen en weergeven van beeldsignalen en bijbehorende audiosignalen in de vorm van digitale informatie in respektievelijk van een registratiedrager, zoals bij voorbeeld een compact disc.

Zoals algemeen bekend is de compact disc een 25 registratiedrager voor het opslaan van digitale informatie, welke registratiedrager een bepaald aantal bits kan bevatten. De eerste toepassing van de compact disc in het Compact Disc Digital Audio systeem is al weer enige jaren oud en voorzag in het gebruik als registratiedrager voor 16-bits PCM gekodeerde audiosignalen. Voor een 30 zeer volledige beschrijving van dit systeem zij verwezen naar het Philips' technisch tijdschrift Vol. 40, 1982, No. 6, in het bijzonder het artikel daarin van J.P.J. Heemskerk et al getiteld "Compact disc: 3601182 ΡΗΝ 11.753 2 i *i system aspects and modulation", de pagina's 157 tot en met 164.

Een tweede toepassing voorzag in het gebruik als data ROM voor data verwerkingsapparatuur. Een derde toepassing is thans in ontwikkeling en voorziet in het gebruik als registratiedrager voor 5· gedigitaliseerde videosignalen van beelden die worden vergezeld van gedigitaliseerde audio en eventueel van computerdata.

Deze thans voorziene toepassing van de compact disc is een interactieve toepassing, die wordt aangeduid met de naam CD-I. Over deze nieuwe toepassing werden reeds lezingen gehouden tijdens de 10 microsoft-konferentie te Seattle, 3-5 maart 1986 te weten een lezing van D.C. Geest met titel "Standardization of CD-I" en een lezing van R.

Bruno met titel "New developments in optical media", en werd gepubliceerd in de Philips Koerier van 13 maart 1986, pag. 1 en 2.

Ten einde een beeld op een registratiedrager in de vorm 15 van een compact disc te kunnen opnemen wordt het beeld verdeeld in een aantal lijnen (bijvoorbeeld 280 stuks) en wordt elke lijn weer opgedeeld in een aantal aan elkaar aansluitende beeldelementen (bijvoorbeeld 384 stuks). Hierbij wordt verondersteld dat elk beeldelement een uniforme helderheid en een uniforme kleur heeft. Een beeldelement wordt nu 20 volledig beschreven door een aantal beeldkomponenten; namelijk de helderheidskomponent Y(i,k) en de beide kleurverschilkomponenten ü(i,k) en V(i,k), of wat op hetzelfde neerkomt door de drie basiskleurkomponenten R(i,k), G(i,k) en B(i,k). Hierbij geeft i het rangnummer aan van de lijn en k het rangnummer van het beeldelement op 25 deze lijn (kolom).

Elk van de beeldkomponenten van een beeldelement wordt onderworpen aan een kodering waardoor voor elk beeldelement een informatiewoord wordt verkregen, dat in het hierna volgende videowoord zal worden genoemd. Wordt PCM kodering toegepast, dan worden de 30 beeldkomponenten van elk beeldelement afzonderlijk gekodeerd; dat wil zeggen onafhankelijk van overeenkomstige beeldkomponenten van andere beeldelementen. Worden de beeldkomponenten echter onderworpen aan een DPCM-kodering, dan wordt grof gezegd van de overeenkomstige beeldkomponenten van telkens twee opeenvolgende beeldelementen alleen 35 het verschil onderworpen aan een PCM-kodering. Omdat de kodering van een dergelijk verschil in het algemeen minder bits vergt dan de kodering van elk van de afzonderlijke beeldkomponenten, wordt voor de voorziene 8601182 * *' « PHN 11.753 3 nieuwe toepassing van de compact disc 4-bits DPCM-kodering toegepast voor elk van de beeldkomponenten. Dit betekent dat elk beeldelement wordt gekarakteriseerd door een 12-bits videowoord.

Om de kapaciteit van de registratiedrager zo economisch 5 aogelijk te benutten, wordt het gehele blok van 280 x 384 videowoorden slechts éénmaal overgedragen. De monitor beschikt over een beeldgeheugen dat tenminste evenveel geheugenlocaties bevat als het beeld beeldelementen. Met elke geheugenlocatie is eenduidig een beeldelement geassocieerd en een dergelijke geheugenlocatie bevat het 10 overgedragen videowoord van het betreffende beeldelement. Dit beeldgeheugen wordt op gebruikelijke wijze herhaald uitgelezen teneinde op het display het betreffende beeld te verkrijgen.

Opgemerkt zij dat het in de praktijk niet nodig blijkt te zijn om van elk beeldelement zowel de helderheidskomponent als de beide 15 kleurverschilkomponenten over te dragen. Het blijkt voldoende te zijn om van elk beeldelement de helderheidskomponent over te dragen en van opvolgende beeldelementen afwisselend de kleurverschilkomponent ü en de kleurverschilkomponent V. Dit betekent dat elk beeldelement door een 3-bits videowoord kan worden gekarakteriseerd. Meer in het bijzonder 20 stellen de eerste vier bits van dit videowoord de helderheidskomponent van het beeldelement voor in DPCM-formaat en stellen de vier overige bits één van de twee (afwisselende) kleurverschilkomponenten, eveneens in DPCM-formaat, voor. In het hierna volgende zal het geheel aan over te dragen videowoorden die samen een bepaald beeld definiëren worden 25 aangeduid met videoblok.

In de thans voorziene nieuwe toepassing van de compact disc wordt evenals de gedigitaliseerde informatiebestanddelen, geluid en computer data, een videoblok vóór het opnemen op de registratiedrager ondergebracht in pakketten. Daarbij omvat elk pakket 30 bijvoorbeeld 2352 bytes en is elk pakket globaal verdeeld in twee velden; namelijk in een pakketkop dat uit 24 bytes bestaat en een dataveld van '2328 bytes. De laatste 280 bytes in het dataveld kunnen eventueel worden benut voor foutenprotectie en -correctie van de overige bytes in het dataveld. Hiervan wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt als 35 het pakket computer data bevat.

De pakketkop omvat onder andere synchronisatie bytes voor byte- en bit-synchronisatie, maar geeft ook aan of de data in het s o o i *: c; , l * PHN 11.753 4 dataveld beeldinformatie is of audio, dan wel computer data. In deze gevallen wordt gesproken van respektievelijk een videopakket, een audiopakket, een computer datapakket. Het dataveld van een audiopakket omvat 1164 audiowoorden van elk 16 bits, terwijl het dataveld van een 5 videopakket 2328 videowoorden bevat van elk 8 bits.

De thans voorziene nieuwe toepassing van de compact disc levert bovendien de mogelijkheid van de keuze tussen een aantal verschillende kwaliteiten voor het audiosignaal.

- Ten eerste is daar de van de oorspronkelijke toepassing in het Compact 10 Disc Digital Audio systeem bekende kwaliteit. Hiermee kan men van een volledig met audiosignalen gevulde compact disc ongeveer 72 minuten stereogeluid verkrijgen met de van de compact disc bekende kwaliteit (90 dB of meer dynamiek).

- Ten tweede is daar de "hifi muziek" mode. Deze mogelijkheid levert 15 twee parallel aan elkaar uitleesbare stereokanalen of vier parallel aan elkaar uitleesbare monokanalen. Op een volle compact disc bevindt zich weer per stereokanaal ongeveer 72 minuten geluid. Dus indien op een compact disc slechts één monosignaal dient te worden opgenomen kan men 4 x 72 minuten audiosignaal op een volledige compact disc opnemen.

20 De kwaliteit komt overeen met die van een langspeelplaat.

- Ten derde is er de zogenaamde "midfi muziek" mode. Hier heeft men op een volle compact disc vier parallelle kanalen met in elk kanaal een stereosignaal van 72 minuten lengte, of acht kanalen met een monosignaal van 72 minuten lengte. De kwaliteit komt overeen met die van een FM

25 radio-uitzending.

- Ten vierde is er de "spraak" mode. Deze mogelijkheid levert 8 parallelle kanalen met stereo of 16 parallelle kanalen met maximaal 72 minuten monosignaal op een volle compact disc. De kwaliteit is die van een AM radio-uitzending.

30 CD-digital audio is, zoals bekend in 16 bits-PCM

gekodeerd en de volledige opslagkapaciteit van de compact disc is nodig voor het opslaan van het 72 minuten lange stereosignaal.

Voor de drie andere kwaliteiten waarmee het audiosignaal op de registratiedrager kan worden opgenomen geldt dat dat gerealiseerd 35 wordt door middel van een 8- of 4-bit ADPCM (adaptive data pulse code modulation).

Bij deze drie mogelijkheden is een opslagkapaciteit van 3101182 s 4 PHN 11.753 5 50%, 25% en 12,5% respektievelijk benodigd voor de opslag van de audio-informatie van één kanaal. De rest van de opslagkapaciteit is dan beschikbaar voor het opslaan van video-informatie, computer data of voor andere geluidskanalen. In dit laatste geval heeft men de mogelijkheid om 5 in verschillende talen gesproken tekst op te slaan in een overeenkomstig aantal parallelle kanalen.

- Een vijfde mogelijkheid is om gesproken tekst fonetisch te koderen waardoor een nog veel langere speeltijd gerealiseerd kan worden. Het standaard fonetische alfabet, zoals gespecificeerd voor de gewenste 10 taal, of talen, wordt gekodeerd en op de compact disc opgenomen tesamen met een set difonen voor de gewenste taal en een resynthese programma, met behulp waarvan men de gesproken tekst door middel van het aan elkaar koppelen van difonen weer kan resynthetiseren. De resulterende informatiedichtheid in één kanaal kan zeer hoog zijn en kan voor een 15 volle compact disc een speelduur van meer dan 5000 uur opleveren.

In die gevallen waarbij men twee of meer parallelle heeft, bestaat, zoals eerder gezegd, de mogelijkheid om in deze kanalen dezelfde gesproken tekst maar in verschillende talen vertaald, op de compact disc op te slaan. Dit is vooral van belang bij het gelijktijdig 20 weergeven van beeldinformatie en bijbehorende gesproken tekst, waarbij men een keuzemogelijkheid heeft voor een zekere taal waarin de gesproken tekst wordt weergegeven.

De uitvinding beoogt nu maatregelen aan te geven waardoor het mogelijk wordt beeldinformatie tesamen met één bijbehorend 25 audiosignaal, gekozen uit verschillende bij de beeldinformatie behorende audiosignalen, van de registratiedrager weer te geven. Bij een audiosignaal moet hier bij voorbeeld gedacht worden aan een bij de beeldinformatie (het beeld) behorend stuk tekst dat in een zekere taal wordt uitgesproken. Bij deze beeldinformatie behoren nog andere 30 audiosignalen, te weten dezelfde tekst doch uitgesproken in een andere taal (andere talen). De werkwijze heeft daartoe het kenmerk, dat voor het opnemen van ten minste een tweede bij het beeldsignaal behorende audiosignaal, het tweede audiosignaal wordt gekodeerd tot een derde informatiesignaal bevattende informatiewoorden die worden ondergebracht 35 in pakketten, dat in de pakketkop van die pakketten die een gekodeerd audiosignaal bevatten bovendien wordt aangegeven tot welk van de twee of meer audiosignalen de informatiewoorden in een dataveld van een pakket ^ 'Λ Λ rt Λ O D J i I 'J L.

t * PHN 11.753 6 behoren, dat verder referentiesignalen en additionele pakketten in de registratiedrager worden opgenomen, welke additionele pakketten voor elk van de twee of meer bij een beeldsignaal behorende audiosignalen tijdinformatie bevatten omtrent de tijdsduur tussen het moment van 5 optreden van een referentiesignaal na het uitlezen en het moment waarop een uitgelezen beeldsignaal op een beeldscherm zichtbaar moet worden gemaakt, en tijdens het weergeven de referentiesignalen en de additionele pakketten uit de registratiedrager worden uitgelezen, onder invloed van een eerste stuursignaal, de tijdinformatie behorend bij 10 één van de audiosignalen uit een additioneel pakket wordt afgeleid en vervolgens uit de aldus afgeleide tijdinformatie en een gedetekteerd referentiesignaal een tweede stuursignaal wordt afgeleid voor het weergeven van een uitgelezen beeldsignaal op een beeldscherm, en dat onder invloed van het eerste stuursignaal slechts het ene voornoemde 15 audiosignaal wordt weergegeven.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat, gezien het feit dat de ene taal kompakter van samenstelling is dan de andere taal, het moment van weergeven van een beeld dat bij een in een zekere taal uitgesproken tekst behoort, op een ander moment zal plaatsvinden dan in 20 het geval de tekst in een andere taal zou worden weergegeven. De registratiedrager moet dus voor elke taal informatie bevatten betreffende de momenten waarop opvolgende beelden tijdens een in een zekere taal uitgesproken tekst dienen te worden weergegeven. Deze informatie is in de vorm van het tijdsverloop tussen het moment van 25 optreden van een referentiesignaal in de uit de registratiedrager uitgelezen informatie en het moment van weergeven van een beeld. Dit tijdsverloop zal dus in het algemeen voor de verschillende audiosignalen (talen) verschillend zijn. Een referentiesignaal kan bij voorbeeld opgeslagen worden in de pakketkop (bij voorbeeld de subheader) van een 30 additioneel pakket. Een andere mogelijkheid is om voor elk audiosignaal (elke taal) een bijbehorend referentiesignaal op te slaan in de pakketkop (bij voorbeeld de subheader) van het eerste op het additionele pakket volgende pakket dat in zijn dataveld informatiewoorden van het bewuste audiosignaal bevat.

35 De tijdinformatie kan worden opgenomen in het dataveld van een additioneel pakket. Deze additionele pakketten zijn namelijk toch al op de registratiedrager aanwezig en bevatten de programmatuur 86 011S 2 * .* PHN 11.753 7 die dient te worden uitgelezen en in de processor van de uitleesinrichting dient te worden opgeslagen en die een juist funktioneren van deze inrichting mogelijk maakt.

De inrichting voor het opnemen van een beeldsignaal en 5 een bijbehorend audiosignaal, voor het uitvoeren van de werkwijze, voorzien van - een eerste ingangsklem voor het ontvangen van het beeldsignaal, - een tweede ingangsklem voor het ontvangen van het audiosignaal, - een kodeereenheid met een eerste en een tweede ingang gekoppeld met de 10 eerste respektievelijk tweede ingangsklem en een uitgangsklem, welke kodeereenheid is ingericht voor het koderen van het beeldsignaal en het audiosignaal tot het eerste respektievelijk tweede informatiesignaal, in de vorm van op elkaar volgende informatiewoorden, is ingericht voor het onderbrengen van de informatiewoorden in pakketten (frames), is 15 ingericht voor het onderbrengen van een signaalkode in de pakketkop aangevende het informatiesignaal waartoe de informatiewoorden in het dataveld van het bijbehorend pakket behoren, en is ingericht voor het leveren van op elkaar volgende pakketten aan zijn uitgang, - een inschrijfeenheid, met een ingang gekoppeld met de uitgang van de 20 kodeereenheid, welke inschrijfeenheid is ingericht voor het inschrijven van de op elkaar volgende pakketten in de registratiedrager, heeft het kenmerk, dat de kodeereenheid is ingericht voor het koderen van ten minste een tweede bij het beeldsignaal behorende audiosignaal tot een derde 25 informatiesignaal, in de vorm van op elkaar volgende informatiewoorden, is ingericht voor het onderbrengen van deze informatiewoorden in pakketten, is ingericht voor het onderbrengen van een signaalkode in de pakketkop van pakketten die een gekodeerd audiosignaal bevatten, aangevende tot welk van de twee of meer audiosignalen de 30 informatiewoorden in de datavelden van deze pakketten behoren, dat de kodeereenheid een referentiesignaalgenerator bevat, voor het leveren van referentiesignalen, dat de eenheid verder is ingericht voor het genereren van additionele pakketten, welke additionele pakketten voor elk van de twee of meer bij een beeldsignaal behorende 35 audiosignalen de genoemde tijdinformatie bevatten, en is ingericht voor het leveren van deze additionele pakketten aan zijn uitgangsklem.

Een dergelijke inrichting kan verder zijn gekenmerkt, doordat de 3501132 , i * PHN 11.753 8 kodeereenheid bevat - een audiokodeereenheid voor het koderen van een audiosignaal, met een ingang gekoppeld met de tweede ingangsklem, en een uitgang, - een videokodeereenheid voor het koderen van een beeldsignaal, met een 5 ingang gekoppeld met de eerste ingangsklem, en een uitgang, - een signaalkombineereenheid met een eerste, een tweede en een derde ingang gekoppeld met de uitgangen van de audiokodeereenheid respektievelijk de videokodeereenheid respektievelijk de referentiesignaalgenerator, en een uitgang gekoppeld met de 10 uitgangsklem, dat de kodeereenheid verder een derde ingangsklem bevat voor het ontvangen van de genoemde tijdinformatie, welke derde ingangsklem is gekoppeld met een vierde ingang van de signaalkombineereenheid, en dat de signaalkombineereenheid is ingericht voor het opslaan van de informatiewoorden van de audiokodeereenheid en 15 de videokodeereenheid in de datavelden van pakketten, is ingericht voor het onderbrengen van de signaalkode in de pakketkop van pakketten, en is ingericht voor het opslaan van de tijdinformatie in de additionele pakketten.

De inrichting voor het weergeven van een beeldsignaal en 20 een bijbehorend audiosignaal, voor het uitvoeren van de werkwijze, voorzien van - een uitleeseenheid, voor het uitlezen van op elkaar volgende pakketten uit de registratiedrager en voor het leveren van deze pakketten aan een uitgang, 25 - een dekodeereenheid met een ingang gekoppeld met de uitgang van de uitleeseenheid, en een eerste en tweede uitgang, welke dekodeereenheid is ingericht voor het scheiden van pakketten bevattende informatiewoorden van het eerste informatiesignaal en van pakketten bevattende informatiewoorden van het tweede informatiesignaal, is 30 ingericht voor het dekoderen van het eerste en het tweede informatiesignaal tot het beeldsignaal respektievelijk het audiosignaal en is ingericht voor het leveren van deze signalen aan een eerste respektievelijk tweede uitgangsklem, heeft het kenmerk, dat 35 de 'dekodeereenheid een stuuringang bevat voor het ontvangen van het eerste stuursignaal, en dat de dekodeereenheid is ingericht voor het onder invloed van het eerste stuursignaal afleiden van één van de 8601182 r * PHN 11.753 9 twee of meer audiosignalen en voor het toevoeren van dit audiosignaal aan zijn tweede uitgangsklem, dat de dekodeereenheid verder is ingericht voor het scheiden van de referentiesignalen en de additionele pakketten van de van de 5 registratiedrager uitgelezen informatie, voor het onder invloed van het eerste stuursignaal afleiden van de tijdinformatie behorend bij het bewuste audiosignaal, voor het afleiden van het tweede stuursignaal, en voor het toevoeren van het beeldsignaal aan zijn eerste uitgangsklem onder invloed van dit tweede stuursignaal.

10 Een dergelijke inrichting kan verder zijn gekenmerkt, doordat de kodeereenheid een signaalscheidingseenheid, een audiodekodeereenheid, een videodekodeereenheid, een stuureenheid en een kloksignaalgenerator bevat, dat de ingangsklem is gekoppeld met een ingang van de signaalscheidingseenheid, een eerste, een tweede en derde uitgang 15 waarvan is gekoppeld met ingangen van de videodekodeereenheid respektievelijk de audiodekodeereenheid respektievelijk een eerste ingang van de stuureenheid, uitgangen van de videodekodeereenheid en de audiodekodeereenheid zijn gekoppeld met de eerste respektievelijk tweede uitgangsklem, een uitgang van de kloksignaalgenerator is gekoppeld met 20 een tweede ingang van de stuureenheid, een uitgang waarvan is gekoppeld met een stuuringang van de videodekodeereenheid, en dat de stuuringang van de dekodeereenheid is gekoppeld met stuuringangen van de signaalscheidingseenheid en de stuureenheid, dat de signaalscheidingseenheid is ingericht voor het uit de registratiedrager 25 uitgelezen signaal afscheiden van de pakketten bevattende het eerste informatiesignaal en voor het aanbieden van deze pakketten aan de eerste uitgang, voor het onder invloed van het eerste stuursignaal toegevoerd aan zijn stuuringang afscheiden van de pakketten bevattende het bewuste audiosignaal, en voor het aanbieden van deze pakketten aan zijn tweede 30 uitgang, is ingericht voor het uit het uit de registratiedrager uitgelezen signaal afscheiden van het referentiesignaal en de additionele pakketten en voor het toevoegen ervan aan zijn derde uitgang, dat de stuureenheid is ingericht voor het onder invloed van het eerste stuursignaal uit de additionele pakketten afleiden van de tijdinformatie 35 behorend bij het bewuste audiosignaal en is ingericht voor het uit de afgeleide tijdinformatie en met behulp van het kloksignaal van de kloksignaalgenerator genereren van het tweede stuursignaal aan zijn 8601132 PHN 11.753 10 uitgang, en dat de videodekodeereenheid is ingericht voor het dekoderen van het eerste informatiesignaal tot een beeldsignaal en is ingericht voor het aanbieden van dit beeldsignaal aan zijn uitgang onder invloed van het tweede stuursignaal.

5 De uitvinding zal aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden in de hierna volgende figuurbeschrijving nader worden uiteengezet. Hierin toont figuur 1 een “diashow11 met een bijbehorende tekst die kan worden uitgesproken in twee talen, 10 figuur 2 een registratiedrager, figuur 3 een aantal elkaar opvolgende pakketten in de informatiestroom, figuur 4 de indeling van een pakket, figuur 5 de tijdinformatie behorend bij de twee talen, 15 figuur 6 een inrichting voor het opnemen, en figuur 7 een inrichting voor het weergeven van beeld en bijbehorende tekst.

Figuur 1 toont zeer schematisch een "diashow", waarbij een gesproken tekst wordt aangevuld met beelden. In figuur 1a is door 20 middel van de lijn e^ liggend langs de tijdas t zeer schematisch een audiosignaal in de vorm van een stuk gesproken tekst aangegeven, in een kompakte taal bij voorbeel het Engels. In figuur 1b is door middel van de lijn f^ zeer schematisch dezelfde tekst aangegeven, doch nu uitgesproken in een meer bloemrijke taal, bij voorbeeld het Frans. De in 25 het Engels uitgesproken tekst duurt daarom korter, van t = 0 tot t = t4e, dan de in het Frans uitgesproken tekst. Deze laatste tekst duurt van t = 0 tot t = t4f, waarbij t4f > t4e, zoals uit figuur 1 blijkt.

De teksten e^, f^ kunnen één zin bevatten of een 30 aantal zinnen. Met e2, ^2 woröi: schematisch een volgende tekst aangeduid, die start ten tijde tge respektievelijk tgf. Om de in de twee talen uitgesproken tekst toch enigszins synchroon ten opzichte van elkaar te laten verlopen zal men bij voorbeeld tge ongeveer gelijk nemen aan tg^.

35 De in het Engels en Frans uitgesproken tekst e^ respektievelijk f^ wordt verluchtigd met drie beelden B1f B2 en B^. Ten gevolge van de verschillen in de kompaktheid en bloemrijkheid 8601182 PHN 11.753 11 van de twee talen zullen de beelden voor de twee talen niet op dezelfde • momenten worden aangeboden. Uit figuur 1 is duidelijk dat de beelden bij het aanhoren van de tekst in de Engelse taal eerder worden aangeboden dan bij de tekst in de Franse taal, want t1e < t1ff t?e < t2f en 5 t3e < *3ί·

Tijdens het opnemen van de beeldsignalen van de drie beelden en de twee audiosignalen behorend bij de Engelse en de Franse tekst op de registratiedrager (compact disc) zal men extra informatie toe moeten voegen om ervoor te zorgen dat tijdens de weergave de beelden 10 op de juiste momenten bij de in één van de talen uitgesproken tekst worden aangeboden.

Figuur 2 toont schematisch de registratiedrager (compact disc). Het spoor 1 loopt spiraalvormig van binnen naar buiten over de registratiedrager 2 en wordt ook van binnen naar buiten ingeschreven en 15 uitgelezen. Het eerste spiraalvormige gedeelte 3 tussen de punten a en b is het inloopgedeelte (lead-in area). Dit inloopgedeelte bevat onder andere informatie omtrent de inhoud van de registratiedrager. Het gedeelte 4 van het spoor tussen de punten b en c bevat pakketten met gekodeerde audiosignalen, pakketten met gekodeerde beeldsignalen, 20 pakketten met computerdata en nog additionele pakketten. Deze additionele pakketten kunnen eventueel dezelfde zijn als de pakketten met computer data. Het spiraalvormige gedeelte tussen de punten c en d is het uitloopgedeelte (lead-out area). Komen de uitleesmiddelen (de laserbundel) in dit uitloopgedeelte terecht dan wordt het weergeven en 25 de bekrachtiging van de motor voor het laten draaien van de registratiedrager beëindigd.

Figuur 3 toont schematisch de inhoud van het spoor in figuur 2 tussen de punten g en h. Het gedeelte is zodanig gekozen dat hierin juist de (gekodeerde) beeld en audio-informatie zit van de 30 beelden en de in de Engelse en Franse taal gesproken tekst van figuur 1. Het eerste pakket 6 in het gedeelte tussen de punten j en k in figuur 2 is een additioneel pakket dat is opgebouwd uit een pakketkop 6.1 en een dataveld 6.2. De pakketkop 6.1 is onderverdeeld in een eerste deel 6.h, ook wel "header" genoemd en een tweede deel 6.s, ook wel 35 ‘subheader* genoemd. De hierna volgende pakketten 7, 8 ... enzovoorts zijn op dezelfde wijze verdeeld in een pakketkop bevattende een "header" en een "subheader", en een dataveld. De opbouw van een pakket is verder o o 0 i 1 8 2

1 4> A

PHN 11.753 12 uitgewerkt in figuur 4. Een pakket, bij voorbeeld pakket 8 omvat in totaal 2352 bytes en is verdeeld in een pakketkop 8.1 die uit 24 bytes bestaat en een dataveld 8.2 dat uit 2328 bytes bestaat.

De pakketkop 8.1 is verder opgedeeld in een 5 synchronisatieveld S van 12 bytes en een eerste hulpveld EH van 4 bytes die samen de header 8.h vormen, en een tweede hulpveld TH van 8 bytes dat de subheader vormt. Het synchronisatieveld S geeft het begin aan van een pakket. Het omvat één byte dat uitsluitend uit “0"-bits bestaat, gevolgd door 10 bytes die uitsluitend uit “1"-bits bestaan en tenslotte 10 weer één byte dat uitsluitend uit "0"-bits bestaat. De bytes in het eerste hulpveld EH geven het rangnummer aan van het pakket in het spoor. Het tweede hulpveld TH geeft aan of het pakket een videopakket, een audiopakket dan wel een computer datapakket is. Opgemerkt zij dat er in totaal circa 324.000 (= 72 x 60 x 75) pakketten op een compact disc 15 zijn aangebracht. Dit omdat een compact disc ongeveer 72 minuten muziek bevat, waarvoor per seconde 75 pakketten dienen te worden uitgelezen.

Het dataveld D is opgedeeld in datasleuven DS. Van een audiopakket zijn deze datasleuven zodanig gekozen dat in elk daarvan één 16-bits audiowoord van een digitaal audiosignaal kan worden 20 ondergebracht. Van een videopakket zijn deze datasleuven zodanig gekozen dat in elk daarvan één 8-bits videowoord van een digitaal videosignaal kan worden ondergebracht. Ook voor computer datapakketten hebben deze datasleuven een lengte van één byte.

Zoals in het voorgaande reeds is aangegeven wordt elk 25 beeld opgedeeld in een matrix van 280 x 384 beeldelementen A(i,k).

Hierin is i (= 1, 2, ... 280) het rangnummer van de lijn en k (= 1, 2, ... 384) het rangnummer van het beeldelement op die lijn (kolom). Als nu voor elk beeldelement A(i,k) een acht-bits videowoord Q(i,k) wordt overgedragen, dan vereist de overdracht van een heel beeld circa 47 30 videopakketten.

Indien een dataveld van een pakket is gevuld met informatiewoorden van een audiosignaal dat met de kwaliteit van het Compact Disc Digitale Audio systeem is ingeschreven, dan bevatten 75 audiopakketten informatie voor ongeveer één seconde muziek. Dit 35 aangezien zoals hiervoor reeds gezegd de registratiedrager met een snelheid van 75 pakketten per seconde wordt uitgelezen.

Naarmate een audiosignaal met een lagere geluidskwaliteit 53 0 1 1 8.2 < Λ ΡΗΝ 11.753 13 na tijdkompressie en kodering op de registratiedrager wordt opgenomen, zijn er minder audiopakketten nodig om, na uitlezen, dekodering en tijdexpansie, één seconde muziek (audiosignaal) te realiseren. Het kan dus voorkomen dat, na uitlezing van een audiopakket en na omzetting 5 van de informatie in dit audiopakket naar een audiosignaal, er gedurende een lang tijdinterval een audiosignaal wordt weergegeven terwijl bij voorbeeld ergens halverwege dit tijdinterval een (video)beeld zichtbaar gemaakt moet worden.

Ten eerste moet er dus tijdens het opnemen op de 10 registratiedrager rekening mee gehouden worden dat op het moment dat een videobeeld tijdens het uitlezen gedurende het bovengenoemde tijdinterval zichtbaar gemaakt moet worden, alle informatie nodig voor dit videobeeld reeds voor dit moment uit de registratiedrager is uitgelezen en klaarstaat om, op het moment dat er een stuursignaal optreedt, te worden 15 weergegeven op een beeldscherm.

Ten tweede moet men informatie leveren op welk moment binnen het bovengenoemde tijdinterval een beeld moet worden zichtbaar gemaakt. Men kan daarbij niet volstaan met enkel een stuursignaal op te slaan in de pakketkop van het bewuste audiopakket binnen welks 20 tijdinterval (na tijdexpansie van het uit het audiopakket uitgelezen informatie) een beeld valt. Het beeld dient namelijk niet op het moment van het uitlezen van dit stuursignaal uit het audiopakket te worden zichtbaar gemaakt, doch later, ergens halverwege het genoemde tijdinterval.

25 Er dient dus enerzijds een stuursignaal, hierna referentiesignaal genoemd, en anderzijds tijdinformatie in de registratiedrager te worden opgeslagen, waarbij de tijdinformatie dan aangeeft op welk moment, nadat een referentiesignaal tijdens het uitlezen is gedetekteerd, een beeld zichtbaar gemaakt moet worden.

30 Deze tijdinformatie kan opgenomen worden in één of meer van de additionele pakketten. Dit betekent dat een dergelijk additoneel pakket een tabel bevat met daarin de tijdintervallen tussen het moment van detekteren van het referentiesignaal en het moment van zichtbaar maken van een beeld, en dat voor de verschillende talen. Deze 35 tabel kan dan bij voorbeeld in het dataveld van een additioneel pakket zijn opgenomen.

Figuur 5 toont een dergelijke tabel, gebaseerd op het 3 3 U 1 1 3 2 PHN 11.753 14 voorbeeld van figuur 1. Hierbij is aangenomen dat tijdens het uitlezen het referentiesignaal voor de beide talen op hetzelfde ogenblik, namelijk ten tijde t = 0 in het voorbeeld van figuur 1, wordt gedetekteerd. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs zo te zijn, zoals hierna 5 zal blijken.

Het referentiesignaal kan bij voorbeeld zijn opgenomen in de pakketkop (de subheader) van een additioneel pakket. In dit geval wordt het referentiesignaal gedetekteerd nadat het bewuste additionele pakket is uitgelezen. Deze detektie vindt dan voor alle talen op 10 hetzelfde ogenblik plaats.

Een andere mogelijkheid is om het referentiesignaal op te slaan in de pakketkop (subheader) van het eerste op het additionele pakket volgende pakket dat in zijn dataveld informatiewoorden van de bewuste taal (het bewuste audiosignaal) bevat. Dit betekent dat voor 15 elke taal een bijbehorend referentiesignaal is opgeslagen in de pakketkop van het eerste pakket dat na het additionele pakket in de datastroom voorkomt en informatie van de bewuste taal bevat. In dit geval vindt de detektie voor de verschillende talen op verschillende ogenblikken plaats.

20 Het referentiesignaal kan bijvoorbeeld als een kodewoord met een zekere konfiguratie van "enen" en "nullen" in een subheader zijn opgeslagen. Na het uitlezen kan (kunnen) dit kodewoord (deze kodewoorden) worden gedetekteerd door een daarvoor geschikte detektor.

Figuur 6 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting 25 voor het opnemen van een beeldsignaal en een bijbehorend audiosignaal.

De inrichting bevat een eerste ingangsklem 11 voor het ontvangen van een beeld- (of video)signaal, een tweede ingangsklem 12 voor het ontvangen van een audiosignaal, en een derde ingangsklem 13 voor het toevoeren van data. De inrichting bevat een kodeereenheid 23 die is opgebouwd uit een 30 aantal onderdelen te weten: een audiokodeereenheid 14, een videokodeereenheid 15, een datakodeereenheid 16 en een signaalkombineereenheid 17.

De audiokodeereenheid 14 is ingericht voor het koderen van ten minste twee audiosignalen (behorende bij de ten minste twee 35 talen), en voor het onderbrengen van deze gekodeerde signalen in de pakketten. De audiokodeereenheid 14 toont twee parallel geschakelde kodeereenheden 14' en 14". Aan de kodeereenheid 14' wordt via de t·* *'Λ jt .-1 Λ d o i i o l PHN 11.753 15 deelingang 12' het audiosignaal overeenkomende met de tekst in de Engelse taal aangeboden en in de kodeereenheid 14' gekodeerd. Aan de kodeereenheid 14" wordt via de deelingang 12" het audiosignaal overeenkomende met de tekst in de Franse taal aangeboden en in de 5 kodeereenheid 14" gekodeerd. De audiopakketten die door de kodeereenheden 14' en 14" aan de ingangen 18 en 19 van de signaalkombineereenheid 17 worden aangeboden worden door deze signaalkombineereenheid achter elkaar gezet en serieel aan de uitgang 20 aangeboden.

10 De kodeereenheden 14' en 14" brengen in de subheader (pakketkop) van ieder audiopakket dat zij aan hun uitgang aanbieden, een signaalkode aan die aangeeft tot welk van de twee audiosignalen (overeenkomstig de Engelse of Franse tekst) de pakketten behoren. Dit betekent dat de kodeereenheid 14' de ene signaalkode overeenkomend met 15 het ene audiosignaal (Engels!) in de subheaders van al de door de eenheid 14' afgegeven pakketten onderbrengt, en dat de kodeereenheid 14" de andere signaalkode, overeenkomend met het andere audiosignaal (Frans) in de subheaders van al de door de eenheid 14" afgegeven pakketten onderbrengt.

20 In plaats dat de audiokodeereenheid 14 twee parallelle kodeereenheden 14' en 14" bezit, is het ook mogelijk dat de audiokodeereenheid 14 slechts uit één kodeereenheid is opgebouwd. Er is dan maar één ingangsklem 12, in plaats van de deelingangen 12' en 12". De audiosignalen van de beide talen dienen dan in de tijd 25 gemultiplexed aan de ingangsklem 12 te worden aangeboden. De audiokodeereenheid 14 moet dan natuurlijk in staat zijn om de in de tijd gemultiplexede signalen te scheiden, ze separaat te koderen en op te slaan in pakketten. Verder moet de audiokodeereenheid 14 dan in staat zijn de juiste van de twee signaalkodes in de subheader van een pakket 30 op te slaan. De audiokodeereenheid 14 voegt de datapakketten nu samen tot een seriële datastroom die nu via een signaalleiding naar de signaalkombineereenheid 17 wordt toegevoerd.

De videoeenheid is ingericht voor het koderen van de videosignalen aangeboden aan de ingangsklem 11 en voor het onderbrengen 35 van de gekodeerde informatie in videopakketten, die vervolgens via de ingang 21 aan de signaalkombineereenheid 17 worden toegevoerd.

De data wordt via de ingangsklem 13- toegevoerd aan de 8501132 , i. » PHN 11.753 16 datakodeereenheid 16 die de data kodeert en onderbrengt in datapakketten en deze datapakketten aanbiedt aan de ingang 22 van de signaalkombineereenheid 17.

De signaalkombineereenheid 17 voegt de audiopakketten, 5 videopakketten en datapakketten in de juiste volgorde achter elkaar. Aan de uitgang 20 verkrijgt men dan opvolgende pakketten, zoals bij voorbeeld in figuur 3 is aangegeven, waarbij het pakket 6 bij voorbeeld een datapakket is. De pakketten 7 en 8 zijn bij voorbeeld audiopakketten, waarbij het pakket 7 dan het audiosignaal overeenkomstig 10 (een gedeelte van) de Engelse tekst van figuur 1 is en het pakket 8 het audiosignaal overeenkomstig (een gedeelte van) de Franse tekst van figuur 1 is. Het pakket 9 kan bij voorbeeld een videopakket zijn. De data aangeboden via de ingangsklem 13, welke data door de kodeereenheid 16 wordt gekodeerd en wordt ondergebracht in datapakketten, bevat onder 15 andere de eerder genoemde tijdinformatie (zie figuur 5). Deze tijdinformatie wordt dus eveneens door de kodeereenheid 16 gekodeerd en ondergebracht in één of meer datapakketten. De tijdinformatie zal bij voorkeur opgenomen worden in het dataveld van een datapakket, dus bij voorbeeld het dataveld 6.2 van het datapakket 6.

20 De inrichting van figuur 6 bevat een referentiesignaalgenerator 25, die via een stuuringang 26 een stuursignaal krijgt toegevoerd en in afhankelijkheid van dit stuursignaal een referentiesignaal levert dat dan voor de beide talen in de subheader van een datapakket, in het voorbeeld dus het datapakket 6, 25 kan worden opgeslagen.

Het stuursignaal kan extern geleverd worden of kan geleverd worden door een centrale besturingseenheid van de inrichting (niet getekend), die bovendien zorg draagt voor de besturing van de diverse eenheden in de inrichting en voor de timing van de diverse uit 30 te voeren handelingen in de inrichting.

De referentiesignaalgenerator 25 levert het referentiesignaal via de ingang 27 aan de signaalkombineereenheid 17, die het referentiesignaal onderbrengt in de subheader van een datapakket dat door de datakodeereenheid 16 aan de signaalkombineereenheid 17 wordt 35 aangeboden. Het zou natuurlijk ook mogelijk zijn geweest de referentiesignalen van de referentiesignaalgenerator 25 naar de kodeereenheid 16 toe te voeren. In dat geval brengt de kodeereenheid 16 8301132 PHN 11.753 17 de referentiesignalen onder in de subheaders van de datapakketten. Slaat de inrichting de referentiesignalen op in de subheaders van de audiopakketten, dan is de signaalkombineereenheid 17 ingericht voor het onderbrengen van de door de generator 25 geleverde referentiesignalen in 5 de subheaders van het eerste audiopakket van elke taal dat volgt op het datapakket. Voor de Engelse taal wordt het referentiesignaal dan opgeslagen in het pakket 7 en voor de Franse taal in het pakket 8.

De door de signaalkombineereenheid 17 aan de uitgang 20 afgegeven informatiestroom bevattende data-, audio- en videopakketten 10 worden tenslotte aan de inschrijfeenheid 28 aangeboden en door de inschrijfeenheid 28 op een bij de compact disc bekende wijze in de registratiedrager ingeschreven.

Figuur 7 toont een inrichting voor het weergeven van een beeldsignaal en een bijbehorend audiosignaal. De inrichting bevat een 15 uitleeseenheid 30 die op een bij compact disc bekende wijze de informatie uit de registratiedrager uitleest en vervolgens aanbiedt aan de ingangsklem 31 van een dekodeereenheid 32. De dekodeereenheid 32 bevat een signaalscheidingseenheid 33 die de audiopakketten uit de aan zijn ingang 34 aangeboden informatiestroom afleidt en aanbiedt aan zijn 20 uitgang 35, die de videopakketten uit deze informatiestroom afleidt en aanbiedt aan zijn uitgang 36 en die de datapakketten afleidt en toevoert aan de uitgang 37. Aan een stuuringang 38 wordt een eerste stuursignaal toegevoerd. Dit eerste stuursignaal kan extern worden aangeboden door de gebruiker van de inrichting. De gebruiker kan daarmee de keuze doorgeven 25 aan de dekodeereenheid 32 (via de stuuringang 39) in welke taal de tekst van figuur 1 aan hem wordt aangeboden. Onder invloed van dit stuursignaal kiest de scheidingseenheid 33 enkel die audiopakketten uit die het audiosignaal met de gekozen taal bevatten en voert deze audiopakketten toe aan zijn uitgang 35.

30 De uitgang 35 is gekoppeld met een ingang 40 van een audiodekodeereenheid 41, waarvan een uitgang 42 is gekoppeld met een uitgangsklem 43 van de dekodeereenheid 32. De audiodekodeereenheid 41 kodeert de audiopakketten op een wijze invers aan de kodering door de audiokodeereenheid 14 (figuur 6i), zodat aan de uitgang 42 een analoog 35 audiosignaal ontstaat overeenkomstig de passage in de betreffende taal, zie figuur 1. Door middel van de aan de uitgangsklem 43 aangesloten luidspreker 44 wordt dit audiosignaal voor de gebruiker hoorbaar gemaakt.

8 δ 0 11 3 ’ PHN 11.753 18

De uitgang 36 is gekoppeld met een ingang 45 van een videodekodeereenheid 46, waarvan een uitgang 47 is gekoppeld met een uitgangsklem 48 van de dekodeereenheid 32. De videodekodeereenheid kodeert de videopakketten op een wijze invers aan de kodering door de 5 videokodeereenheid 15. Is een heel beeld, zoals beeld van figuur 1 door de videodekodeereenheid 46 gedekodeerd, dan wordt de beeldinformatie van dit beeld in een geheugen in de dekodeereenheid opgeslagen. Op het moment van het optreden van een tweede stuursignaal dat aan de stuuringang 49 van de videodekodeereenheid 46 wordt 10 aangeboden wordt dit beeld uit het geheugen uitgelezen en via de uitgang 47 aangeboden aan een aan de uitgangsklem 48 aangesloten beeldscherm 50.

De datapakketten worden door de scheidingseenheid 33 via de uitgang 37 toegevoerd aan de ingang 51 van een stuureenheid 52.

Daarin worden de datapakketten gedekodeerd, zodat zij bruikbaar zijn in 15 de eenheid 52 om daarmee sommige programmastappen in de inrichting te kunnen besturen. De stuureenheid 52 is ook ingericht voor het uitlezen van de tijdinformatie uit een dataveld (zoals 6.2 in figuur 3) van een datapakket, zoals het datapakket 6 in figuur 3. Aan een stuuringang 53 van de stuureenheid 52 wordt bovendien het eerste stuursignaal 20 aangeboden. De stuuringang 53 is daartoe gekoppeld met de stuuringang 39 van de dekodeereenheid 32.

Onder invloed van dit eerste stuursignaal, aangevende de keuze van de taal waarin een tekst wordt weergegeven, leest de stuureenheid 52 alleen die tijdinformatie uit die behoort bij de gekozen 25 taal. Was de taal Engels gekozen dan zou de stuureenheid 52 alleen de informatie in de bovenste rij (aangeduid met "e") in de tabel van figuur 5 uitlezen.

De stuureenheid heeft een uitgang 54 waaraan het tweede stuursignaal wordt afgegeven voor toevoer aan de stuuringang 49 van de 30 videosignaaldekodeereenheid 46.

Het afleiden van dit stuursignaal wordt hierna uitgelegd: eerst voor het getal dat de referentiesignalen in de subheaders van datapakketten zijn opgenomen en daarna voor het geval de referentiesignalen voor elke taal apart in een subheader van een 35 audiopakket zijn opgenomen.

Is een referentiesignaal in de subheader van een datapakket opgenomen dat is de stuureenheid 52 ingericht voor het uit 8801182 PHN 11.753 19 een aan zijn ingang 51 aangeboden datapakket (in het bijzonder uit de subheader van dat datapakket, zoals het datapakket 6 in figuur 3) afleiden en detekteren van het referentiesignaal. De stuureenheid 52 is dan bovendien ingericht voor het na de detektie van het 5 referentiesignaal afmeten van de tijdintervallen t1e, t2e en tge respektievelijk t^, t2f, t^ (zie figuur 5), afhankelijk van welke taal gekozen is, en voor het leveren van een tweede stuursignaal op de momenten dat deze tijdintervallen afgelopen zijn. Dit betekent dat de videodekodeereenheid 46 op het ontvangst van de drie tweede 10 stuursignalen via de ingang 49 de drie beelden , B2 en B3 uit het tot de dekodeereenheid 46 behorende beeldgeheugen (niet getekend) worden toegevoerd naar de monitor 50 en daarop op de tijdstippen t1e (of t1f), t2e (of t2f) en t3c (of t3f - afhankelijk van de gekozen taal) worden zichtbaar gemaakt.

15 In het voorgaande is dus aangenomen dat de stuureenheid 52 het referentiesignaal uit de subheader van het datapakket 6 detekteerde op het moment t = 0 uit figuur 1.

Het afmeten van de tijdintervallen wordt door de stuureenheid 52 gerealiseerd gebruik makend van een kloksignaal dat door 20 een kloksignaalgenerator 55 via de ingang 56 de stuureenheid 52 wordt aangeboden.

Is een referentiesignaal echter in de subheader van een audiopakket opgenomen dan vindt het afleiden van het tweede stuursignaal door de stuureenheid 52 op een andere wijze plaats. Het detekteren van 25 het referentiesignaal moet nu öf in de signaalscheidingseenheid 33, of in de audiodekodeereenheid 41 plaats vinden. Het meest voor de hand liggend is om de detektie in de dekodeereenheid 41 uit te voeren, aangezien aan deze dekodeereenheid 41 alleen die audiopakketten, bevattende het audiosignaal in de gekozen taal, worden aangeboden. Dit 30 betekent dat er*een additionele koppeling is van de detektie-inrichting in de dekodeereenheid 41 via de uitgang 57 naar een stuuringang 58 van de stuureenheid 52 voor het toevoeren van een stuursignaal aan de stuureenheid 52 op het moment van detekteren van het referentiesignaal in de subheader van een audiopakket (dat is voor de Engelse taal het 35 pakket 7, en voor de Franse taal het pakket 8). De koppeling tussen de uitgang 57 van de dekodeereenheid 41 en de stuuringang 58 van de stuureenheid 52 is door middel van een onderbroken lijn aangegeven. De 6ü 1 1 3 2 i -Λ PHN 11.753 20 stuureenheid 52 telt vervolgens na het ontvangst van het detektiesignaal via de ingang 58 de tijdintervallen t^e (of t^), t2e (of t2f) en t3 (of t3f - afhankelijk van de gekozen taal), gebruik makend van het kloksignaal van de generator 55, en levert op de eerder genoemde 5 tijdstippen het tweede stuursignaal via de ingang 49 aan de videodekodeereenheid 46, zodat de beelden B-j, B2 en B3 op deze tijdstippen op het beeldscherm 50 zichtbaar gemaakt (kunnen) worden.

De werking tijdens het uitlezen is dus zodanig dat de informatie-overdracht gestuurd wordt door stuursignalen aanwezig in de 10 audio-informatie. Het uitlezen van de audio-informatie vindt ongestoord en min of meer kontinu plaats. Daarmee wordt bedoeld dat uit de registratiedrager uitgelezen en vervolgens tot audiosignalen gedekodeerde audioblokken rechtstreeks aan de luidspreker 44 worden aangeboden. De overdracht van de video-informatie aan het beeldscherm 50 15 wordt echter gestuurd door de daarvoor in de audio-informatie aanwezige stuursignalen.

Het is verder mogelijk de tijdinformatie, de tabel van figuur 5 of een gedeelte daarvan, te herhalen en eveneens op te slaan in een later datapakket (additioneel pakket), bij voorbeeld het additionele 20 pakket i in figuur 3, zijnde het eerstvolgende additionele pakket in de informatiestroom na het pakket 6. Dit nogmaals opslaan van (een gedeelte van de tijdinformatie in een later additioneel pakket heeft de volgende reden.

Het kan bij voorbeeld zijn dat de totale informatie-25 inhoud van de passage in figuur 1, in de beide talen en tesamen met de informatie-inhoud van de drie beelden, meer is dan in de pakketten 7, 8 tot en met i-1 kan worden opgeslagen. Dit betekent dat ook nog in de pakketten j, k, 1, ... nog informatie benodigd voor de passage in figuur 1 is opgeslagen.

30 Wil men een "random access" tot de informatie op de registratiedrager mogelijk maken dan is het zo dat bij het datapakket 6, of bij het datapakket i begonnen kan worden met uitlezen. Stel dat tijdens het uitlezen van de audiopakketten die volgen op het datapakket i bij voorbeeld nog het beeld B3 uit figuur 1 op het beeldscherm 35 zichtbaar gemaakt moet worden, terwijl het uitlezen pas vanaf het datapakket i plaats vindt. Dan moet dus in het datapakket i ten minste de tijdinformatie behorende bij het beeld B3, dus ten minste de tj i 1 PHN 11.753 21 rechterkolom van de tabel van figuur 5 in het datapakket i worden opgeslagen.

Het zij vermeld dat de uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvoorbeelden zoals hiervoor beschreven. Verschillende 5 modifikaties aan de beschreven uitvoeringsvoorbeelden zijn mogelijk zonder dat wordt afgeweken van wat onder de scope van de uitvinding valt, zoals gedefinieerd door de conclusies.

Verder zij nog vermeld dat andere features die betrekking hebben op de interactieve toepassing van compact disc (CD-I) zijn 10 beschreven in de volgende eerder ingediende Nederlandse octrooiaanvragen: NL-TV 86.00.450 (PHQ 86.003), NL-TV 86.00.980 (PHN 11.734), NL-TV 86.01.005 (PHN 11.738) en in de Britse octrooiaanvrage ............... (PHB 33.255), alle van aanvraagster.

δ.·' ,·> ~ <· ·. .> d ' i i J J-

Claims

1. Werkwijze voor het opnemen en/of weergeven van een beeldsignaal en een bijbehorend audiosignaal in respektievelijk van een registratiedrager, waarbij tijdens het opnemen het beeldsignaal en het audiosignaal worden 5 gekodeerd tot een eerste respektievelijk een tweede informatiesignaal, bevattende informatiewoorden die worden ondergebracht in pakketten (frames), elk pakket is voorzien van een pakketkop (header) en een dataveld, waarbij een dataveld van een pakket een aantal informatiewoorden van het beeldsignaal of het audiosignaal bevat, de 10 pakketkop aangeeft het informatiesignaal waartoe de informatiewoorden in het dataveld behoren, waarna de pakketten op de registratiedrager worden ingeschreven; en waarbij tijdens het weergeven de pakketten uit de registratiedrager worden uitgelezen en worden gedekodeerd voor het verkrijgen van het beeldsignaal en het bijbehorende audiosignaal, met 15 het kenmerk, dat voor het opnemen van ten minste een tweede bij het J beeldsignaal behorende audiosignaal, het tweede audiosignaal wordt gekodeerd t;ot een derde informatiesignaal bevattende informatiewoorden die worden ondergebracht in pakketten, dat in de pakketkop van die pakketten die een gekodeerd audiosignaal bevatten bovendien wordt 20 aangegeven tot welk van de twee of meer audiosignalen de informatiewoorden in een dataveld van een pakket behoren, dat verder referentiesignalen en additionele pakketten in de registratiedrager worden opgenomen, welke additionele pakketten voor elk van de twee of meer bij een beeldsignaal behorende audiosignalen tijdinformatie 25 bevatten omtrent de tijdsduur tussen het moment van detekteren van een referentiesignaal na het uitlezen en het.moment waarop een uitgelezen beeldsignaal op een beeldscherm zichtbaar moet worden gemaakt, en tijdens het weergeven de referentiesignalen en de additionele pakketten uit de registratiedrager worden uitgelezen, onder invloed van een eerste 30 stuursignaal de tijdinformatie behorend bij één van de audiosignalen uit een additioneel pakket wordt afgeleid en vervolgens uit de aldus afgeleide tijdinformatie en een gedetekteerd referentiesignaal een tweede stuursignaal wordt afgeleid voor het weergeven van een uitgelezen beeldsignaal op een beeldscherm, en dat onder invloed van het eerste 35 stuursignaal slechts het ene voornoemde audiosignaal wordt weergegeven.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het referentiesignaal wordt opgeslagen in de pakketkop (subheader) van een ü .ς Π 1 C v 3J £ 3 ? 1 £ p .· j «r & w 5 * -jr • * „ PHN 11.753 23 additioneel pakket.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor elk audiosignaal een bijbehorend referentiesignaal wordt opgeslagen in de pakketkop (subheader) van het eerste op het additionele pakket 5 volgende pakket dat in zijn dataveld informatiewoorden van het bewuste audiosignaal bevat.

4. Werkwijze volgens een der voorgande conclusies, met het kenmerk, dat de tijdinformatie wordt opgenoraen in het dataveld van een additioneel pakket.

5. Inrichting voor het opnemen van een beeldsignaal en een bijbehorend audiosignaal in een registratiedrager, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der conclusies 1 tot en met 4, voorzien van - een eerste ingangsklem voor het ontvangen van het beeldsignaal, 15. een tweede ingangsklem voor het ontvangen van het audiosignaal, - een kodeereenheid met een eerste en een tweede ingang gekoppeld met de eerste respektievelijk tweede ingangsklem en een uitgangsklem, welke kodeereenheid is ingericht voor het koderen van het beeldsignaal en het audiosignaal tot het eerste respektievelijk tweede informatiesignaal, in 20 de vorm van op elkaar volgende informatiewoorden, is ingericht voor het onderbrengen van de informatiewoorden in pakketten (frames), is ingericht voor het onderbrengen van een signaalkode in de pakketkop aangevende het informatiesignaal waartoe de informatiewoorden in het dataveld van het bijbehorend pakket behoren, en is ingericht voor het 25 leveren van op elkaar volgende pakketten aan zijn uitgang, - een inschrijfeenheid, met een ingang gekoppeld met de uitgang van de kodeereenheid, welke inschrijfeenheid is ingericht voor het inschrijven van de op elkaar volgende pakketten in de registratiedrager, met het kenmerk, dat 30 de kodeereenheid is ingericht voor het koderen van ten minste een tweede bij het beeldsignaal behorende audiosignaal tot een derde informatiesignaal in de vorm van op elkaar volgende informatiewoorden, is ingericht voor het onderbrengen van deze informatiewoorden in pakketten, is ingericht voor het onderbrengen van een signaalkode in de 35 pakketkop van pakketten die een gekodeerd audiosignaal bevatten, aangevende tot welk van de twee of meer audiosignalen de informatiewoorden in de datavelden van deze pakketten behoren, 8 3 0 1 1 3 2 PHN 11.753 24 dat de kodeereenheid een referentiesignaalgenerator bevat, voor het leveren van referentiesignalen, dat de eenheid verder is ingericht voor het genereren van additionele pakketten, welke additionele pakketten voor elk van de twee of meer bij een beeldsignaal behorende 5 audiosignalen de genoemde tijdinformatie bevatten, en is ingericht voor het leveren van deze additionele pakketten aan zijn uitgangsklem.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de kodeereenheid bevat - een audiokodeereenheid voor het koderen van een audiosignaal, met een 10 ingang gekoppeld met de tweede ingangsklem, en een uitgang, - een videokodeereenheid voor het koderen van een beeldsignaal, met een ingang gekoppeld met de eerste ingangsklem, en een uitgang, - een signaalkombineereenheid met een eerste, een tweede en een derde ingang gekoppeld met de uitgangen van de audiokodeereenheid 15 respektievelijk de videokodeereenheid respectievelijk de referentiesignaalgenerator, en een uitgang gekoppeld met de uitgangsklem, dat de kodeereenheid verder een derde ingangsklem bevat voor het ontvangen van de genoemde tijdinformatie, welke derde ingangsklem is gekoppeld met een vierde ingang van de 20 signaalkombineereenheid, en dat de signaalkombineereenheid is ingericht voor het opslaan van de informatiewoorden van de audiokodeereenheid en de videokodeereenheid in de datavelden van pakketten, is ingericht voor het onderbrengen van de signaalkode in de pakketkop van pakketten, en is ingericht voor het opslaan van de tijdinformatie in de additionele 25 pakketten.

7. Inrichting volgens conclusie 6, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de signaalkombineereenheid is ingericht voor het opslaan van het referentiesignaal in de pakketkop van een additioneel pakket.

8. Inrichting volgens conclusie 6, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de signaalkombineereenheid is ingericht voor het voor elk audiosignaal opslaan van een bij het audiosignaal behorend referentiesignaal in de pakketkop van het eerste op het additionele pakket volgende pakket dat 35 in zijn dataveld informatiewoorden van het bewuste audiosignaal bevat.

9. Inrichting volgens conclusie 6, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 8«i Λ A A ^ u v i i ο L ♦ "· 'v PHN 11.753 25 signaalkombineereenheid is ingericht voor het opnemen van de tijdinformatie in het dataveld van een additioneel pakket.

10. Inrichting voor het weergeven van een beeldsignaal en een bijbehorend audiosignaal uit een registratiedrager, voor het uitvoeren 5 van de werkwijze volgens één der conclusies 1 tot en met 4, voorzien van - een uitleeseenheid, voor het uitlezen van op elkaar volgende pakketten uit de registratiedrager en voor het leveren van deze pakketten aan een uitgang, 10. een dekodeereenheid met een ingang gekoppeld met de uitgang van de uitleeseenheid, en een eerste en tweede uitgang, welke dekodeereenheid is ingericht voor het scheiden van pakketten bevattende informatiewoorden van het eerste informatiesignaal en van pakketten bevattende informatiewoorden van het tweede informatiesignaal, is 15 ingericht voor het dekoderen van het eerste en het tweede informatiesignaal tot het beeldsignaal respektievelijk het audiosignaal en is ingericht voor het leveren van deze signalen aan een eerste respektievelijk tweede uitgangsklem, met het kenmerk, dat 20 de dekodeereenheid een stuuringang bevat voor het ontvangen van het eerste stuursignaal, en dat de dekodeereenheid is ingericht voor het onder invloed van het eerste stuursignaal afleiden van één van de twee of meer audiosignalen en voor het toevoeren van dit audiosignaal aan zijn tweede uitgangsklem, 25 dat de dekodeereenheid verder is ingericht voor het scheiden van de referentiesignalen en de additionele pakketten van de van de registratiedrager uitgelezen informatie, voor het onder invloed van het eerste stuursignaal afleiden van de tijdinformatie behorend bij het bewuste audiosignaal, voor het afleiden van het tweede stuursignaal, en 30 voor het toevoeren van het beeldsignaal aan zijn eerste uitgangsklem onder invloed van dit tweede stuursignaal.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de kodeereenheid een signaalscheidingseenheid, een audiodekodeereenheid, een videodekodeereenheid, een stuureenheid en een kloksignaalgenerator 35 bevat, dat de ingangsklem is gekoppeld met een ingang van de signaalscheidingseenheid, een eerste, een tweede en derde uitgang waarvan is gekoppeld met ingangen van de videodekodeereenheid 8001132 PHN 11.753 26 respektievelijk de audiodekodeereenheid respektievelijk een eerste ingang van de stuureenheid, uitgangen van de videodekodeereenheid en de audiodekodeereenheid zijn gekoppeld met de eerste respektievelijk tweede uitgangsklem, een uitgang van de kloksignaalgenerator is gekoppeld met 5 een tweede ingang van de stuureenheid, een uitgang waarvan is gekoppeld met een stuuringang van de videodekodeereenheid, en dat de stuuringang van de dekodeereenheid is gekoppeld met stuuringangen van de signaalscheidingseenheid en de stuureenheid, dat de signaalscheidingseenheid is ingericht voor het uit de registratiedrager 10 uitgelezen signaal afscheiden van de pakketten bevattende het eerste informatiesignaal en voor het aanbieden van deze pakketten aan de eerste uitgang, voor het onder invloed van het eerste stuursignaal toegevoerd aan zijn stuuringang afscheiden van de pakketten bevattende het bewuste audiosignaal,. en voor het aanbieden van deze pakketten aan zijn tweede 15 uitgang, is ingericht voor het uit het uit de registratiedrager uitgelezen signaal afscheiden van het referentiesignaal en de additionele pakketten en voor het toevoegen ervan aan zijn derde uitgang, dat de stuureenheid is ingericht voor het onder invloed van het eerste stuursignaal uit de additionele pakketten afleiden van de tijdinformatie 20 behorend bij het bewuste audiosignaal en is ingericht voor het uit de afgeleide tijdinformatie en met behulp van het kloksignaal van de kloksignaalgenerator genereren van het tweede stuursignaal aan zijn uitgang, en dat de videodekodeereenheid is ingericht voor het dekoderen van het eerste informatiesignaal tot een beeldsignaal en is ingericht 25 voor het aanbieden van dit beeldsignaal aan zijn uitgang onder invloed van het tweede stuursignaal.

12. Inrichting volgens conclusie 11, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de stuureenheid is ingericht voor het uit de pakketkop van een additioneel pakket 30 afscheiden van het referentiesignaal.

13. Inrichting volgens conclusie 11, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de stuureenheid is ingericht voor het onder invloed van het eerste stuursignaal uit een dataveld van een additioneel pakket afscheiden van de tijdinformatie 35 behorend bij het bewuste audiosignaal.

14. Registratiedrager verkregen volgens de werkwijze volgens één der conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat in de gg 0 « * :i v PHN 11.753 27 registratiedrager informatiewoorden van ten minste drie informatiesignalen zijn opgenomen in de datavelden van datapakketten, waarbij in een dataveld van een pakket informatiewoorden van slechts één van de drie of meer informatiesignalen zijn opgenomen, dat in de 5 registratiedrager bovendien referentiesignalen en additionele pakketten zijn opgenomen, welke additionele pakketten de tijdinformatie bevatten. 8301182