NL8600870A - Aandrijving voor weefmachines. - Google Patents

Aandrijving voor weefmachines. Download PDF

Info

Publication number
NL8600870A
NL8600870A NL8600870A NL8600870A NL8600870A NL 8600870 A NL8600870 A NL 8600870A NL 8600870 A NL8600870 A NL 8600870A NL 8600870 A NL8600870 A NL 8600870A NL 8600870 A NL8600870 A NL 8600870A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
shaft
main
coupling element
coupling
Prior art date
Application number
NL8600870A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to NL8600870A priority Critical patent/NL8600870A/nl
Priority to EP87200551A priority patent/EP0241076B1/en
Priority to DE87200551T priority patent/DE3787039T2/de
Publication of NL8600870A publication Critical patent/NL8600870A/nl
Priority to US07/312,389 priority patent/US4874018A/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/02General arrangements of driving mechanism
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/06Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions using particular methods of stopping
    • D03D51/08Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions using particular methods of stopping stopping at definite point in weaving cycle, or moving to such point after stopping
    • D03D51/085Extraction of defective weft

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Description

- 1 - *
Aandrijving v.oor weefmachines
De huidige uitvinding heeft betrekking op een aandrijving voor weefmachines van om het even welk type. In het bij-5 zonder heeft de uitvinding betrekking op een aandrijving die een schotzoekkoppeling vertoont waarmede een verbinding gemaakt wordt tussen de nevenas en de hoofdas, waarbij deze verbinding tussen deze assen volgens een groot aantal onderling verschillende standen en automatisch in funktie van een 10 vooropgestelde instelbare waarde kan geschieden. Met de hoofdas wordt hierbij, zoals bekend, de as bedoeld die hoofdzake-lijk in de ladeAandrijving en in het geval van een grijper-weefgetouw ook in de grijperaandrijving voorziet De hoofdas draait met hetzelfde toerental dan de weefmachine. Met voor-15 noemde nevenas wordt, zoals bekend, de as bedoeld die de weefmachinegedeelten aandrijft die op het halve toerental draaien De nevenas voorziet hierbij hoofdzakelijk in de aandrijving van de kaders.
...
- 2 - 5' 'ï
De huidige uitvinding heeft ook tot doel in een aandrijving te voorzien waarbij het kruisingsmoment van de weefkaders relatief gemakkelijk ten opzichte van het aanslagmoment van de lade kan gewijzigd worden, waarbij dit automatisch ge-5 schiedt in funktie van een instelling die de wever uitvoert naargelang het uitzicht van het weefsel.
Het is immers bekend bij weefmachines dat het kruisingsmoment ten opzichte van het aanslagmoment van de lade bepalend is voor het uitzicht van een weefsel. Het is dan ook noodzakelijk 10 dat men deze waarden kan instellen, waarbij bij voorkeur een fijnregeling mogelijk is.
Volgens een bekende methode wordt de nevenas van de weefmachi-ne, die zoals voornoemd hoofdzakelijk voorziet in de aandrijving van de kaders, ten opzichte van de hoofdas, die hoofdza- 15. kelijk voorziet in de beweging van de lade, manueel versteld teneinde het kruisingsmoment te wijzigen. Dit laatste gebeurt bijvoorbeeld door een riemschijf of tandwiel ten opzichte van zijn as, na het lossen van de klemverbinding, te verdraaien of door bijvoorbeeld een getande riem over enkele tanden te 20 verplaatsen of in het geval van een tandwieloverbrenging de tandwielen over enkele tanden ten opzichte van elkaar te verplaatsen en terug te laten ingrijpen. Het is duidelijk dat deze werkwijze gepaard gaat met een tijdrovende demontage en montage.
a ” ♦ * - 3 -
Het is ook bekend dat bij schotzoekkoppelingen voorzieningen worden getroffen om de hoofdas en de nevenas steeds zonder een foutieve onderlinge verdraaiing ten opzichte van elkaar te laten ingrijpen. Hiertoe worden klauwkoppelingen aangewend 5' die slechts in één welbepaalde overeenstemmende stand van hoofd- en nevenas een koppeling toelaten. Het is duidelijk dat: zulke- schotz-oekkopp el ingen het nadeel vertonen dat zij geen automatische instelling van het kruisingsmoment van de kaders mogelijk maken.
10 De huidige uitvinding heeft dan ook een aandrijving voor weefmachines tot doel, waarbij het kruisingsmoment ten opzichte van de aanslagbeweging van de lade kan gewijzigd worden en waarbij zulks volgens de uitvinding geschiedt door middel van de volledig automatische inschakeling van de 15 schotzoekkoppeling in funktie van een ingestelde waarde.
Eén ander doel van de uitvinding bestaat er in dat de as waarop het koppelelement van de schotzoekkoppeling is aangebracht niet noodzakelijk op getouwsnelheid of halve getouwsnelheid hoeft te draaien. Volgens een voorkeurdragen-20 de uitvoeringsvorm van de uitvinding zal het koppelelement van de schotzoekkoppeling op een as aangebracht zijn die normaal op hogere snelheid draait dan de snelheid van de hoofdas. Zulks biedt het voordeel dat dank zij het hoger toerental van het koppelelement, aan dit laatste een kleiner ' ’ ; Γ ί 1 - 4 - koppel zal dienen overgebracht te worden. Nog een ander voordeel van zulke uitvoering waarbij het koppelelement van de schotzoekkoppeling tegen een groter toerental draait dan de hoofdas, bestaat erin dat zulke schotzoekkoppeling bijzonder 5 geschikt is om in de voornoemde automatisatie te voorzien.
Hiertoe bestaat de aandrijving voor weefmachines volgens de uitvinding in de kombinatie van een hoofdaandrijving; een hulpaandrijving; een hoofdas; een nevenas; een schotzoekkoppeling die in een in- en uitschakelbare verbinding tussen de 10 hoofdas en de nevenas voorziet, waarbij de verbinding volgens een groot aantal onderling verschillende standen van hoofdas en nevenas kan geschieden; detektiemiddelen om het hoekverschil tussen de standen van de hoofd- en nevenas te bepalen; en een stuureenheid die de schotzoekkoppeling en minstens één van de 15 aandrijvingen beveelt en hierdoor een automatische verbinding tussen hoofd- en nevenas tot stand brengt overeenkomstig aan eeen ingestelde waarde voor dit hoekverschil.
Bij voorkeur zal de schotzoekkoppeling die hierbij aangewend wordt zoals voornoemd voorzien zijn van een koppelelement 20 dat op een as is geplaatst die tegen een hogere snelheid draait dan de hoofd- en nevenas. Hiertoe zal deze schotzoekkoppeling bij voorkeur bestaan uit een koppelelement waarvan het eerste deel door middel van een eerste overbrenging verbonden is met de hoofdas van de weefmachine en het tweede * i - 5 - deel door middel van. een tweede overbrenging verbonden is met de nevenas, waarbij de overbrengingsverhoudingen van de beide overbrengingen zodanig zijn dat bet koppelelement een groter werkingstoerental zal vertonen dan de werkingstoerentallen 5 van de hoofdas en de nevenas. Het is duidelijk dat omwille van het feit dat het koppelelement hierbij een groter aantal omwentelingen beschrijft dan de hoofdas en de nevenas het voordeel ontstaat dat een groot aantal selekties voor het onderling verbinden van hoofdas en nevenas kan geschieden, zelfs indien 10 het voornoemde koppelelement bestaat uit een klauwkoppeling met op zichzelf een beperkt aantal ingrijpmogelijkheden.
Bij voorkeur zullen de hoofdaandrijving en de hulpaandrijving respektievelijk langs beide zijden van het koppelelement opgesteld worden. Hierdoor verkrijgt men een centrale opstel-15 ling van beide aandrijvingen tussen de voornoemde eerste en tweede overbrenging. Zulke centrale opstelling biedt het voordeel dat de hoofdaandrijving, de hulpaandrijving, het koppelelement van de schotzoekkoppeling en eventueel een rem in één bouwgroep kunnen gevat worden. Hierbij kan een 20 elektromagnetische koppeling aangewend worden die in de noodzakelijke respektievelijke verbindingen tussen de verschillende gedeelten kan voorzien. Zulke koppeling werd in een afzonderlijke oktrooiaanvrage van aanvraagster beschreven.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te — ^ * ^ r - 6 - $ » tonen zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch de aandrijving volgens de uitvinding 5 weergeeft; figuur 2 een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeeft waarbij de hoofdaandrijving en de hulpaandrijving, evenals het koppelelement van de schotzoekkoppeling op een as geplaatst zijn die sneller draait dan de hoofdas en de 10 nevenas; figuur 3 een variante van de aandrijving volgens de uitvinding weergeeft; figuur 4 nog een variante van de aandrijving volgens de uitvinding weergeeft; 15 figuur 5 een vergroot zicht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 4 met F5 is aangeduid; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5.
Zoals in de figuren wordt weergegeven, bestaat de aandrijving 20 voor weefmachines hoofdzakelijk uit een hoofdaandrijving 1, een hulpaandrijving 2, een hoofdas 3 die voorziet in de aandrijving van de lade en eventueel de grijperaandrijving bij een grijperweefgetouw, een nevenas 4 die o.a. in de kaderaan-drijving voorziet en een schotzoekkoppeling 5. De schotzoek- £? Λ ;* f ; f jy' X.» ** ’ ·" ‘„ # i - 7 - koppeling 5 laat toe dat de hoofdas 3 en de nevenas 4 kunnen ontkoppeld worden en da-t uitsluitend de kaders kunnen bewogen worden door alleen de nevenas 4 door middel van de hulpaan-drijving 2 te bevelen.
5 Volgens de huidige uitvinding wordt een schotzoekkoppeling 5 aangewend die toelaat dat de hoofdas 3 en de nevenas 4 volgens een groot aantal verschillende onderlinge hoekstanden met .elkaar kunnen verbonden worden, waarbij, zoals schematisch in figuur 1 wordt weergegeven, het inschakelen auto-10 matisch gebeurt door middel van een stuureenheid 6 en wel op zulkdanige wijze dat de schotzoekkoppeling 5 de verbinding tussen hoofdas 3 en de nevenas 4 tot stand zal brengen volgens een ingestelde waarde.
Zoals in figuren 1 tot en met 4 wordt weergegeven zijn hier-15 toe aan de hoofdas 3 en de nevenas 4 detektiemiddelen, respectievelijk 7 en 8, aangebracht, die bijvoorbeeld bestaan uit hoekmeters. De gegevens van deze detektiemiddelen 7 en 8 worden door middel van meetlijnen 9 en 10 aan de stuureenheid 6 gevoed.
20 Anderzijds vertrekken vanaf de stuureenheid 6 stuurlijnen 11 en 12 naar.*, enerzijds, de hulpaandrijving 2 en eventueel de hoofdaandrijving 1, en anderzijds, een niet in de figuren weergegeven inschakelmechanisme om het eigenlijke koppel- 4 w - 8 - element 13 van de schotzoekkoppeling 5 in of uit te schakelen, Verder nog kan aan. de stuureenheid 6 een instelsignaal 14 aangelegd worden, waarbij dit representatief is voor het gewenste verschil tussen de posities van de hoofdas 3 en van 5 de nevenas 4 bij het eerstvolgend inschakelen van de schotzoekkoppeling 5.
De werking van de aandrijving volgens de uitvinding is hoofdzakelijk zoals hiernavolgend beschreven. Bij de breuk van een inslag of kettingdraad wordt de machine op bekende 10 wijze gestopt en wordt de defekte draad uit de gaap gehaald.
Het is duidelijk dat hierbij het rapport onderbroken zal worden indien niet passend een instelling van de weefmachine wordt uitgevoerd. Hierbij wordt dan zoals bekend het koppel-element 13 uitgeschakeld en zal men de nevenas door middel 15 van de hulpaandrijving 2 verder laten draaien tot de gepaste in-slagdraad terug op het gepaste moment aan de gaap zal vaorgelegd worden, met andere woorden de nevenas wordt in een juiste positie ten opzichte van de hoofdas gebracht. Volgens de huidige uitvinding wordt hiervoor een hoek inge-20 steld aan de stuureenheid 6 en zal door middel van deze stuureenheid 6 de hulpaandrijving 2 automatisch zo lang ingeschakeld blijven tot de juiste inschakeIstand wordt bekomen, waarbij dit geschiedt door middel van de metingen die door de detektiemiddelen 7 en 8 worden uitgevoerd. Op het -?** %*- *** » f » O Kr w - '
- V
- 9 - moment dat de juiste onderlinge stand van de hoofdas 7 en de nevenas 8 is bereikt wordt het koppelelement 13 automatisch ingeschakeld.
Het is duidelijk dat, enerzijds, door het gebruik van een 5 schotzoekkoppeling 5 die toelaat dat de hoofdas 3 en de nevenas 4 volgens een groot aantal verschillende onderlinge posities met elkaar kunnen gekoppeld worden en, anderzijds, door het gebruik van een stuureenheid 6, de manuele handelingen kunnen uitgesloten worden en het voordeel ontstaat 10 dat het kruisingsmoment van de kaders ten opzichte van het aanslagmoment eenvoudig kan gewijzigd worden.
Aan de hand van figuren 2 tot en met 6 worden bij wijze van voorbeeld enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van de aandrijving beschreven die van schotzoekkoppelingen 5 voor-15 zien zijn welke bijzonder geschikt zijn om in een automatische verbinding volgens een groot aantal posities te voorzien, en die bovendien nog verscheidene andere voordelen vertonen.
Het betreft hier een schotzoekkoppeling 5 die hoofdzakelijk 20 bestaat uit een koppelelement 13 waarvan het eerste deel 15 door middel van een eerste overbrenging 16 verbonden is mét de hoofdas 3 en het tweede deel 17 van dit koppelelement 13 .1¾ ...
* , i «' * - 10 - door middel van een tweede overbrenging 18 verbonden is met de nevenas 4, waarbij de overbrengingsverhoudingen van beide overbrengingen zodanig zijn dat bij de inschakeling van het koppelelement 13 dit laatste een groter toerental zal 5 vertonen dan de toerentallen van de hoofdas 3 en de nevenas 4.
De overbrengingsverhoudingen 16 en 18 zullen ten opzichte van elkaar meestal zodanig uitgevoerd zijn dat, zoals bekend, gedurende de normale werking van de weefmachine de Itt hoofdas 3 tegen een snelheid draait die dubbel zo groot is dan de omwentelingssnelheid van de nevenas 4.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 is het koppelelement 13 op een as 19 geplaatst die gevormd wordt door twee asgedeelten 20 en 21 die aan hun naar elkaar gerichte uiteinden 15 voorzien zijn van voornoemd eerste en tweede deel, respek-tievelijk 15 en 17, van het koppelelement 13. De hoofdaandrijving 1 en de hulpaandrijving 2 zijn respektievelijk op de asgedeelten 20 en 21 geplaatst, en wel zodanig dat zij zich tussen het bijhorende koppelgedeelte, respektievelijfc 20 15 en 17, en de overbrengingen 16 en 18 bevinden. Het voor deel hiervan bestaat erin dat het geheel gevormd door de aandrijvingen 1 en 2 en het koppelelement 13 als een kompak-te bouwgroep 22 kan uitgevoerd worden. Een ander voordeel *».·% ·*- - ^ Λ / . ·· , - * - 11 - rr λ ♦ * bestaat erin dat de aandrijvingen 1 en 2 centraal tussen de hoofdas 3 en de nevenas 4 zijn opgesteld waardoor het aantal koppels in de overbrengingen beperkt wordt gehouden.
De voornoemde bouwgroep 22 zal bij voorkeur een elektromagne-5 tische kop.peling vertonen die toelaat dat, hetzij de hoofdaandrijving 1 of hetzij de hulpaandrijving 2, of hetzij een niet in de figuren weergegeven rem kan ingeschakeld worden.
De overbrenging 18 bestaat in de uitvoering volgens figuur 2 in de kombinatie van een tandwielkoppeling 23 van twee kegel-10 tandwielen 24 en 25 en een riemoverbrenging 26. Het voornoemde koppelelement 13 bestaat hierbij bijvoorbeeld uit een klauw-koppeling die een relatief groot aantal ingrijpelementen vertoont.
Dé werking van de aandrijving volgens figuur 2 bestaat erin 15 dat bij de breuk van een draad de hoofdaandrijving 1 wordt uitgeschakeld en de voornoemde rem wordt bekrachtigd. Hierdoor wordt zowel de hoofdas als de nevenas in korte tijd tot stilstand gebracht.. Vervolgens wordt het koppelelement 13 ontkoppeld en wordt de foutieve draad verwijderd.
20 ' Bij het terug inschakelen van de weefmachine wordt eerst het asgedeelte 21 zodanig verder of teruggedraaid door middel van de hulpaandrijving 2 dat de nevenas 4 tot in een positie ge- - 12 - bracht is die overeenstemt met de aan de stuureenheid uitgevoerde instelling.. Dit gebeurt automatisch met de hulp van de detectoren 7 en 8 en de stuureenheid 6.
Vervolgens verzorgt de stuureenheid 6 het uitschakelen van 5 de hulpaandrijving 2, het inschakelen van het koppelelement 13 en uiteindelijk het inschakelen van de hoofdaandrijving 1.
Het is duidelijk dat met de hulpaandrijving 2 een aandrijving bedoeld wordt die in de traagloop van de weefmachine kan voorzien.
φ iö Het is eveneens duidelijk dat bij een schotzoekkoppeling 5, zoals o.a. weergegeven in figuur 2, het koppelelement 13 in verhouding met de hoofdas 3 en de nevenas 4 een groter aantal omwentelingen zal beschrijven. Dit biedt het voordeel dat de hoofdas 3 en de nevenas 4 volgens een groot aantal 13 mogelijkheden met elkaar kunnen gekoppeld worden en dat zulke uitvoering bijzonder geschikt is om de geautomatiseerde aandrijving te verwezenlijken.
In figuur 3 wordt een variante van de uitvoering volgens figuur 2 weergegeven. Hierbij wordt enerzijds de overbrenging 2.0 18 gevormd door een gewone tandwieloverbrenging, terwijl an derzijds de hoofdaandrijving 1 en de hulpaandrijving 2 ge-
.. ' 7 O
V \i t Xi -13- meenschappelijk zijn opgesteld en. kunnen samenwerken met het asgedeelte 21. De hoofdaandrijving 1 en de hulpaandrijving 2 kunnen hierbij uiteraard op verschillende wijze verwezenlijkt zijn. Volgens een voorkeurdragende uitvoering zullen deze 5 bestaan uit een aantal koppelgedeelten van een elektromagnetische koppeling» waarbij eventueel ook een rem is voorzien, en waarbij voor de hoofdaandrijving 1 en de hulpaan-drijving 2 afzonderlijke koppelgedeelten worden aangewend die respektievelijk met een hoofdmotor en een hulpmotor zijn 10 verbonden.
Het is duidelijk dat de hoofdaandrijving 1 en de hulpaan-drijving 2 volgens de uitvoering van figuur 3 ook uit een motor kan bestaan die zowel met een normale snelheid als met een snelheid voor de traagloop kan draaien, waarbij hij 15 eveneens van een rembekrachtiging kan zijn voorzien. -
De werking van de aandrijving volgens figuur 3 stemt hoofdzakelijk overeen met deze van figuur 2 en kan bovendien eenvoudig uit de figuur worden afgeleid.
In figuur 4 wordt nog een variante van de aandrijving van de 20 uitvinding weergegeven, waarbij het koppelelement 13 samen werkt met een tandwiel 27 van de voornoemde overbrenging 16. Zoals in detail ia figuren 5 en 6 wordt weergegeven is de as - 14 - 19 van een gegroefd uiteinde 28 voorzien, zodanig dat het tandwiel 27 door middel van een gepaste uitsparing 29 axiaal verschuifbaar is ten opzichte van het uiteinde 28.
Het koppelen en ontkoppelen van het koppelelement 13 gebeurt 5 in dit geval bij voorbeeld door het tandwiel 27 axiaal te verschuiven tot de overbrenging 16 wordt verbroken. Uiteraard zal dit automatisch verwezenlijkt worden door middel van een niet in figuur 4 weergegeven inschakelmechanisme, dat bevolen wordt door de stuureenheid 6. Het voornoemde eerste deel 15 en 10 tweede deel 17 van het koppelelement 13 bestaan in dit geval in feite uit de tandwielen van de overbrenging 16.
Zoals ook nog in figuur 4 wordt weergegeven kunnen nog supplementaire koppelingen 30 en 31 aangewend worden om respektie-velijk de hoofdaandrijving 1 en de hulpaandrijving 2 te la- 15. ten samenwerken met respektievelijk tandwielen 32 en 33 van voornoemde overbrengingen 16 en 18. Hierdoor wordt het mogelijk aandrijvingen 1 en 2, evenals motoren, te gebruiken die een hoog toerental bezitten. Hierdoor kunnen de koppels aan de motoren beperkt gehouden worden.
20 De supplementaire overbrenging 31 tussen de hulpaandrijving 2. en de voornoemde as 19 biedt de mogelijkheid om in een tweede koppelemement 34 te voorzien waarmede de hulpaandrijving 2 volledig kan losgemaakt worden. Dit koppelelement 34 kan bijvoorbeeld gelijkaardig uitgevoerd zijn als het koppel-1¾ K ; - f : - V V V -v .
-15--- element 13 dat in figuren 5 en 6 wordt weergegeven.
Het is duidelijk dat alle voornoemde overbrengingen 16, 18, 30 en 31 zowel kunnen gevormd worden door tandwielen, riemen, kegeltandvielen of kombinaties van deze. De schot-5 zoekkoppeling 5 en in bet bijzonder bet koppelelement 13 dienen uiteraard niet noodzakelijk in een klauvkoppeling' te bestaan en kunnen bijvoorbeeld ook gevormd worden door een traploos inscbakelbaar koppelelement.
Alle voornoemde uitvoeringsvormen kunnen aan de boofdas 3 1.0; nog van een in- en uitschakelbare vergrendeling tegen verdraaiing voorzien zijn.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringen, doch zulke aandrijving voor Γ5 weefmacbines, evenals de schotzoekkoppeling erbij aangewend, kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten bet kader der uitvinding te treden.

Claims (6)

1. Aandrijving voor weefmachines met het kenmerk dat zij bestaat in de kombinatie van een hoofdaandrijving (1); een 5' hulpaandrijving (2); een hoofdas (3); een nevenas (4);, een schotzoekkoppeling (5) die in een in- en uitschakelbare verbinding tussen de hoofdas (3) en de nevenas (4) voorziet, waarbij de verbinding volgens een groot aanta-l onderling verschillende standen van de hoofdas (3) en nevenas (4) kan 10 geschieden; detektiemiddelen (7, 8) om het hoekverschil tussen de standen van hoofd- en nevenas te bepalen; en een stunreenheid (6) die de schotzoekkoppeling (5) en minstens één van de aandrijvingen Cl, 2) beveelt en hierdoor een automatische verbinding tussen de hoofdas (3) en de uevenas (4) 15 tot stand kan brengen volgens een ingestelde waarde voor het ho:ekve rs chil.
2. Aandrijving volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de schotzoekkoppeling (5) hoofdzakelijk bestaat uit een koppel-element (13) waarvan het eerste deel (15) door middel van 20 een eerste overbrenging (16) verbonden is met de hoofdas (3) van de weefmachine en waarvan het tweede deel (17) door middel van een tweede overbrenging (18) verbonden is met de nevenas (4), waarbij de overbrengingsverhoudingen van beide Λ " ' ' ] C ; . .·' v -17- overbrengingen (16, 18) zodanig zijn dat het koppelelement (13) een groter toerental zal vertonen dan de toerentallen van de hoofdas (3) en de nevenas (4).
3. Aandrijving volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het 5 tweede deel (17) van het koppelelement (13) zowel met een hoofdaandrijviag (1) als met een hulpaandrijving (2) kan verbonden worden.
4. Aandrijving volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het eerste deel (15) van het koppelelement (13) met een hoofdaan- 10 drijving (1) is verbonden, terwijl het tweede deel (17) van a het koppelelement (13) verbonden is met een hulpaandrijving (2).
5. Aandrijving volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens de hoofdaandrijving (1), de hulp- 15 aandrijving (2) en het koppelelement (13) op éénzelfde as (19) zijn geplaatst.
6. Aandrijving volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de hoofdaandrijving (1), de hulpaandrijving (2), het koppelelement (13) en een rem in de vorm van één bouwgroep (22) zijn 20 uitgevoerd. -*J ·, ! 'J /
NL8600870A 1986-04-07 1986-04-07 Aandrijving voor weefmachines. NL8600870A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600870A NL8600870A (nl) 1986-04-07 1986-04-07 Aandrijving voor weefmachines.
EP87200551A EP0241076B1 (en) 1986-04-07 1987-03-25 Drivesystem for weaving looms
DE87200551T DE3787039T2 (de) 1986-04-07 1987-03-25 Transmission für Webmaschinen.
US07/312,389 US4874018A (en) 1986-04-07 1989-02-21 Transmission for weaving looms

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600870A NL8600870A (nl) 1986-04-07 1986-04-07 Aandrijving voor weefmachines.
NL8600870 1986-04-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8600870A true NL8600870A (nl) 1987-11-02

Family

ID=19847836

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600870A NL8600870A (nl) 1986-04-07 1986-04-07 Aandrijving voor weefmachines.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4874018A (nl)
EP (1) EP0241076B1 (nl)
DE (1) DE3787039T2 (nl)
NL (1) NL8600870A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2660672B1 (fr) * 1990-04-06 1992-08-28 Staubli Sa Ets Systeme pour l'entrainement d'une machine pour la formation de la foule sur une machine a tisser.
FR2732698B1 (fr) * 1995-04-05 1997-05-23 Staubli Sa Ets Systeme pour l'entrainement des mecaniques pour la formation de la foule sur les metiers a tisser
JPH08302545A (ja) * 1995-05-12 1996-11-19 Tsudakoma Corp 織機の駆動機構
DE59607360D1 (de) * 1996-04-04 2001-08-30 Sulzer Textil Ag Rueti Jacquardwebmaschine und Verfahren zum Betrieb derselben
BE1010849A3 (nl) * 1997-01-14 1999-02-02 Picanol Nv Aandrijving voor een weefmachine.
DE60129026T2 (de) * 2001-11-20 2008-02-21 Promatech S.P.A., Colzate Webmaschine mit einer Vorrichtung zur Betätigung des Webmechanismus

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CS160389B1 (nl) * 1972-11-02 1975-03-28
NL8005904A (nl) * 1980-10-28 1982-05-17 Rueti Te Strake Bv Spoelloze weefmachine.
FR2520762A1 (fr) * 1982-01-29 1983-08-05 Staubli Sa Ets Perfectionnements aux dispositifs pour la recherche du pas associes aux ratieres et autres mecaniques de tissage
JPS59192752A (ja) * 1983-04-13 1984-11-01 株式会社豊田自動織機製作所 織機における定位置停止制御方法
DE3481720D1 (de) * 1983-12-28 1990-04-26 Nissan Motor Webmaschine.
BE899346A (nl) * 1984-04-06 1984-10-08 Picanol Nv Schotzoekinrichting voor weefgetouwen.
CH671591A5 (nl) * 1985-01-17 1989-09-15 Textilma Ag

Also Published As

Publication number Publication date
DE3787039T2 (de) 1993-12-09
DE3787039D1 (de) 1993-09-23
EP0241076A2 (en) 1987-10-14
EP0241076B1 (en) 1993-08-18
US4874018A (en) 1989-10-17
EP0241076A3 (en) 1990-05-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE69207638T2 (de) Steuerungssystem/Verfahren zum weichen Hochschalten
BE1010849A3 (nl) Aandrijving voor een weefmachine.
NL8600870A (nl) Aandrijving voor weefmachines.
BE1011560A3 (nl) Weefmachine en werkwijze voor het sturen en/of het starten en/of het stoppen van een aandrijfmotor.
US5617901A (en) Variable drive system for driven loom components
US7857011B2 (en) Drive for a web machine
JP6974445B2 (ja) 機織り機用制御システムと深層学習方法
EP0514959A1 (en) Method and device for driving a weaving machine during the slow motion
RU2350703C2 (ru) Привод берда ткацкого станка
US4509629A (en) Plural motor plural clutch with worm drive
BE1010818A3 (nl) Kanteninlegapparaat voor een weefmachine.
BE1028809B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bepalen van een bewegingsparameter van een grijper
EP1245707B1 (en) Multi-position front clutch having a locking device of the movable element in a control drive of a weaving loom
BE1001921A3 (nl) Inrichting voor het aandrijven van weefkaders bij weefmachines.
US5309615A (en) Dropper random-separating mechanism
BE1007896A3 (nl) Weefmachine met zelfkantapparaat.
BE1028808B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het aanpassen van een grijperbewegingskoers
JPH03177267A (ja) テキスタイル・ベルトの緯糸を整列する装置
BE1006781A6 (nl) Inrichting voor het aandrijven van een weefmachine.
EP1020551B1 (en) Weaving loom having the warp beam driven by two actuators
US1206003A (en) Driving mechanism for looms.
US4766936A (en) Card switching apparatus for dobby
BE1007897A3 (nl) Zelfkantinrichting voor weefmachines.
SE514367C2 (sv) Växellåda
KR960005144Y1 (ko) 하역기계용 하물을 껴안는 팔

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed