BE1010849A3 - Aandrijving voor een weefmachine. - Google Patents

Aandrijving voor een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1010849A3
BE1010849A3 BE9700033A BE9700033A BE1010849A3 BE 1010849 A3 BE1010849 A3 BE 1010849A3 BE 9700033 A BE9700033 A BE 9700033A BE 9700033 A BE9700033 A BE 9700033A BE 1010849 A3 BE1010849 A3 BE 1010849A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
drive shaft
main drive
drive
rotor
gear
Prior art date
Application number
BE9700033A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to BE9700033A priority Critical patent/BE1010849A3/nl
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to JP53363998A priority patent/JP4231555B2/ja
Priority to KR10-1999-7006141A priority patent/KR100524367B1/ko
Priority to EP98904055A priority patent/EP0953073B1/de
Priority to PCT/EP1998/000133 priority patent/WO1998031856A1/de
Priority to CN98801799A priority patent/CN1078638C/zh
Priority to DE59806111T priority patent/DE59806111D1/de
Priority to DE59813479T priority patent/DE59813479D1/de
Priority to US09/341,124 priority patent/US6247503B1/en
Priority to ES02011332T priority patent/ES2260351T3/es
Priority to ES98904055T priority patent/ES2184231T3/es
Priority to EP02011332A priority patent/EP1266988B1/de
Priority to TR1999/01644T priority patent/TR199901644T2/xx
Priority to AU62087/98A priority patent/AU6208798A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1010849A3 publication Critical patent/BE1010849A3/nl
Priority to HK00104384A priority patent/HK1025136A1/xx

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/02General arrangements of driving mechanism

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Rotary Pumps (AREA)
  • Connection Of Motors, Electrical Generators, Mechanical Devices, And The Like (AREA)
  • Spinning Or Twisting Of Yarns (AREA)

Abstract

Aandrijving voor een weefmachine met een in het weefmachinefreem (1) gelagerde hoofdaandrijfas (2) die aangedreven wordt door een aandrijfmotor (5), waarbij de motoras van de aandrijfmotor (5) gevormd wordt door de in het weefmachinefreem (1) gelagerde hoofdaandrijfas (2), waarop de rotor (42) van de aandrijfmotor (5) wordt voorzien.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Aandrijving voor een weefmachine. 
 EMI1.1 
 --------------------------------- De uitvinding betreft een aandrijving voor een weefmachine met een in het weefmachinefreem gelagerde hoofdaandrijfas die aangedreven wordt door een aandrijfmotor. 



  Het is gekend uit EP-A 726345, een weefmachine aan te drijven met een aandrijving die een in het weefmachinefreem gelagerde hoofdaandrijfas bevat die via een overbrenging aangedreven wordt door een aandrijfmotor. De hoofdaandrijfas bevat hierbij een schakeltandwiel dat in een eerste positie gekoppeld is met een eerste tandwiel voor het aandrijven van minstens de ladeaandrijving en een tweede tandwiel voor het aandrijven van minstens de gaapaandrijving, en dat in een tweede positie slechts gekoppeld is met ofwel het eerste tandwiel of het tweede tandwiel. Het schakeltandwiel en de hoofdaandrijfas bevatten elk een axiale vertanding die toelaat het schakeltandwiel axiaal te verplaatsen. langsheen, en zonder speling in omtreksrichting te koppelen met, de hoofdaandrijfas.

   Dit laatste is noodzakelijk daar het over te brengen aandrijfkoppel tussen een positieve en negatieve waarde kan varieren. 



  Tussen de aandrijfmotor en de hoofdaandrijfas kan al dan niet een stuurbare koppeling voorzien worden, terwijl een rem voorzien kan worden voor het remmen van de hoofdaandrijfas. 



  Bij   grijperweefmachir. es   kan het eerste tandwiel ook instaan voor het aandrijven van de grijperaandrijving. Tijdens normaal weven en   tL3agloop   werkt het schakeltandwiel samen met het eerste en het tweede tandwiel, terwijl bij zogenaamd schotzoeken het schakeltandwiel ontkoppeld wordt van het eerste tandwiel en gekoppeld blijft met het tweede tandwiel. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Tijdens traagloop en schotzoeken wordt ofwel de hoofdaandrijfmotor met een lagere snelheid gestuurd dan tijdens normaal weven of wordt het geheel door middel van een aparte traagloopmotor gestuurd. 



  Het doel van de uitvinding is een dergelijke aandrijving voor een weefmachine te verbeteren. 



  Tot dit doel betreft de uitvinding een aandrijving voor een weefmachine waarbij de motoras van de aandrijfmotor gevormd wordt door de in het weefmachinefreem gelagerde hoofdaandrijfas. Bij voorkeur wordt de rotor van de aandrijfmotor voorzien op de hoofdaandrijfas en wordt de stator van de aandrijfmotor bevestigd aan het weefmachinefreem. 



  De uitvinding biedt als voordeel dat de aandrijving volgens de uitvinding compact is, weinig inbouwruimte vereist, een klein aantal onderdelen bevat, en dat de energie nodig om de weefmachine aan te drijven beperkt is. Dit vooral omdat er geen overbrenging aanwezig is tussen de aandrijfmotor en de hoofdaandrijfas, die plaats inneemt en aanleiding geeft tot energieverliezen, en er geen aandrijfmotor met aparte lagers, die aanleiding geven tot energieverliezen, aanwezig is. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de hoofdaandrijfas axiaal verplaatsbaar gelagerd in het weefmachinefreem en kan de aandrijving verplaatsingsmiddelen bevatten om de hoofdaandrijfas axiaal te verplaatsen. Hierbij kan een schakeltandwiel vast bevestigd worden op de hoofdaandrijfas, dat in een eerste positie gekoppeld is met een eerste tandwiel voor het aandrijven van minstens de ladeaandrijving en een tweede tandwiel voor het aandrijven van minstens de gaapaandrijving, en dat in een tweede positie 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 slechts gekoppeld is met   een   van de voornoemde tandwielen. 



  Het voorzien van een axiaal verplaatsbaar gelagerde hoofdaandrijfas laat toe de hoofdaandrijfas hoofdzakelijk als een gedraaid stuk uit te voeren, hetgeen met nauwkeurige toleranties en goedkoop kan gefabriceerd worden. Het schakeltandwiel op de hoofdaandrijfas voorzien kan door het schakeltandwiel rechtstreeks op de gedraaide hoofdaandrijfas te fabriceren of door op klassieke wijze het schakeltandwiel vast op de hoofdaandrijfas te bevestigen of te klemmen.

   Ten opzichte van de gekende schakeltandwielen die verplaatsbaar langsheen de hoofdaandrijfas zijn opgesteld, biedt dit als voordeel dat geen speciale voorzieningen moeten getroffen worden, zoals het nauwkeurig vervaardigen van axiale vertandingen op de hoofdaandrijfas en in het schakeltandwiel, om het schakeltandwiel axiaal volgens de hoofdaandrijfas te verplaatsen en om speling in omtreksrichting van het schakeltandwiel ten opzichte van de hoofdaandrijfas te vermijden. 



  Bij voorkeur wordt de hoofdaandrijfas gelagerd met lagers die een buitenring en meerdere lagerelementen, die samenwerken met de buitenring en met de hoofdaandrijfas, bevatten. 



  Dergelijke wijze van lagering is voordelig daar die weinig onderdelen bevat en geschikt is om toe te laten de hoofdaandrijfas axiaal te verplaatsen. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de rotor van de aandrijfmotor samen met de hoofdaandrijfas axiaal verplaatsbaar, hetgeen als voordeel biedt dat de rotor eenvoudig op de hoofdaandrijfas kan bevestigd worden. Bij voorkeur omhult de stator van de aandrijfmotor steeds hoofdzakelijk de rotor, wanneer de rotor zieh in een positie bevindt die gelegen tussen de posities waartussen de rotor verplaatst wordt, zodat de aandrijfmotor steeds een 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 aandrijfkoppel kan uitoefenen op de hoofdaandrijfas. 



  Bij voorkeur zijn, tijdens het normaal weven, de rotor en de stator in axiale richting zodanig ten opzichte van elkaar opgesteld dat de axiale elektro-magnetische krachten die de stator op de rotor uitoefent bij een bekrachtigde aandrijfmotor onbestaande zijn. Dit is voordelig daar hierdoor tijdens het weven verhinderd wordt dat de hoofdaandrijfas zich kan verplaatsen, daar de hoofdaandrijfas door elektro-magnetische krachten in een bepaalde axiale positie wordt gedwongen of gehouden. Hierbij vertonen de rotor en de stator een nagenoeg gelijke axiale lengte, en bij voorkeur een gelijke axiale lengte, waardoor de rotor met relatief grote axiale krachten tegenover de stator wordt gedwongen. Dit laat toe de hoofdaandrijfas tijdens het weven in een weefpositie te houden, wat betekent dat tijdens het weven de hoofdaandrijfas niet beweegt of niet trilt volgens zijn axiale richting. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de hoofdaandrijfas aangedreven door een aandrijfmotor waarvan de snelheid, de positie en/of het aandrijfkoppel stuurbaar zijn. 



  Dit laat toe de hoofdaandrijfas door middel van   een   enkele aandrijfmotor volgens een gewenste snelheid aan te drijven. 



  Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 schematisch en volgens een vlakke projectie, waarbij de tandwielen in een vlak zijn voorgesteld, een weefmachine met een aandrijving volgens de uitvinding weergeeft ; 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 figuur 2 vergroot het gedeelte aangeduid met F2 in figuur   1   weergeeft ; figuur 3 het gedeelte van figuur 2 in een andere stand weergeeft ; figuur 4 vergroot en vereenvoudigd een doorsnede volgens lijn IV-IV in figuur   1,   waarbij de onderlinge positie van de tandwielen is verduidelijkt, weergeeft ; figuur 5 het gedeelte aangeduid met F5 in figuur   1   vergroot weergeeft ; figuur 6 een variante uitvoeringsvorm van figuur 1 weergeeft ;

   figuur 7 de uitvoeringsvorm van figuur 6 in een andere stand weergeeft ; figuur 8 nog een variante uitvoeringsvorm van figuur 1 weergeeft ; figuur 9 vergroot het gedeelte aangeduid met F9 in figuur 8 in een andere stand weergeeft ; figuur 10 een doorsnede ter hoogte van lijn X-X in figuur 8 weergeeft. 



  De in figuren 1 tot 5 weergegeven aandrijving voor een weefmachine bevat een weefmachinefreem 1 waarin een hoofdaandrijfas 2 met lagers 3 en 4 is gelagerd. Deze hoofdaandrijfas 2 wordt aangedreven door een aandrijfmotor 5. Op de hoofdaandrijfas 2 wordt een van axiale vertandingen voorzien schakeltandwiel 6 voorzien. Dit kan door het schakeltandwiel 6 te vervaardigen op de hoofdaandrijfas 2 zelf of door dit schakeltandwiel 6 vast te bevestigen op de hoofdaandrijfas 2. 



  Het schakeltandwiel 6 kan samenwerken met een van axiale vertandingen voorzien gedreven tandwiel 9 dat via een as 10 in verbinding staat met eerste aandrijfmiddelen 11. De eerste aandrijfmiddelen 11 bevatten bijvoorbeeld gaapaandrijf- 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 middelen die kunnen bestaan uit een dobby, een nokkenbak, een jacquard of eender welke inrichting die een gaap kan vormen. 



  De eerste aandrijfmiddelen 11 kunnen tevens de zelfkantvormingsinrichtingen en een inrichting voor het positief aandrijven van een sleepbuis bevatten. Het schakeltandwiel 6 kan tevens samenwerken met een van axiale vertandingen voorzien gedreven tandwiel 12 dat via een as 13 in verbinding staat met de tweede aandrijfmiddelen 14. De tweede aandrijfmiddelen 14 bevatten bijvoorbeeld ladeaandrijfmiddelen en in geval van grijperweefmachines tevens grijperaandrijfmiddelen. 



  De tweede aandrijfmiddelen 14 kunnen tevens zelfkantinlegapparaten, een aandrijving voor de doekopwikkeling en een afvalopwikkeling bevatten. De hoofdaandrijfas 2 en de assen 10 en 13 zijn bij de weergegeven uitvoeringsvorm met elkaar evenwijdig. 



  Teneinde het aandrijfkoppel ter hoogte van de hoofdaandrijfas 2 te beperken wordt de diameter van het schakeltandwiel 6 kleiner gekozen dan de diameter van de tandwielen 9 en 12. 



  Het tandwiel 12 dat via een as 13 met de tweede aandrijfmiddelen 14 die de ladeaandrijfmiddelen bevatten is verbonden, draait bij voorkeur   een   toer per inslaginbreng. Het tandwiel 9 dat via een as 10 met de eerste aandrijfmiddelen 11 die de gaapaandrijfmiddelen bevatten is verbonden, kan bijvoorbeeld bij   een   toer van de tweede aandrijfmiddelen 14 een halve toer draaien, daar de gaapvormingsmiddelen bij   een   inslaginbreng slechts een halve cylcus hoeven te doorlopen. Hiertoe kan de diameter van het tandwiel 9 tweemaal zo groot zijn als die van het tandwiel 12. 



  In een eerste stand, zoals weergegeven in figuur 1 en 2, waarbij de weefmachine tijdens het weven via de hoofdaandrijfas 2 wordt aangedreven, is het schakeltandwiel 6 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 gekoppeld met beide tandwielen 9 en 12 waardoor deze tandwielen 9 en 12 door de hoofdaandrijfas 2 kunnen aangedreven worden. Wanneer men de weefmachine gestopt heeft, en de tweede aandrijfmiddelen 14 van de hoofdaandrijfas 2 wil ontkoppelen en een zogenaamde schotzoekbeweging wil uitvoeren, wordt de hoofdaandrijfas 2 met het schakeltandwiel 6 in een tweede stand gebracht zoals weergegeven in figuur 3. 



  Hierbij blijft het schakeltandwiel 6 gekoppeld met het tandwiel 9 en werd ontkoppeld van het tandwiel 12, zodat alleen het tandwiel 9 verder door de hoofdaandrijfas 2 wordt aangedreven. 



  Teneinde de hoofdaandrijfas 2 axiaal te verplaatsen worden verplaatsingsmiddelen 7 en 8 voorzien. Zoals verduidelijkt in figuur 5 bevatten de verplaatsingsmiddelen 7 een doorn 16 waarop een haak 17 en een uitsteeksel 18 zijn voorzien. Aan het uitsteeksel 18 is een tweede doorn 19 bevestigd. De zijde van doorn 16 die tegenover de haak 17 is gelegen fungeert als plunjer 21 van een cilinder 22 en is voorzien van een o-ring 20. De cilinder 22 kan bevolen worden via een circuit 34 (figuur   1),   zoals bijvoorbeeld een hydraulisch circuit zoals beschreven in EP-A 726 345 of een perslucht circuit, teneinde de doorn 16 in een eerste richting te verplaatsen. 



  Om de doorn 16 in de andere richting te kunnen verplaatsen wordt een terugstelveer 23 voorzien. De haak 17 wordt excentrisch bevestigd aan de doorn 16 en kan samenwerken met een uitkraging 24 die voorzien is in de hoofdaandrijfas 2 en met een tap 25 in slijtvast materiaal die geschroefd is in de hoofdaandrijfas 2. Door het axiaal verplaatsen van de doorn 16 is het hierbij mogelijk de hoofdaandrijfas 2 tevens axiaal te verplaatsen. 



  Zoals verduidelijkt in figuren 2 en 3 bevatten de 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 verplaatsingsmiddelen 8 een plunjer 27 die samenwerkt met een cilinder 28 waarop een o-ring 26 is voorzien. De plunjer 27 kan hierbij samenwerken met een tap 29 in slijtvast materiaal die geschroefd is aan de hoofdaandrijfas 2. De cilinder 28 kan analoog aan de cilinder 22 bevolen worden door een circuit 35 (figuur   1).   Niettegenstaande de verplaatsingsmiddelen 8 niet echt noodzakelijk zijn, daar de verplaatsingsmiddelen 7 de hoofdaandrijfas 2 in beide richtingen kunnen verplaatsen, geniet het toch de voorkeur beide verplaatsingemiddelen 7 en 8 te voorzien daar dit het mogelijk maakt de axiale beweging van de hoofdaandrijfas 2 door twee tappen 25 en 29 begrenzen. Hierbij kan een kleine speling voorzien worden tussen de hoofdaandrijfas 2 en de tappen 25 en 29.

   Hierdoor wordt de hoofdaandrijfas 2 door mechanische middelen tegen axiale verplaatsing verhinderd. 



  Volgens een uitvoeringsvorm, zoals verduidelijkt in figuren 3 en 4, bevat het gedreven tandwiel 12 dat in de tweede stand waarbij dit tandwiel 12 van het schakeltandwiel 6 ontkoppeld is minstens een ondersnijding 30 die toelaat het schakeltandwiel 6 van dit gedreven tandwiel 12 te ontkoppelen wanneer de zijflanken 31 en 32 van het schakeltandwiel 6 en het tandwiel 12 elkaar nog overlappen. Zoals verduidelijkt in figuur 3 kan het schakeltandwiel 6 hierbij vrij draaien ten opzichte van het tandwiel 12. Dit laat toe het tandwiel 12 breed te dimensioneren zonder dat het noodzakelijk is de hoofdaandrijfas 2 over een grote afstand axiaal te verplaatsen teneinde het schakeltandwiel 6 en het tandwiel 12 te kunnen ontkoppelen. De tanden van het schakeltandwiel 6 worden nabij de zijflank 32, bij voorkeur afgeschuind om het inkoppelen met het tandwiel 12 te vergemakkelijken. 



  De doorn 19 (figuur 5) die bevestigd is aan de verplaatsings- 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 middelen 7 fungeert als blokkeermiddel voor het tandwiel 12. 



  Hiertoe kan de doorn 19 samenwerken met minstens   een   opening 33 die voorzien is in het gedreven tandwiel 12. Teneinde het binnentreden van de doorn 19 in de opening 33 te vergemakkelijken is het uiteinde van de doorn 19 afgeschuind. De doorn 19 is zodanig ten opzichte van de doorn 16 bevestigd dat de doorn 19 niet ingrijpt in een opening 33 in de stand van figuur 2, maar wel in de stand van figuur 3. Bij voorkeur werkt de doorn 19 reeds samen met de opening 33 vooraleer het schakeltandwiel 6 en het tandwiel 12 ontkoppeld worden, dit is terwijl de hoofdaandrijfas 2 nog naar de stand van figuur 3 toe beweegt. Dit verzekert dat het tandwiel 12 steeds geblokkeerd is wanneer het schakeltandwiel 6 en het tandwiel 12 ontkoppeld zijn.

   Anderzijds laat deze opstelling toe dat de doorn 19 niet meer samenwerkt met de opening 33 wanneer het schakeltandwiel 6 en het tandwiel 12 reeds over een zekere breedte van de tandflanken met elkaar gekoppeld worden. Het is duidelijk dat bij deze uitvoeringsvorm elke opening 33 in het tandwiel 12 zieh volgens een positie van het tandwiel 12 bevindt zodanig dat wanneer de doorn 19 samenwerkt met de opening 33, een ondersnijding 30 zieh in een positie bevindt waarbij het schakeltandwiel 6 zieh tegenover de ondersnijding 30 bevindt en vrij kan draaien in de ondersnijding 30. 



  Volgens de uitvinding wordt de motoras van de aandrijfmotor 5 gevormd door de hoofdaandrijfas 2 die met lagers 3 en 4 in het weefmachinefreem   1   wordt gelagerd. Zoals verduidelijkt in figuur 5, wordt het lager 3 gevormd door een buitenring 36 die bevestigd is tussen het weefmachinefreem 1 en een flens 37 die met bouten bevestigd is aan het weefmachinefreem 1. 



  Het lager 3 bevat tevens meerdere lagerelementen, zoals cilindervormige rollen 38, die samenwerken met de buitenring 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 
 EMI10.1 
 36 en met de hoofdaandrijfas 2. Ter hoogte van de positie waar de rollen 38 samenwerken met de hoofdaandrijfas 2 wordt de hoofdaandrijfas 2 verhard, bijvoorbeeld door thermisch verharden. Het rechtstreeks laten samenwerken van de rollen 38 met de hoofdaandrijfas 2 beperkt het aantal onderdelen en is voordelig bij het axiaal verplaatsen van de hoofdaandrijfas 2. Het lager 4 (figuur 2) is analoog uitgevoerd als het lager 3 met een buitenring 39 en lagerelementen, zoals cilindervormige rollen 40, die samenwerken met de buitenring 39 en met de hoofdaandrijfas 2, die bijvoorbeeld ter hoogte van de positie waar de rollen 40 samenwerken met de hoofdaandrijfas 2 verhard is.

   De buitenring 39 wordt bevestigd tussen het weefmachinefreem 1 en een flens 41. 



  Volgens de uitvinding is de rotor 42 van de aandrijfmotor 5 bevestigd op de hoofdaandrijfas 2, en bij voorkeur vast bevestigd op de hoofdaandrijfas 2 zodat de rotor 42 samen met de hoofdaandrijfas 2 axiaal verplaatsbaar is. De in een behuizing 43 voorziene stator 44 van de aandrijfmotor 5 is bevestigd aan het weefmachinefreem 1. Hiertoe is de behuizing 43 bijvoorbeeld voorzien van een kraag 45 met schroefdraad die kan geschroefd worden in de flens 41 die eveneens met schroefdraad is voorzien. De flens 41 vertoont een vorm die toelaat de stator 44 centrisch omheen de rotor 42 aan te brengen. De behuizing 43 bevat een tweede van schroefdraad voorziene kraag 46 waarop een flens 47 wordt geschroefd waarin de verplaatsirqsmiddelen 8 zijn aangebracht. Volgens een variante kunnen i. van bevestigingen met schroefdraad ook bottevestigingen aangewend worden. 



  Zoals zichtbaar omhult de stator 44, zowel in de positie van figuur 1 als in de positie van figuur 3, hoofdzakelijk de rotor 42. Bij de posities van figuren 1 en 3 bevindt de 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 
 EMI11.1 
 hoofdaandrijfas 2 zich telkens in een uiterste axiale positie. Hierbij omhult de stator 44 tevens hoofdzakelijk de rotor 42 wanneer de rotor 42 zich in een axiale positie bevindt die gelegen is tussen de uiterste axiale posities, weergegeven in figuren 1 en 3, waartussen de rotor 42 verplaatst wordt. Hierdoor kan de aandrijfmotor 5 steeds een aandrijfkoppel uitoefenen op de hoofdaandrijfas 2 wanneer de hoofdaandrijfas 2 zich in eender welke voornoemde axiale positie bevindt. 



  De rotor 42 en de stator 44 zijn in axiale richting zodanig ten opzichte van elkaar opgesteld, dat in de stand van figuur 1 waarbij de hoofdaandrijfas 2 zich tijdens het normaal weven bevindt, de axiale elektro-magnetische krachten dat de stator 44 op de rotor 42 uitoefent bij een bekrachtigde aandrijfmotor 5 onbestaande of nul zijn. Dit betekent bijvoorbeeld dat, in geval de magnetische veldlijnen in axiale richting symmetrisch verlopen, de rotor 42 hiertoe in axiale richting centraal tegenover de stator 44 moet opgesteld worden.

   Dit heeft ook voor gevolg dat wanneer de hoofdaandrijfas 2 met de rotor 42 zich in de stand van figuur 3 bevinden, bij het bekrachtigen van de stator 44 van de aandrijfmotor 5, door inwerking van elektro-magnetische krachten tussen de stator 44 en de rotor 42 de hoofdaandrijfas 2 naar de stand van figuur 1 zal gedwongen worden en dat de verplaatsingsmiddelen 7 hierbij voldoende tegenwerkende kracht moeten leveren om deze axiale verplaatsing van de hoofdaandrijfas 2 te verhinderen. 



  In de weergegeven uitvoeringsvorm is de axiale lengte van de rotor 42 gelijk aan de axiale lengte van de stator 44 en zijn de rotor 42 en de stator 44 exact tegenover elkaar gepositioneerd in de stand van figuur 1, zodat in de stand 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 van figuur 1 bij bekrachtigde aandrijfmotor 5 geen axiale krachten gegenereerd worden tussen de rotor 42 en de stator 44. Door de gelijke axiale lengte van de rotor 42 en de stator 44, wordt als voordeel bekomen dat bij bekrachtigen van de aandrijfmotor 5, een kleine onderlinge axiale verplaatsing van de hoofdaandrijfas 2 met de rotor 42 tegenover de stator 44, aanleiding geeft tot relatief grote axiale krachten die de rotor 42 terug exact tegenover de stator 44 dwingen.

   Hierdoor wordt de hoofdaandrijfas 2 tijdens het weven, of in de stand van figuur   1,   elektromagnetisch met relatief grote krachten in een bepaalde axiale positie gedwongen of gehouden, zodat de hoofdaandrijfas 2 tijdens het weven niet beweegt of niet trilt in axiale richting. 



  Verder bevat de aandrijving een smeerolietoevoer 48, zoals verduidelijkt in figuur 5, die via leidingen 49 en 50 en in het weefmachinefreem 1 voorziene karters 51,52, 53 (figuur   1)   olie naar de lagers 3 en 4 brengt, teneinde een smering te voorzien tussen de rollen 38,40 en de buitenringen 36,39 en tussen de rollen 38,40 en de hoofdaandrijfas 2. Het is duidelijk dat niet weergegeven oliedichtingen aanwezig zijn om te verhinderen dat olie uit de karters 51,52, 53 vloeit. 



  De smeerolietoevoer 48 kan bestaan uit een circuit zoals beschreven in EP-A 726345. 



  De aandrijfmotor 5 bestaat bij voorkeur uit een aandrijfmotor waarvan de snelheid, de positie, het aandrijfkoppel en/of de draairichting stuurbaar zijn. De aandrijving volgens de uitvinding wordt gestuurd met behulp van een stuureenheid 54 (figuur   1)   van de weefmachine, die instaat voor de sturing van de aandrijfmotor 5. Deze stuureenheid 54 ontvangt signalen van een ingaveeenheid 55, waarbij deze signalen 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 aanleiding geven tot starten en stoppen van de weefmachine, de trage beweging of de schotzoekbeweging en het in gewenste positie ontkoppelen en het in gewenste positie terug inkoppelen van het schakeltandwiel 6 met het tandwiel 12. 



  Hiertoe bevat de aandrijving een detector 56 die samenwerkt met een encoderschijf 57 die bijvoorbeeld voorzien is ter hoogte van de hoofdaandrijfas 2 en die samenwerkt met de stuureenheid 54 teneinde de hoekpositie van de hoofdaandrijfas 2 te bepalen. De detector 56 is hierbij voorzien om in eender welke axiale positie van de hoofdaandrijfas 2 te kunnen samenwerken met de encoderschijf 57. Hiertoe bevat de detector 56 bijvoorbeeld een zender 58 voor lichtstralen en een ontvanger 59 voor lichtstralen die op een bepaalde afstand van elkaar, die groter is dan de koers van de axiale verplaatsing van de hoofdaandrijfas 2, zijn opgesteld. Hierbij bevat de encoderschijf 57 bijvoorbeeld openingen die toelaten dat lichtstralen van de zender 58 de ontvanger 59 bereiken. 



  Volgens een variante uitvoeringsvorm kan de detector 56 op een ander werkingsprincipe steunen, bijvoorbeeld magnetisme, elektro-magnetische, of enig ander principe. 



  Het bepalen van de hoekpositie is belangrijk voor het koppelen of het ontkoppelen van het schakeltandwiel 6 en het tandwiel 12. In geval de aandrijfmotor 5 stuurbaar is, is het bepalen van de hoekpositie van de hoofdaandrijfas 2 ook belangrijk als terugkoppeling met betrekking tot de sturing of controle van de positie en/of de snelheid en/of het aandrijfkoppel van de aandrijfmotor 5 door de stuureenheid 54. 



  De stuureenheid 54 kan tevens verbonden worden met 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 nabijheidsschakelaars 60 en 61 die samenwerken met de hoofdaandrijfas 2. De nabijheidschakelaar 60 controleert of de weefmachine zieh in de stand van figuur 1 bevindt, en verhindert de stuureenheid 54 de weefmachine te starten wanneer deze zieh niet in de voornoemde stand bevindt. De nabijheidsschakelaar 61 controleert of de weefmachine zieh in de stand van figuur 3 bevindt, en laat toe de stuureenheid 54 de schotzoek-beweging te starten. De nabijheidsschakelaar 60 controleert tevens of het schakeltandwiel 6 terug ingekoppeld is met het tandwiel 12 na het schotzoeken. 



  De werking van de aandrijving wordt hierna nader uitgelegd. 



  Tijdens normaal weven bevindt de hoofdaandrijfas 2 zieh in een eerste positie zoals weergegeven in figuur 1 en wordt de aandrijfmotor 5 door de stuureenheid 54 gestuurd met de weefsnelheid. Wanneer men traag wil weven, wordt de aandrijfmotor 5 door de stuureenheid 54 gestuurd met een lagere snelheid. Wanneer men de hoofdaandrijfas 2 wil stoppen, wordt de aandrijfmotor 5 door de stuureenheid 54 zodanig gestuurd dat de aandrijfmotor 5 een remkoppel op de hoofdaandrijfas 2 uitoefent. Wanneer men wil schotzoeken, worden de verplaatsingsmiddelen 7 en 8 zodanig gestuurd dat de hoofdaandrijfas 2 naar een positie verplaatst wordt zoals weergegeven in figuur 3, waar het schakeltandwiel 6 ontkoppeld is van het tandwiel 12 voor het aandrijven van minstens de ladeaandrijving en gekoppeld blijft met het tandwiel 9 voor het aandrijven van minstens de gaapaandrijving.

   Vervolgens wordt de aandrijfmotor 5 door de stuureenheid 54 onder lage snelheid gestuurd zodat een schotzoekbeweging uitgevoerd wordt, dit is het voornoemde tandwiel 9 aandrijven tot een niet weergegeven inslagdraad door de gaapvormingsmiddelen wordt vrijgegeven. Vervolgens wordt de aandrijfmotor 5 gestuurd zodat de hoofdaandrijfas 2 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 zich terug in een hoekpositie bevindt van voor het schotzoeken, die bepaald wordt door de sensor 56, waar het schakeltandwiel 6 terug gekoppeld wordt met het tandwiel 12 door de hoofdaandrijfas 2 axiaal te verplaatsen met de verplaatsingsmiddelen 7 en 8, naar een positie zoals weergegeven in figuur 1. Vervolgens kan het normaal weven terug gestart worden. 



  In figuren 6 en 7 is een variante uitvoeringvorm weergegeven waarbij de aandrijfmotor 5 in het weefmachinefreem 1 is aangebracht. Hierbij wordt een flens 41 aangebracht op het lager 4 waaraan de behuizing 43 van de stator 44 wordt voorzien. Tussen de behuizing 43 en het weefmachinefreem 1 wordt een klemstuk 62 voorzien waarin verplaatsingsmiddelen 8 zijn aangebracht. Verder wordt een flens 63 voorzien om het geheel aan het weefmachinefreem 1 te bevestigen. Niettegenstaande het mogelijk is met een stuurbare aandrijfmotor 5 een remkoppel uit te oefenen, is bij deze uitvoeringsvorm nog een rem 64 voorzien om de weefmachine te remmen, waarbij deze rem 64 bijvoorbeeld aangedreven remschoenen 65 bevat die ingrijpen op de zijflanken van het tandwiel 9 dat hierbij tevens fungeert als remschijf.

   Deze rem 64 kan eveneens bij elke weefmachinestop ingeschakeld blijven om te verhinderen dat bij een weefmachinestop de hoofdaandrijfas 2 zou draaien. 



  Het voorzien van een rem 64 die samenwerkt met het tandwiel 9 biedt als voordeel dat de rem 64 zowel in de stand van figuur 6 als in de stand van figuur 7 werkzaam kan zijn. 



  Deze rem 64 kan aangedreven worden door niet weergegeven hydraulische middelen of kan elektro-magnetisch aangedreven worden. In dit laatste geval worden de remschoenen 65 bijvoorbeeld door veren in een rempositie gebracht en elektro-magnetisch uit de rempositie gebracht, zodat het 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 mogelijk is bij uitval van de netspanning de weefmachine geremd te houden. 



  Opgemerkt wordt hierbij dat in de stand van figuur 7 de stator 44 de rotor 42 niet volledig omhult. Daar de stator 44 de rotor 42 hoofdzakelijk omhult kan er toch, in de stand van figuur 7, een aandrijfkoppel gegenereerd worden met de aandrijfmotor 5 op de hoofdaandrijfas 2. In geval een rem 64 voorzien wordt en dat tijdens het normaal weven, in de stand van figuur 6, de rotor 42 en de stator 44 in axiale richting zodanig ten opzichte van elkaar opgesteld zijn, dat de axiale elektro-magnetische krachten dat de stator 44 op de rotor 42 uitoefent bij een bekrachtigde aandrijfmotor 5 onbestaande zijn, is het niet noodzakelijk verplaatsingsmiddelen 8 te voorzien om de hoofdaandrijfas 2 van de stand van figuur 7 naar die van figuur 6 te brengen.

   In dit geval zijn de axiale elektro-magnetische krachten in staat de hoofdaandrijfas 2 axiaal te verplaatsen zonder dat de door de rem 64 geblokkeerde hoofdaandrijfas 2 verdraaid wordt. 



  Bij de uitvoeringsvorm van figuren 6 en 7 zijn in de behuizing 43 van de stator 44 holtes 74 aangebracht waarin koelmiddel kan circuleren. Het koelmiddel wordt via een toevoerleiding 75 vanaf een niet weergegeven toevoerbron toegevoerd en wordt via een afvoerleiding 76 naar een niet weergegeven afvoer afgevoerd. Tussen de behuizing 43 en het weefmachinefreem 1 zijn nog twee door een wand 77 van elkaar gescheiden holtes 78 en 79 voorzien, waarlangs de koelmiddel van of naar de holte 74 kan stromen. Het koelmiddel kan bestaan uit koelvloeistof, zoals smeerolie of water, of uit perslucht of enig ander koelmiddel. Uiteraard worden de nodige afdichtingen voorzien om te verhinderen dat koelmiddel kan ontsnappen en bijvoorbeeld kan inwerken op de stator 44, 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 de rotor 42 of de hoofdaandrijfas 2. Dit laat toe de stator 44 van de aandrijfmotor 5 te koelen.

   Eveneens kunnen niet weergegeven middelen voorzien worden om de rotor 42 te koelen, echter de meeste warmte wordt ter hoogte van de stator 44 gegenereerd, zodat een koeling van de stator 44 kan volstaan. 



  In figuren 8 en 9 is nog een variante uitvoeringsvorm weergegeven. De hoofdaandrijfas 2 is hierbij, op een analoge wijze zoals weergegeven in figuren 2 en 4, gelagerd door lagers 3 en 4. De rotor 42 is bevestigd op de hoofdaandrijfas 2 op een plaats die gelegen is tussen de lagers 3 en 4. De stator 44 wordt zodanig voorzien dat de stator 44 de rotor 42 hoofdzakelijk omhult in eender welke positie van de rotor 42. 



  Op de hoofdaandrijfas 2 is een tandwiel 66 voorzien dat kan samenwerken met een tandwiel 9, dat bijvoorbeeld instaat voor het aandrijven van eerste aandrijfmiddelen die ondermeer de gaapaandrijfmiddelen bevatten. Het uiteinde van de hoofdaandrijfas 2 dat tegenover het tandwiel 66 is gelegen, is voorzien van een koppeldeel 67. Het koppeldeel 67 is gevormd door het over een zekere lengte half affrezen van het einde van de hoofdaandrijfas 2. 



  Bij deze uitvoeringsvorm vertonen de rotor 42 en de stator 44 een iets verschillende lengte, meer speciaal vertoont de stator 44 een iets groter lengte, van bijvoorbeeld enkele millimeter, dan de rotor 42. Dit heeft voor gevolg dat, gezien de rotor 42 en de stator 44 slechts een nagenoeg gelijke lengte vertonen, de axiale krachten waarmee de rotor 42 centraal tegenover de stator 44 wordt gedwongen, kleiner zijn als wanneer de rotor 42 en de stator 44 een gelijke lengte vertonen. 

 <Desc/Clms Page number 18> 

 Hierbij is de hoofdaandrijfas 2 axiaal verplaatsbaar gelagerd en kan verplaatst worden met verplaatsingsmiddelen 80 die toelaten de hoofdaandrijfas 2 axiaal in beide richtingen te verplaatsen.

   Hiertoe is in de hoofdaandrijfas 2 een groef 81 voorzien die kan samenwerken met een haak 82 die bevestigd wordt op een doorn 83, die op zijn beurt bevestigd is op een plunjer 84 van een cilinder 85. De cilinder 85 is zogenaamd dubbelwerkend en kan heen en weer bevolen worden door een niet weergegeven circuit. Er wordt op de doorn 83 een o-ring 92 en op de plunjer 84 een o-ring 93 als afdichting voorzien. 



  Op een analoge wijze als weergegeven in de uitvoeringsvorm van figuren 1 tot 7, wordt een encoderschijf 57 voorzien die samenwerkt met een sensor 56 die gevormd wordt door een zender 58 en een ontvanger 59. Deze encoderschijf 57 kan tevens samenwerken met nabijheidschakelaars 60 en 61 die een uiterste axiale positie van de hoofdaandrijfas 2 kunnen detekteren. 



  In het weefmachinefreem 1 wordt een tweede as 68 gelagerd, die een koppeldeel 69 bevat dat analoog wordt uitgevoerd als het koppeldeel 67. De vorm van de koppeldelen 67 en 69 wordt verduidelijkt in figuur 10. Aan de as 68 wordt een houder 70 bevestigd, waarin de hoofdaandrijfas 2 axiaal kan verplaatst worden. De houder 70 dient om de hoofdaandrijfas 2 en de as 68 steeds in elkaars verlengde te houden. De as 68 wordt met lagers 71 en 72 voorzien in het weefmachinefreem 1 en bevat bijvoorbeeld een nokkensysteem 73, dat een stel nokken bevat die kunnen samenwerken met niet weergegeven nokvolgers die bevestigd zijn aan de ladeas van de lade van de weefmachine. 



  Het lager 3 voor de hoofdaandrijfas 2 wordt via een tussenstuk 86 voorzien in het weefmachinefreem 1. Bijvoorbeeld maakt de buitenring deel uit van het tussenstuk 86, zodat 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 geen aparte buitenring 36 wordt voorzien. Het lager 4, meer speciaal de buitenring 39, wordt via een klemstuk 87 en een flens 88 voorzien in het weefmachinefreem 1. De verplaatsingsmiddelen 80 worden tevens voorzien in deze flens 88. Het lager 71 wordt bijvoorbeeld geperst in het tussenstuk 86 en op de as 68, terwijl het lager 72 wordt geperst in een flens 89 die bevestigd wordt aan het weefmachinefreem 1 en op de as 68. De behuizing 43 van de stator 44 wordt geklemd tussen het tussenstuk 86 en het klemstuk 87 door de flenzen 88 en 89 te bevestigen aan het weefmachinefreem 1.

   Het tussenstuk 86 en het klemstuk 87, samen met gedeeltes van de flenzen 88 en 89, worden voorzien in een boring 90 doorheen het weefmachinefreem 1. Ter hoogte van de boring 90 en tussen het tussenstuk 86, het klemstuk 87 en de behuizing 43, wordt een holte 91 gevormd, waarin koelmiddel kan toegevoerd worden op een analoge wijze als weergegeven in figuren 6 en 7, teneinde de stator 44 te koelen. 



  De werking van deze uitvoeringsvorm is duidelijk aan de hand van figuren 8 en 9. In de stand van figuur 8 drijft de hoofdaandrijfas 2 zowel het tandwiel 9 als het nokkensysteem 73 aan. In deze stand is het mogelijk de hoofdaandrijfas 2 met weefsnelheid tijdens het weven aan te drijven of met lage snelheid tijdens de traagloop. Wil men schotzoeken, dan wordt de hoofdaandrijfas 2 axiaal verplaatst naar de stand van figuur 9 waar de koppeldelen 67 en 69 los komen van elkaar, hetgeen toelaat alleen het tandwiel 9 verder aan te drijven met de hoofdaandrijfas 2 en een zogenaamde schotzoekbeweging uit te voeren. Wil men terug weven wordt de hoofdaandrijfas 2 terug naar de stand van figuur 8 verplaatst. Bij schotzoeken kan de aandrijfas 68 in zijn hoekpositie geblokkeerd worden met niet weergegeven middelen. 

 <Desc/Clms Page number 20> 

 
 EMI20.1 
 



  Het voorzien van een hoofdaandrijfas 2 volgens de uitvinding laat toe een aandrijving voor een weefmachine te vervaardigen die weinig onderdelen bevat en die weinig energieverliezen veroorzaakt, daar die een minimaal aantal lagers bevat waarin wrijving gegenereerd wordt. Dergelijke aandrijving vereist ook geen overbrengingen, zoals een riemoverbrenging of kettingoverbrenging tussen de aandrijfmotor en de hoofdaandrijfas die energieverliezen veroorzaakt en tevens aan sleet en onderhoud onderhevig is. Dergelijke aandrijving laat ook toe grote koppels over te brengen, hetgeen vereist is wanneer de hoofdaandrijfas 2 onder lage snelheid aangedreven wordt. 



  Door de opbouw van het geheel zijn weinig oliedichtingen vereist die samenwerken een draaiende as, en die zodoende aanleiding geven tot energieverliezen. Ter hoogte van de draaiende hoofdaandrijfas 2 zijn weinig of geen oliedichtingen vereist. Hierbij kan bijvoorbeeld onderaan in de flens 41 een boring voorzien worden waardoorheen olie kan afgevoerd worden die van de karters 51, 52, 53 naar de aandrijfmotor 5 zou kunnen stromen. Veiligheidshalve kan een oliedichting voorzien worden in een axiale positie tussen het lager 4 en de aandrijfmotor 5, zodat geen olie van de karters 51, 52, 53 naar de aandrijfmotor 5 kan stromen. 



  De aandrijving volgens de uitvinding beperkt zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeri. en kan binnen het kader van de uitvinding in verschillende andere vormen en afmetingen worden verwezenlijkt. i

Claims (12)

r'. qsvormenConclusies.
1. Aandrijving voor een weefmachine met een in het weefmachinefreem (1) gelagerde hoofdaandrijfas (2) die aangedreven wordt door een aandrijfmotor (5), daardoor gekenmerkt dat de motoras van de aandrijfmotor (5) gevormd wordt door de in het weefmachinefreem (1) gelagerde hoofdaandrijfas (2).
2. Aandrijving volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de rotor (42) van de aandrijfmotor (5) voorzien wordt op de hoofdaandrijfas (2) en dat de stator (44) van de aandrijfmotor (2) bevestigd is aan het weefmachinefreem (1).
3. Aandrijving volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de hoofdaandrijfas (2) axiaal verplaatsbaar gelagerd is in het weefmachinefreem (1).
4. Aandrijving volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat hoofdaandrijfas (2) gelagerd wordt met lagers (3, 4) die een buitenring (36, 39) en meerdere lagerelementen (38, 40) die samenwerken met de buitenring (36, 39) en met de hoofdaandrijfas (2), bevatten.
5. Aandrijving volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de rotor (42) van de aandrijfmotor (5) samen met de hoofdaandrijfas (2) axiaal verplaatsbaar is.
6. Aandrijving volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de stator (44) van je aandrijfmotor (5) de rotor (42) steeds hoofdzakelijk omhult, wanneer de rotor (42) zieh in een positie bevindt die gelegen is tussen de posities waartussen de rotor (42) verplaatst wordt. <Desc/Clms Page number 22>
7. Aandrijving volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat tijdens het normaal weven, de rotor (42) en de stator (44) in axiale richting zodanig tegenover elkaar opgesteld zijn dat de axiale elektro-magnetische krachten die de stator (44) op de rotor (42) uitoefent bij een bekrachtigde aandrijfmotor (5) onbestaande zijn.
8. Aandrijving volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de rotor (42) en de stator (44) een nagenoeg gelijke axiale lengte vertonen.
9. Aandrijving volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de rotor (42) en de stator (44) een gelijke axiale lengte vertonen.
10. Aandrijving volgens een van de conclusies 3 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de aandrijving verplaatsingsmiddelen (7, 8 ; 80) bevat om de hoofdaandrijfas (2) axiaal te verplaatsen.
11. Aandrijving volgens een van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de hoofdaandrijfas (2) aangedreven wordt door een aandrijfmotor (5) waarvan de snelheid, de positie, het aandrijfdrijfkoppel en/of de draairichting stuurbaar zijn.
12. Aandrijving volgens een van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat een schakeltandwiel (6) vast bevestigd is op de hoofdaandrijfas (2), dat in een eerste positie gekoppeld is met een eerste tandwiel (12) voor het aandrijven van minstens de ladeaandrijving (14) en een tweede tandwiel (9) voor het aandrijven van minstens de gaapaandrijving (11), en dat in een tweede positie slechts <Desc/Clms Page number 23> EMI23.1 gekoppeld is met een van de voornoemde tandwielen (9,
BE9700033A 1997-01-14 1997-01-14 Aandrijving voor een weefmachine. BE1010849A3 (nl)

Priority Applications (15)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700033A BE1010849A3 (nl) 1997-01-14 1997-01-14 Aandrijving voor een weefmachine.
US09/341,124 US6247503B1 (en) 1997-01-14 1998-01-13 Drive for a mechanical loom
EP98904055A EP0953073B1 (de) 1997-01-14 1998-01-13 Antrieb für eine webmaschine
PCT/EP1998/000133 WO1998031856A1 (de) 1997-01-14 1998-01-13 Antrieb für eine webmaschine
CN98801799A CN1078638C (zh) 1997-01-14 1998-01-13 织机驱动装置
DE59806111T DE59806111D1 (de) 1997-01-14 1998-01-13 Antrieb für eine webmaschine
JP53363998A JP4231555B2 (ja) 1997-01-14 1998-01-13 織機用の駆動装置
KR10-1999-7006141A KR100524367B1 (ko) 1997-01-14 1998-01-13 직조기 구동 장치
ES02011332T ES2260351T3 (es) 1997-01-14 1998-01-13 Mecanismo de accionamiento para telar.
ES98904055T ES2184231T3 (es) 1997-01-14 1998-01-13 Mecanismo de accionamiento para un telar.
EP02011332A EP1266988B1 (de) 1997-01-14 1998-01-13 Antrieb für eine Webmaschine
TR1999/01644T TR199901644T2 (xx) 1997-01-14 1998-01-13 Dokuma makinalarına mahsus teçhizat.
AU62087/98A AU6208798A (en) 1997-01-14 1998-01-13 Drive for a mechanical loom
DE59813479T DE59813479D1 (de) 1997-01-14 1998-01-13 Antrieb für eine Webmaschine
HK00104384A HK1025136A1 (en) 1997-01-14 2000-07-18 Drive for a mechanical loom

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700033A BE1010849A3 (nl) 1997-01-14 1997-01-14 Aandrijving voor een weefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010849A3 true BE1010849A3 (nl) 1999-02-02

Family

ID=3890261

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9700033A BE1010849A3 (nl) 1997-01-14 1997-01-14 Aandrijving voor een weefmachine.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US6247503B1 (nl)
EP (2) EP1266988B1 (nl)
JP (1) JP4231555B2 (nl)
KR (1) KR100524367B1 (nl)
CN (1) CN1078638C (nl)
AU (1) AU6208798A (nl)
BE (1) BE1010849A3 (nl)
DE (2) DE59806111D1 (nl)
ES (2) ES2184231T3 (nl)
HK (1) HK1025136A1 (nl)
TR (1) TR199901644T2 (nl)
WO (1) WO1998031856A1 (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1013175A3 (nl) * 1999-12-10 2001-10-02 Picanol Nv Aandrijfsysteem voor een machine.
BE1013174A3 (nl) * 1999-12-10 2001-10-02 Picanol Nv Werkwijze en aandrijfsysteem voor een machine.
DE10061717B4 (de) * 2000-12-12 2006-01-26 Lindauer Dornier Gmbh Antriebsanordnung für eine Webmaschine und Fachbildemaschine
ES2288921T3 (es) * 2001-11-20 2008-02-01 Promatech S.P.A. Telar de tejedura con un conjunto para accionar el mecanismo de tejedura.
DE10318808A1 (de) * 2003-04-17 2004-11-04 Picanol N.V. Antrieb für Webschäfte einer Webmaschine
DE10331916A1 (de) * 2003-07-15 2005-02-24 Lindauer Dornier Gmbh Antriebsvorrichtung zur Erzeugung einer hin- und hergehenden Bewegung eines angetriebenen Bauteil, insbesondere in Webmaschinen
BE1016108A6 (nl) * 2004-07-05 2006-03-07 Picanol Nv
DE102004034117A1 (de) * 2004-07-15 2006-02-16 Lindauer Dornier Gmbh Antriebseinheit für eine Webmaschine, Webmaschine und Webmaschinenverbund
CN1804175B (zh) * 2005-12-15 2011-03-16 增城市柏迪创展有限公司 一种织机传动机构及其控制系统
DE102008046326A1 (de) 2008-08-29 2010-03-04 Picanol N.V. Verfahren und Vorrichtung zum Beobachten eines Bewegungsverlaufs einer Webmaschine
EP2180092B1 (de) * 2008-10-24 2012-11-21 Groz-Beckert KG Breithalter mit Klemm- und Lüftvorrichtung
IT1397372B1 (it) 2009-12-30 2013-01-10 Promatech Spa Unita' di comando per telai tessili ad elevata flessibilita' di uso, munita di dispositivo di controllo di sicurezza rispetto a possibili sfasamenti critici degli organi meccanici mobili e procedimento di tessitura che utilizza tale unita'
FR2962740B1 (fr) * 2010-07-19 2012-08-03 Staubli Sa Ets Metier a tisser et procede de controle de la temperature d'un lubrifiant dans un tel metier
CN101914831B (zh) * 2010-08-10 2012-03-28 广东丰凯机械股份有限公司 织机传动机构
CN102719977A (zh) * 2012-07-03 2012-10-10 天津哲民广仁电机有限公司 一种用于剑杆织机上的主驱动装置
CN109082756B (zh) * 2018-09-07 2024-05-31 苏州汇川技术有限公司 电机驱动控制方法、设备及织机
CN111519321A (zh) * 2019-02-01 2020-08-11 宁波火山电气有限公司 带有驱动机构的纺织设备和纺织设备改造方法
US20220100071A1 (en) * 2019-03-05 2022-03-31 Thomas Jefferson University Dynamic wall for augmented reality
CN111793882B (zh) * 2019-04-09 2022-08-26 宁波宏大纺织仪器有限公司 纺织设备
JP7384747B2 (ja) * 2020-06-04 2023-11-21 津田駒工業株式会社 織機
JP7477372B2 (ja) * 2020-06-04 2024-05-01 津田駒工業株式会社 織機
JP7401397B2 (ja) * 2020-06-04 2023-12-19 津田駒工業株式会社 織機
CN114836880B (zh) * 2022-05-31 2024-02-27 杭州新丽旺机械设备有限公司 一种织机驱动结构

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0726345A1 (de) * 1995-02-07 1996-08-14 Picanol N.V. Antrieb für eine Webmaschine

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3175665A (en) * 1962-02-15 1965-03-30 Bendix Corp Electromagnetic friction clutch
CH654036A5 (de) * 1981-11-13 1986-01-31 Staeubli Ag Bremseinrichtung einer fachbildemaschine.
NL8600870A (nl) * 1986-04-07 1987-11-02 Picanol Nv Aandrijving voor weefmachines.
FR2732698B1 (fr) * 1995-04-05 1997-05-23 Staubli Sa Ets Systeme pour l'entrainement des mecaniques pour la formation de la foule sur les metiers a tisser

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0726345A1 (de) * 1995-02-07 1996-08-14 Picanol N.V. Antrieb für eine Webmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
AU6208798A (en) 1998-08-07
WO1998031856A1 (de) 1998-07-23
HK1025136A1 (en) 2000-11-03
US6247503B1 (en) 2001-06-19
KR20000069928A (ko) 2000-11-25
DE59806111D1 (de) 2002-12-05
EP1266988A3 (de) 2004-12-08
ES2260351T3 (es) 2006-11-01
EP0953073B1 (de) 2002-10-30
JP4231555B2 (ja) 2009-03-04
EP0953073A1 (de) 1999-11-03
KR100524367B1 (ko) 2005-10-26
CN1243555A (zh) 2000-02-02
ES2184231T3 (es) 2003-04-01
EP1266988B1 (de) 2006-04-05
JP2001508141A (ja) 2001-06-19
EP1266988A2 (de) 2002-12-18
TR199901644T2 (xx) 2001-05-21
DE59813479D1 (de) 2006-05-18
CN1078638C (zh) 2002-01-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1010849A3 (nl) Aandrijving voor een weefmachine.
BE1009097A3 (nl) Weefmachine met aandrijving.
EP0690965B1 (en) Transmission of the draw key type
US4875565A (en) Coupling with two clutches, especially for looms
IT9021340A1 (it) Cambio di velocita&#39; comandabile sotto carico
US4592392A (en) Shot seeking mechanism for weaving looms
JP2013100634A (ja) 織機用の駆動装置
US4509629A (en) Plural motor plural clutch with worm drive
SU1114345A3 (ru) Ротационна ремизоподъемна каретка ткацкого станка
EP1600542A2 (en) Control device for textile weaving looms
EP1245707B1 (en) Multi-position front clutch having a locking device of the movable element in a control drive of a weaving loom
JPH0137500B2 (nl)
US6009989A (en) Coupling for rotationally connecting together the drive shafts of weave machines and weaving looms
EP1191137B1 (en) Coupling for rotationally connecting actuating shafts of weave machines and weaving looms
MXPA99005012A (es) Impulsor para un telar mecanico
US4552186A (en) Warp let-off mechanism of weaving machine
CN102115941B (zh) 用于织造织机的驱动单元及使用该单元的织造方法
CS221730B1 (cs) Tkací stroj k současnému tkaní více tkanin
SU529318A1 (ru) Автоматическа коробка скорости
EP1469109B9 (en) Slow-gear and pick-finding clutch having an improved magnetic flux and manufacturing method therefor
EP0869210A1 (en) Motorized clutch for operating driven shafts of weaving machines
CN112714723A (zh) 具有同步装置的液力缓速器
GB2113321A (en) Electromagnetic clutch mechanism
CS222821B1 (cs) Zařízení pro .zpětný chod prošlupního ústrojí