NL8600508A - Platenspeler. - Google Patents

Platenspeler. Download PDF

Info

Publication number
NL8600508A
NL8600508A NL8600508A NL8600508A NL8600508A NL 8600508 A NL8600508 A NL 8600508A NL 8600508 A NL8600508 A NL 8600508A NL 8600508 A NL8600508 A NL 8600508A NL 8600508 A NL8600508 A NL 8600508A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
turntable
bracket
positioning
tonearm
selection
Prior art date
Application number
NL8600508A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8600508A priority Critical patent/NL8600508A/nl
Priority to DE8787200281T priority patent/DE3764675D1/de
Priority to US07/018,107 priority patent/US4766586A/en
Priority to EP87200281A priority patent/EP0237096B1/en
Priority to BR8700888A priority patent/BR8700888A/pt
Priority to JP1987026488U priority patent/JPS62150701U/ja
Priority to KR2019870002253U priority patent/KR920006081Y1/ko
Priority to AU69522/87A priority patent/AU6952287A/en
Publication of NL8600508A publication Critical patent/NL8600508A/nl
Priority to SG512/91A priority patent/SG51291G/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B19/00Driving, starting, stopping record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor; Control thereof; Control of operating function ; Driving both disc and head
    • G11B19/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B19/12Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing distinguishing features of or on records, e.g. diameter end mark
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B3/00Recording by mechanical cutting, deforming or pressing, e.g. of grooves or pits; Reproducing by mechanical sensing; Record carriers therefor
    • G11B3/02Arrangements of heads
    • G11B3/08Raising, lowering, traversing otherwise than for transducing, arresting, or holding-up heads against record carriers
    • G11B3/085Raising, lowering, traversing otherwise than for transducing, arresting, or holding-up heads against record carriers using automatic means
    • G11B3/08503Control of drive of the head
    • G11B3/08506Control of drive of the head for pivoting pick-up arms
    • G11B3/08509Control of drive of the head for pivoting pick-up arms using mechanical detecting means

Landscapes

  • Holding Or Fastening Of Disk On Rotational Shaft (AREA)
  • Feeding And Guiding Record Carriers (AREA)

Description

*ς. · - -«ί ΡΗΝ 11.649 1 N.V» Philipsf Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Platenspeler"
De uitvinding heeft betrekking op een platenspeler met een gestel, dat een roteerbare draaitafel en een zwenkbare toonarm draagt, welke aan de onderzijde vast verbonden is met een toonarmdrager, in welke draaitafel twee op en neer beweegbaar aangebrachte, op verschil-5 lende afstand van de draaitafelas gelegen tastpennen aanwezig zijn ter aftasting van een op dé draaitafel gelegen plaat, terwijl een stuurinrichting aanwezig is, die omvat: - een beweegbaar met het gestel verbonden drijfelement, bestemd voor het sturen van de zwenkbeweging van de toonarm vanuit een ruststand 10 naar de draaitafel en hiertoe koppelbaar met de toonarmdrager, - een twee positioneernokken omvattend keuze-element, dat in twee werkzame posities instelbaar is en een eerste en een tweede positioneer-nok draagt, die elk een aanslag vormen voor de zwenkbeweging van de toonarmdrager tengevolge van de koppeling met het drijfelement, ten-15 einde het vrije einde van de toonarm in een eerste, respectievelijk een tweede positie boven de draaitafel te positioneren, - een met het keuze-element samenwerkend positioneringseleraent, voorzien van een eerste en een tweede positioneringsdeel, waartegen na op de draaitafel leggen van een plaat tijdens een omwenteling van de 20 draaitafel afhankelijk van de plaat-diameter een eerste, respectievelijk een tweede neerwaarts bewogen tastpen oploopt, waarop het posi-tioneringselement het keuze-element steeds in een der werkzame posities verstelt, - een tussen twee posities beweegbaar startelement, dat door bewegen 25 naar een eerste positie de rotatie van de draaitafel doet aanvangen en de stuurinrichting activeert,
Een platenspeler van genoemde soort is bekend uit het Duitse octrooi- schrift 2446130 (PHN 7082). Een dergelijke platenspeler is bestemd voor het volautomatisch afspelen van platen, De gebruiker behoeft slechts 30 een plaat op de draaitafel te leggen en het startelement te bedienen, waarna de stuurinrichting van de platenspeler de toonarm heft uit de ruststand vanaf een steun, vervolgens zwenkt tot boven de draaitafel en -308 ï>. . ' ί PHN 11.649 2 laat zakken tot de op het vrije einde van de toonarm aanwezige aftast-naald de inloopgroef van de plaat bereikt heeft. Bij de bekende platenspeler is het keuze-element in zijn geheel op en neer beweegbaar, teneinde het keuze-element in de baan van een ten op de toonarmdrager te 5 brengen en deze te positioneren. Nadat de naald op de plaat gekomen is, beweegt vervolgens het keuze-element weer omhoog, waardoor de toonarm tijdens het afspelen van de plaat ongehinderd door het keuze-element verder kan zwenken. Kenmerkend voor de bekende platenspeler is dat, na een verstelling ten gevolge van een optredend kontakt tussen een der 10 tastpennen en een bijbehorend positioneringsdeel, het keuze-element gezien evenwijdig aan de zwenkas van de toonarm de ingestelde positie behoudt , totdat een plaat met een andere diameter opgelegd wordt. Een gevolg hiervan is dat indien geen plaat op de draaitafel aanwezig is, desondanks na het bedienen van een start-element de toonarm in de rich-15 ting van de draaitafel zwenkt. Dit kan een bezwaar zijn indien de gebruiker slechts een gebrekkig zicht heeft op de draaitafel en zeker in het geval de draaitafel in een schuiflade opgenomen is, in welke situaties gemakkelijk een starten van de platenspeler kan optreden zonder dat een plaat opgelegd is. In genoemde omstandigheden kan na starten 20 bij de bekende platenspeler beschadiging van de naald of van andere delen optreden. Een ander nadeel van de bekende platenspeler is dat deze voor het automatisch opzetten een relatief groot aantal onderdelen benut,, die tijdens de werking van de stuurinrichting storende schakelge-luiden kunnen produceren.
25 De uitvinding beoogt bij een platenspeler van genoemde soort de, stuurinrichting zodanig uit te voeren dat indien geen plaat op de draaitafel gelegen is, de toonarm niet in de richting van de draaitafel gezwenkt wordt, terwijl bij de werking van de stuurinrichting een zo gering mogelijk aantal schakelgeluiden optreden. De uitvinding wordt 30 hiertoe gekenmerkt doordat - de positioneringsdelen ten opzichte van de draaitafelas in axiale richting tussen de bovenste,, werkzame en een onderste, ruststand beweegbaar zijn, waarbij uitsluitend in de bovenste stand de positioneringsdelen in de baan van de respectieve neerwaarts bewogen tastpen 35 gelegen zijn, - het start-element door bewegen naar de eerste positie de positioneringsdelen in de bovenste stand brengt en door bewegen naar een twee-
' · - j J
£ PHn 11.649 3 de positie de positioneringsdelen de onderste stand innemen, - stuurmiddelen aanwezig zijn, die telkens na een eerste rotatie van de draaitafel het startelement vrijgeven uit de eerste positie, waardoor het startelement naar de tweede positie beweegt, 5 - het keuze-element tevens in een onwerkzame positie instelbaar is, waarin een derde positioneernok van het keuze-element als aanslag voor de toonarmdrager de verzwenking van de toonarm vanuit de ruststand verhindert, - het drijfelement een stuurelement draagt, dat telkens na een ver-10 zwenking van de toonarmdrager en van het vrije einde van de toonarm tot in een der posities boven de draaitafel het keuze-element in de onwerkzame stand positioneert.
Met de constructie van de platenspeler volgens de uitvinding wordt bereikt dat het positioneringselement, door starten in de boven-15 ste werkzame stand gebracht te zijn, automatisch na een omwenteling van de draaitafel terugbewogen wordt tot in de onwerkzame stand, waarin geen samenwerking met een der tastpennen mogelijk is. Aldus is gedurende een omwenteling van de draaitafgel via het.positioneringselement een verstelling van het keuze-element mogelijk. Daar steeds het keuze-ele-20 ment bij het starten van de platenspeler in de onwerkzame stand gelegen is kan de toonarm indien geen plaat op de draaitafel aanwezig is, niet versteld worden en blijft deze in de ruststand gelegen. Aldus vindt, indien geen plaat op de draaitafel aanwezig is,geen verstelling van het keuze-element plaats, terwijl ook het positioneringselement weer direkt 25' terugkeert tot in de ruststand. Het gevolg hiervan is niet alleen dat geen verzwenking van de toonarm in de richting van de draaitafel kan optreden, doch dat tevens overbodige schakelgeluiden vermeden worden. Indien een plaat met bijvoorbeeld een diameter van 30 cm wordt opgelegd, zal via één der tastpennen het positioneringsdeel en daarmee·te-30 vens het samenwerkend keuze-element bewegen naar de stand, waarbij een der positioneringsnokken als aanslag in de baan van de toonarmdrager gebracht wordt. Hierbij zorgen de stuurmiddelen ervoor dat direkt na verstelling van het keuze-element het start-element vanuit de eerste startpositie naar de tweede rustpositie terugbeweegt, waardoor het po-35 sitioneringselement eveneens naar de ruststand terugbeweegt. Daar deze beweging direkt na een omwenteling van de draaitafel plaatsvindt is zeker gesteld dat de tastpennen reeds na één omwenteling buiten kontakt ΡΗΝ 11.649 4 φ ϊ komen met de positioneringsdelen. Verder is van groot voordeel dat het stuurelement direkt na positionering van de toonarm boven de draaitafel het keuze-element terugstelt tot in de onwerkzame stand. Hierdoor is bij opnieuw indrukken van het startelement geen omzetten van de toonarm 5 meer mogelijk tenzij een plaat op de draaitafel aanwezig is. Dit is vooral van voordeel indien de platenspeler wordt toegepast in een schuiflade, waarbij gestart kan worden bij ingeschoven lade of in andere situaties, waar de draaitafel moeilijk waarneembaar is. De aard van de met de constructie volgens de uitvinding toegepaste onderdelen 10 bied het voordeel dat deze gemakkelijk in kunststof vervaardigd kunnen worden, waardoor de platenspeler volgens de uitvinding ondanks de toegepaste automatisch werkende stuurinrichting toch goedkoop fabriceerbaar is.
Opgemerkt wordt dat uit de Nederlandse octrooiaanvrage nr. 15 83404334 (PHN 10.889) een platenspeler bekend is, voorzien van een keuze-element dat telkens na verzwenking van de toonarm tot boven de draaitafel in een onwerkzame positie ingesteld wordt, waardoor een opnieuw verzwenken van de toonarm, nadat deze de ruststand ingenomen heeft, wordt verhinderd.
20 Deze bekende platenspeler is echter van het zogenaamde half-automatische type, waarbij een bedientoets ter selectie van de platendiameter dient te worden ingedrukt. Hiertoe is'het keuze-element via een stangenstelsel koppelbaar met betreffende bedientoets. Van een synchronisatie bij de platenspeler volgens de uitvinding, waarbij na 25 één omwenteling van de draaitafel het keuze-element in een onwerkzame stand ingesteld wordt, is bij deze bekende platenspeler geen sprake.
Een voorkeursvorm van een platenspeler volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het positioneringselement gevormd wordt door een zwenkbaar met het keuze-element verbonden positioneringsbeugel, 30 waarvan de zwenkas in een vlak gelegen is dat althans nagenoeg loodrecht gericht is op de zwenkas van de toonarm. Op deze wijze wordt een combinatie van een keuze-element en een positioneringselement verkregen, waarbij de verstelling van het positioneringselement onder invloed van het kontakt met de tastpennen effectief wordt doorgegeven 35 aan het keuze-element dat nauwkeurig de verstelling van het positioneringselement volgt. Verder is aldus de hoogteverstelling van de positioneringsdelen tussen de werkzame en de ruststand eenvoudig 8600508 ΡΗΓί 11.649 5 i * realiseerbaar.
Nog een voorkeursvorm van een platenspeler volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het startelement door een verschuifbaar op het gestel geleide startbeugel gevormd wordt, voorzien van een 5 oploopnok, welke bij verschuiven van de startbeugel naar de eerste positie de positioneringsbeugel verzwenkt naar de werkzame stand. Aldus wordt een startbeugel verkregen die geschikt is om aan de buitenzijde van de behuizing van de platenspeler een starttoets te dragen, welke bij indrukken via de oploopnok op de startbeugel de positioneringsbeu-10 gel doet verzwenken naar de werkzame stand.
In verband met het voorgaande wordt een voorkeursvorm gekenmerkt doordat de startbeugel in de eerste positie vergrendeld ligt achter een op het gestel aanwezig grendel-element, terwijl de stuurmid- delen de startbeugel na een eerste rotatie van de draaitafel ontgrende-15 len en de startbeugel onder veerkracht terugbeweegt naar de tweede positie. Door indrukken van de startbeugel wordt deze in de eerste positie efectief vergrendeld, terwijl na een omwenteling van de draaitafel een automatisch terugbewegen plaatsvindt van de startbeugel. Aldus zorgt de startbeugel er langs indirekte weg voor dat na een omwenteling 20 van de draaitafel automatisch de positxoneringsdelen uit de baan van de tastpennen komen. Zo is telkens bij het starten na een omwenteling de verstelling van het keuze-element voltooid.
Bij de platenspeler bekend uit het hiervoor genoemde Duitse
Octrooischrift 2446130 omvatten de stuurmiddelen tevens een vanaf de 25 draaitafel aandrijfbare commandoschijf, die gekoppeld is met een drijfstang, waarmee nabij het van de commandoschijf afgekeerde einde het drijfelement verbonden is, terwijl na bedienen van de startbeugel de drijfstang en het drijfelement een heen en teruggaande beweging uitvoeren. In verband hiermee wordt een verdere voorkeursvorm van een platen-30 speler volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de drijfstang een ont-grendelelement draagt, dat na een eerste rotatie van de draaitafel tijdens de heengaande beweging oploopt tegen de startbeugel en deze ontgrendelt van het grendelelement. Door het ontgrendelelement, aanwezig op de drijfstang en de koppeling tussen de draaitafel en het drijfele-35 ment is een goed gesynchroniseerd verlopende beweging aanwezig, zodat telkens na voltooiing van de eerste omwenteling van de draaitafel de startbeugel terugbeweegt naar de tweede positie en de positionerings- " λ Λ -λ :ί λ ύ ν· * } 'i -J υ ο ï ' * PHN 11.649 6 beugel vrijkomt van de tastpennen.
Een andere voorkeursvorm van een platenspeler volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het stuurelement scharnierbaar met het drijfelement verbonden is en tijdens althans een deel van de terug-5 gaande beweging van het drijfelement in een werkzame positie gelegen is, waarin het keuze-element in de onwerkzame positie gepositioneerd wordt. De aanwezigheid van het stuurelement op het drijfelement verzekert dat tijdens de teruggaande beweging van het drijfelement steeds het keuze-element teruggesteld wordt tot in de onwerkzame positie. Al-10 dus is telkens na opzetten van de toonarm het keuze-element opnieuw in de onwerkzame positie gelegen, waardoor bij een opnieuw starten eerst het keuze-element opnieuw in één van de twee werkzame posities gebracht dient te worden, alvorens de toonarm weer opgezet kan worden.
Nog een voorkeursvorm van een platenspeler volgens de uit-15 vinding wordt gekenmerkt, doordat tijdens genoemd deel van de teruggaande beweging van het drijfelement het stuurelement beweegt tussen twee onderling convergerende geleidingswanden van het drijfelement, waarbij op het einde van de beweging tussen de geleidingswanden het stuurelement het keuze-element in de onwerkzame positie brengt.
ZO
In verband hiermee wordt een verdere voorkeursvorm wordt gekenmerkt doordat het stuurelement tijdens het begin van de heengaande beweging van het drijfelement vrij ligt van het keuze-element op afstand van die zijde van het keuze-element, waarin beide convergerende geleidingswanden van het keuze-element uitmonden, terwijl eerst na vol-25 tooiing van de eerste rotatie van de draaitafel het stuurelement genoemde zijde bereikt. Aldus is zeker gesteld dat tijdens de eerste omwenteling van de draaitafel, gedurende welke periode een verstelling van het keuze-element kan optreden, het stuurelement nog vrij ligt van het keuze-element, zodat de beweging van het keuze-element naar een van 30 de werkzame standen kan geschieden ongehinderd door het stuurelement.
Een verdere voorkeursvorm van een platenspeler volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het drijfelement tevens een mee-neemelement draagt, dat scharnierbaar is tussen een werkzame en een onwerkzame stand en dat tijdens het begin van de teruggaande beweging 35 voor het drijfelement in de werkzame stand gelegen is, in welke stand het meeneemelement tegen de toonarmdrager oploopt en hiermee gekoppeld wordt, waarop na passeren van één der positioneernokken op de keuzebeu-
£ ί) 1 o O
ï i PHN 11.649 7 gel vervolgens het meeneemelement scharniert naar de onwerkzame stand.
Het meeneemelement, aanwezig op het drijfelement, tracht telkens op het begin van de teruggaande beweging van de drijfelement de toonarm-drager mee te nemen, hetgeen niet mogelijk is, indien de derde po-5 sitioneringsnok als aanslag gepositioneerd ligt, daar in die situatie direkt tijdens het begin van de teruggaande beweging van het drijfelement het meeneemelement tegen de derde positioneernok oploopt. Dit betekent dat indien geen verstelling van de keuzebeugel heeft plaatsgevonden het meeneemelement de toonarm niet kan verzwenken in de richting 10 van de draaitafel. Alleen als de keuzebeugel in een van de twee werkzame standen is gelegen kan het meeneemelement de toonarmdrager verzwenken tot de eerste respectievelijk de tweede positioneernok. Onafhankelijk tegen welke positioneernok het meeneemelement oploopt, wordt steeds tijdens de voortgaande teruggaande beweging van het drijfelement ^ het meeneemelement gescharnierd naar de onwerkzame stand, zodat ongehinderd de verdere teruggaande beweging van het drijfelement kan plaatsvinden.
* Een verdere voorkeursvorm van een platenspeler volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het drijfelement draaibaar is om een as die althans nagenoeg samenvalt met de zwenkas van de toonarm, terwijl de positioneernokken gelegen zijn op een ongeveer concentrisch om de toonarmas gekromd keuzedeel van de keuzebeugel, de eerste en de tweede positioneernok op geringere respectievelijk groter afstand van de zwenkas van de toonarm gelegen zijn dan de derde positioneernok, te-gen welke derde positioneernok het meeneemelement oploopt, indien na het bedienen van de startbeugel geen verstelling van de keuzebeugel via de positioneringsbeugel heeft plaatsgevonden. Aldus bezit de stuurinrichting een compact uitgevoerde constructie, waarbij delen van het drijfelement en de keuzebeugel concentrisch gelegen zijn om de zwenkas ^ van de toonarm, welke constructie de mogelijkheid biedt de platenspeler compact uit te voeren, zonder dat hierbij afbreuk wordt gedaan aan de goede automatische werking van de stuurinrichting. Door de ligging van de derde positioneernok op een afstand ten opzichte van de zwenkas van de toonarm, welke afstand in grootte gelegen is tussen de afstanden van 35 de eerste en de tweede positioneringsnok ten opzichte van genoemde zwenkas, kan de onwerkzame stand van de keuzebeugel gerealiseerd worden als een stand, liggende tussen de beide werkzame standen. Hierdoor be-
J J - V O
* * * PHN 11.649 8 hoeft de keuzebeugel vanuit de onwerkzame stand telkens over slechts korte afstand versteld te worden naar de betreffende door het positio-neringselement bepaalde werkzame stand.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van
Q
een in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm van een platenspeler volgens de uitvinding, waartoe deze evenwel niet beperkt is. Hierbij tonen:
Figuur 1 een bovenaanzicht op een platenspeler volgens de uitvinding;
Figuur 2 op vergrote schaal een schematisch perspektivisch aanzicht op delen van de platenspeler volgens Figuur 1, waarbij de stuurinrichting gelegen is in de ruststand;
Figuur 3 een schematisch perspectivisch aanzicht op de delen van de stuurinrichting weergegeven in Figuur 2, gelegen in de stand, 15 waarin het positionermgselement de keuzebeugel naar een werkzame stand versteld heeft;
Figuur 4 een perspectivisch aanzicht op de delen van de platenspeler volgens Figuur 2, waarbij het drijfelement de toonarm naar de positie boven de draaitafel gebracht heeft; 20
Figuur 5 op vergrote schaal een deel van de stuurinrichting volgens Figuur 2;
Figuur 6 op vergrote schaal een ander deel van de stuurinrichting volgens Figuur 2;
Figuur 7 op vergrote schaal een doorsnede door een deel van 25 de stuurinrichting volgens de lijnen VII-VII in Figuur 4;
Figuur 8 een doorsnede als in figuur 7, waarbij de stuurinrichting gelegen is in de stand, waarin het meeneemelement vrij komt van de toonarmdrager.
30
De in Figuur 1 weergegeven platenspeler is voorzien van een gestel 1, waarop een draaitafel 2 om een draaitafelas 3 roteerbaar gelagerd is. De draaitafel 2 wordt aan de omtrek door middel van een niet weergegeven snaar aangedreven welke geslagen ligt om een poelie van een niet weergegeven aandrijfmotor. Op de bovenzijde van het gestel 1 is 35 verder een toonarm 4 aanwezig, voorzien van een opneemelement 4a met een naald en bestemd om door middel van de naald een op de draaitafel 2 gelegen plaat af te spelen. De toonarm 4 is in hoogterichting ten op- t % PHN 11.649 9 ziehte van het gestel 1 zwenkbaar om een horizontaal opgestelde zwenkas 4b en is verder in horizontale richting zwenkbaar om een ongeveer loodrecht op het gestel 1 gerichte toonarm zwenkas 4c (zie Figuur 2). Onder de arm 4 is een gekromd verlopende liftsteun 5 aanwezig, welke gelegen 5 is op de bovenzijde van een liftas 6, die verschuifbaar geleid is in het gestel 1. De arm 4 is in een ruststand vastzetbaar door middel van een klem 7, welke aanwezig is op een steun 8. Op het gestel 1 zijn verder een aantal bedientoetsen aanwezig, waaronder een starttoets 10. De overige aanwezige toetsen, zoals een draaitafeltoerental insteltoets, ^ een stoptoets aan een lifttoets, zijn voor de behandeling van de uitvinding niet relevant. Opgemerkt wordt dat op niet weergegeven wijze de starttoets 10 tevens bij bediening de aandrijflnotor van de draaitafel doet starten, terwijl verder op niet weergegeven wijze afhankelijk van de diameter van de opgelegde plaat via de nog te bespreken stuurinrich-15 ting automatisch het toerental van de draaitafel na starten ingesteld wordt op 33 t/3 respectievelijk 45 toeren bij toepassing van een 30 respectievelijk 17 cm diameter plaat.
Aan de onderzijde van het gestel 1 (zie Figuur 2) is een met de draaitafelas 3 verbonden tandwiel 11 aanwezig. Verder is een comman- 20 doschijf 12 roteerbaar om een rotatieas 12a, welke evenwijdig loopt aan de as 3· De commandoschijf 12 is voorzien van een vertanding 13 die met het tandwiel 11 samenwerkt tijdens het functioneren van de nog te bespreken stuurinrichting van de platenspeler volgens de uitvinding. In de ruststand en tijdens het afspelen van de plaat ligt het tandwiel 11 25 in een uitsparing 14 in de vertanding 13» zodat in de ruststand het tandwiel 11 de commandoschijf 12 niet kan aandrijven. De commandoschijf 12 is aan de onderzijde voorzien van een hartvormig verlopende gelei- dingsgroef 13a, welke de geleiding vormt voor een pen 15, aanwezig nabij het vrije einde van een drijfstang 16. Op niet weergegeven wijze 30 is de drijfstang 16 in het gestel 1 geleid en wel zodanig dat door rotatie van de schijf 12 de stang 16 een heen- en weergaande beweging kan maken. De commandoschijf dient vóór het aanvangen van de heengaande
beweging enigszins verdraaid te worden in de richting volgens de pijl A
in Figuur 2. Dit geschiedt door middel van een niet weergegeven over-35 brengingsmechanisme, aanwezig tussen eenmet de starttoets 10 verbonden startbeugel 17 en de commandoschijf 12, zodat telkens na indrukken van de starttoets 10 in de richting volgens de pijl B in figuur 2 de oom-
* * V
PHN 11.649 10 mandoschijf voldoende verdraaid wordt om het tandwiel 11 in ingrijping te laten komen met de vertanding 13 op de schijf 12.
In de stand zoals weergegeven in figuur 2 ligt de commando-schijf 12 op niet weergegeven wijze gearreteerd doch in de posities zo-5 als weergegeven in de figuren 3 en 4 roteert de commandoschijf in de richting volgens de pijl A. De drijfstang 16 is nabij het van de commandoschijf 12 afgekeerde einde voorzien van een tandheugel 18, die tijdens de heen- en weergaande beweging van de drijfstang een tandrond-sel 19 aandrijft dat roteerbaar is om een rotatieas, welke althans na-10 genoeg samenvalt met de zwenkas 4c van de toonarm 4. Het rondsel 19 vormt een eenheid met een drijfelement 20, uitgevoerd als een plaat met een naar de commandoschijf 12 gerichte zijde, die als sector van een cirkelboog is uitgevoerd. Het drijfelement 20 is voorzien van een ge-leidebaan 21, waarop het einde van de liftas 6 rust in de situatie als 15 weergegeven in figuur 2, waarbij ten gevolge van het neerwaartse verloop van de geleidebaan 21 ten opzichte van bovenvlak van het drijfelement 20 in de ruststand de toonarm 4 neergedaald ligt op de steun 8. Bij het verdraaien van het drijfelement 20 in de richting volgens de pijl C tijdens de heengaande beweging van waardoor de liftsteun 5 de 20 toonarm 4 van de steun 8 doet vrijkomen. Op het drijfelement 20 is verder een stuurelement 22 aanwezig, dat scharnierbaar is om een as 23, welke gelegen in een vlak ongeveer loodrecht gericht op de zwenkas 4c. Het stuurelement 22, gevormd door een stift, is zodanig veer-belast dat het steeds tracht de in figuur 5 weergegeven opwaarts gerichte stand in 25 te nemen. Alternatief kan het stuurelement 22 ook gevormd worden door een op het drijfelement 20 aangebrachte verenstalen draad.
De toonarm 4 is met de zwenkas 4c onder het gestel 1 vastverbonden met een toonarmdrager 24. Deze omvat een ten opzichte van de zwenkas 4c radiaal gerichte arm 24a, welke nabij het vrije einde een 30 stopnok 25 draagt (zie tevens figuur 6, 7 en 8). De stopnok 25 is scharnierbaar ten opzichte van de arm 24a om een ongeveer radiaal ten opzichte van de zwenkas opgestelde scharnieras. Het drijfelement 20 is tevens voorzien van een stift 26, welke dient voor het naar de ruststand terugvoeren van de toonarm 4 en welke hiertoe kan aanliggen tegen 35 de toonarmdrager 24a.
Het gestel 1 is aan de onderzijde verbonden met een keuze-element 27, gevormd door een keuzebeugel die zwenkbaar is om een as s
<* V
PHN 11.649 11 28. De keuzebeugel 27 omvat een ongeveer concentrisch om de toonarmas 4c gekromd deel 27a, waarop een drietal positioneringsnokken 29a, 29b en 29c aanwezig zijn. Hierbij ligt een eerste positioneringsnok 29a in de stand als weergegeven in figuur 2 ten opzichte van de andere posi-5 tioneringsnokken op een kleinste afstand van de zwenkas 4c, terwijl een tweede positioneringsnok 29c op een grootste afstand ligt. In afstand ten opzichte van de zwenkas 4c tussen de nokken 29a en 29c ligt een derde positioneringsnok 29b, welke gevormd wordt door het vrije einde van het deel 27a. De nokken 29a en 29c worden gevormd door omhoog gebo-^ gen lippen van het deel 27a. Verder omvat de keuzebeugel 27 een deel 27b, dat evenals het deel 27a ten opzichte van de zwenkas 28 gelegen is nabij de naar de zwenkas 4c gerichte zijde van de keuzebeugel. In het deel 27b is een uitsparing 30 gelegen, die begrensd wordt door wanden 31a en 31b, die onderling in de richting van een zijde 27c van de *5 keuzebeugel convergeren en die aan de zijde 27c een doorlaatopening begrenzen, welke groot genoeg is voor het passeren van het stuurelement 22 in de opwaarts gerichte stand. Dit is van belang daar aldus tijdens de teruggaande beweging van de drijfstang 16 het stuurelement 22 de keuzebeugel 27 kan terugstellen vanuit een werkzame stand, waarbij de 2fl positioneringsnok 29a resp. 29c gepositioneerd ligt naar een onwerkzame stand, waarbij de derde positioneringsnok 29b gepositioneerd ligt. Verder is de keuzebeugel ten opzichte van de zwenkas 28 nabij de zijde welke afgekeerd ligt van de zwenkas 4c voorzien van een positionerings- element 32, dat om een as 33 zwenkbaar met het keuze-element 27 verbon-25 den is. Deze zwenkas 33 ligt in een vlak dat eveneens ongeveer loodrecht gericht is op de zwenkas 4c. Het positioneringselement 32, gevormd door een positioneringsbeugel, strekt uit zich vanaf de zwenkas 33 uit in de richting van de voorzijde van de plaatspeler, alwaar de starttoets 10 gelegen is. Zoals weergegeven in figuur 2 draagt het po-30 sitioneringselement aan de bovenzijde een tweetal onderling convergerende positioneringsdelen 34 en 35, welke onderling in de richting van de voorzijde van de platenspeler convergeren en waarvan het positione-ringsdeel 34 een grotere lengte bezit dan het positioneringsdeel 35, terwijl het deel 35 op een afstand ten opzichte van de draaitafelas 3 35 gelegen is welke geringer Is dan de afstand van het deel 34. Teneinde het keuze-element 27 in één van de drie standen kunnen positioneren is verder nabij de verbinding met het positioneringselement 32 op het > Λ
J O
, v V
PHN 11.649 12 keuze-element 27 een drietal uitsparingen 36 aanwezig, waarin een klik-veer 37 drukt.
In de draaitafel 2 zijn een tweetal tastpennen 38 en 39 aanwezig, die op onderling verschillende afstand van de draaitafelas 3 ge-5 legen zijn. Bij het opleggen van een 17cm plaat wordt alleen de tastpen 39 ingedrukt, terwijl bij het opleggen van een 30cra plaat beide tastpennen ingedrukt worden. De tastpennen zijn door in de draaitafel aanwezige openingen gestoken en zijn elk bevestigd op een tuimelaar 40, welke scharnierbaar is om een as, welke tangentiaal opgesteld is ten 111 opzichte van de draaitafelas 3* Elke tuimelaar 40 is aan de zijde afgekeerd van de tastpen voorzien van een verzwaard einde, waarbij de opgelegde plaat slechts een geringe kracht op de tastpen behoeft uit te oefenen om de tastpen neerwaarts te bewegen. Van belang hierbij is dat als weergegeven in figuur 1 de tastpennen onderling over een zekere 15 hoek gespreid liggen ten opzichte van de draaitafelas 3·
Het startelement 17, gevormd door een startbeugel is in het gestel 1 geleid door middel van geleidedelen 41. Aan de bovenzijde is de startbeugel 17 voorzien van een oploopnok 42, welke bij het indrukken van de startbeugel naar een eerste positie oploopt tegen de onder- 20 zijde van het positioneringselement 32. Opgemerkt wordt, dat alfterna-tief de oploopnok 42 op de onderzijde van het positioneringselement 32 gelegen kan zijn. Dit heeft tot gevolg dat de positioneringsdelen 34 en 35 bewegen vanuit de in figuur 2 weergegeven ruststand naar de in figuur 3 weergegeven werkzame stand, in welke stand de positioneerdelen 25 kunnen samenwerken met een ingedrukte tastpen 38 resp. 39. Bij het indrukken van de startbeugel 17 wordt deze als weergegeven in figuur 3 m:et een haakvormige einde 43 vergrendeld achter een grendelelement 44, waarbij een veer 45 het startelement effectief achter het grendelelement vergrendeld houdt. Hierbij wordt opgemerkt dat de drijfstang 16 is 30 voorzien van een ontgrendelelement 46, dat na een omwenteling van de draaitafel oploopt tegen het haakvormig einde 43 (zie figuur 3) en bij verdere heengaande beweging de startbeugel doen vrijkomen van het grendelelement 44, waardoor tengevolge van de kracht uitgeoefend door de veer 45 de startbeugel 17 terugbeweegt in een richting tegengesteld aan 35 de pijl B.
Het drijfelement 20 is voorzien van een meeneemelement 47, dat scharnierbaar is om een ongeveer radiaal ten opzichte van de zwenk- PHN 11.649 13 as 4c gerichte scharnieras 47a. Het meeneemelement 47 bezit twee onderling ongeveer loodrecht gerichte randen, waartegen een bladveer 48 kan drukken. Op deze wijze kan het meeneemelement 47 in twee stabiele standen, namelijk een werkzaams en een onwerkzame stand, gepositioneerd 5 liggen. De werkzame stand is weergegeven in figuur 7* Om in een positie als weergegeven in figuur 7 tijdens het meenemen van de arm 24a een goede opsluiting van deze arm te kunnen verkrijgen is het meeneemelement 47 voorzien van een getrapt verlopende aanslagrand 47b. Verder is een aanslag 49 op het gestel in aanwezig, waartegen het meeneemelement 10 47 nabij het einde van de heengaande beweging van het drijf element 16 kan oplopen, waardoor het meeneemelement vanuit een liggende stand, als weergegeven in figuur 2 kan zwenken naar de opwaartse werkzame stand zoals weergegeven in figuur 3*
De werking van de platenspeler volgens de uitvinding is als 15 volgt:
Doordat bijvoorbeeld een plaat met een diameter van 30cm op de draaitafel 2 gelegd is zijn beide tastpennen 38 en 39 ingedrukt. Bij het indrukken van de starttoets 10 neemt het keuze-element 27 steeds, zoals reeds vermeld een middenstand in als weergegeven in figuur 2. Bij 20 het indrukken van de starttoets 10 in de richting volgens de pijl b vanuit een tweede naar een eerste stand stoot de oploopnok 42 tegen de onderzijde van het positioneringselement 32, waardoor het positione- ringselement vanuit een onderste ruststand beweegt naar een bovenste werkzame stand. Het positioneringselement blijft in deze stand daar 25 door middel van het haakvormig einde het startelement 17 vergrendeld ligt achter het grendelelement 44. Op het moment dat de starttoets 10 ingedrukt wordt start tevens de aandrijfmotor van de draaitafel 2.
Hierdoor vangt de draaitafel aan te roteren in een richting volgens de pijl D, waarbij tevens ten gevolge van het indrukken van de starttoets 30 10 de commandoschijf 12 is gekoppeld met het tandwiel 11, zodat de drijfstang 16 aanvangt de heengaande beweging te maken tijdens de geleiding van de stift 15 in de geleidingsgroef 12b, Door de over-brengingsverhouding tussen het tandwiel 11 en de commandoschijf 12 duurt het een volle omwenteling van de draaitafel 2,voordat het ont-35
grendelelement 46 stoot tegen het haakvormig einde 43 van de starttoets 17 (figuur 3)* Zoals met onderbroken lijnen weergegeven in figuur 2 bewegen de tastpennen 38 en 39 in banen weergegeven met de pijlen E en F
. \
t - V
PHN 11.649 14 hierbij is de situatie weergegeven in figuur 2 dat de pen 38 het positioneringsdeel 34 eerder bereikt dan de pen 39 het bijbehorende posi-tioneringsdeel 35. Dit geeft de pen 38 de mogelijkheid het positione-ringselement 32 tijdens het contact met de binnenzijde van het positio- c neringsdeel 34 te verstellen, waardoor de keuzebeugel 27 zwenkt om de zwenkas 28 in de richting volgens de pijl G. Het gevolg hiervan is dat nu de pen 39 het positioneringsdeel 35 passeert langs de naar de draai-tafelas 3 gekeerde zijde, zonder dat contact met het positioneringsdeel 35 optreedt. Dientengevolge heeft de pen 39 tijdens het doorlopen van 10 de baan F geen invloed op de positie van de keuzebeugel. Indien evenwel op het moment van het indrukken van de starttoets 10 de tastpen 39 toevallig in de direkte nabijheid van het positioneringsdeel 35 gelegen is, heeft de tastpen 38 geen kans om direkt het positioneringsdeel 34 te raken. Zoals zichtbaar in figuur 2 loopt immers de baan E in de mid-15 denstand van de keuzebeugel 27 langs de van de draaitafelas 3 afgekeerde zijde van het positioneringsdeel 34. Doordat evenwel het steeds een volle omwenteling van de draaitafel 2 duurt vóór het positioneringsele-ment 32 ten gevolge van ontgrendeling van het startelement 17 terugkeert naar de ruststand krijgt nu de tastpen 38, nadat aanvankelijk de 20 pen 39 de keuzebeugel 27 heeft versteld in de richting tegengesteld aan de pijl G opnieuw de mogelijkheid op te lopen tegen het positioneringsdeel 34. Aldus zal vóór het voltooien van een volle omwenteling van de draaitafel toch ook in deze situatie de tastpen 38 de keuzebeugel 27 via het positioneringselement 32 versteld hebben in de richting volgens 25 de pijl G. Na deze verstelling ligt de keuzebeugel in de positie als weergegeven in figuur 3. Hierbij is de tweede positioneringsnok 29c ingesteld, teneinde te kunnen samenwerken met het meeneemelement 47· Zoals tevens weergegeven in figuur 3, is de arm 4 door middel van de liftsteun omhoog geheven, en vrijgekomen van de steun 8, terwijl het 30 stuurelement 22 gescharnierd is naar de onwerkzame stand en onder de keuzebeugel 27 bewogen is. Verder is het meeneemelement 47 opgelopen tegen de aanslag 49, waardoor het meeneemelement in de werkzame stand gebracht is. In figuur 3 is de situatie weergegeven, alwaar de drijfstang 16 en het drijfelement 20 nabij het einde gekomen zijn van de 35 heengaande beweging. De veer 37 zorgt ervoor dat de keuzebeugel 27 goed gepositioneerd ligt. Bij een nog iets verdergaande beweging van de drijfstang wordt vervolgens zoals reeds beschreven de startbeugel 17
^ f. Γλ n Q
-___ ______ « PHN 11.649 15 ontgrendeld, waardoor hetpositioneringselement 32 terugbeweegt naar de ruststand. Tijdens de nu volgende teruggaande beweging van de drijfstang 16 wordt vervolgens op een wijze als weergegeven in figuren 4 en 7 allereerst de toonarmdrager via de arm 24a meegenomen, totdat het 5 meeneemelement 47 oploopt tegen de positioneringsnok 29c. Tijdens verder gaande teruggaande beweging van het drijfelement 20 scharniert het meeneemelement 47 op een wijze als weergegeven in figuur 8, waarbij de stopnok 25 verhindert dat de arm 24a verder bewegen kan. Op dit moment heeft het pick-up-element 4a een positie boven de draaitafel bereikt, 10 welke overeenkomt met de opzetpositie boven de plaat. Bij verder gaande teruggaande beweging van het drijfelement 20 zorgt nu de liftstang 6 ervoor tijdens beweging over de geleidebaan 21 dat de toonarm 4 daalt en de naald in de groef komt. Tijdens deze beweging is verder op de reeds beschreven wijze het stuurelement 22 opnieuw omhoog gescharnierd, 15 en is vervolgens door aanlopen tegen de geleidingswand 31a de keuzebeu-gel teruggesteld naar de onwerkzame stand. Hierdoor is op het moment dat de naald in de groef gekomen is de stopnok 25 vrij komen te liggen ten opzichte van de positioneringsnok 29c, zodat de arm 4 tijdens het verder afspelen van de plaat ongehinderd kan bewegen in de richting van 20 de draaitafelas 3. Nadat de stuurinrichting al haar functies vervuld heeft is de onderbreking 14 in de vertanding 13 bij de commandoschijf 12 opnieuw tegenover het tandwiel 11 gekomen, zodat de commandoschijf 12 ophoudt te roteren.
Nadat de naald een uitloopgroef nabij het hart van de plaat 25 bereikt heeft, wordt op niet weergegeven wijze opnieuw de commandoschijf 12 gestart, waarbij nu, nadat via de geleidebaan 21 de arm 4 opnieuw geheven is, via de stift 26 de arm teruggebracht wordt naar de steun 8. In deze situatie blijft het keuze-element 27 in de onwerkzame stand staan.
30 Indien een 17cm plaat opgelegd wordt, wordt alleen de tast- p n 39 ingedrukt. Ten gevolge van het oplopen tegen het positionerings-deel 35 beweegt de keuzebeugel 27 in een richting tegengesteld aan de pijl G, waardoor nu de eerste positioneringsnok 29a in een werkzame stand wordt gebracht, waardoor bij verdere rotatie van de commando-35 schijf 12 het meeneemelement 27 tegen deze nok kan oplopen. Het gevolg is dat de toonarm 4 verder beweegt in de richting van de draaitafelas 3 en de naald op de inloopgroef van 17cm plaat daalt.
3 J ü ü 0 ü 3 PHN 11.649. 16
Een voordeel, dat verkregen wordt bij de constructie volgens de uitvinding is, dat indien geen plaat wordt opgelegd en abusievelijk de starttoets 10 wordt ingedrukt de toonarm 4 door de stuurinrichting niet wordt bediend. Dit is mogelijk doordat de tastpennen nu geen con-5 tact hebben met de positioneringsdelen 34 en 35, terwijl tijdens de heengaande beweging van de drijfstang 16 het meeneemelement 47 oploopt tegen de derde positioneringsnok 29b welke ongewijzigd de oorspronkelijke rustpositie behouden heeft. Aldus heeft het indrukken van de starttoets 10 uitsluitend tot gevolg dat reeds na korte tijd de start-^ toets opnieuw ontgrendeld wordt, de keuzebeugel 27 niet versteld wordt en dat op het eind van de teruggaande beweging van de drijfstang 16 de platenspeler opnieuw uitschakelt. Dit laatste geschiedt, daar de toonarm 4 opnieuw terugkeert op de steun 8, in welke steun op niet weergegeven wijze een electrisch schakelaar welke in de verbinding naar de •fc aandrijfmotor ligt, opnieuw geopend wordt. Het gevolg van het voorgaande is dat indien geen plaat op wordt gelegd en desondanks de starttoets 10 wordt ingedrukt, de arm 4 gewoon op de steun 8 blijft. Hierdoor wordt voorkomen dat de naald op* de draaitafel 2 terecht komt en de naald en/of het element 4a beschadigd wordt.
20
De platenspeler volgens de uitvinding is voordelig in kunststof te vervaardigen en daardoor geschikt voor massafabricage. Aldus is met de constructie volgens de uitvinding een goedkoop en toch automatisch werkende platenspeler te verkrijgen. Ten gevolge van de compacte constructie van de stuurinrichting laat de platenspeler zich realiseren 25 binnen een breedte van 32cm, hetgeen voordelig is, daar aldus de platenspeler gecombineerd kan worden in een rek met andere apparaten van geringe breedte.
30 35 3500203

Claims (13)

1. Platenspeler met een gestel, dat een roteerbare draaitafel en een zwenkbare toonarm draagt, welke aan de onderzijde vast verbonden is met een toonarmdrager, in welke draaitafel twee op en neer beweegbaar aangebrachte, op verschillende afstand van de draaitafelas gele- 5 gen tastpennen aanwezig zijn ter aftasting van een op de draaitafel gelegen plaat, terwijl een stuurinrichting aanwezig is, die omvat: - een beweegbaar met het gestel verbonden drijfelement, bestemd voor het sturen van de zwenkbeweging van de toonarm vanuit een ruststand naar de draaitafel en hiertoe koppelbaar met de toonarmdrager, 10. een twee positioneernokken omvattend keuze-element, dat in twee werkzame posities instelbaar is en een eerste en een tweede positioneer-nok draagt, die elk een aanslag vormen voor de zwenkbeweging van de toonarmdrager tengevolge van de koppeling met het drijfelement, teneinde het vrije einde van de toonarm in een eerste, respectievelijk i5 een tweede positie boven de draaitafel te positioneren, - een met het keuze-element samenwerkend positioneringselement, voorzien van een eerste en een tweede positioneringsdeel, waartegen na op de draaitafel leggen van een plaat tijdens een omwenteling van de draaitafel afhankelijk van de plaat-diameter een eerste, respectieve- 20 lijk een tweede neerwaarts bewogen tastpen oploopt, waarop het positioneringselement het keuze-element steeds in een der werkzame posities verstelt, - een tussen twee posities beweegbaar startelement, dat door bewegen naar een eerste positie de rotatie van de draaitafel doet aanvangen 25 en de stuurinrichting activeert, met het kenmerk, dat - de positioneringsdelen ten opzichte van de draaitafelas in axiale richting tussen de bovenste, werkzame en een onderste, ruststand beweegbaar zijn, waarbij uitsluitend in de bovenste stand de positioneringsdelen in de baan van de respectieve neerwaarts bewogen tastpen 30 gelegen zijn, - het startelement door bewegen naar de eerste positie de positioneringsdelen in de bovenste stand brengt en door bewegen naar een tweede positie de positioneringsdelen de onderste stand innemen, - stuurmiddelen aanwezig zijn, die telkens na een eerste rotatie van de 35 draaitafel het startelement vrijgeven uit de eerste positie, waardoor het startelement naar de tweede positie beweegt, - het keuze-element tevens in een onwerkzame positie instelbaar is, 8300508 PHN 11.649 18 waarin een derde positioneernok van het keuze-element als aanslag voor de toonarmdrager de verzwenking van de toonarm vanuit de ruststand verhindert, - het drijfelement een stuurelement draagt, dat telkens na een ver-5 zwenking van de toonarmdrager en van het vrije einde van de toonarm tot in een der posities boven de draaitafel het keuze-element in de onwerkzame stand positioneert.
2. Platenspeler volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het positioneringselement gevormd wordt door een zwenkbaar met het keuze- ^ element verbonden positioneringsbeugel, waarvan de zwenkas in een vlak gelegen is dat althans nagenoeg loodrecht gericht is op de zwenkas van de toonarm.
3. Platenspeler volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het startelement door een verschuifbaar op het gestel geleide startbeugel 15 gevormd wordt, terwijl tussen de startbeugel en de positioneringsbeugel een oploopnok aanwezig is, welke bij verschuiven van de startbeugel naar de eerste positie de positioneringsbeugel verzwenkt naar de werkzame* stand.
4. Platenspeler volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat de 20 startbeugel in de eerste positie vergrendeld ligt achter een op het gestel aanwezig grendel-element, terwijl de stuurmiddelen de startbeugel na een eerste rotatie van de draaitafel ontgrendelen en de startbeugel onder veerkracht terugbeweegt naar de tweede positie.
5. Platenspeler volgens conclusie 4, waarbij de stuurmiddelen 25 tevens een vanaf de draaitafel aandrijfbare commando-schijf omvatten, die gekoppeld is met een drijfstang, waarmee nabij het van de comman- do-schijf afgekeerde einde het drijfelement verbonden is, terwijl na bedienen van de startbeugel de drijfstang en het drijfelement een heen en teruggaande beweging uitvoeren, met het kenmerk, dat de drijfstang 30 een ontgrendelelement draagt, dat na een eerste rotatie van de draaitafel tijdens de heengaande beweging oploopt tegen de startbeugel en deze ontgrendelt van het grendelelement.
6. Platenspeler volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het stuurelement scharnierbaar met het drijfelement verbonden is en tijdens 35 althans een deel van de teruggaande beweging van het drijfelement in een werkzame positie gelegen is, waarin het keuze-element in de onwerkzame positie gepositioneerd wordt. S5 fs λ 3 y v y v y v Q * * β PHN Π.649 19
7. Platenspeler volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat tijdens genoemd deel van de teruggaande beweging van het drijfelement het stuurelement beweegt tussen twee onderling convergerende geleidings- wanden van het drijfelement, waarbij op het einde van de beweging tus-5 sen de geleidingswanden het stuurelement het keuze-element in de onwerkzame positie brengt.
8. Platenspeler volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het keuze-element gevormd wordt door een keuzebeugel, die scharnierbaar met het gestel verbonden is, waarbij de scharnieras ongeveer evenwijdig 10 loopt aan de zwenkas van de toonarm, gerekend ten opzichte van de scharnieras, de geleidingswanden en de positioneringsnokken nabij de naar de toonarmas gerichte zijde van de keuzebeugel en de positione-ringsbeugel nabij de van de toonarmas afgekeerde zijde van de keuzebeugel gelegen zijn. 15
9. Platenspeler volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het stuurelement tijdens het begin van de heengaande beweging van het drijfelement vrij ligt van het keuze-element op afstand van die zijde van het keuze-element, waarin de beide convergerende geleidingswanden van het keuze-element uitmonden, terwijl eerst na voltooiing van de 20 eerste rotatie van de draaitafel het stuurelement genoemde zijde bereikt .
10. Platenspeler volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het stuurelement na oplopen tegen genoemde zijde van de keuzebeugel tijdens de verdere heengaande beweging van het drijfelement naar een onwerkzame 25 stand gescharnierd wordt.
11. Platenspeler volgens een der conclusies 5 tot 10, met het kenmerk, dat het drijfelement tevens een meeneemelement draagt, dat scharnierbaar is tussen een werkzame en een onwerkzame stand en dat tijdens het begin van de teruggaande beweging van het drijfelement in 30 de werkzame stand gelegen is, in welke stand het meeneemelement tegen de toonarmdrager oploopt en hiermee gekoppeld wordt, waarop na passeren van één der positioneernokken op de keuzebeugel vervolgens het meeneemelement scharniert naar de onwerkzame stand.
12. Platenspeler volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het 35 drijfelement draaibaar is om een as die althans nagenoeg samenvalt mét de zwenkas van de toonarm, terwijl de positioneernokken gelegen zijn op een ongeveer concentrisch om de toonarmas gekromd keuzedeel van de .: o 3 V PHN 11.649 20 keuzebeugel, de eerste en de tweede positioneernok op geringere respectievelijk grotere afstand van de zwenkas van de toonarm gelegen zijn dan de derde positioneernok, tegen welke derde positioneernok het meeneemelement oploopt, indien na het bedienen van de startbeugel geen 5 verstelling van de keuzebeugel via de positioneringsbeugel heeft plaatsgevonden.
13. Platenspeler volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de onderling convergerende geleidingswanden van de keuzebeugel een uitsparing begrenzen die gelegen is in een verder deel van de keuzebeugel, ^ dat eveneens een ongeveer concentrisch om de toonarmas gekromt verloop bezit. 15 20 25 30 35 > . ‘ ·*) ‘ ' ·- : J Q
NL8600508A 1986-02-28 1986-02-28 Platenspeler. NL8600508A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600508A NL8600508A (nl) 1986-02-28 1986-02-28 Platenspeler.
DE8787200281T DE3764675D1 (de) 1986-02-28 1987-02-20 Plattenspieler.
US07/018,107 US4766586A (en) 1986-02-28 1987-02-20 Disc-record player
EP87200281A EP0237096B1 (en) 1986-02-28 1987-02-20 Record player
BR8700888A BR8700888A (pt) 1986-02-28 1987-02-25 Toca-discos
JP1987026488U JPS62150701U (nl) 1986-02-28 1987-02-26
KR2019870002253U KR920006081Y1 (ko) 1986-02-28 1987-02-26 디스크 레코드 플레이어
AU69522/87A AU6952287A (en) 1986-02-28 1987-02-27 Disc record player
SG512/91A SG51291G (en) 1986-02-28 1991-06-26 Record player

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600508A NL8600508A (nl) 1986-02-28 1986-02-28 Platenspeler.
NL8600508 1986-02-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8600508A true NL8600508A (nl) 1987-09-16

Family

ID=19847641

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600508A NL8600508A (nl) 1986-02-28 1986-02-28 Platenspeler.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4766586A (nl)
EP (1) EP0237096B1 (nl)
JP (1) JPS62150701U (nl)
KR (1) KR920006081Y1 (nl)
AU (1) AU6952287A (nl)
BR (1) BR8700888A (nl)
DE (1) DE3764675D1 (nl)
NL (1) NL8600508A (nl)
SG (1) SG51291G (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2573017B2 (ja) * 1988-03-08 1997-01-16 三洋電機株式会社 ディスクプレーヤ
GB9915867D0 (en) * 1999-07-08 1999-09-08 Ford Motor Co Optical media pickup anti-rattle

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2626158A (en) * 1948-07-03 1953-01-20 Lissance Alexander Phonograph record demonstrator
US2950921A (en) * 1957-06-17 1960-08-30 Birmingham Sound Reproducers Sound reproducing apparatus
US3141676A (en) * 1960-01-14 1964-07-21 Philips Corp Semi-automatic reproduction device for sound carriers in disc form
NL272708A (nl) * 1960-12-20
US3804422A (en) * 1972-04-10 1974-04-16 Onkyo Kk Record player
NL7313450A (nl) * 1973-10-01 1975-04-03 Philips Nv Platenspeler.
US3966330A (en) * 1973-12-04 1976-06-29 Strathearn Audio Limited Phonograph record detecting arrangement
NL8304334A (nl) * 1983-12-16 1985-07-16 Philips Nv Platenspeler met een stuurinrichting voor de toonarm.

Also Published As

Publication number Publication date
DE3764675D1 (de) 1990-10-11
KR870013860U (ko) 1987-09-11
KR920006081Y1 (ko) 1992-08-29
EP0237096A1 (en) 1987-09-16
AU6952287A (en) 1987-09-03
US4766586A (en) 1988-08-23
JPS62150701U (nl) 1987-09-24
EP0237096B1 (en) 1990-09-05
SG51291G (en) 1991-08-23
BR8700888A (pt) 1987-12-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192230C (nl) Bedrijfswijze-omschakelmechanisme voor opname- en/of weergave-apparaat voor registratiedragers.
NL8401672A (nl) Houder voor een starre informatieplaat alsmede systeem omvattende een dergelijke houder en een daarmee samenwerkend laadmechanisme.
NL8702604A (nl) Platenspeler met een laadinrichting voor het laden van een op een plaatdrager aanwezige plaat.
US4098512A (en) Phonograph record player
NL8600508A (nl) Platenspeler.
NL8800448A (nl) Laadinrichting, alsmede een platenspeler voorzien van de laadinrichting.
KR940001461B1 (ko) 디스크 로딩기구를 갖는 디스크 레코드 플레이어
JP3107453B2 (ja) Md検知機構、mdシャッター開閉機構およびそれらを用いたcd/md両用ディスクプレーヤー
JPH0222463B2 (nl)
NL8000860A (nl) Platenspeler.
US4453244A (en) Record player with spring-assisted pick-up arm return
US4788676A (en) Record player
JPH11120656A (ja) 情報処理装置
US4201390A (en) Semi-automatic record player
NL8103832A (nl) Magneetbandcassetteapparaat.
NL8304334A (nl) Platenspeler met een stuurinrichting voor de toonarm.
JPS6245334Y2 (nl)
JP2002367266A (ja) 記録媒体再生装置
JPS6224870B2 (nl)
US4234194A (en) Stylus lead-in mechanism of record player
JPH0411358A (ja) ショック始動式レコード再生装置
JPH0239032B2 (nl)
JPH0461658A (ja) ディスクプレーヤのローディング装置
JP3443143B2 (ja) 光磁気ディスク記録再生装置及びその駆動切換え方法
JP3768096B2 (ja) 箱体の昇降装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed