NL8600382A - Inrichting voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar produkt in een vloeistofreservoir, in het bijzonder een reservoir van een spoelinrichting. - Google Patents

Inrichting voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar produkt in een vloeistofreservoir, in het bijzonder een reservoir van een spoelinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8600382A
NL8600382A NL8600382A NL8600382A NL8600382A NL 8600382 A NL8600382 A NL 8600382A NL 8600382 A NL8600382 A NL 8600382A NL 8600382 A NL8600382 A NL 8600382A NL 8600382 A NL8600382 A NL 8600382A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
neck
bottle
liquid
reservoir
float
Prior art date
Application number
NL8600382A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Oreal
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oreal filed Critical Oreal
Publication of NL8600382A publication Critical patent/NL8600382A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03DWATER-CLOSETS OR URINALS WITH FLUSHING DEVICES; FLUSHING VALVES THEREFOR
    • E03D9/00Sanitary or other accessories for lavatories ; Devices for cleaning or disinfecting the toilet room or the toilet bowl; Devices for eliminating smells
    • E03D9/02Devices adding a disinfecting, deodorising, or cleaning agent to the water while flushing
    • E03D9/03Devices adding a disinfecting, deodorising, or cleaning agent to the water while flushing consisting of a separate container with an outlet through which the agent is introduced into the flushing water, e.g. by suction ; Devices for agents in direct contact with flushing water
    • E03D9/033Devices placed inside or dispensing into the cistern
    • E03D9/037Active dispensers, i.e. comprising a moving dosing element
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A45HAND OR TRAVELLING ARTICLES
    • A45FTRAVELLING OR CAMP EQUIPMENT: SACKS OR PACKS CARRIED ON THE BODY
    • A45F3/00Travelling or camp articles; Sacks or packs carried on the body
    • A45F3/16Water-bottles; Mess-tins; Cups
    • A45F2003/163Water bottles with purification filter
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03DWATER-CLOSETS OR URINALS WITH FLUSHING DEVICES; FLUSHING VALVES THEREFOR
    • E03D9/00Sanitary or other accessories for lavatories ; Devices for cleaning or disinfecting the toilet room or the toilet bowl; Devices for eliminating smells
    • E03D9/02Devices adding a disinfecting, deodorising, or cleaning agent to the water while flushing
    • E03D2009/028Devices adding a disinfecting, deodorising, or cleaning agent to the water while flushing using a liquid substance

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)
  • Details Of Rigid Or Semi-Rigid Containers (AREA)
  • Filling Of Jars Or Cans And Processes For Cleaning And Sealing Jars (AREA)

Description

* 'Ïl· ^ * 'ƒ N033707 X ------
Inrichting voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar produkt in een vloei stofreservoir, in het bijzonder een reservoir van een spoel inrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar produkt, in het bijzonder van een rei-nigingsprodukt en/of desinfecteermiddel, in een vloeistofreservoir, in het bijzonder een reservoir van een spoelinrichting, waarin hét vloei-5 stofniveau kan schommelen tussen een maximaal en een minimaal niveau.
De met de uitvinding beoogde inrichting is van de soort welke een fles of dergelijke bevat, die het vloeibare produkt bevat, waarbij deze i fles is voorzien van een hals en geschikt is om te worden gehangen in het reservoir met z'n hals naar beneden gekeerd, waarbij de hals in de 10 vloeistof van het reservoir is gedompeld als deze vloeistof z'n maximale niveau bereikt maar zich buiten de vloeistof van het reservoir bevindt als deze vloeistof zich op z'n minimale niveau bevindt, waarbij verdeelmiddel en voor het produkt uit de fles, die gevoelig zijn voor de variatie van het vloeistofniveau in het reservoir, aan de hals zijn be-15 vestigd voor het verdelen van een dosis van het produkt bij elke varia-tiecyclus van het vloeistofniveau in het reservoir, waarbij de verdeel-middelen een vlotter omvatten, die ligt buiten de hals en die is bestemd om zich daaronder te bevinden als de fles is omgekeerd, waarbij deze vlotter is voorzien van tegenhoudmiddelen die zijn bestemd om de 20 vlotter tegen te houden in een lage positie tengevolge van de daling van het vloeistofniveau in het reservoir tot onder de hals, en stijgende beweging van de vlotter toe te staan totdat deze komt aan te liggen tegen met de hals verbonden aanslagmiddelen.
Aanvraagster heeft reeds een inrichting van deze soort voorgesteld 25 in de Franse octrooiaanvrage nr. 84 16988 die op haar naam is ingediend op 8 november 1984.
De onderhavige uitvinding beoogt verbeteringen voorgesteld, met de hiervoor genoemde Franse octrooiaanvrage, aan te vullen.
De uitvinding heeft in het bijzonder tot doel om een dosis werk-30 zaam produkt te kunnen vrijmaken, dat zich in de fles bevindt, in een beperkte hoeveelheid vloeistof (in het algemeen water), ter verkrijging van een maximale concentratie aan werkzaam produkt tegen minder kosten, waarbij de voordelen van de inrichting welke het onderwerp is van de hiervoor genoemde Franse octrooiaanvragen blijven behouden. Er wordt 35 nog snel even aan herinnerd dat de betreffende voordelen in wezen zit- * · > c o 2 5 , ‘ * 2 ten in de verdeling bij elke cyclus van een dosis die in hoofdzaak in volume en/of voor wat concentratie betreft constant is, alsmede een eenvoudige en economische vervaard!gingswijze en een gemakkelijke werking van de inrichting.
5 Volgens de uitvinding is een inrichting voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar produkt, van de hiervoor genoemde soort, gekenmerkt, doordat de hals is gesloten door een bekertje met een dwarsbodem die wordt begrensd door een langs de omtrek lopende mantel die naar omhoog is gericht als· het flesje is omgekeerd, waarbij deze mantel de 10 hals omringt, waarbij doorgangsmiddelen zijn aangebracht in de wand van de hals voor het laten stromen van het produkt uit de fles in het bekertje als deze fles is omgekeerd, waarbij de bovenrand van de mantel (gezien in omgekeerde positie van de fles) ligt op een hoogte die ten minste gelijk is aan die van het gebied van de doorgangsmiddelen dat 15 het verst is verwijderd van de dwarsbodem van het bekertje, terwijl de vasthoudmiddelen van de vlotter zijn bestemd om ten minste gedeeltelijk in de ringvormige ruimte tussen de omtreksmantel en het buitenoppervlak van de hals te dringen, tijdens het dalen van de vlotter, voor het daaruit drukken van een dosis van het produkt van de fles die daarin is 20 gestroomd, en deze dosis te lozen in de vloeistof van het reservoir.
De inrichting volgens de uitvinding maakt het aldus mogelijk om een nauwkeurige en constante dosis van het produkt te verdelen als het waterniveau in het vloei stofreservoir daalt. Tengevolge daarvan wordt deze dosis in een hoeveelheid vloeistof vrijgemaakt die kleiner is dan 25 de totale hoeveelheid die zich in het reservoir bevindt, waardoor de mogelijkheid is verkregen om een maximale concentratie van het werkzame produkt te verkrijgen tegen geringe kosten.
De vasthoudmiddelen van de vlotter kunnen bestaan uit een gebogen deel welke een rand vormt die radiaal naar binnen ligt in de nabijheid 30 van de wand van de hals en die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de as van de hals uitstrekt, waarbij deze rand kan dringen in de ruimte tussen de omtreksmantel en de hals tijdens de daling van de vlotter.
De vasthoudmiddelen kunnen een omwentelingsvorm bezitten, welke een meridiaan toelaten met een in hoofdzaak in een U-gebogen doorsnede, 35 waarbij de rand van deze doorsnede radiaal naar binnen is gelegen en daarbij een cilindrische wand vormt welke kan binnendringen in de genoemde ruimte, terwijl de rand die radiaal naar buiten is gelegen een andere cilindrische wand vormt die langer is dan de hiervoor genoemde en die is verbonden met de vlotter, waarbij deze andere cilindrische 40 wand openingen bevat voor het laten stromen van het produkt naar de o v V o 8 i er; ί 3 vloeistof van het reservoir. Deze openingen liggen in hoofdzaak buiten de genoemde wand die het verst is verwijderd van de fles.
De fles kan zijn voorzien van een bus waarvan de binnendiameter groter is dan die van de hals, waarbij deze bus de hals omringt en een 5 ringvormige zone vormt waarbinnen de vasthoudmiddelen van de vlotter zich kunnen verplaatsen, waarbij het binnenoppervlak van deze bus als geleiding dient voor de genoemde vasthoudmiddelen, waarbij het uiteinde van deze bus die het verste van de fles afligt aanslagmiddelen voor de vlotter vormt. Bij voorkeur draagt de -fles bij de basis van de hals een 10 cilindrische schouder waarop de genoemde bus is geklemd; het verst van de fles verwijderde uiteinde van de bus kan een uitwendige schroefdraad bezitten waarop een dop kan worden geschroefd. Op voordelige wijze is de vlotter in transportpositie geblokkeerd tussen de dwarsrand van de bus die het verst van de fles is verwijderd en de dop die is geschroefd 15 op deze bus.
De doorgangsmiddelen die zijn aangebracht in de hals van de fles kunnen bestaan uit ten minste een spleet, een opening of dergelijke welke zich in hoofdzaak evenwijdig aan de richting van de aslijn van de fles uitstrekt, in het bijzonder vanaf de dwarsbodem van de mantel naar 20 de tegenover liggende bodem van de fles.
De axiale lengte van de omtreksmantel is ten minste gelijk aan en in het algemeen groter dan de axiale lengte van de genoemde spleet of opening.
De vlotter kan bestaan uit een omgekeerde klok die naar de zijde 25 van de vloeistof van het reservoir toe open is.
Het bekertje kan zijn voorzien van een ringvormige groef waarin in het bijzonder met kracht de rand van de hals grijpt.
De uitvinding bestaat, afgezien van de hierboven uiteengezette inrichtingen, uit bepaalde andere maatregelen waarvan meer expliciet 30 hierna sprake zal zijn aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld die in het bijzonder is beschreven aan de hand van de hierbij gaande tekeningen, maar waartoe de uitvinding op geen enkele wijze is beperkt.
Figuur 1 geeft een doorsnede weer van een fles die is voorzien van een inrichting voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar pro-35 dukt volgens de uitvinding, in opslag- of transportpositie.
Figuur 2 geeft een doorsnede weer, met bepaalde delen in aanzicht, van de fles volgens figuur 1 welke is omgekeerd en is geplaatst in een reservoir van een spoel inrichting, waarbij het niveau van het water in het reservoir dan boven de hals en de vlotter ligt.
40 Figuur 3 geeft tenslotte de inrichting weer op een zelfde wijze '; ' " 3 - v S' « 4 als in figuur 2, maar waarbij het waterniveau in het reservoir is gedaald en een dosis van het produkt wordt uitgedreven.
Verwijzend naar de tekeningen kan daarin een inrichting D worden gezien voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar produkt P, in 5 het bijzonder een reinigingsprodukt en/of desinfecteermiddel, in een reservoir R met vloeistof L.
In het weergegeven voorbeeld is het reservoir R een reservoir van een spoel inrichting voor een toil etspoel bak, waarbij de vloeistof L water is.
10 Het vloeistofniveau kan schommelen in het reservoir R tussen een maximaal niveau Nmax (figuur 2) en een minimaal niveau Nmini (figuur 3).
De inrichting D bevat een fles 1 of dergelijke, in het bijzonder uit kunststofmateriaal, voorzien van een hals 2 en aan de buitenwand 15 van z'n bodem voorzien van een hendeltje 3 dat schuifbaar is en in dwarsrichting kan uitsteken om de fles 1 aan de bovenrand van een wand van het reservoir R te kunnen haken.
De hals 2 van de fles wordt dan naar beneden gekeerd zoals weergegeven in figuur 2 en 3. Als de vloeistof L zich op z'n maximum niveau 20 bevindt is de hals 2 gedompeld in deze vloeistof L' (figuur 2), terwijl, als de vloeistof L zich op z'n minimale niveau bevindt, de hals 2 zich buiten de vloeistof bevindt.
Verdeel middel en V van het produkt P, welke gevoelig zijn voor de niveauvariatie van de vloeistof L in het reservoir, zijn bevestigd aan 25 de hals 2 voor het verdelen van een dosis van het produkt P bij elke variatiecyclus van het niveau van de vloeistof L.
De verdeelmiddelen V bevatten een vlotter 4a die buiten de hals 2 ligt en die is bestemd om zich daaronder te bevinden als de fles 1 is omgekeerd, zoals weergegeven in figuren 2 en 3.
30 De vlotter 4a is voorzien van vasthoudmiddelen 5a welke zijn be stemd om de vlotter in een lage positie tegen te houden, weergegeven in figuur 3, tengevolge van de daling van het niveau van de vloeistof L in het reservoir, onder de hals. Deze vasthoudmiddelen 5a zijn bovendien bestemd om het naar boven bewegen van de vlotter toe te laten totdat 35 deze komt aan te liggen tegen de aanslagmiddelen B (figuur 2) die zijn verbonden met de hals.
De hals 2 is afgesloten door een bekertje 30 welke een dwarse bodem 31 bezit welke is begrensd door een omtreksmantel 32, met een cilindrische vorm, die naar omhoog is gericht als de fles is omgekeerd, 40 zoals kan worden gezien in figuren 2 en 3. Deze mantel 32 omringt de . . .· ·] -18 2 5 hals 2 over een deel van de lengte daarvan. Een ringvormige ruimte 33 wordt aldus begrensd tussen de mantel 32 en de hals 2.
Doorgangsmiddelen G zijn aangebracht in de cilindrische wand van de hals 2 om vloeibaar produkt P uit de fles te kunnen laten stromen in 5 het bekertje 30 als deze fles is omgekeerd. Deze doorgangsmiddelen G bestaan uit twee spleten 34, 35 die diametraal tegenover elkaar liggen en die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de richting van de hartlijn A van de fles uitstrekken, vanaf de dwarsbodem 31 van het bekertje naar . de tegenover liggende bodem 36 van de fles. In het uitvoeringsvoorbeeld 10 weergegeven in de tekeningen monden de spleten 34 en 35 aan hun verst van de bodem 36 afliggend uiteinde uit op de cirkelvormige rand 37 van de hals.
De bodem 31 van het bekertje is op een voordelige wijze aan z'n binnenoppervlak voorzien van een ringvormige groef 38 waarin in het 15 bijzonder met kracht de cirkelvormige rand 37 van de hals 2 grijpt. De spleten 34, 35 strekken zich over een betrekkelijk kleine afstand langs de omtrek uit.
De zone 39 van de doorgangsmiddelen G welke het verst is verwijderd van de dwarsbodem 31 ligt op een afstand h van deze bodem.
20 De lengte 1 van de omtreksmantel 32 vanaf het binnenoppervlak van de bodem 31 is ten minste gelijk en bij voorkeur groter dan de afstand h zoals weergegeven in de tekeningen. Aldus ligt de cirkel vormige rand 40 van de mantel 32 die de bovenrand van deze mantel vormt als de fles is omgekeerd (figuren 2 en 3) op een niveau t welke ten minste gelijk 25 is aan en in het geval van de onderhavige uitvoeringsvorm boven het niveau s van de zone 39.
De vasthoudmiddelen 5a zijn bestemd om ten minste gedeeltelijk te dringen in de ringvormige ruimte 33 tussen de omtreksmantel 32 en het buitenoppervlak van de hals tijdens de daling van de vlotter 4a om 30 daaruit een dosis produkt van de fles die daarin is gestroomd te drukken en deze dosis in de vloeistof van het reservoir te lozen.
De vasthoudmiddelen 5a bestaan uit een gebogen deel 41 welke een rand 42 vormt die radiaal naar binnen is gelegen in de nabijheid van de wand van de hals 2. In het algemeen hebben de vasthoudmiddelen 5a een 35 omwentelingsvorm en laten deze een meridiaan toe met'een in hoofdzaak U-vormig gebogen doorsnede zoals kan worden gezien in de tekeningen, waarbij de binnenrand 42 een cilindrische wand vormt die is bestemd om te dringen in de genoemde ruimte 33. De rand 43 die radiaal naar buiten is gelegen vormt een andere cilindrische wand die langer is dan de 40 hiervoor genoemde 42; de buitenwand 43 is aan z’n uiteinde dat het > -«·
5 . K
\ 6 verst is verwijderd van de fles 1 verbonden met de vlotter 4a, waarbij deze wand 43 in de nabijheid van z‘n uiteinde dat is gekeerd naar de vlotter, openingen 44 bezit voor het laten stromen van het produkt P naar de vloeistof van het reservoir.
5 De fles 1 is voorzien van een bus 45 waarvan de binnendiameter groter is dan die van de hals 2 en iets groter dan die van de wand 43; deze bus 45 vormt met het buitenoppervlak van de hals 2 een ringvormige zone aan de binnenzijde waarvan zich evenwijdig aan de richting van de hartlijn van de fles vasthoudmiddelen 5a kunnen verplaatsen. Het bin-10 nenoppervlak van de bus 45 waarvan de diameter slechts iets groter is dan de buitendiameter van de wand 43 dient als geleiding voor het vast-houdmiddel 5a. Het uiteinde 46 van de bus 45, dat het verst is verwijderd van de fles, vormt de aanslagmiddelen B voor de vlotter 4a.
Deze vlotter 4a bestaat op voordelige wijze uit een omgekeerde 15 klok 47 die open is naar de zijde van de vloeistof L van het reservoir toe als de fles 1 met z‘n hals naar beneden is gekeerd (figuren 2 en 3). De vlotter 4a bevat een schouder 48 welke met kracht of klemmend grijpt in het open uiteinde van de buitenwand 43; de dwarsdoorsnede van de vlotter 4a is gesloten door een bodem 49. Het inwendige volume van 20 de klok waaruit de vlotter 4a bestaat is voldoende om deze vlotter de vasthoudmiddelen 5a naar omhoog te laten bewegen in de positie weergegeven in figuur 2, als de vlotter in de vloeistof L is gedompeld.
De fles 1 bezit, aan de basis van de hals 2, een cilindrisch deel 50 met een veel grotere diameter dan de hals 2, waarbij dit deel 50 een 25 uitwendige cilindrische schouder vormt; de bus 45 is, in het bijzonder door klemmen, bevestigd aan deze schouder 50, waarbij in de bus 45 een inwendige kraag 51 kan zijn aangebracht om axiaal te komen aanliggen tegen het overgangsoppervlak tussen de schouder 50 en de hals 2.
De bus 45 is aan z'n uiteinde dat het verst van de schouder 50 is 30 verwijderd voorzien van een uitwendige schroefdraad 52 waarop een dop 53 kan worden geschroefd (figuur 1). In opslag- en transportpositie is de vlotter 4a geblokkeerd tussen het uiteinde 46 van de bus 45 en de dop 53. Het deel van de vlotter 4a dat axiaal komt aan te liggen tegen het uiteinde 46 is gevormd door een ringvormige dwarszone 54 welke 35 zorgt voor de overgang tussen de cilindrische mantel van de klok 47 en de dwarsbodem 49.
Aldus zijn het gebruik en de werking van de inrichting volgens de uitvinding als volgt.
Als men beschikt over een fles welke in een toestand is gebracht 40 zoals weergegeven in figuur 1, en die is gesloten door de dop 53 die is v 0 3^2 • $ 7 geschroefd op de bus 45, en als men deze fles in een reservoir van de spoel inrichting wil plaatsen, gaat men als volgt te werk.
Als de fles 1 in verticale positie is gebracht met de hals 2 naar boven gekeerd, begint men de dop 53 los te schroeven. Vervolgens maakt 5 men het hendeltje 3 los en dan plaatst men de fles 1 met z'n hals 2 naar beneden gekeerd in het reservoir R; de bevestiging van de fles 1 in deze omgekeerde positie wordt tot stand gebracht met behulp van het hendeltje 3 dat wordt gehaakt over de bovenrand van het reservoir.
Als het niveau van de vloeistof L ligt boven de hals 2 en de vlot-10 ter 4a zoals weergegeven in figuur 2, is de lucht opgesloten in de klok 47 van de vlotter 41 waarbij deze de middelen 5a in hun boven positie weergegeven in figuur 2 heeft gedrukt. De vlotter 4a ligt aan tegen het uiteinde 46 van de bus 45.
Het vloeibare produkt P van de fles 1 kan door de spleten 34, 35 15 in de ringvormige ruimte 33 stromen. Dit stromen vindt plaats totdat het vloeistofniveau in de genoemde ringvormige ruimte 33 het niveau s bereikt. Als dit niveau is bereikt kan het produkt P niet langer stromen tengevolge van het feit dat binnenstromen van lucht in de fles 1 wordt afgesneden door het vloeibare produkt P die de zone 39 van de 20 spleten 34, 35 heeft bereikt die het verst afligt van de bodem 31.
Aldus is de hoeveelheid vloeibaar produkt P die in de ruimte 33 stroomt goed bepaald waarbij de vloeistofafdichting die wordt gevormd als het niveau s is bereikt zorgt voor het stopzetten van het stromen van het produkt P in het bekertje 30.
25 Tijdens het dalen van de vloeistof L in het reservoir R, bijvoor beeld als de spoel inrichting wordt doorgetrokken, gaat de vlotter 4a dalen totdat deze niet langer in de vloeistof L is gedompeld.
Het gewicht van het samenstel van vlotter 4a en vasthoudmiddelen 5a is voldoende om de binnenrand 42 van deze vasthoudmiddelen het 30 vloeibare produkt P welke zich in de ruimte 33 bevindt te kunnen wegdrukken bij het binnendringen in deze ruimte.
De verplaatsing van de hoeveelheid produkt door het binnendringen van deze rand 42 in de ruimte 33 laat het vloeibare produkt P over de bovenrand van de mantel 32 lopen (gezien in de omgekeerde positie). Het 35 vloeibare produkt P ontsnapt dan uit het inwendige van de bus 43 en valt, terwijl het loopt door de openingen 44, zoals schematisch is aangegeven door de pijlen f in figuur 3, in de vloeistof L die zich nog in het reservoir R bevindt.
Aldus wordt een nauwkeurige en constante dosis van het werkzame 40 produkt P vrijgemaakt in een beperkte hoeveelheid vloeistof L (met be- : '' n 2
Cr t s; 8 trekking tot de hoeveelheid vloeistof L als het niveau Nmax is bereikt), waardoor een maximale concentratie van het werkzame produkt P tegen minder kosten kan worden bereikt. Als het niveau van de vloeistof L opnieuw stijgt in het reservoir, stijgen de vlotter 4a en de vast-5 houdmiddelen 5a eveneens weer waarbij een nieuwe dosis in het bekertje 30 stroomt.
De inrichting is opnieuw gereed om een dosis af te leveren tijdens de volgende daling van het niveau van de vloeistof L in het reservoir.
·:** «·\
• ~ '"I O
'-· - ·· -· 0 X

Claims (9)

1, Inrichting voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar 5 produkt, in het bijzonder een reinigings- en/of desinfecterend produkt, in een vloeistofreservoi r, in het bij'zonder een reservoir van een spoel inrichting, waarvan het vloeistofniveau kan schommelen tussen een maximaal niveau en een minimaal niveau, welke inrichting een fles bevat of dergelijke, waarin het vloeibare produkt zich bevindt, waarbij deze 10 fles is voorzien van een hals en kan worden gehaakt in het reservoir met z‘n hals naar beneden gekeerd, waarbij de hals in de vloeistof van het reservoir is gedompeld als deze vloeistof z'n maximale niveau bereikt maar zich buiten de vloeistof van het reservoir bevindt als deze vloeistof zich op z‘n minimale niveau bevindt, waarbij verdeelmiddel en 15 voor het produkt van de fles, welke gevoelig zijn voor de variatie van het vloeistofniveau in het reservoir, zijn bevestigd aan de hals voor het verdelen van een dosis produkt bij elke variatiecyclus van het vloeistofniveau in het reservoir, waarbij deze verdeelmiddel en bestaan uit een vlotter, die ligt buiten de hals en die is bestemd om zich 20 daaronder te bevinden als de fles is omgekeerd, waarbij deze vlotter is voorzien van vasthoudmiddelen bestemd om de vlotter stil te houden in een lage positie tengevolge van de daling van het niveau van vloeistof in het reservoir tot onder de hals, en het omhoog bewegen van de vlotter toe te laten totdat deze komt aan te liggen tegen aanslagmiddelen 25 die zijn verbonden met de hals, met het kenmerk, dat de hals (2) is gesloten door een bekertje (30) met een dwarsbodem (31) welke is begrensd door een omtreksmantel (32) die naar boven is gericht als de fles (1) is gekeerd, waarbij deze mantel (32) de hals omringt, terwijl door-gangsmiddelen (G) zijn aangebracht in de wand van de hals om produkt 30 (P) van de fles te laten stromen in het bekertje (30) als deze fles (1) is omgedraaid, waarbij de bovenrand (40) van de mantel (gezien als de fles is omgekeerd) ligt op een hoogte (t) die ten minste gelijk is aan die (s) van de zone (39) van de doorgangsmiddelen (G) die het verst is verwijderd van de dwarsbodem (31) van het bekertje, terwijl de vast-‘35 houdmiddelen (5a) van de vlotter (4a) zijn bestemd om ten minste gedeeltelijk te dringen in de ringvormige ruimte (33) tussen de omtreksmantel (32) en het buitenoppervlak van de hals (2), tijdens de daling van de vlotter, om een dosis van het produkt van de fles die daarin is gestroomd weg te drukken en deze dosis te lozen in de vloeistof (L) van 40 het reservoir. • - t; ίο > ο » «
2. Inrichting volgens conclys.ie 1, met het kenmerk, dat de vast-houdmiddelen (5a) van de vlotter (4a) bestaan uit een gebogen gedeelte (41) welke een rand (42) bezit die radiaal naar binnen is gelegen in de nabijheid van de wand van de hals (2) en die zich in hoofdzaak evenwij- 5 dig aan de hartlijn van de hals uitstrekt, waarbij deze rand (42) kan dringen in de ruimte (33) tussen de omtreksmantel (32) en de hals (2) tijdens de daling van de vlotter.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vast-houdmiddelen (5a) een omwentelingsvorm bezitten, welke een meridiaan 10 toelaten met een in hoofdzaak U-vormig gebogen doorsnede, waarbij de rand (42) van deze doorsnede radiaal naar binnen is gelegen en een cilindrische wand vormt die kan dringen in de genoemde ruimte (33), terwijl de rand die radiaal die naar buiten is gelegen een andere cilindrische wand (43) vormt, die langer is dan de hiervoor genoemde en die 15 is verbonden met de vlotter (4a) voor het laten stromen van het produkt (P) naar de vloeistof (L) van het reservoir.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de ope-ningen (44) liggen naar het uiteinde van de wand (43) die het verst is verwijderd van de fles (1).
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het ken merk. dat de fles (1) is voorzien van een bus (45) waarvan de birinen-diameter groter is dan die van de hals (2), waarbij deze bus (45) de hals omringt en een ringvormige .zone begrenst waarbinnen de vasthoud-middelen (5a) van de vlotter zich kunnen verplaatsen, waarbij het bin- 25 nenoppervlak van deze bus (45) dient als geleiding voor de genoemde vasthoudmiddelen (5a), terwijl het verst van de fles verwijderde uiteinde (46) van deze bus de aanslagmiddelen (B) voor de vlotter (4a) vormt.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de fles 30 aan de basis van de hals (2) een cilindrische schouder (50) draagt waarop de bus (45) is geklemd.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorgangsmiddelen (G) die zijn aangebracht in de hals (2) bestaan uit ten minste een spleet (34, 35), een opening of dergelijke, 35 die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de richting van de hartlijn van de fles uitstrekt, in het bijzonder vanaf de dwarsbodem (31) van de mantel (32) naar de tegenover liggende bodem (36) van de fles.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de axiale lengte (1) van de omtreksmantel (32) ten minste gelijk is aan en in het 40 algemeen groter is dan de axiale lengte (h) van de genoemde spleet of - ·. ~ 5 2 9 t opening (34, 35).
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bekertje (30) is voorzien van een ringvormige groef (38) waarin, in het bijzonder met kracht, de rand (37) van de hals grijpt. 5 ===*= \ ' ' ' 7 * )
NL8600382A 1985-02-25 1986-02-14 Inrichting voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar produkt in een vloeistofreservoir, in het bijzonder een reservoir van een spoelinrichting. NL8600382A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8502666 1985-02-25
FR8502666A FR2577895B1 (fr) 1985-02-25 1985-02-25 Dispositif pour distribuer une dose d'un produit liquide dans un reservoir de liquide, notamment un reservoir de chasse d'eau

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8600382A true NL8600382A (nl) 1986-09-16

Family

ID=9316572

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600382A NL8600382A (nl) 1985-02-25 1986-02-14 Inrichting voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar produkt in een vloeistofreservoir, in het bijzonder een reservoir van een spoelinrichting.

Country Status (7)

Country Link
BE (1) BE904269A (nl)
CH (1) CH666503A5 (nl)
DE (1) DE3605890A1 (nl)
ES (1) ES8704415A1 (nl)
FR (1) FR2577895B1 (nl)
IT (2) IT8653019V0 (nl)
NL (1) NL8600382A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4949403A (en) * 1988-10-19 1990-08-21 Anchor Hocking Corporation Automatic dispenser for flush tanks
WO1999008076A1 (en) * 1997-08-07 1999-02-18 Hennessey, Alan, John Fluid dispensing device
TW568976B (en) 2001-05-11 2004-01-01 Johnson & Son Inc S C Down-stroke dispenser
GB2402945B (en) 2003-06-16 2008-02-20 Jeyes Group Ltd A liquid dispensing device
CN112538885A (zh) * 2020-12-23 2021-03-23 李期仞 液体定量释放装置

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB420701A (en) * 1933-08-08 1934-12-06 Fred Hulse Improvements in or relating to apparatus for delivering predetermined quantities of disinfectant to flushing cisterns
US2967310A (en) * 1957-01-07 1961-01-10 Tidy Chemical Company Liquid dispensing apparatus
US3766570A (en) * 1972-03-23 1973-10-23 Wheaton Industries Liquid dispensing device
US3908209A (en) * 1974-04-15 1975-09-30 Owens Illinois Inc Fluid dispensing apparatus
US4036407A (en) * 1976-03-26 1977-07-19 The Procter & Gamble Company Dosing valve

Also Published As

Publication number Publication date
ES8704415A1 (es) 1987-04-01
IT1187957B (it) 1987-12-23
IT8667141A1 (it) 1987-08-24
DE3605890A1 (de) 1986-08-28
IT8667141A0 (it) 1986-02-24
IT8653019V0 (it) 1986-02-24
BE904269A (fr) 1986-08-25
ES552268A0 (es) 1987-04-01
FR2577895A1 (fr) 1986-08-29
CH666503A5 (fr) 1988-07-29
FR2577895B1 (fr) 1987-04-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5050759A (en) Infant drinking cup
US4189245A (en) Suction producing disposable pump and dispenser
US5857504A (en) Collapsible funnel
US2839763A (en) Dispenser for flush tank deodorant bottle
US2913734A (en) Liquid dispensing apparatus
US2812113A (en) Vented fitment
EP0983012B1 (en) Siphoning device for use in liquid basting and separation
JPS581040B2 (ja) クウキヌキカンオユウスルホツパ
US4346483A (en) Float controlled liquid dispenser
US4285074A (en) Refillable dispensing apparatus
NL8600382A (nl) Inrichting voor het verdelen van een dosis van een vloeibaar produkt in een vloeistofreservoir, in het bijzonder een reservoir van een spoelinrichting.
US4427041A (en) Dispensing and metering devices for liquids
NL1023652C2 (nl) Trechter met vloeistofniveau-indicatie.
US4763817A (en) Measured quantity dispenser
US1182452A (en) Liquid-dispenser.
US1987689A (en) Dispensing device
JP5697096B2 (ja) 液体定量注出容器
US3478934A (en) Metering apparatus
US4131958A (en) Dispensation of concentrated solution into toilet flush tank
US3042085A (en) Condiment holder
US343871A (en) Funnel
US4215580A (en) Fluid sampling apparatus
US1615765A (en) Cream-removing device
US3070266A (en) Dispenser having a float and gravity controlled closure
JPS62113020A (ja) 流体デイスペンサ

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: JOHNSON & SON, INC. S.C. -

BA A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed