NL8600345A - Inrichting voor het toevoeren van patroongordels uit een magazijn aan een machinekanon. - Google Patents

Inrichting voor het toevoeren van patroongordels uit een magazijn aan een machinekanon. Download PDF

Info

Publication number
NL8600345A
NL8600345A NL8600345A NL8600345A NL8600345A NL 8600345 A NL8600345 A NL 8600345A NL 8600345 A NL8600345 A NL 8600345A NL 8600345 A NL8600345 A NL 8600345A NL 8600345 A NL8600345 A NL 8600345A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
belt
channel
ammunition
refill
location
Prior art date
Application number
NL8600345A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kuka Wehrtechnik Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kuka Wehrtechnik Gmbh filed Critical Kuka Wehrtechnik Gmbh
Publication of NL8600345A publication Critical patent/NL8600345A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41AFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
    • F41A9/00Feeding or loading of ammunition; Magazines; Guiding means for the extracting of cartridges
    • F41A9/82Reloading or unloading of magazines
    • F41A9/86Feeding belted ammunition into magazines

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)
  • Replacement Of Web Rolls (AREA)

Description

P & c , % , - -5
w 6399-1 Ned.dB/LdB
Korte aanduiding; Inrichting voor het toevoeren van patroongordels uit een magazijn aan een machinekanon.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting met een geleidingskanaal 5 voor het toevoeren van op een rij in een gordel liggende patronen uit een magazijn aan een machinekanon door middel van een aan de gordel resp. aan de patronen aangrijpende aandrijving, waarbij elke gordelschalm bestaat uit een met geleidingsnokken in het geleidingskanaal geleide dubbele klauw, die de patroon axiaal en radiaal vastlegt, en een enkel-10 voudige klauw, die tussen de dubbele klauw van de aangrenzende gordelschalm, gelijk daarmee liggend, grijpt en draaibaar is, maar in de axiale en in de gordelrichting is vastgelegd en waarbij aangrenzende gordelschalmen door een bijvoorbeeld radiale beweging van elkaar scheidbaar zijn.
15 Bij een groot aantal machinekanonnen in het kalibergebied van ongeveer 12,7 - 40 mm worden gordels gebruikt met demonteerbare gordelschalmen, waarbij verschillende gordelconstructies bekend zijn. De uitvinding betreft zodanige gordels, waarbij elke gordelschalm bestaat uit een dubbele klauw en een daarnaast liggende enkelvoudige klauw, 20 waarbij de dubbele klauw in hoofdzaak de vasthoudfuncties voor de patroon heeft doordat de beide klauwen over meer dan de helft van de omtrek verend om de patroon grijpen en daardoor de patroon radiaal wordt vastgelegd, evenals door middel van daaraan aangebrachte uitsteeksels grijpt in een omtreksgroef van de patroon en daardoor de patroon 25 axiaal vastlegt. De enkelvoudige klauw is in beperkte omvang alzijdig zwenkbaar aangebracht aan een de beide klauwen van de dubbele klauw verbindende rug. Deze enkelvoudige klauw heeft in hoofdzaak de verbindingsfunctie voor de gordel en is op de patroon draaibaar. De enkelvoudige klauw is met zijn naar buiten omgezette zijwaartse randen draaibaar 30 en axiaal vastgelegd gelegerd in groeven aan de naar elkaar toegekeerde zijranden van de beide klauwen van de dubbele klauw, waardoor de gordel zijn schamierbaarheid verkrijgt. De afzonderlijke gordelschalmen worden door axiaal inschuiven van de patronen met elkaar verbonden doordat de patroon telkens de enkelvoudige klauw met behoud van zijn draaibaarhèid 35 radiaal fixeert. De dubbele klauw voert verder de geleiding uit van de gordel in toevoerinrichtingen voor machinekanonnen doordat aan de beide klauwen naar buiten stekende nokken met de afstand van de patroon zijn aangebracht, die grijpen in bijbehorende geleidingsgroeven aan de toevoerinrichtingen.
40 Bij machinekanonnen, in het bijzonder voor zover zij zijn - \ ï f - 2 - gemonteerd op voertuigen, wordt de patroongordel in een meegevoerd magazijn, bijvoorbeeld een ringmagazijn, in lussen opgeslagen en door middel van een machinale aandrijving uit het magazijn via een geleidings-kanaal aan het kanon toegevoerd. Het magazijn is gewoonlijk uitgerust 5 met een nageleidingsaandrijving die er voor zorgt dat de gordel steeds goed in het geleidingskanaal kan inlopen.
Het vullen of navullen van het magazijn met munitie, waarbij het magazijn vaak op slecht toegankelijke plaatsen is aangebracht, geschiedt tot nu toe uitsluitend met de hand buiten het geleidingskanaal, 10 waarbij het van elkaar scheiden van gordelschalmen of het verbinden van gordelschalmen aan de einden door middel van de patroon veel kracht en een grote vingervaardigheid vraagt. Verder moet dit vullen met munitie op een plaats gebeuren waar voldoende plaatsruimte voor deze handelingen is. De hiervoor benodigde tijd voert tot ongewenste stilstandstijden 15 in het gevecht.
De uitvinding beoogt in de eerste plaats een zo veel mogelijk mechanisch werkende inrichting te verschaffen die zonder noemenswaardig ingrijpen met de hand het vullen met munitie mogelijk maakt. In een tweede stap moet de opgave worden opgelost ook het navullen met munitie 20 onder uitschakeling van handarbeid mogelijk te maken.
Uitgaande van de in de aanhef genoemde inrichting wordt de eerste deelopgave opgelost doordat voor het vullen met munitie a) het geleidingskanaal tussen het magazijn en de machinale gordel-aandrijving een delingsplaats heeft en daaronder een op de wijze 25 van een wissel om een dwarsas uit de laadstand zwenkbaar en met een bijvulmunitiekanaal op een lijn brengbaar kanaaldeel heeft.
b) ter plaatse van het kanaaldeel een aan de gordel, resp. aan de patronen aangrijpende h&ndaandrijving voor het toevoeren van een in het bijvul-munitiekanaal liggende bijvulmunitiegordel 30 door het uitgezwenkte kanaaldeel in het naar het magazijn voerende deel van het geleidingskanaal is aangebracht.
c) een op het kanaaldeel inwerkende zwenkinrichting is aangebracht, die na het vullen van het magazijn de bijvulmunitiegordel op de scheidingsplaats tussen het kanaaldeel en het bijvulmunitiekanaal 35 deelt en de onder de deelplaats in het kanaaldeel liggende gordelschalm na het terugzwenken op een lijn brengt met het naar het wapen voerende deel van het geleidingskanaal, waarna d) de gordel door middel van de handaandrijving zo ver in het naar het wapen voerende deel van het geleidingskanaal wordt getrans- 40 porteerd tot hij door de aandrijving naar het wapen resp. door het . * - 3 - -2 « wapen zelf wordt gegrepen.
De uitvinding maakt gebruik van het principe een kort deel van het geleidingskanaal op de wijze van een wissel uit te voeren, die steeds met het naar het magazijn voerende geleidingskanaal in verbinding 5 staat en naar keuze met het naar het wapen voerende deel.van het geleidingskanaal resp. met het bijvulmunitiekanaal op een lijn kan worden gebracht. Door middel van de handaandrijving kan enerzijds de bijvul-munitiegordel zo ver in het magazijn worden gebracht dat hij automatisch door de magazijnaandrijving wordt nagetrokken. Is de gewenste gordellengte 10 in het magazijn opgeslagen dan wordt het kanaaldeel teruggezwenkt en op een lijn gebracht met het naar het kanon voerende geleidingskanaal.
Daarbij is de zwenkinrichting zo uitgevoerd dat deze automatisch de het laatste in het kanaaldeel binnengekomen gordelschalm van de bijvulmunitiegordel scheidt en deze gordelschalm in de laadstand meeneemt.
15 Daar wordt weer door middel van de handaandrijving, die op de zich in het kanaaldeel bevindende gordelschalmen resp. patronen aangrijpt,de gordel zo ver uit het magazijn getrokken en in het naar het machinekanon voerende kanaal gevoerd tot het voorste gordeleinde door de naar het wapen voerende aandrijving resp. door het wapen zelf wordt overgenomen.
20 Het vullen met munitie en het wisselen van gordel vindt dus langs zuiver mechanische weg plaats en is daardoor absoluut bedrijfszeker en reproduceerbaar. Als handarbeid blijft alleen nog het omleggen van de "wissels" en het bedienen van de handaandrijving voor het transporteren van de gordel over een relatief kort stuk over. Het vullen met munitie 25 kan dus in korte tijd plaatsvinden, zodat het wapen weer snel gevechts-klaar is.
De uitvinding geeft verder de mogelijkheid het tweede deel van de bovengenoemde opgave op te lossen doordat voor het bijvullen met munitie de zwenkinrichting de beide, op de deelplaats tussen het kanaal-30 deel en het geleidingskanaal liggende^gordelschalmen van de zich in de laadstand bevindende gordel van elkaar scheidt, de daarboven liggende gordelschalm uit de zwenkbaan van het kanaaldeel beweegt, de er onderliggende gordelschalm tezamen met de zich daarin bevindende patroon in het bijvulmunitiekanaal zwenkt en met een corresponderende lege gordel-35 schalm aan het voorlopende einde van de bijvulmunitiegordel verbindt, vervolgens de bijvulmunitiegordel in het magazijn transporteerbaar is tot de met een patroon bezette gordelschalm daarvan zich aan het nalopende einde in het kanaaldeel bevindt en tenslotte de zwenkinrichting na het terugzwenken van het kanaaldeel naar de laadstand de zich boven 40 de deelplaats bevindende gordelschalm naar zijn uitgangsstand terug % - - 4 - beweegt en daarbij op de gordelschalm in het kanaaldeel aansluit.
Bij een gevechtsklaar kanon bevindt zich nog een doorlopende gordel tussen het magazijn en het machinekanon. Een bijvullen van munitie is dan nodig wanneer hetzij nog slechts een korte gordellengte 5 of ook een voor een bepaalde gevechtstaak niet voldoende gordellengte in het magazijn aanwezig is. Met de inrichting volgens de uitvinding wordt de van het magazijn naar het machinekanon voerende gordel op een willekeurige, indien mogelijk echter gemakkelijk toegankelijke plaats gedeeld, het van het magazijn tot in het zwenkbare kanaaldeel lopende 10 deel van de gordel na het zwenken van het kanaaldeel aan de bijvul-munitiegordel aangebracht en bij de zwenkbeweging ervan verbonden met het voorlopende einde van de bijvulmunitiegordel. In deze stand kan dan de bijvulmunitiegordel in het magazijn worden gevoerd, hetgeen eventueel automatisch met de navoeraandrijving van het magazijn gebeurt.
15 Is de gewenste gordellengte in het magazijn opgeslagen dan wordt het kanaaldeel teruggezwenkt, waarbij de gordelschalm, die het laatste het kanaaldeel is binnengelopen, van de bijvulmunitiegordel wordt gescheiden en in de laadstand aangesloten aan de zich direct boven de deelplaats bevindende gordelschalm, zodat de naar het machinekanon lopende gordel 20 weer gesloten is. Door de speciale constructie van de gordels is het nodig na het delen van een gordelschalm ter plaatse van de deelplaaps van het kanaaldeel naar het naar het machinekanon voerende geleidings-kanaal de laatste zich daarin bevindende gordelschalm uit de zwenkbaan van het kanaaldeel weg te bewegen en de eerste zich in het kanaaldeel 25 bevindende gordelschalm tezamen met de zich daarin bevindende patroon in de munitievulstand mee te nemen, waar deze schalm met een daar aan het voorlopende einde aangebrachte lege. gordelschalm wordt verbonden.
Na het vullen met munitie en het daarop volgende terugzwenken van het kanaaldeel bij gelijktijdig delen van de bijvulmunitiegordel bereikt 30 weer een gordelschalm met ingezette patroon de stand direct beneden de deelplaats. Daarna wordt de zich daar bevindende lege gordelschalm weer naar de uitgangsstand teruggezwenkt en op de zich daar bevindende patroon gedrukt, zodat de gordel gesloten is en geen lege plaatsen heeft. Op deze wijze is ook het bijvullen van munitie tijdens het ge-35 vecht in zeer korte tijd mogelijk.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is er voor gezorgd dat de zwenkinrichting de direct beneden de deelplads liggende dubbele klauw - - van de voor de helft boven de deelplaats fyiggende gordelschalm uit de zwenkbaan van het kanaaldeel beweegt, de daarmee corresponderende 40 enkelvoudige klauw van de daaronder liggende gordelschalm tezamen met de • ' ..v / -y * i - 5 - zich daarin bevindende patroon en het kanaaldeel naar het bijvulmunitie-kanaal zwenkt, daar in de ledige dubbele klauw van de voorlopende gordelschalm van de bijvulmunitiegordel voert en na het vullen met munitie het kanaaldeel tezamen met de juist binnengelopen enkelvoudige klauw 5 van de bijvulmunitiegordel met inliggende patroon in de laadstand terug- zwenkt en de dubbele klauw van de boven de deelplaats liggende gordelschalm in zijn uitgangsstand terug beweegt, waarbij deze zich op de enkelvoudige klauw en de patroon schuift en daardoor de gordel weer sluit.
Met deze uitvoering wordt rekening gehouden met de constructieve 10 bijzonderheden van de gordel, waarbij de kinematica van de zwenkinrichting zodanig is uitgevoerd, dat de verschillende bewegingen over de kortste afstanden kunnen plaatsvinden.
Volgens een gunstig uitvoeringsvoorbeeld bestaat de handaandrij-ving uit een van een opsteekkruk. voorzien sterwiel met een met de gordel-15 steek overeenkomende plaatsing van de tussen de patronen grijpende ster-armen en is het sterwiel aan het kanaaldeel gelegerd en met dit deel uit de laad- in de munitietoevoerstand en terug zwenkbaar.
De op zeer eenvoudige wijze uitgevoerde handaandrijving volgt dus de beweging van het kanaaldeel en kan zijn functie zowel in 20 de munitiestand als ook in de laadstand uitvoeren. Zowel bij het vullen met munitie als ook bij het navoeren van de gordel uit het magazijn in het naar het kanon voerende kanaal zijn slechts enkele omwentelingen van de handkruk nodig, daar daarna bij de munitietoevoer de gordel door de aandrijving van het magazijn en bij het laden van de gor-25 del door middel van de machinale aandrijving in het geleidingskanaal wordt nagetrokken.
Verdere gunstige uitvoeringen van de uitvinding zijn gekenmerkt door de conclusies 5-18.
Met de kenmerken van conclusie 5 wordt het sterwiel van de 30 handaandrijving tegelijk gebruikt als blokkering voor de zich in het kanaaldeel bevindende gordel, zodat tijdens het gehele delen en koppelen dit deel van de gordel binnen het kanaaldeel steeds een bepaalde plaats inneemt, die een goed delen en aansluiten v^an de gordels mogelijk maakt. Op soortgelijke wijze is volgens conclusie 6 35 een teruglooppal voor de naar het kanon voerende gordel aangebracht om de laatste, zich boven de deelplaats bevindende gordelschalm goed te plaatsen, waarbij deze teruglooppal volgens conclusie 7 op de laatste resp. direct vóór de deelplaats liggende patroon aangrijpt en deze vastzet.
40 Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens conclusie 8 wordt behalve .-6- V ' de in het gebied van de deelplaats liggende gordelschalm ook een wanddeel van het kanaaldeel vóór het omzwenken daarvan naar de munitiestand uit de zwenkbaan bewogen, zodat deze gordelschalm ook bij deze beweging in de geleiding blijft. Volgens conclusie 9 wordt de bovenste, zich 5 in het kanaaldeel direct beneden de deelplaats bevindende/patroon door een meenemer vastgezet en daardoor weer enerzijds gefixeerd en anderzijds goed geplaatst teneinde het bij het zwenken van het kanaaldeel meebewegende deel van de gordelschalm en de patroon goed met de in het bijvulmunitiekanaal liggende voorlopende lege gordelschalm te 10 kunnen verbinden. Deze meenemer is telkens in de munitiestand en in de laadstand naar een stand buiten de gordelbaan zwenkbaar. Voor de meenemer en de teruglooppal boven de deelplaats is volgens conclusie 10 een blokkering aangebracht, die waarborgt dat deze delen niet ontijdig bij lopende gordel in de gordelbaan komen. Uitvoeringen van deze blokkering zijn 15 opgenomen in conclusies 11 en 12.
Teneinde bij het toevoeren van de bijvulmunitiegordel de voorlopende lege gordelschalm eveneens juist te plaatsen, resp. de bijvulmunitiegordel in de laadstand te houden, is volgens conclusie 13 aan het kanaaldeel een in de gordelbaan van de bijvulmunitiegordel uitste-20 kende schoen aangebracht, die de bijvulmunitiegordel eerst in de munitiestand vrijgeeft.
Met de uitvoeringsvormen volgens conclusie 14 en 15, waarbij in de zwenkhefboom een leibaan is aangebracht voor een aan het kanaaldeel aangebrachte leitap, wordt door de vorm van de leibaan een passende 25 beweging en in de munitiestand en laadstand een soort dodepuntstand gegeven, welke een ontijdige of onbedoelde wijziging van de plaats beletten, resp. die slechts met bewuste krachtsuitoefening kan worden overwonnen.
Door de dubbele uitvoering van de zwenkhefboom volgens 30 conclusie 16 ontstaat een symmetrische krachtsoverbrenging en krachtsin-voering, waarbij dagrijpstang, die de beide zwenkhefbomen verbindt, een breed aangrijpvlak biedt voor het bedienen van de zwenkinrichting.
Het omleggen van het als wissel werkende kanaaldeel kan door middel van een enkele handgreep plaatsvinden, doordat de grijpstang uit 35 de ene in de andere stand wordt gezwenkt. Teneinde het bijvulmunitiekanaal, dat bij voorkeur als flexibel kanaal is uitgevoerd, goed tegen het zwenkbare kanaaldeel te kunnen aanleggen, is volgens conclusie 17 aan het geleidingskanaal een kraagarm met passende vormgeving aangebracht. Deze kraagarm kan volgens conclusie 18 tegelijk een aanslag hebben, die 40 de meenemer voor het fixeren van de bovenste patroon in het kanaaldeel - . » x ·. j J>' * - 7 - in de munitiestand van de patroon af drukt.
Met de kenmerken van conclusie 19 worden alle delen volgens de uitvinding tot een constructie-eenheid samengevoegd, welke via flenzen aan de eindsiin een geleidingskanaal kan worden ingebouwd.
5 Deze bouweenheid kan ook op elk ogenblik achtjeraf in aanwezige geleidings-kanalen worden geplaatst door uitnemen van een overeenkomstig deel.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn weergegeven.
10 Fig. 1 is een aanzicht van een enkele gordelschalm.
Fig. 2-8 tonen verschillende standen van een uitvoeringsvorm van de inrichting in zij-aanzicht.
Fig. 9 is een doorsnede volgens IX - IX van fig. 7.
Fig. 10 toont een vergroot detailaanzicht van de inrichting in 15 de stand volgens fig. 6, en
Fig. 11 is een met fig. 10 overeenkomend aanzicht van de inrichting in de stand volgens fig. 7.
De in fig. 1 weergegeven gordelschalm bestaat uit een enkelvoudige klauw 1 en een dubbele klauw 2 met twee op een afstand van elkaar 20 aangebrachte klauwen 3, 4, welke alle als persvormdelen van metaalplaat zijn gevormd. De enkelvoudige klauw 1 is door een in alle richtingen begrensd beweegbare verbinding 5 aan de dubbele klauw 2 aangesloten.
De enkele klauw 1 en de dubbele klauw 2 zijn schaalvormig uitgevoerd, waarbij de randen 6 van de beide klauwen 3, 4 van de dubbele klauw 2 25 naar binnen zijn getrokken, zodat zij meer dan een halve cirkelboog omvatten.
De zijranden 7 van de enkelvoudige klauw 1 zijn naar buiten omgezet, terwijl de dubbele klauw 2 ter plaatse van de naar elkaar toegekeerde zijranden van de deze klauw vormende klauwen 3, 4 twee groeven 30 8 heeft. Verder heeft de dubbele klauw 2 ongeveer axiaal verlopende geleidingsnokken 9, die uit het vlak van het schaalprofiel naar buiten zijn gedrukt, dus op een grotere diameter liggen dan de door de klauwen 3, 4 gevormde schalen. Verder heeft de dubbele klauw 2 naar binnen stekende uitsteeksels 10 die, evenals de nokken 9, ter plaatse van de 35 top van de klauwen 3, 4 liggen.
De in fig. 1 weergegeven gordelschalmen worden tot een patroongordel samengesteld doordat de enkelvoudige klauw 1 - in fig. 1 van boven - met zijn omgezette zijranden 7 in de groeven 8 van de dubbele klauw 2 wordt gelegd. Daarbij vormen de groeven 8 enerzijds een 40 draaileger, anderzijds een axiale fixering voor de enkelvoudige klauw 1.
► £ - 8 -
De enkelvoudige klauw 1 ligt met zijn schaalvlak gelijk met de schaal-vlakken 3, 4 van de dubbele klauw 2. Vervolgens wordt axiaal een patroon 11 ingeschoven, die door de in de dubbele klauw 2 liggende enkelvoudige klauw 1 radiaal wordt gefixeerd. Daardoor zijn aangrenzende gordelschal- 5 men met elkaar verbonden. De patroon 11 is in de radiale richting geborgd door de klauwen 3, 4, welke de patroon over meer dan de helft van zijn omtrek omvatten, terwijl de patroon in de axiale richting is vastgelegd doordat een der uitsteeksels 10 in een bijbehorende omtreksgroef aan de patroonhuls grijpt. Eventueel kan ook slechts een enkel uitsteeksel 10 10 zijn aangebracht om de patroon 11 ten opzichte van de gordel in een bepaalde richting te richten.
Een op deze wijze volledig gemaakte gordel kan met de radiaal uitstekende geleidingsnokken 9 in bijbehorende geleidingsgroeven 12 (zie fig. 9) van een toevoerkanaal worden gevoerd.
15 In fig. 2 is een Vergelijk geleidingskanaal 13 weergegeven, dat tussen een niet weergegeven, in de richting van de pijl 14 liggend magazijn en een eveneens niet weergegeven, in de richting van de pijl 15 liggend machihekanon is aangebracht. Aan dit geleidingskanaal is de inrichting volgens de uitvinding, die in zijn geheel met 16 is aangeduid, 20 aangebracht. Deze heeft eerst een kanaaldeel 17 dat is aangebracht tussen het naar het machinekanon voerende deel 18 en het van het magazijn komende deel 19 van het geleidingskanaal 13. Tussen het deel 18 en het kanaaldeel 17 is een ongeveer cirkelboogvormige deelplaat 20 aanwezig.
Het kanaaldeel 17 is zwenkbaar om een dwarsas 21 gelegerd. Verder is 25 een zwenkinrichting 22 aangebracht, met een met de hand te bedienen zwenkhefboom 23, die op een dwarsas 24 aan het deel 18 van het geleidingskanaal 13 is gelegerd. De zwenkhefboom 23 heeft tussen de beide dwarsassen 21, 24 een leibaan 25 voor een zich aan het kanaaldeel 17 bevindende leitap 26.
30 Aan het kanaaldeel 17 is verder een in zijn geheel met 27 aan geduide handaandrijving aangebracht, bestaande uit een dwars op het geleidingskanaal 13 en zijdelings verschoven ten opzichte daarvan gelegerd sterwiel 28 en een handkruk 29 (fig. 3) . Het sterwiel 28 heeft sterarmen 30 die wat plaats en steek betreft overeenkomen met de gordel-35 steek en grijpen tussen de patronen in de gordels, die in het kanaaldeel 17 liggen. Door draaien aan de kruk 29 kan het zich in het kanaaldeel 17 bevindende gordeldeel naar boven of naar beneden worden getransporteerd. Voor de in het deel 18 van het geleidingskanaal 13 lopende gordel is een niet weergegeven machinale aandrijving aanwezig.
40 In fig. 2 is de grondstand zonder munitiebelading weergegeven, . · ·~ι • * * - 9 - waarbij het deel 19 van het geleidingskanaal 13, het kanaaldeel 17 en het deel 18 van het geleidingskanaal 13 op een lijn met elkaar liggen. Moet het magazijn met munitie worden gevuld, dan wordt het kanaaldeel 17 uit de stand volgens fig. 2 door middel van de zwéïikhef-5 boom 23 in de stand volgens fig. 3 gezwenkt, waarbij de leitap 26 van een einde van de leibaan 25 naar het andere einde beweegt. In de stand volgens fig. 3 ligt het kanaaldeel 17 op een lijn met een bijvulmunitiegordel 31, die in een bij voorkeur flexibel bijvulmunitie-kanaal 32 zo ver wordt toegevoerd totdat de eerste patroon 33, resp.
10 het voorlopende einde 34 van de bijvulmunitiegordel 31 zo ver in het kanaaldeel 17 is binnengedrongen dat deze of dit tegen het sterwiel 28 aanligt. Door draaien aan de handkruk 29 in de richting van de pijl 35 (fig. 4) wordt de bijvulmunitiegordel door het kanaaldeel 17 heen in het naar het magazijn voerende deel 19 van het geleidingskanaal 15 getransporteerd. Na enkele omdraaiingen aan de handkruk 29 zit de gordel zo ver in het magazijn dat hij door de beweging daarvan verder wordt aangetrokken. Nadat het vullen met munitie heeft plaatsgevonden wordt de zwenkinrichting 22 met het kanaaldeel 17 door middel van de handhefboom 23 naar de in fig. 5 weergegeven stand verder gezwenkt.
20 Daarbij wordt de op de deelplaats tussen het kanaaldeel 17 en het bijvulmunitiekanaal 32 liggende gordelschalm gedeeld doordat de direct beneden de deelplaat liggende enkelvoudige klauw tezamen met de patroon wordt meegenomen. In fig. 5 is dan de laadstand bereikt waarbij door middel van de handkruk 29 door enkele omdraaiingen de gordel 37 25 uit het magazijn en door het kanaaldeel 17 in het naar het machine- kanon voerende deel 18 van het geleidingskanaal 13 wordt getransporteerd totdat de gordel door de machinale gordelaandrijving wordt gegrepen.
Aan het kanaaldeel 17 is, zoals blijkt uit fig. 5, zijdelings een schoen 39 aangebracht, die tot in de baan van de bijvulmunitie-30 gordel 31 uitsteekt en bij het delen van de bijvulmunitiegordel de daar leeg achterblijvende dubbele klauw 38, die nu het voorlopende einde van de bijvulmunitiegordel 33 vormt, steunt, zodat de bijvulmunitiegordel 31 wordt tegengehouden en op zijn juiste plaats blijft.
Terwijl fig. 2-5 enige standen bij het met munitie vullen 35 tonen, is in fig. 6-8 het bijvullen van munitie weergegeven.
Uit de laadstand volgens fig. 5, waarin de gordel 37 van het magazijn naar het machinekanon loopt, wordt het kanaaldeel 17 met de zwenkinrichting 22 en de daarbij behorende zwenkhefboom 23 weer in de munitie-vulstand volgens fig. 6 gezwenkt. Daarbij worden de beide, de deelplaats 40 20 tussen het kanaaldeel 17 en het deel 18 van het geleidingskanaal 13 - 10 - w i overbruggende gordelschalmen gescheiden en wordt de in het deel 18 achterblijvende gordelschalm resp. de ledige dubbele klauw 40 daarvan uit de zwenkbaan van het kanaaldeel 17 weg bewogen. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld draait de gordelschalm om de laatste zich in het 5 deel 18 van het geleidingskanaal 13 bevindende patroon 41. Daartoe heeft het kanaaldeel 17 een gescheiden wanddeel 42, dat is voorzien van een geleiding voor de nokken aan de dubbele klauw 40 en aan de zwenkinrichting 22 is aangebracht. Bij deze zwenkbeweging wordt de onder de deelplaats 20 liggende enkelvoudige klauw 43 met ingezette patroon 44 in de munitie-10 inbrengstand bewogen, waarbij de enkelvoudige klauw 43 de zich daar bevindende dubbele klauw 38 (fig. 5) van de bijvulmunitiegordel binnendringt en de patroon 44 in de dübbekle klauw wordt gedrukt. Daarmee is de in het kanaaldeel 17 liggende gordel aan het voorlopende einde van de bijvulmunitiegordel 31 aangesloten, zodat weer met de handkruk 29 en het sterwiel 15 28 de bijvulmunitiegordel in het magazijn kan worden getransporteerd.
Is het magazijn voldoende gevuld, dan wordt het kanaaldeel weer teruggezwenkt. Daarbij beweegt weer een onder de deelplaats in het kanaaldeel liggende enkelvoudige klauw met een inliggende patroon naar de laadstand volgens fig. 7.
20 Kort voor het bereiken van de laadstand wordt met de zwenk inrichting 22 de ledige dubbele klauw 40 met het deze klauw geleidende wanddeel 42 naar de uitgangsstand teruggezwenkt,waarbij de dubbele klauw met zijn groeven over de zijranden van de onder de deelplaats 20 liggende enkelvoudige klauw 45 grijpt en op de zich daar bevindende “ 25 patroon 45a wordt gedrukt. In deze stand is het zich in het deel 18 van het geleidingskanaal 13 bevindende gordeleinde aan het voorlopende gordeleinde in het kanaaldeel 17 aangesloten, zodat in de stand volgens fig. 8 geschoten kan worden.
In fig. 10 en 11 zijn de afzonderlijke delen van de zwenkin-30 richting 22 nader zichtbaar. Daarbij toont fig. 10 een met fig. 6 en fig.
11 een met fig. 7 overeenkomende stand. De zwenkhefboom 23 heeft, zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 11, een driehoekige verbreding 46, waarin de leibaan 25 is aangebracht. Deze is zodanig knievormig uitgevoerd dat aan de einden 47, 48 telkens een soort dodepuntstand voor de leitap 26 35 is gevormd. Het sterwiel 28 is voorzien van een klinkpal 49, die in geblokkeerde toestand een teruglooppal voor het zich in het kanaaldeel 17 bevindende deel van de gordel vormt. Door aflichten van de klinkpal 49 kan het sterwiel 28 bij het vullen, resp. navullen met munitie voor het transporteren van de bijvulmunitiegordel naar het magazijn dienen.
40 Aan de zwenkirjrichting 22 is een tweede teruglooppal 50 voor de zich in n y · - 11 - het deel 18 van het geleidingskanaal 13 bevindende gordel aangebracht. Verder zit aan de zwenkinrichting een meenemer 51 direct onder de deelplaats 20. Deze meenemer is evenals de teruglooppal 50 in de laadstand door middel van een aan de zwenkhefboom 23 aangebrachte 5 aanslag 52 in een punt buiten de gordelbaan geblokkeerd. Tussen de aanslag 52 en de meenemer 51 is een veerorgaan 53 aangebracht, dat in de laadstand volgens fig. 11 door de aanslag 52 is uitgeschakeld. Bij het omhoog zwenken van de zwenkhefboom 23, waarbij de leitap 26 van het einde 46 van de leibaan 25 via de knie naar het einde 48 beweegt, 10 dat deze tap bereikt wanneer het kanaaldeel 17 in de munitievulstand staat, komt de aanslag 52 vrij van het veerorgaan 53, zodat het vrijmaak-orgaan 25 komt aan te liggen tegen de laatste patroon 41 in het deel 18 van het geleidingskanaal 13 en deze vastzet, terwijl de meenemer 52 komt aan te liggen tegen de patroon 44 en deze tezamen met de enkel-15 voudige klauw vastzet in het kanaaldeel 17. Hierdoor kunnen noch het zich in het deel 18 van het geleidingskanaal 13, noch het zich in het kanaaldeel 17 bevindende gordeldeel teruglopen. Na het delen van de beide tegen de deelplaats 20 drukkende gordelschalmen wordt de dubbele klauw 40 met het wanddeel 42 om de patroon 41 naar boven gezwenkt (fig. 10) 20 en wordt de door de meenemer 51 in het kanaaldeel 17 vastgezette patroon 44 met de enkelvoudige klauw in de zich in de munitievulstand bevindende ledige dubbele klauw 43 gelegd resp. gedrukt. Tegen het einde van de beweging wordt de meenemer 51, zoals aangeduid in fig. 10, weer tegen de werking van het veerorgaan 53 in van de patroon 44 afgeheven, 25 zodat de gordel door het kanaaldeel 17 kan bewegen.
Aan het deel 18 van het geleidingskanaal 13 is een kraagarm 54 aangebracht, die aan zijn vrije einde een uitsteeksel 55 voor het bijvulmunitiekanaal 31 en een aanslag 56 heeft, waar tegen het veerorgaan 53 aanloopt. Tegelijk is aan het uitsteeksel 55 een het uitgezwenkte 30 banddeel 42 met de geleiding voor een dubbele klauw aanvullende geleiding voor de in de munitievulstand ledige dubbele klauw aangebracht.
De gehele uit het kanaaldeel 17, de zwenkinrichting 16 en de kraagarm 54 bestaande inrichting is samengevoegd tot een constructieeenheid met flenzen 57, 58 aan de einden, welke eenheid telkens achteraf in 35 aanwezige geleidingskanalen kan worden geplaatst na het uitnemen van een overeenkomstig stuk.
De zwenkhefboom 23 is dubbel uitgevoerd, waarbij telkens een hefboom aan elke zijde van het geleidingskanaal 13 is aangebracht en de beide hefbomen door een grijpstang 59 met elkaar zijn verbonden.
40 --------
J

Claims (19)

1, Inrichting met een geleidingskanaal voor het toevoeren van op een rij in een gordel aangebrachte patronen uit een magazijn naar een machinekanon door middel van een aan de gordel resp. aan de patronen aangrijpende aandrijving, waarbij elke gordelschalm bestaat uit een 5 met geleidingsnokken in het geleidingskanaal geleide dubbele klauw, die de patroon axiaal en radiaal fixeert, en een enkelvoudige klauw, welke tussen de dubbele klauw van de aangrenzende gordelschalm, daarmee gelijk-liggend en draaibaar, maar in axiale en in de gordelrichting gefixeerd, grijpt en aangrenzende gordelschalmen door een ongeveer radiale beweging 10 van elkaar scheidbaar zijn, met het kenmerk, dat voor het met munitie vullen a) het geleidingskanaal(13) tussen het magazijn en de machinale gordelaandrijving een deelplaats (20) en daaronder een op de wijze van een wissel om een dwarsas (21) uit de laadstand zwenkbaar en 15 met een bijvulmunitiekanaal (32) op een lijn brengbaar kanaaldeel (17) heeft, b) ter plaatse van het kanaaldeel(17) een aan de gordel resp.aan de patronen aangrijpende handaandrijving (27) voor het toevoeren van een in het bijvulmunitiekanaal (32) liggende bijvulmunitiegordel 20 (31) door het uitgezwenkte kanaaldeel (17) in het naar het magazijn voerende deel (19) van het geleidingskanaal (13) is aangebracht, c) een op het kanaaldeel (17) inwerkende zwenkinrichting (22) is aangebracht, die na het vullen van het magazijn de bijvulmunitiegordel (31) op de deelplaats (20) tussen het kanaaldeel (17) en het 25 bijvulmunitiekanaal (32) deelt en de onder de deelplaats in het kanaaldeel liggende gordelschalm (34) na het terugzwenken op een lijn met het naar het wapen voerënde deel (18) van het geleidingskanaal (13) brengt, waarna d) de gordel (37) door middel van de handaandrijving (28, 29) zo ver 30 in het naar het wapen voerende deel (18) van het geleidingskanaal (13) wordt getransporteerd totdat deze door de aandrijving wordt gegrepen.
2. Inrichting, in het bijzonder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor het bijvullen van munitie de zwenkinrichting (22) de 35 beide op de deelplaats (20) tussen het kanaaldeel (17) en het geleidingskanaal (13) liggende gordelschalmen van de zich in de laadstand bevindende gordel deelt, de daarboven liggende gordelschalm (40) uit de - 13 - zwenkbaan van het kanaaldeel (17) beweegt, de er onder liggende gordel-schalm (43) tezamen met de zich daarin bevindende patroon (44) in het bijvulmunitiekanaal (32) zwenkt en met een corresponderende lege gordel-schalm aan het voorlopende einde van de bijvulmunitiegordel (31) verbindt, 5 de bijvulmunitiegordel (31) in het magazijn transporteerbaar is totdat de met patronen bezette gordelschalm daarvan zich aan het nalopende einde in het kanaaldeel (17) bevindt, en de zwenkinrichting (22) na het terugzwenken van het kanaaldeel(17) naar de laadstand de boven de deel-plaats (20) liggende gordelschalm (40) naar zijn uitgangsstand terug be-10 weegt en daarbij aan de gordelschalm in het kanaaldeel (17) aansluit.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met hetkenmerk, dat de zwenkinrichting (22) de direct onder de deelplaats (20) liggende dubbele klauw (40) van de voor de helft boven de deelplaats liggende gordelschalm uit de zwenkbaan van het kanaaldeel (17)beweegt, de hiermee 15 corresponderende enkelvoudige klauw (43) van de daaronder liggende gordelschalm tezamen met de zich daarin bevindende patroon (44) en het kanaaldeel (17) aan het bijvulmunitiekanaal (32) zwenkt, daar in de ledige dubbele klauw van de voorlopende gordelschalm van de bijvulmunitiegordel (31) voert en na het munitioneren het kanaaldeel tezamen met de zich 20 aan het nalopende einde van de bijvulmunitiegordel bevindende enkelvoudige klauw (45) met inliggende patroon (45a) naar de laadstand terugzwenkt en de dubbele klauw (40) van de boven de deelplaats liggende gordelschalm naar zijn uitgangsstand terug beweegt, waarbij deze klauw op de enkelvoudige klauw en de patroon schuift en daardoor de gordel weer sluit.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de handaandrijving (27) bestaat uit een van een opsteekkruk (29) voorzien sterwiel (28) met een met de gordelsteek overeenkomende plaatsing van de tussen de patronen grijpende sterarmen (30), en het sterwiel (28) aan het kanaaldeel (17) is gelegerd en daarmee uit de laadstand naar 30 de munitievulstand en terug zwenkbaar is.
5. Inrichting volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het sterwiel (28) een klinkpal (49) heeft en in de blokkeerstand als blokkering voor de zich in het kanaaldeel (17) bevindende gordel dient.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat direct boven de deelplaats (20) tussen het kanaaldeel (17) en het naar het wapen voerende deel (18) van het geleidingskanaal (13) een in- en uitschakelbare teruglooppal (50) voor de zich in dit deel van het geleidingskanaal bevindende gordel is aangebracht.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het - 14 - V kenmerk, dat de teruglooppal (50) is aangebracht aan de zwenkinrichting (22) en bij het uitzwenken van het kanaaldeel (17) uit een stand buiten de gordelbaan naar een in het geleidingskanaal (13) grijpende en de direct boven de deelplaats (20) liggende patroon (41) vastzettende 5 stand beweegbaar is.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kanaaldeel (17) direct onder de deelplaats (20) een gedeeld wanddeel (42) met een gedeelte van de geleiding voor de nokken (9) van een dubbele kieuw (40) heeft en dat dit wanddeel is aan- 10 gebracht aan de zwenkinrichting (22) en bij de beweging daarvan tezamen met de dubbele klauw (40) zonder patroon een zwenkbewegin om de as van de direct boven de deelplaats (20) liggende patroon (41) uitvoert.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het kanaaldeel (17) een zich in de laadstand 15 buiten de gordelbaan bevindende meenemer (51) is gelegerd, die bij het begin van de zwenkbeweging van het kanaaldeel (17) naar een de direct onder de deelplaats (20) aanwezige patroon (44) in de enkelvoudige klauw vastzettende stand beweegbaar is en met behoud van deze stand met het kanaaldeel (17) naar de munitioneerstahd zwenkbaar is en na het 20 koppelen van de enkelvoudige klauw met de voorlopende ledige dubbele klauw van de bijvulmunitiegordel (31) en indrukken van de patroon daarin, naar een stand buiten de gordelbaan terug beweegbaar is.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meenemer (51) en de teruglooppal (50) voor de zich boven 25 de deelplaats (20) bevindende gordel in de laadstand in een stand buiten de gordelbaan zijn geblokkeerd.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de blokkering wordt gevormd door een aan de zwenkinrichting (22) aangebrachte, in de laadstand werkzame aanslag (52). 30
12.Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de aanslag (52) en de meenemer (51) een in de laadstand geblokkeerd veerorgaan (53) is aangebracht, dat de meenemer (51) bij onwerkzame aanslag (52) op de zich onder de deelplaats (20) bevindende patroon (44) drukt en na het zwenken van het kanaaldeel (17) naar de 35 munitioneerstand door een daar aangebrachte aanslag (56) weer wordt teruggedrukt.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het kanaaldeel (17) een in de laadstand tot in de baan van de bijvul-munitiegordel (31) reikende, een inloopblokkering en 40 tegelijk een plaatsingsaanslag voor de bijvulmunitiegordel (31) vormende • 3 J J - 15 - schoen (39) is aangëbracht, die eerst tegen het einde van de zwenk-beweging van het kanaaldeel (17) de bijvulmunitiegordel (31) vrijgeeft.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zwenkinrichting (22) bestaat uit een direct boven de 5 deelplaats (20) van het geleidingskanaal (18) aan een loodrecht op de patroonas staande zwenkas (24) gelegerde hefboom (23), waaraan tussen deze zwenkas (24) en de dwarsas (21) van het kanaaldeel (17) een leibaan (25) voor een aan het kanaaldeel (17) aangebrachte leitap (26) is aangebracht.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de leibaan (25) in hoofdzaak dwars op het verloop van de hefboom staat en knievormig is, met telkens een dodepuntstand voor de leitap (26) aan de einden (47, 48).
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de zwenkhefboom (23) dubbel is uitgevoerd, waarbij telkens een zwenkhefboom aan tegenovergestelde zijden van het geleidingskanaal is gelegerd en de beide zwenkhefbomen aan hun vrije einde door een grijpstang (59) zijn verbonden.
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat aan het geleidingskanaal (18) boven de deelplaats (20) een in de munitioneerstand uitstekende kraagarm (54) is aangebracht, die dient voor het aanzetten van het bijvulmunitiekanaal (32).
18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de kraagarm (54) de de meenemer (51) aan het kanaal- 25 deel (17) in de munitioneèrstand van de patroon af drukkende aanslag (56) is aangebracht.
19. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zwenkbare kanaaldeel (17), de zwenkinrichting (22) en alle daaraan aangebrachte delen en een ongeveer met een halve 30 gordellengte overeenkomend deel van het boven de deelplaats (20) liggende geleidingskanaal (18) tot een constructie-eenheid zijn samengevoegd, die door middel van flenzen (57, 58) aan de einden in het geleidingskanaal (13) tussen het magazijn en het machinekanon plaatsbaar is. 35 40
NL8600345A 1985-03-22 1986-02-12 Inrichting voor het toevoeren van patroongordels uit een magazijn aan een machinekanon. NL8600345A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3510308 1985-03-22
DE19853510308 DE3510308A1 (de) 1985-03-22 1985-03-22 Vorrichtung zum zufuehren von patronengurten aus einem magazin zu einer maschinenkanone

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8600345A true NL8600345A (nl) 1986-10-16

Family

ID=6265956

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600345A NL8600345A (nl) 1985-03-22 1986-02-12 Inrichting voor het toevoeren van patroongordels uit een magazijn aan een machinekanon.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4686887A (nl)
BE (1) BE904451A (nl)
CH (1) CH669840A5 (nl)
DE (1) DE3510308A1 (nl)
NL (1) NL8600345A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3838758A1 (de) * 1988-11-16 1990-05-17 Kuka Wehrtechnik Gmbh Vorrichtung zum zufuehren von geschossmunition an panzerfahrzeugen
US5905224A (en) * 1998-06-18 1999-05-18 Paul William Jordan Pulley belt magazine
DE102004019502A1 (de) 2004-04-22 2005-11-17 Rheinmetall Landsysteme Gmbh Munitionsmagazin
DE102004035634A1 (de) 2004-04-22 2005-11-10 Rheinmetall Landsysteme Gmbh Munitionsmagazin
US7934443B1 (en) 2007-04-05 2011-05-03 Bennett Keith A Magazine for 22 caliber conversion kit and 22 caliber firearm
DE102008026679A1 (de) 2008-06-04 2009-12-17 Rheinmetall Landsysteme Gmbh Munitionsmagazin für gegurtete Munition
DE102021126031A1 (de) 2021-10-07 2023-04-13 Rheinmetall Landsysteme Gmbh Munitionsgurt und entsprechende Munitionsführung

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2375437A (en) * 1941-04-03 1945-05-08 Cons Vultee Aircraft Corp Combined ammunition magazine and feed means
US2386894A (en) * 1942-04-03 1945-10-16 Republic Aviat Corp Method of and means for loading ammunition containers
GB755720A (en) * 1953-09-11 1956-08-22 English Electric Co Ltd Improvements in and relating to aircraft armament
DE3308676A1 (de) * 1983-03-11 1984-09-13 Rheinmetall GmbH, 4000 Düsseldorf Blendenlafettierung fuer eine automatische rohrwaffe, insbesondere maschinenkanone

Also Published As

Publication number Publication date
US4686887A (en) 1987-08-18
BE904451A (fr) 1986-07-16
CH669840A5 (nl) 1989-04-14
DE3510308C2 (nl) 1993-08-19
DE3510308A1 (de) 1986-09-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI57574C (fi) Transportoer foer i en fjaellstroem kommande tryckprodukter med vid ett kringloepande dragorgan pao avstaond faesta gripare
NL8600345A (nl) Inrichting voor het toevoeren van patroongordels uit een magazijn aan een machinekanon.
EP0485137B1 (en) Firearm
CA1234260A (en) Guide track for slaughtered poultry
WO2015125218A1 (ja) スライダー供給装置
US2733676A (en) Device for automatically exchanging
US4212433A (en) Cop supplying apparatus for automatic winding machine
US4562768A (en) Alternative ammunition belt feeder for an automatic machine cannon
US4487104A (en) Container for the pickup and feed of a cartridge
US4050465A (en) Automatic surgical apparatus for ligutaring blood vessels
DE1981299U (de) Nagelzufuehrungsmagazin fuer pneumatische nagelschiesswerkzeuge.
US4223618A (en) Automatic bobbin changer and apparatus for a sewing machine
JPH01501891A (ja) ファイアーアーム
DE3627360C1 (de) Doppel-Patronen-Wechsel-Zufuehrer fuer eine fremdangetriebene Maschinenwaffe
US10571208B2 (en) Ammunition feed for feeding a belted ammunition
US4020737A (en) Cartridge loading machine
EP0890813B1 (en) Semiautomatic rifle with lateral feeding mechanism and ejection from below
DE2506417C2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Zuführen einer leeren Spulenhülse aus einer Stetigfördereinrichtung an eine Spulstelle einer Textilmaschine
US3572522A (en) Pivotable magazine for workpieces
GB2065844A (en) Ammunition loading table
US2821886A (en) Feeding mechanism for automatic firearm
JPH04227490A (ja) 弾薬筒を銃砲へ供給するための装置
EP0348492B1 (en) An improvement in a firearm loading mechanism for an automated cannon
JPH0535358B2 (nl)
DE1578358A1 (de) Patronenzufuhreinrichtung bei einem Automatgeschuetz

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed