NL8600344A - Werkwijze voor het vatten van gespouwde beglazingswanden, en dichtband ten gebruike bij de voorgestelde werkwijze. - Google Patents

Description

«e.___£i

Werkwijze voor het vatten van gespouwde beglazingswanden, en dichtband ten gebruike bij de voorgestelde werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vatten van gespouwde beglazingswanden, met dichtband in omtrekszin daartussen en met een tussen de beglazingswanden aangebracht vochtonttrekkingsmiddel, en waarbij voorts in de spouw een vacuum in te stellen is 5 voor versterkte isolatie en verhoging van de spouwdichting daar door het drukverschil tussen de atmosferische druk, die op de buitenkant van de ruiten inwerkt, en de onderdruk in de spouw de ruiten stevig ingedrukt worden op de dichtband.

Het is gebleken dat tot dusver door de dichting rond een 10 dergelijke isolerende beglazing veelal nog enige vochtdoorlating tot in de spouw optreden kan, en bovendien is de vochtonttrekkingswerking daarbij nog niet optimaal aangezien deze niet overal even gelijkmatig rond de gehele spouw wordt uitgeoefend zodat het probleem ondervonden wordt dat vaak toch nog een vochtwaas op de binnenkant van de ruiten ontstaat.

15 Beoogd wordt dit probleem te ondervangen door voor het vatten van een dergelijke isolerende beglazing een doelmatiger werkwijze dan voorheen toe te passen, die hierin bestaat, dat uit een materiaal met een afsluitende structuur bestaand dichtband in langsrichting. te voorzien is van een met de spouw in open verbinding te stellen vochtont-20 trekkingsmiddel, dat te bedekken is met een sluitstrook, die eerst bij het vatten te ontsluiten of te verwijderen is.

Door de alzijdige aanbrenging· van het vochtonttrekkingsmiddel oefent dit een verbeterde uniforme werking rond de spouw uit, zodat geen enkel gevaar voor het op de binnenkant van de ruiten ontstaan van vocht-25 vlekken meer te duchten is.

De nieuwe werking kan voorts de verdere maatregelen behelzen, dat het vochtonttrekkingsmiddel te kitten of anderszins op te nemen is in een aan de spouwzijde in de dichtband te vormen langsgleuf, waarbij de over het vochtonttrekkingsmiddel aan te brengen sluitstrook bestaat 30 uit aluminiumfolie, terwijl als een alternatieve uitvoering de sluitstrook gevormd is als een composiet, dat een uit een voor vocht doorlaatbaar materiaal zoals polyetheen bestaande strook met eerst bij het vatten te verwijderen of door in- * 7 ' - , * — * .A as - 2 - kerving; te ontsluiten aluminiumfolie daaroverheen behelst.

Het vochtonttrekkingsmateriaal, dat met name uit silicagel bestaan kan, zit voor. het gebruik derhalve onder de aluminiumfolie opgesloten om zijn werking eerst uit te oefenen, 5 wanneer de folie ingekerfd of verwijderd wordt, zodat het vocht-ontrekkingsmiddel dan in open verbinding wordt gesteld met de tussen de beglazingswanden optredende spouwruimten.

Een verdere mogelijkheid, die de voorgestelde werkwijze opent, is dat de dichtband bestaat uit met een vocht-10 onttrekkingsmiddel te impregneren schuimrubber met een open celstructuur, met gesloten massieve buiten-en zijwanden en waarvan de aan de spouwzijde aan te brengen binnenwand te bedekken is met een daarop vast te hechten sluitstrook, die bij het vatten te ontsluiten of te verwijderen is.

15 Bij voorkeur is de uitvoering echter zodanig, dat de dichtband uit rubber met een afsluitende structuur bestaat, waarin de gevormde langsgleuf aan de spouwzijde onder warmteuitoefe-ning gevormd wordt, waarbij het in de spouw op te wekken vacuum door middel van een door de genoemde dichtband tot in de spouw te 20 steken ejectienaald te trekken is.

Een nuttig bijkomend aspect is voorts dat de sluitstrook verhoogde facetten daarop heeft voor oppervlakvergroting voor een verhoogde vochtonttrekkingskwaliteit.

De onderhavige uitvinding behelst overigens 25 ook dichtband voor toepassing bij de hier voorgestelde werkwijze, die in langsrichting aan de spouwzijde voorzien is van een vocht-ontrekkingsmiddel, dat door een sluitstrook bedekt is, en in zijn voorkeursuitvoering dichtband, die uit een rubber band bestaat, waarin aan de spouwzijde een langsgleuf aangebracht is, voor het 30 daarin opnemen van een vochtonttrekkingsmiddel, dat met aluminiumfolie te bedekken is.

Van bijzonder nut is voorts ook een gespouwde beglazingswand, waarbij aan tenminste één zijde van een bestaande ruit, die in een deur- of vensterlijst gevat zit, een verdere ruit 35 geïnstalleerd is onder toepassing van dichtband zoals hier in het "* **». -* Λ tr7·* ? ƒ -> V -J 7 - 3 - voorgaande omschreven, waarbij de vattinglijst naar buiten enigszins afgeschuind is zodat de nieuw geinstalleerde ruit tegen de afgeschuinde vattingrand gedrukt komt te zitten met de dichtband daartussen/ en vervolgens rondom afgestopt is.

5 De uitvinding wordt in hét volgende nader toe gelicht aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoor-beelden daarvan, waaraan echter geen beperkende betekenis moet worden gehecht daar zonder buiten het kader van de uitvinding te treden uiteraard nog andere uitvoeringen mogelijk zijn.

10 Fig. 1 toont in perspectief een uitgebroken hoekgedeelte van een dubbele ruit, die onder toepassing van de hier voorgestelde nieuwe werkwijze gevat is; fig. 2 is een op grotere schaal weergegeven dwarsdoorsnede over de vattinglijst en de daarop gehechte dichtband, 15 volgens II-II in fig. 1 beschouwd; fig. 3 toont in perspectief op nog grotere schaal een stuk van de dichtband volgens de uitvinding, waarin twee alternatieven zijn voorgesteld, namelijk een van de dichtband deel uitmakende maar verwijderbare sluitstrook, die uit aluminiumfolie 20 bestaat, en een sluit- of dekstrook, die ingekerfd is, waartoe ook scheursnedendaarin voorgevormd kunnen zijn; en fig. 4 toont een dwarsdoorsnede over een variant-uitvoering van de dichtband, met een sluitstrook, die facetten daarop gevormd heeft.

25 De in de tekening weergegeven gespouwde begla- zingswand 1 bestaat in het hier voorgestelde geval uit een dubbele ruit 2a, 2b die gevat zit in een vattinglijst 3, door tussenkomst van een op de vattinglijst 3 gehechte dichtband 4, onder het daartussen openlaten van een spouw 5, die voor verbetering van de isolerende 30 werking van de beglazing 1 onder vacuum te brengen is door middel van een door de dichtband 4 tot inde spouw 5 te steken ejectienaald 6, waarmee de gewenste onderdruk in de spouwruimte 5 gezogen wordt.

Het insteekpunt 7, waardoor de ejectienaald 6 geïnjecteerd wordt, sluit zich na het uittrekken van de naald 7 vanzelf weer doordat de 35 dichtband uit een materiaal met een afsluitende structuur zoals massief - 4 - rubber of schuimrubber met een gesloten celstructuur bestaat. De niet-poreuze rubber coating, die zich van ruit tot ruit over de vatting-lijst uitstrekt, sluit door de cohesieve kracht onder de druk, die door de ruit op de rubber wordt uitgeoefend, het gat voor de injectie van de 5 naald na het uittrekken daarvan weer.

De dichtband 4 heeft in lengterichting een laagje van een vochtonttrekkingsmiddel 8, in het bijzonder een silicagel of een ander droogpoeder, daarop aangebracht, dat echter bij voorkeur ook daarin kan zijn aangebracht, waartoe een langsgleuf 9 gevormd is in de dichtband 4, 10 die zoals eerder vermeld is uit rubber bestaan kan. De langsgleuf 9 wordt meestal onder warmte in de dichtband 4 uitgewerkt en na het met vochtonttrekkingsmiddel 8 vullen daarvan bedekt met een sluitstrook 10, die bij de voorkeursuitvoering uit aan de bovenzijde uit aluminiumfolie en aan de onderzijde uit niet-poreuze rubber, waaronder een hechtmiddel op 15 rubberbasis aangebracht is, bestaat, en die vóór het gebruik het vochtonttrekkingsmiddel 8 opsluit, om het zijn vochtonttrekkingswerking eerst te laten uitoefenen wanneer ten tijde van het vatten van de ruit 2b de sluitstrook 10 ingekerfd of verwijderd wordt. De inkervingen kunnen ook uit scheursneden 11 bestaan zoals in fig. 3 weergegeven.

20 Een andere mogelijkheid is dat over het vochtonttrekkingsmiddel 8 een deklaag 12 van een vocht doorlatend materiaal zoals polyetheen wordt aangebracht en daaroverheen vervolgens de aluminiumfolie, die na het verwijderen daarvan, zoals met de pijl in fig. 3 aangegeven is, het polyetheen 12 blootstelt om het vochtonttrekkingsmiddel 8 zijn werking 25 daardoor te laten uitoefenen.

Fig. 4 toont een variant-uitvoering, waarbij de dichtband 4 uit schuimrubber met een open celstructuur, maar met massieve gesloten buiten- en zijwanden, bestaat, die aan de zich aan de spouwzijde bevindende binnenkant daarvan geïmpregneerd is met het vochtonttrekkings-30 middel 8 en vervolgens zoals weergegeven bedekt is met een composietlaag van polyetheen 12 en aluminiumfolie als sluitstrook 10. In de sluitstrook 10 kunnen zoals in fig. 4 gezien wordt verhoogde facetten 13 gevormd zijn voor oppervlakvergroting ter verhoging van de vochtonttrekkingswerking .

35 De in fig. 1 en 2 voorgestelde gespouwde beglazingswand 1 is .·* Λ — · - ··' * i · · - 5 - opgebouwd uit een bestaande, reeds in de vattinglijst 3 gevat zittende ruit 2a en een aan één zijde daarvan aan te brengen tweede ruit 2b, waarbij wordt opgemerïct dat zonder buiten het kader van de uitvinding te treden uiteraard de beglazing 1 nog een derde, in fig. 2 gestippeld 5 weergegeven, ruit 2c behelzen kan. Een dergelijke wijze van beglazing kan geschikt dienst doen als geluiddempende wand ter voorkomen van geluidsoverlast„

De voorgestelde vattinglijst 3 is bij de hier weergegeven uitvoering naar buiten af geschuind, zodat de ruit 2b daarin gedrukt 10 kan worden en goed sluitend tegen de dichtband 4 aan komt te zitten waarna de ruit 2b af ges topt kan worden met een stoprand 14 zoals weergegeven.

De hier voorgestelde beglazing 1 paart een goede dichtheid en vochtvrijheid aan uitstekende thermische isolatie-eigenschappen en 15 vormt derhalve zeker een verbetering ten opzichte van het tot dusver op dit gebied bekende.

Het in de nieuwe dichtband opgenomen droogmiddel is af gedekt door een vlak voor het gebruik door inkerving of door te openen scheursneden te ontsluiten, of te verwijderen, dek- of sluitstrook, 20 waardoor de dichtband zijn vochtonttrekkingswerking veel langer uitoefenen zal dan de bekende dichtbanden die hun doelmatige werking reeds na enige weken door vroegtijdige verzadiging van het droogmiddel niet meer kunnen uitoefenen zodat op de binnenkant van de dubbele ruit een waas verschijnen kan.

- 4

Claims (14)

1. Werkwijze voor het vatten van gespouwde beglazingswanden, met dichtband in omtrekszin daartussen en met een tussen de beglazingswanden aangebracht vochtonttrekkingsmiddel, en waarbij voorts in de spouw een vacuum in te stellen is voor ver-5 sterkte isolatie, met het kenmerk, dat uit een materiaal met een afsluitende structuur bestaand dichtband (4) in langsrichting te voorzien is van een met de spouw (5) in open verbinding te stellen vochtonttrekkingsmiddel (8), dat te bedekken is met een sluitstrook (10), die eerst bij het vatten te ontsluiten of te verwijderen is.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vochtonttrekkingsmiddel (8) te kitten of anderszins op te nemen is in een aan de spouwzijde in de dichtband (4) te vormen langsgleuf (9).

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat de over het vochtonttrekkingsmiddel (8) aan te brengen sluitstrook (10) bestaat uit aluminiumfolie.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de sluitstrook (10) gevormd is als een composiet, dat een uit een voor vocht doorlaatbaar materiaal zoals polyëtheen be- 20 staande strook (12) met eerst bij het vatten te verwijderen of door inkerving te ontsluiten aluminiumfolie daaroverheen behelst.

5. Werkwijze voor het vatten van gespouwde beglazingswanden, met dichtband in omtrekszin daartussen en met een tussen de beglazingswanden aangebracht vochtonttrekkingsmiddel, en 25 waarbij voorts in de spouw een vacuum in te stellen is door versterkte isolatie, met het kenmerk, dat de dichtband (4) bestaat uit met een vochtonttrekkingsmiddel (8) te impregneren schuimrubber met een open celstructuur, met gesloten massieve buiten- en zijwanden en waarvan de aan de spouwzijde aan te brengen binnenwand te bedekken is met 30 een daarop vast te hechten sluitstrook (10) , die bij het vatten te ontsluiten of te verwijderen is.

6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de dichtband (4) uit rubber met een afsluitende structuur bestaat, waarin de genoemde langsgleuf (9) aan de spouwzijde ^ . _____-5?» - 7 - onder warmteuitoefening gevormd wordt.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het in de spouw (5) op te wekken vacuum door middel van een door de genoemde dichtband (4) tot in de spouw te 5 steken ejectienaald (6) te trekken is.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sluitstrook (10) verhoogde facetten (13) daarop heeft.

9. Dichtband voor toepassing bij de hier voorge- 10 stelde werkwijze, die in lengterichting aan de spouwzijde voorzien is van een vochtonttrekkingsmiddel (8), dat door een sluitstrook (10) bedekt is.

10. Dichtband volgens conclusie 9, die uit een rubber band (4) bestaat, waarin aan de spouwzijde een langsgleuf (9) 15 aangebracht is voor het daarin opnemen van een vochtonttrekkingsmiddel (8), dat met aluminiumfolie (10) te bedekken is.

11. Gespouwde beglazingswand, waarbij aan tenminste één zijde van een bestaande ruit (2a), die in een deur- of venster-lijst (3) gevat zit, een verdere ruit (2b, 2c) geïnstalleerd is onder 20 toepassing van dichtband (4) zoals volgens een der conclusies 1-7 wordt toegepast, of volgens conclusie 8 of 9.

12. Gespouwde beglazingswand volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de vattinglijst (3) naar buiten enigszins afgeschuind is zodat de nieuw geïnstalleerde ruit (2b, 2c) tegen de 25 afgeschuinde vattingrand (3) gedrukt komt te zitten, met de dichtband (4) daartussen, en vervolgens rondom afgestopt is (14).

13. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekening.

14. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld 30 in de beschrijving en/of tekening. -o-o-o- *· , ^ e · J ; ' - *