NL8600119A - Aansluitconstructie tussen een kopse wand van een opening in een muur en een daarin te plaatsen kozijn. - Google Patents

Description

VO 8025

Titel: Aansluiteonstructie tussen een kopse wand van een opening in een muur en een daarin te plaatsen kozijn.

De uitvinding beeft betrekking op een aansluitcon-structie tussen een kopse wand van een opening in een muur en een daarin te plaatsen kozijn, voorzien van een plaat, bijvoorbeeld uit multiplex of kunststof, die enerzijds 5 is bevestigd aan de kopse wand en anderzijds verbonden is met het kozijn, waarbij aftimmermiddelen aanwezig zijn voor bet afdekken van spleten tussen de plaat en de daarop aansluitende delen alsmede van een kopse rand van de plaat.

Bij een dergelijke aansluiteonstructie wordt 10 de plaat gebruikt als basislichaam voor het monteren van bet kozijn. Enerzijds levert de plaat een recht en relatief nauwkeurig te positioneren montagevlak voor het kozijn, anderzijds verschaft de plaat goede aansluitmogelijkheden en -aanpassingen aan de relatief ruwe en vaak onregelmatige 15 kopse wand en/of een daarvan deel uitmakende spouwlat.

Zo kan de plaat dusdanig worden gesteld, dat ook bij afwijkingen tussen diverse muuropeningen - hetgeen zich in de renovatiebouw, waarbij oude houten kozijnen moeten worden vervangen, veelvuldig voordoet - houten, kunststoffen 20 en/of metalen kozijnen met fabrieksmatige standaardafmetingen kunnen worden gemonteerd. De plaat geeft weliswaar een voordeelbiedende montagemogelijkheid voor het kozijn, doch resulteert ook in een groter aantal, in het bijzonder aan de binnenzijde van het kozijn gelegen, af te timmeren 25 plaatsen, zoals de overgang tussen kozijn en plaat, de overgang tussen plaat en kopse wand en de kopse rand van de plaat zelf. Bij bedoelde overgangen zijn meestal spleten aanwezig, die met latten moeten worden afgedekt, terwijl de in het zicht komende, esthetisch minder mooie kopse 30 plaatrand eveneens met een deklat moet worden afgewerkt.

Enerzijds betekent dit extra, arbeidsintensieve werkzaamheden,

-??***f Q

- u w o j Ji Cr ή’ -* -2- zoals op maat en in verstek zagen, schuren en schilderen van de afdeklatten, anderzijds wordt een veelvoud van hoeken en naden verkregen, die niet alleen een onrustig, zo niet rommelig beeld geven, doch tevens kunnen gaan 5 kieren. Aldus wordt een deel van de in het bijzonder met kunststoffen en/of metalen kozijnen verkregen voordelen te niet gedaan.

Met de uitvinding wordt beoogd een aansluitcon-structie van de in de aanhef omschreven soort zodanig XO uit te voeren, dat bovenomschreven problemen en nadelen zich niet meer voordoen.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat de aftimmermiddelen bestaan uit een profiellijst, bij voorkeur uit kunststof, van welke lijst het ene uiteinde 15 afdichtend kan aansluiten op het kozijn en het andere uiteinde afdekkend over de kopse rand reikt, waarbij de profiellijst is te bevestigen door samenwerking met ten minste één op de plaat te monteren vasthoudorgaan. Door deze maatregelen wordt voorzien in een wat het uiterlijk 20 betreft aan het kozijn aan te passen profiellijst, die enerzijds aansluit op het kozijn en anderzijds op de muur onder volledige afdekking van de montageplaat en het daarop gemonteerde vasthoudorgaan voor het bevestigen van de profiellijst, zodat een esthetisch ogende aansluiting 25 met een minimum aan naden en in het zicht komende bevestigingsmiddelen wordt verkregen. Daarenboven zijn aan de in principe onderhoudsvrije profiellijst fabricagetechnisch gezien op relatief eenvoudige wijze voorzieningen aan te brengen voor een optimale afdichting en afsluiting bij 30 zowel het kozijn als de wand, terwijl bovendien het monteren van de profiellijst relatief snel en eenvoudig is uit te voeren met een minimum aan werkzaamheden, namelijk in principe slechts het op de gewenste lengte afzagen van de profiellijst.

35 Het stabiel tegen de plaat aanliggen van de profiellijst is op voordeelbiedende wijze te bevorderen " ' ·' Λ - 1 ö -V J s ü •· * -3- als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de profiellijst is voorzien van ten minste twee afstandribben, waarvan er ten minste één voorzien is van een ondersnijding, die kan samenwerken met een 5 uitsteeksel van het vasthoudorgaan, waarvan het basislichaam wordt gevormd door een metalen plaat. Het in de ondersnijding grijpende uitsteeksel van het vasthoudorgaan geeft hierbij niet alleen een eerste borging van de profiellijst, maar functioneert tevens als positioneringsorgaan. Een aanvullen-10 de, tweede borging of opsluiting is op velerlei wijzen te realiseren. Zo kan er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in voorzien zijn, dat twee afstandribben haakvormig zijn uitgevoerd evenals daarmee samenwerkende uitsteeksels van het vasthoudorgaan, een 15 en ander zodanig, dat door verschuiving van de profiellijst van het kozijn af de haakvormige delen van de profiellijst en de uitsteeksels gaan samenwerken, waarbij de door de verschuiving ontstane ruimte tussen kozijn en profiellijst is opgevuld door een afdichtstrip. Door deze maatregelen 20 is het op zijn plaats brengen van de profiellijst op eenvoudige wijze mogelijk zonder dat krachten hoeven te worden uitgeoefend, d.w.z. klop-, slag- of schroefbewegingen, die de oorzaak zouden kunnen zijn van beschadiging van de profiellijst. Verder zijn eventuele maattoleranties 25 op effectieve wijze op te vangen met behulp van de af-en opsluitende afdichtstrip.

Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding ten minste één afstandribbe voorzien is van een zich in hoofdzaak loodrecht op het vlak van 30 de profiellijst uitstrekkende gleuf, waarin een van weerhaken voorzien uitsteeksel klemmend grijpt, is de profiellijst te plaatsen door de ondersnijding in contact te brengen met bet uitsteeksel en door het vervolgens zwenken van de profiellijst het verdere, van weerhaken voorziene uit-35 steeksel klemmend in de daarvoor voorziene gleuf te drukken.

In plaats van een uitsteeksel met weerhaken en een gleuf :':) 11 s *, .·* -4- is bet overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding ook mogelijk, dat ten minste één afstandribbe voorzien is van een insnapuitsparing, waarin een aan een uitsteeksel aangebracht insnapdeel grijpt. Afhankelijk 5 van de gewenste mate van opsluiting is het uiteraard ook mogelijk, dat ten minste één afstandribbe voorzien is van twee insnapuitsparingen, één aan elke zijde, waarin telkens een aan een uitsteeksel aangebracht insnapdeel grijpt.

10 · De bij het uitvoeren van de aansluitconstructie vereiste werkzaamheden zijn, in geval het kozijn middels een anker is bevestigd aan de plaat, nog verder te vereenvoudigen' als overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding het vasthoudorgaan één geheel vormt 15 met het anker. Door deze maatregel zijn de aanbrengwerkzaam-heden voor één orgaan uit te sparen, terwijl bovendien het ene aan te brengen gecombineerde orgaan in principe zowel de plaats van het kozijn als van de profiellijst bepaalt. Dit laatste houdt het extra, belangrijke voordeel 20 in» dat reeds vooraf de positionering van beide, en zodoende de onderlinge aansluiting, nauwkeurig is te bepalen en vast te leggen. Daarbij is een voordeelbiedende aanpassing aan diverse, verschillende vormgegeven kozijnen mogelijk, als overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm 25 van de uitvinding het anker bestaat uit een plaatvormig deel met aan het uiteinde tegenover het vasthoudorgaan een door een teruggebogen rand gevormde gleuf, waarvan de bodem een stuitvlak vormt voor een uitstekende rand van een passtuk, dat door geschikte vormgeving of anderszins 30 met het kozijn is verbonden. De standaardisering van de profiellijst middels een gecombineerd vasthoudorgaan en anker blijft hierbij volledig in stand, terwijl het relatief klein te houden passtuk zorgdraagt voor de juiste aansluiting op het bijbehorende kozijn. Daar dit passtuk op een 35 niet in het zicht komende plaats wordt aangebracht, kan dit elke gewenste, zelfs willekeurig grillige vorm hebben, ? ;* Λ ΛΑ <] ')

'.,ν kJ j J I yJ

_____________.__ -5- zodat het bijvoorbeeld voor verschillende typen kozijnen is te gebruiken.

Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de aansluitconstructie volgens 5 de uitvinding thans nader worden besproken en toegelicht. Daarbij toont:

Fig. 1 een eerste uitvoeringsvariant van de aansluitconstructie volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede;

Fig. 2 een tweede uitvoeringsvariant eveneens 10 in dwarsdoorsnede, waarbij ten opzichte van fig. 1 een aantal verdere constructiedetails zijn weergegeven;

Fig. 3 op de wijze van fig. 1 een derde uitvoeringsvariant; en

Fig. 4 op de wijze van fig. 1 een vierde uitvoerings- 15 variant.

In fig. 1 is een aansluitconstructie weergegeven, die voorzien is van een plaat 10 uit multiplex, kunststof of een ander daartoe geschikt materiaal. Op de plaat 10 is met behulp van schroeven 11 een bijvoorbeeld uit plaat-20 staal vervaardigd anker 12 vastgezet, dat voorzien is van divergerende benen 12a en 12b, die borgend samenwerken met benen 13a en 13b van een klemelement 13, dat bevestigd is aan een kozijn 14. Het tot dusverre beschreven deel van de constructie is te rekenen tot de stand van de techniek, 25 waarbij verder een afdeklat ter plaatse van de overgang tussen de plaat 10 en het kozijn 14 aanwezig is ter afdekking van het in het zicht komende deel van het anker 12 en de spleet tussen de plaat 10 en het kozijn 14. Een verdere afdeklat is aanwezig ter afdekking van de kopse 30 rand van de plaat 10 en een eventueel daar aanwezige spleet.

De beide afdeklatten zijn per verdere verduidelijking met streeplijnen 15a en 15b aangeduid. Aldus wordt een constructie verkregen met vele hoeken, naden en overgangen, die bovendien arbeidsintensief is en veelal in tegenstelling 35 tot het kozijn veel onderhoud vergt.

Overeenkomstig de uitvinding is in plaats van O ; ' 3 I ΐ 3 -6- een aantal te spijkeren of te schroeven afdeklatten een enkele profiellijst 16, bij voorkeur vervaardigd uit kunststof, aanwezig, welke profiellijst 16 op eenvoudige en snelle wijze is aan te brengen door toepassing van een 5 bijvoorbeeld uit plaatstaal vervaardigd vasthoudorgaan 17, dat middels schroeven 18 op de plaat 10 is bevestigd en door de dit afdekkende profiellijst 16 uit het zicht blijft.

De profiellijst 16 heeft in hoofdzaak een L-vormige 10 dwarsdoorsnede, waarbij het lange been uitgaande vanaf het kozijn 14 de plaat 10 afdekt en het korte been de kopse rand van de plaat 10. Aan de beenuiteinden is de profiellijst 16 voorzien van middelen om samen te werken met afdichtingen 19a en 19b. De profiellijst 16 is verder 15 voorzien van een hellende ribbe 16a, die aldus een onder- snijding vormt, waarin een been 17a gevormd aan het vasthoudorgaan 17 grijpt. Het samen laten werken van de ribbe 16a met het been 17a verschaft een eerste positionering van de profiellijst 16. Een tweede positionering en borging 20 wordt verkregen door het klemmend grijpen van een van weerhaken voorzien uitsteeksel 17b van het vasthoudorgaan 17 in een gleuf 16b gevormd door twee ribben 16c en 16d van de profiellijst 16.

In fig. 2 is getoond hoe een plaat 10 is te 25 bevestigen op de kopse wand van een opening in een muur bestaande uit een buitenspouwblad 20 en een binnenspouwblad 21, waartussen een spouwlat 22 is geplaatst. Het binnenspouwblad 21 is op het in het zicht komende deel afgewerkt met een stuclaag 23. De plaat 10 is op de spouwlat 22 30 bevestigd en draagt een door schroeven 18 bevestigd vasthoudorgaan 24, dat ten opzichte van het vasthoudorgaan 17 in fig. 1 verlengd is met een ankerdeel 24a eindigend in een omgebogen gleufrand 24b. Aldus is voorzien in een gecombineerd vasthoud- en ankerelement, waardoor niet 35 alleen sneller kan worden gewerkt, doordat de helft van de schroeven is uit te sparen, maar ook nauwkeuriger, f"? ;*> ϊΛ A -1 Ά 'Ö ~j -J V 3 * ^ ____js -7- -te daar het vasthoudorgaan 24 thans zowel de plaats van het kozijn als de plaats van de profiellijst bepaalt, oftewel de stand van die beide delen ten opzichte.van elkaar vastlegt, waardoor de onderlinge aansluiting van die delen fabrieks-5 matig is vast te leggen.

Het ankerdeel 24a grijpt middels een passtuk 25 aan op het kozijn 24, waarbij het passtuk 25 enerzijds steun neemt in de gleufrand 24b en anderzijds door in vorm aansluitende delen samenwerkt met het kozijn. Hierdoor 10 is het mogelijk een standaard vasthoudorgaan 24 te laten samenwerken met verschillend gevormde kozijnen, zoals verderop zal worden toegelicht.

Het vasthoudorgaan 24 is voorzien van haakvormige uitsteeksels 24c en 24d waarin aan profiellijst 26 gevormde, 15 tegengesteld gerichte haakvormige uitsteeksels 26a en 26b kunnen grijpen. Het bevestigen van de profiellijst 26 geschiedt door deze na het in een daartoe geschikte stand brengen van het kozijn 14 afschuiven totdat de haakvormige uitsteeksels 26a en 24c respectievelijk 26b en 20 24d gaan samenwerken, waarna borging in die stand plaatsvindt door het tussen de profiellijst en het kozijn drukken van een afdichting 19c. De andere afdichting 19b kan bestaan uit kit, gesloten cellenband of pur.

In fig. 3 is een uitvoeringsvariant weergegeven, 25 waarbij op de plaat 10 middels schroeven 18 een vasthoudorgaan 27 is bevestigd, dat gelijk is aan het vasthoudorgaan 17 in fig. 1 doch verder voorzien is van een verlenging in de vorm van een ankergedeelte 27a corresponderend aan het ankergedeelte 24a in fig. 2. Omdat het vasthoudorgaan 30 27 voorzien is van dezelfde positionerings- en borgelementen als het vasthoudorgaan 17 in fig. 1 is de toe te passen profiellijst eveneens gelijk aan die toegepast in ffg.

1 en zodoende met hetzelfde verwijzingscijfer, namelijk 16, aangeduid.

35 Het ankergedeelte 27a is voorzien van een omgebogen gleufrand 27b, waarin een passtuk 28 grijpt, waarvan het

8:03’ 1 S

-8-.

met de gleufrand 27b samenwerkende deel in hoofdzaak gelijk is aan dat van het passtuk 25 in fig. 2. Het overige deel is evenwel afwijkend van vorm ten einde op de gewenste wijze te kunnen samenwerken met een kozijn 29, waarvan 5 de constructie afwijkt van die van kozijn 14 in fig. 1 of 2. Evenwel heeft het passtuk 28 een zodanige vormgeving, dat dit tevens kan samenwerken met dat kozijn 14, zoals getoond is in fig. 4.

Het passtuk 28 in fig. 4 werkt verder samen 10 met een ankergedeelte 30a van een vasthoudorgaan 30, dat wederom middels schroeven 18 op de plaat 10 is bevestigd.

Het vasthoudorgaan 30 is voorzien van een been 30b gelijk aan het been 17a in fig. 1, welk been 30b op dezelfde wijze samenwerkt met een ribbe 31a van profiellijst 31 15 als been 17a met ribbe 16a in fig. 1. Voor de tweede positionering en borging is het vasthoudorgaan voorzien van een been 30b met insnapuiteinde 30c. Dit laatste grijpt in een daartoe aangebrachte gleuf in een ribbe 31b van de profiellijst 31. Het plaatsen van deze laatste vindt plaats 20 op dezelfde wijze als het plaatsen van de profiellijst 16 in fig. 1 of 3, d.w.z. eerst wordt de profiellijst 31 onder een scherpe hoek met de plaat 10 geplaatst, waarbij de ribbe 31a in contact wordt gebracht met het been 30b.

Deze contactplaats fungeert als scharnier bij het vervolgens 25 tot in een evenwijdige stand aan de plaat 10 zwenken van de profiellijst 31, waarbij druk wordt uitgeoefend om het insnapuiteinde 30c tot in de daartoe voorziene gleuf in de ribbe 31b te brengen, waarmee de positionering en borging is voltooid.

30 Het spreekt vanzelf, dat er binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo is de bevestiging van de profiellijst op het vasthoudorgaan op vele andere wijzen uit te voeren. In de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden is de positionering 35 en borging steeds gerealiseerd aan twee verschillende ribben van de profiellijst. Uiteraard kan dit effect ook λ ' ,-· Λ ] ‘1 -3 ., ; l J & -9- worden verkregen door daartoe geschikte, op één ribbe aangrijpende organen, bijvoorbeeld een ribbe van twee zijden aangrijpende insnapelementen, waarbij dan nog één of meerdere ribben aanwezig zijn, die uitsluitend een 5 steunfunctie hebben. In de figuren is steeds een metalen, in bet bijzonder aluminium kozijn weergegeven. De uitvinding is evenzeer toepasbaar bij kunststoffen of bouten kozijnen, die veelal zonder anker, d.w.z. rechtstreeks aan de plaat 10 zijn bevestigd.

86 0 0·’ 1y

Claims (11)

1. Aansluitconstructie tussen een kopse wand van een opening in een muur en een daarin te plaatsen kozijn, voorzien van een plaat, bijvoorbeeld uit multiplex of kunststof, die enerzijds is bevestigd aan de kopse wand 5 en anderzijds verbonden is met het kozijn, waarbij aftimmer-middelen aanwezig zijn voor het afdekken van spleten tussen de plaat en de daarop aansluitende delen alsmede van een kopse rand van de plaat, met het kenmerk, dat de aftimmer-middelen bestaan uit een profiellijst, bij voorkeur uit 10 kunststof, van welke lijst het ene uiteinde afdichtend kan aansluiten op het kozijn en het andere uiteinde afdekkend over de kopse rand reikt, waarbij de profiellijst is te bevestigen door samenwerking met ten minste één op de plaat te monteren vasthoudorgaan.

2. Aansluitconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de profiellijst is voorzien van ten minste twee afstandribben, waarvan er ten minste één voorzien is van een ondersnijding, die kan samenwerken met een uitsteeksel van het vasthoudorgaan, waarvan het basislichaam 20 wordt gevormd door een metalen plaat.

3. Aansluitconstructie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afstandribben haakvormig zijn uitgevoerd evenals daarmee samenwerkende uitsteeksels van het vasthoudorgaan, een en ander zodanig, dat door verschuiving van 25 de profiellijst van het kozijn af de haakvormige delen van de profiellijst en de uitsteeksels gaan samenwerken, waarbij de door de verschuiving ontstane ruimte tussen . kozijn en profiellijst is opgevuld door een afdichtstrip.

4. Aansluitconstructie volgens conclusie 2, met 30 het kenmerk, dat ten minste één afstandribbe voorzien is van een zich in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de profiellijst uitstrekkende gleuf, waarin een van weerhaken voorzien uitsteeksel klemmend grijpt.

5. Aansluitconstructie volgens conclusie 2, met :' o 1 1 9 -11- het kenmerk, dat ten minste één afstandribbe voorzien is van een insnapuitsparing, waarin een aan een uitsteeksel aangebracht insnapdeel grijpt.

6. Aansluitconstructie volgens conclusie 2, met 5 het kenmerk, dat ten minste één afstandribbe voorzien is van twee insnapuitsparingen, één aan elke zijde, waarin telkens een aan een uitsteeksel aangebracht insnapdeel grijpt.

7. Aansluitconstructie volgens een der voorgaande 10 conclusies, waarbij het kozijn middels een anker is bevestigd aan de plaat, met het kenmerk, dat het vasthoudorgaan één geheel vormt met het anker.

8» Aansluitconstructie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het anker bestaat uit een plaatvormig 15 deel met aan het uiteinde tegenover het vasthoudorgaan een door een teruggebogen rand gevormde gleuf, waarvan de bodem een stuitvlak vormt voor een uitstekende rand van een passtuk, dat door geschikte vormgeving of anderszins met het kozijn is verbonden.

9. Profiellijst kennelijk bestemd om te worden toegepast bij een aansluitconstructie volgens een der voorgaande conclusies.

10. Vasthoudorgaan kennelijk bestemd om te worden toegepast bij een aansluitconstructie volgens één der 25 conclusies 1-8.

11. Gecombineerd anker-vasthoudorgaan kennelijk bestemd om te worden toegepast bij een aansluitconstructie volgens conclusie 7 of 8. 83 00 1 1 9 i