BE1029276B1 - Raam voor inbouw in een spouwmuur en ingebouwd raam - Google Patents

Abstract

Raam voor inbouw in een spouwmuur (3) bevattende een kader (4), daardoor gekenmerkt dat het kader (4) is samengesteld uit een raamkader (6) en een stelkader (7) voor het positioneren en bevestigen van het raamkader (6) in de dagkant van het binnenspouwblad (3a), waarbij het stelkader (7) is samengesteld uit latten (12) die breder zijn dan het raamkader ( 6) en met een zekere breedte ten opzichte van het raamkader (6) langs de binnenzijde uitsteken en waarbij het raamkader (6) rondom is voorzien van een dichting (11) tussen het raamkader (6) en het stelkader (7) en het raamkader (6) losmaakbaar in het stelkader (7) is bevestigd op een manier die toelaat het raamkader (6) en de dichting (11) van het stelkader (7) zonder breken los te maken en waarbij de dichting (11) rond het raamkader (6) zich tot op een zekere afstand van de binnenzijde van het raamkader (6) uitstrekt zodat er aan de binnenzijde van het raamkader (6) een sponning (13) overblijft tussen het raamkader (6) en het stelkader (7) voor een eventueel afwerkingsprofiel.

Description

Faam voor inbouw in een Spouwmuur en ingebouwd raam.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een raam voor inbouw in een spouwmuur cf muur met buitenisolatie (ETICS) en op een ingebouwd raam, Bij het inbouwen van het schrijnwerk in de ruwbouw kont men verschillende problematieken tegen. Zo zijn de toleranties | 10 in de ruwbouw groter dan deze van het schrijnwerk, Dit verechii moet opgevangen worden dcor de bouwaansluiting.

Belangrijk is dat deze bouwaansluiting correct wordt uitgevoerd aangezien dit invloed heeft op de luchtdichtheid en akoestische en thermische prestaties maar ook op de functionaliteit en stabiliteit van het schrijnwerk, Binnen de context van circulair bouwen wordt een extra | vereiste belangrijk, namelijk de ‘losmaakbaarheid’…. Met het { 20 Dog op een gemakkelijke demontage en eventueel hercebruik, dienen connecties eenvoudig los te maken te zijn. In het gevai van schrijnwerk betekent dit het vermijden van lijmverbindingen en het voorkomen van afbreken van de binnenafwerking bij demontage.

De opbouw van de gevel heeft een aantal uitvoeringsvormen die verschillen van land tot land.

In België is de spouwmuur het meest courant waarbij de 32 isciatie geplaatst wordt tussen het binnenspouwblad en het buitenspouwblad.

Traditioneel worden beide spouwbladen samen opgetrokken en wordt pas nadien het schrijnwerk geplaatst. Tegenwoordig wordt echter vaak het binnenspouwblad eerst gemetst en worden de ramen geplaatst alvorens de isolatie en buitenspouwblad worden aangebracht, Dit vergemakkelijkt | de plaatsing van het schrijnwerk en de aansluiting met de CuwDGuw, Bij renovatie, hetgeen in belang toeneemt, gast men meestal uit van een bestaande spouwmuur die in zijn geheel behouden blijft, Naast de spouwmuur wordt ook vaak ETICS (External Thermal Insulation Composite System) toegepast waarbij de isolatie ook pas na het schrijnwerk wordt ceplaatst. standaard wordt het raam bevestigd aan het binnenspouwblad door middel van indraaiankers. Het raam wordt dan in de raamopening geplaatst waarbij, in België, het traditioneel afsteunt op de blauwe steen die op zijn beurt co de buitenmuur steunt, of, steeds couranter, het raam steunt via ankers op de binnenmuur, Het raam wordt vervolgens rondomrond verankerd aan het binnenspouwblad door middel van ankers, Deze worden onder de juiste hoek geplooid en vastgezet.

De opening tussen raam en ruwbouw wordt meestal dan opgespoten met PUR schuim, Zo loopt de isclatiezone door en wordt er een afdichting verkregen.

- BE2021/5264 3 Aan de buitenzijde met de gevelsteen wordt de connectie met het schrijnwerk meestal afgekit of wordt gewerkt met een zwelband.

Aan de binnenzijde plaatst men, afhankelijk van de eisen, nog een extra luchtdichtheidsfolie. Deze wordt bevestigd op # het schrijnwerk en wordt veelal verkleefd op het | binnenspouwblad, ; 10 Over deze folie komt dan de binnenafwerking, veelal Gyproc of pleister. Aan de bovenzijde wordt ook een extra afdichtingsfolie aangebracht, Deze moet water dat door de aansluiting en gevelsteen komt weer naar buiten evacueren. in Nederland is het gangbaar te werken met een stelkozijn, waarbij tijdens de ruwbouwfase reeds sen stelkader in hout of kunststof wordt gemonteerd en waarbij het schrijnwerk hier dan later wordt tegenaan gewerkt. voordeel hiervan is dat er een betere aansluiting is met de ruwbouw en dat het schrijnwerk beter verankerd zit, Minder speling ook tussen stelkader en schrijnwerk.

Het stelkader wordt gemonteerd op het binnenspouwblad, waarbij er ook een extra folie wordt geplaatst zodat water niet tot aan de isclatiezone kan en naar buiten wordt afgeleid.

39

Openingen tussen het stelkader en de isolatiezone worden gevuld met isciatie, veelal PUR, Aan de binnenzijde wordt dan meestal nog een extra plaat gemonteerd waarop later het binnenpleister komt, Een alternatief is dat men het houten stelkader vooraf monteert rond het sohrijnwerk en als geheel in de ruwbouw plaatst.

Typisch aan deze bouwtechnieken zijn de steeds toenemende toleranties, bijvoorbeeld door toepassing van steeds dikkere isolatiepakketten wordt de afstand tussen de spouwbladen steeds groter.

Bijkomend worden de eisen die gesteld worden aan onder andere luchtdichtheid strenger, Hierdoor is een accuraat aanwerken van het schrijnwerk nodig, Vandaag de dag garandeert men de lucht- en waterdichtheid door middel van verschillende folies. Om de thermische barrière te laten doorlopen, gebruikt men PUR schuim, zen nadeel is dat de handelingen voor het aanbrengen van folies en schuim arbeidsintensief zijn en de nodige kennis en deskundigheid vereisen aangezien geen enkele situatie hetzeifde is.

= BE2021/5264 Een bijkomend nadeel van de huidige bouwtechnieken is dat men bij renovatie onmogelijk het raam kan uitbreken zonder schade aan de binnenafwerking rond de dagopening waarin het raam in de spouwmuur is ingebouwd en dat bijgevolg extra 3 werk nodig is om, na vervanging van het raam, de binnenafwerking te herstellen.

Nog een nadeel is dat door het PUR schuim het ook moeilijk is om zuivere afvalstromen te hebben bij einde levensduur, waardoor de materialen niet meer evenwaardig gerecycleerd kunnen worden, De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen seen oplossing te bieden,

Hiertoe betreft de uitvinding een raam voor inbouw in een Spouwmuur met een binnen en buitenspouwblad, bevattende een kader voor inbouw in de dagopening van het binnenspouwblad met een buitenzijde bedceld om naar het buitenspouwblad gericht ingebouwd te worden, met als kenmerk: dat het kader is samengesteld uit een zogenaamd raamkader dat bedoeld is om een vleugel of een paneel te bevatten en een stelkader voor het positioneren en bevestigen van het raamkader in de voornoemde dagkant van het binnenspouwblad, waarbij het stelkader zich met een zekere speling rondom het raamkader uitstrekt en is samengesteld uit latten die breder zijn dan het raamkader en met een zekere breedte ten opzichte van het raamkader langs de binnenzijde uitsteken en waarbij het raamkader Langs zijn buitenomtrek rondom is voorzien van een dichting tussen het raamkader en het stelkader en het raamkader losmaakbaar op de binnenzijde van het stelkader is bevestigd op een manier die toelaat het raamkader en de dichting van het stelkader zonder breken los te maken en waarbij de dichting rond het raamkader zich tot op een S zekere afstand van de binnenzijde van het raamkader uitstrekt zodat er aan de binnenzijde van het raamkader een sponning overblijft tussen het raamkader en het stelkader voor een eventueel afwerkingsprofiel.

Op die manier kan het stelkader door middel van calleerblokjes of dergelijke in de dagopening geplaatst worden en van binnenuit door middel van vijzen of dergelijke in de dagopening van het binnenspouwblad bevestigd worden, waarbij de speling tussen het stelkader en de dagopening kan afgedicht worden door mniddel van zwelbanden of dergelijke on de thermische barrière en luchtdichtheid te garanderen, Het raamkader kan dan, na het aanbrengen van de dichting, van binnenuit in het stelkader worden bevestigd, bijvoorbeeld door middel van vijzen die vanal de binnenzijde van het raamkader in het stelkader worden gevezen. De dichting zorgt voor een afdichting tussen raamkader en stelkader, Op die manier kunnen bij afbraakwerken het raamkader en het stelkader gemakkelijk zonder breken worden gedemonteerd en kunnen de gebruikte materialen volledig van elkaar gescheiden worden voor eventueel. hergebruik of recyclage, Aldus wordt een circulaire bouwaansluiting gerealiseerd,

+ BE2021/5264 f De Ssponning tussen raamkader en stelkader maakt het mogelijk om de dagopening mooi af te werken door platen die cover de latten van het stelkader met een rand tot in de sponning kunnen geschoven worden, wat zorgt voor een mocie aansluiting tussen afwerking en raamkader zonder maat- en paswerk van de afwerking.

De sponning laat ook enige maattoierantie toe op de afwerkplaat Tevens is het op geen enkele manier nodig voor de afdichting gebruik te maken van iscierend schuim en/of siliconen en/of lijm.

Tevens kan ook in dit geval de aïwerking perfect van het kader gescheiden worden voor mogelijke recyclage.

Bij voorkeur worden VOOr de afwerking L-vormige afwerkingsprofielen gebruikt die met één been tot in de voornoemde sponning zijn geschoven en met het andere been tegen de afwerking van de binnenzijde van het binnenspouwblad zijn aangebracht.

Bij het verwijderen van de afwerkingsproflelen wordt dan ook de binnenafwerking niet beschadigd. 29 Bi] voorkeur is de dichting op het vastkader vastgeklikt, zodat hiervoor ook geen lijm nodig is.

De dichting is bi} voorkeur aan zijn naar de buitenzijde van het raamkader gerichte rand voorzien van een elastisch omplocibare lip die bij voorkeur in zijn rusttoestand haaks is omgeplooid ten opzichte van het contaotvlak van de dichting met het stelkader en weggericht van het raamkader,

Deze lip kan dienst doen als aanslaglip bij het plaatsen van het raam voor de positionering van het raamkader tegen de naar de buitenzijde van het raamkader gerichte ontrekrand van het steikader.

Hierdoor is de juiste onderlinge positie tussen stelkader en raamkader cegarandeerd en zorgt dit ook voor sen extra piaatselijke afdichting tussen raamkader en stelkader.

Doordat de lip elastisch omplocibaar is, vormt zij ook geen hinder bij de demontage van het raamkader ten opzichte van het stelkader wanneer dit stelkader in de dagopening blijft zitten, De latten van het stelkader zijn bij voorkeur over een { gedeelte van de breedte aan de buitenkant voorzien van een afschuining die zorgt voor de afwatering van regenwater zonder dat hiervoor sen extra waterafdichtingsfolie aan de | bovenzijde van het raam nodig is zoals dat tot nu het geval { 20 is. De latten van het stelkader kunnen gemaakt zijn uit kunststoff in de vorm van een hol extrusieprofiel of bijvoorbeeld gemaakt zijn uit bewerkt plaatmateriaal of standaard plaatmateriaal als multiplex.

In de onderste lat van het stelkader kunnen in de breedterichting één of meer boorgaten zijn voorzien voor versterkingsstaven ter versterking van het stelkader,

Dit kan nodig zijn gezien het steeds toenemende gewicht van de ramen ten gevolge van bijvoorbeeld driedubbele beglazing en ook gezien de steeds groter wordende diktes van isolatiemateriaal die in de spouw worden Loegepast en, 3 daaruit voortvloeiend, de steeds groter wordende afstand tussen het raamkader en het binnenspouwblad en dus de steeds groter wordende afstand tussen het raamkader en de bevestiging van het stelkader op het binnenspouwblad.

Bijkomend kan het stelkader voorzien zijn als steun voor de bevestiging en positionering van een dorpelprofiel dat over het buitenspouwblad reikt.

Verder kan het raamkader voorzien zijn van sen opklikbaar afdekprofiel met een naar onder gericht been waarachter het stelkader en/of de bevestiging van het dorpelprofiel verscholen zit.

Bij voorkeur steekt het raamkader met een zekere breedte naar buiten toe over ten opzichte van het stelkader en zijn er in het onderste profiel van het raamkader afvateringsgaten voorzien die dan of meer afwateringskanalen definiëren die de bovenkant van het betreffende profiel verbinden met de onderkant ter plaatse van het overstekende gedeelte van het profiel, waardoor een veintegreerde blinde ontwatering wordt gerealiseerd.

De raamconstructie volgens de uitvinding biedt samengevat een aantal mogelijke voordelen: “ eenvoudigere montage:

= circulaire aansluiting: het raam kan zonder schade aan de binnenafwerking verwijderd worden wegens losmaakbaar; - bij einde levensduur zijn er zuivere afvalstromen zonder PUR schuim op profielen; + toieranties in de ruwbouw worden opgenomen, nauwkeurig opmeten voor de binnenafwerking is niet nodig: = de lin aan de dichting dient als aanslag voor de juiste positionering van het stelkader; > cok standaard multiplez kaders kunnen indien gewenst worden gebruikt en zo correct worden geplaatst; - de ontwatering cnderaan is geïntegreerd in de constructie, waardoor geen specifiek ontwateringsprofiel meer nodig is: - het schuin aangelegde stelkader zorgt ervoor dat er bovenaan geen afvateringsfolie nodig is.

- de dichting zorgt voor steun zodat het kader niet kantelt bij het vestschroeven op het stelkader: - het stelkader voorzien kan zijn van openingen om versterkingsstaven aan te brengen. Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkeie voorkeurdragende uitvoeringsvormen 23 beschreven van een raam volgens de uitvinding voor inbouw in een spouwmuur en van een ingebouwd raam, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een verticale doorsnede weergeeft van een Kader van een raam volgens de uitvinding ingebouwd in een spouwmuur;

Ll figuur Z op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met kader F2 is aangeduid; figuur 3 het kader van [figuur 1 weergeeft in gedeeltelijk gedemonteerde vorm: figuur 4 het kader van figuur ! weergeeft in verder gedemonteerde vorm; figuur 5 een alternatieve uitvoeringsvorm Loont van het kader van de figuur 1; figuur 6 het kader van figuur 5 weergeeft in gedeeltelijk gedemonteerde vorm. In figuur 1 is een raam 1 volgens de uitvinding weergegeven in een dagopening 2 van een spouwmuur 3 met binnenspouwblad 3a en een buitenspouwblad 3b dat de gevel vormt, In de spouw tussen binnen- en buitenspouwblad 3a en 3b is een isolatie 30 aangebracht. De onderzijde van de dagopeningen Za en 2b, respectievelijk van binnen- en buitenspouwblad 3a en 3b, liggen in het voorbeeld op nagenoeg gelijke hoogte, maar de hoogte en de breedte van de dagopening 2b in het buitenspouwblad 3b zijn kleiner dan die van de dagopening 2a van het binnenspouwblad 3a.

Het raam 1 beval een kader 4 dat is ingebouwd in de dagopening 2a van het binnenspouwblad 3a en is met zijn naar buiten gerichte buitenzijde gemonteerd tegen de binnenkant van het buitenspouwblad 3b, mogelijk met 3D tussenkomst van een zwelband 5 voor de afdichting.

Het kader 4 is samengesteld uit een eigenlijk raamkader 6, het zogenaamde vaste kader van het raam, dat bedoeld is om een niet-weergegeven vleugel of paneel te ondersteunen en uit een stelkader 7 voor het positioneren en bevestigen van het raamkader 6 in de voornoemde dagopening 2a van het binnenspouwblad 3a. Het stelkader 7 heeït kleinere afmetingen dan deze van de dagopening Za en is in de dagopening 2a gepositioneerd door middel van calieerbiokjes 8 of dergelijke en is losmaakbaar zonder breekwerk in de dagopening 2a bevestigd door schroeven 3 die van binnenuit in het binnenspouwblad Za worden gevezen.

De spleet tussen het stelkader 7 en de dagopening wordt afgedicht door zwelbanden 10 die bij montage opzwellen en de spleet vullen, Het stelkader 7 reikt in de breedte van spouwmuur 3 tot op zen korte afstand van de binnenzijde van het buitenspouwblad 3b.

Het raamkader 65 is passend door tussenkomst van een dichting 11 rondom in het stelkader 7 gemonteerd en er losmaakbaar zonder breekwerk in vastgeschroefd door middel van Schroeven 9 die van binnenuit doorheen het raamkader 6 en in het voorbeeld ook doorheen de dichting 11 in het stelkader 7 zijn geschroefd.

De afmetingen van het stelkader 7 en van het raamkader 6 samen met de dichting 11 zijn passend op elkaar afgestemd

. BE2021/5264 13 zodat het raamkader 6 in en uit het stelkader 7 kan geschoven worden zoals weergegeven in figuur 4. Het steikader 7 is daartoe samengesteld uit latten 12 die zich in de breedterichting aan de binnenzijde van het stelkader 7 loodrecht op het vlak van het raamkader 6 uitstrekken en aldus een rechte tunnel vormen voor het inschuiven van het raamkader 6.

| 10 De dichtingen 11 zijn aan de van het raamkader 6 afgekeerde zijde, met andere woorden aan de contactzijde Îla met het stelkader 7, viak uitgevoerd en eveneens loodrecht op het vlak van het raamkader 6, in het voorbeeld van de figuren 1 tot 4 is het stelkader 7 samengesteld uit voile latten 12, bijvoorbeeld uit hout of kunststof, die aan de naar het buitenspouwblad 30 gerichte buitenrand 12a over een zekere breedte van een afschuining l2b zijn voorzien aan de buitenzijde van het stelkader 7, waarbij de afschuining 12b van tegenoverliggende latten 12 in de richting van het buitenspouwblad 3b conisch naar eikaar toelopen.

Het stelkader 7 moet voldoende breed zijn om de afstand te 23 overbruggen tussen het raamkader 6 aan het buitenspouwblad en het binnenspouwblad 3a en een voldoende overlap hebben in de dagopening Za van het binnenspouwblad 3a voor sen stevige en stabiele verankering, 30 De dichting 11 is op de naar het buitenspouwblad 2b gerichte rand voorzien van een lip ilb die haaks staat op het contactvlak lla van de dichting 11 met het stelkader 7 en weggericht van het raamkader 6, Deze lip lib is bij voorkeur elastisch omplooibar tot in een stand in het verlengde van het voornoemde contactvlak ila, dit om het raamkader & in de gemonteerde toestand van het raam li met zijn dichting 11 uit het stelkader 7 te kunnen verwijderen in een richting Weg van het buitenspouwblad 3b zoals weergegeven in figuur 4.

LU Deze iip 116 dient niet alleen voor een extra dichting tussen de rand 12a van het stelkader 7 en het raamkader 6, maar kan ook dienen als aanslag om het stelkader 7 over het raamkader 6 met dichting 11 te schuiven voor montage van ; Ls het raam 1 in de dagopening 2a.

Ue dichting 11 is bijvoorbeeld geëxtrudeerd uit harde EPDM of TPE, waarbij de omplooibare lip 116 bijvoorbeeld is bekomen = door coëxtrusie uit een zachter elastisch materiaal. Tevens zorgt de combinatie van zachter en harder materiaal voor de fuctionaliteit, enerzijds het niet wegkantelen van het raamkader 6 bij vastschroeven en anderzijds het afdichten tussen raamkader 6 en stelkader 7, Zo kan bijvoorbeeld het gedeelte van de dichting 11 waer de schroef © doorgaat, uitgevoerd zijn in een harder materiaal dan het resterende zachtere gedeelte van de dichting 11, waarbij de beide gedeelten bijvoorbeeld gecoëxtrudeerd zijn,

| BE2021/5264 15 In het voorbeeld is het raamkader 6 op zijn buitenomtrek Sa voorzien van detailieringen 6c voor de bevestiging van de dichting il en is de dichting 11 voorzien van complementaire detailleringen llc waarmee de dichting 11 3 Losmaakbaar op het raamkader 6 kan vastgeklikt worden om zo bi? afbraak beide terug van elkaar los te kunnen maken voor ; recyclage.

De dichting 11 is minder breed dan de buitenomtrek Sa van het reaamkader 6 en is zodanig op de buitenomtrek 6a gepositioneerd dat het raamkader 6 met zijn buitenomtrek 6a langs beide randen van de dichting 11 met een stuk oversteekt en er aan de binnenzijde van het raamkader © een sponning 13 overblijft tussen het raamkader 6 en het stelkader 7 waar een afwerkingsprofiel 14 in kan geschoven worden zoals in de figuren 1 en 2, De dagopening is rondom afgewerkt met dergelijke afwerkingsprofielen 14 die in het voorbeeld L-vormige profielen 14 zijn die met één been 14a overheen het stelkader 7 zijn aangebracht en met een vrije rand van dit been l4a tot in de sponning 13 zijn geschoven en die met het andere been láb tegen de binnenzijde van het cinnenspouwblad Za zijn aangebracht, al dan niet grijpend over de bepleistering 15 of andere binnenafwerking.

De afwerkingsprofielen 14 kunnen ook gemakkelijk terug weggenomen worden zonder de bepleistering 15 of andere binnenafwerking te beschadigen,

- BE2021/5264 16 Voordat de afwerkingsprofielen 14 meer of minder diep in de sponning 13 kunnen geschoven worden, is de breedte waarop de afwerkingsprollelen 14 moeten worden afgezaagd niet : nauwkeurig af te meten.

3 Gp de buitenste rand van de onderste lat van het stelkader 7 is een dorpelprofiel 16 bevestigd dat over het | buitenspouwblad 3b reikt, 3 i0 Het dorpelprofiel 16 heeft een opwaarts gerichte voet waarmee het Legen voornoemde buitenrand 12a van het steikader 7 losmaakbaar is vastgevezen.

Deze verbinding kan aan het zicht onttrokken worden door middel van een afdekprofiel 17 dat op het raamkader 6 is vastgekiikt en dat een naar onder gericht been 17a bezit waarachter het stelkader 7 en de voet van het dorpelprofiel 16 verscholen zitten.

In het onderste profiel van het raamkader 6 kunnen niet- weergegeven afvateringsgaten zijn voorzien of geboord worden die éên of meer afwateringskanalen definiëren die de bovenkant van het betreffende profiel verbinden met de onderkant ter plaatse van het ten opzichte van het stelkader 7 overstekende gedeelte van het profiel en blind uitmonden achter het voornoemde afdekprofiel 17.

Het demonteren van het raam 1 voor renovatie of afbraak is zeer gemakkelijk en zonder destructief breekwerk te 32 realiseren van de bepleistering 15 of andere binnenafwerking.

Dit wordt geïllustreerd aan de hand van de figuren 3 en 4, waarbij in figuur 3 wordt getoond hoe de afwerkingsprofielen 14 en het dorpelprofiei 16 eenvoudig 9 5 kunnen weggenomen worden en vervolgens, na het losschroeven [ van het raamkader 6, dit raamkader 6 uit het stelkader 7 | kan weggeschoven worden zoals getoond in figuur 4, waarbij ; de aanslagiip 11b omwille van zijn elasticiteit naar binnen kan wegpiocien.

Indien nodig kan, na verwijdering van de afwerkingsprofielen 14 en dorpelprofisi 16, ook het steikader 7 eenvoudig uit de dagopening Za verwijderd worden na het verwijderen van de schroeven 9 en kunnen de zwelbanden 10 en calleerblokjes 8 gescheiden gerecupereerd worden door het losschroeven voor gescheide materiaairecyclage van alle verwijderde onderdelen, Cok is het mogelijk om het stelkader samen met raamkader en dichting als één geheel Le verwijderen zonder schade, In de figuren 5 en 6 is een variante uitvoering weergegeven die van de vorige verschilt in het feit dat de latten 12 van het steikader 7 zijn gemaakt als holle profielen uit geëxtrudeerde kunststof, waarbij de afschuining = 12b doorloopt in een lip 12c die ten opzichte van de naar de buitenzijde van het raamkader 6 gerichte buitenrand 12a van de Latten 12 naar buiten uitsteekt en bijvoorbeeld een steun kan vormen voor de voet 16a van het dorpelprofiel 16, In de onderste lat 12 van het stelkader 7 kunnen in de breedterichting één of meer boorgaten worden voorzien voor versterkingsstaven 18 voor de versterking van het stelkader

7. De latten 12 van het stelkader 7 kunnen in de hoeken op maat recht afgezaagd worden, waarbij deze latten 12 dan via voorziene schroefkanalen kunnen bevestigd worden, Alternatief kunnen de latten 12 van het stelkader 7 in de hoeken ook in verstek met elkaar verbonden worden.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch sen raam 1 volgens de uitvinding en sen ingebouwd raam 1 kunnen in allerlei vormen en 15 afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden,

Claims (1)

1. Conclusies,

   1.- Raam voor inbouw in een spouwmuur (3) met een binnen- en buitenspouwblad (3a en 3b), bevattende een kader {43 voor inbouw in de dagopening (2a) van het binnenspouwblad {3a) met ser buitenzijde bedoeld om naar het buitenspouwblad (3b} gericht ingebouwd te worden, daardoor gekenmerkt dat het kader (4) is samengesteld uit een eigenlijk raamkader (6) dat bedoeld is om een vleugel of | een paneel te bevatten en een stelkader (7) voor het positioneren en bevestigen van het raamkader {6} in de voornoemde dagkant van het binnenspouwblad (3a), waarbij het stelkader 17} zich met sen zekere speiling rondom het | 15 raamkader (6) uitstrekt en is samengesteld uit latten {12} die breder zijn dan het raamkader (6) en met een zekere breedte ten opzichte van het raamkader (6) langs de binnenzijde uitsteken en waarbij het raamkader (6) langs zijn buitenomtrek rondom is voorzien van een dichting {11} tussen het raamkader {6} en het stelkader {7} en het raamkader (6) losmaakbaar op de binnenzijde van het steikader (7) is bevestigd op een manier die toelaat het raamkader (6) en de dichting {11} van het stelkader {7} zonder breken los te maken en waarbij de dichting (11} rond het raamkader (6) zich tot op een zekere afstand van de binnenzijde van het raamkader (6) uitstrekt zodat er aan de binnenzijde van het raamkader {6) een sponning (13) overbiijft tussen het raamkader {6} en het stelkader (7) voor een eventueel afwerkingsproËiel.

   2.- Raam volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het raamkader (6) iosmaakbaar op het stelkader (7) is bevestigd door middel van schroeven {9} die langs de binnenomtrek van het raamkader (6) in het stelkader {7} zijn geschroefd.

   3. Raam volgens conclusie 1 cf 2, daardoor gekenmerkt dat : de dichting {11} rondom het raamkader (6) op de buitenomtrek van het raamkader (6) is bevestigd.

   4.- Raam volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het raamkader {6} is voorzien var detailleringen ({6c) voor de bevestiging van de dichting (11) en dat de dichting (11) is voorzien van complementaire detailleringen {ile} waarmee de dichting {11} losmaakbaar op het raamkader {6} kan vastgeklikt worden.

   5.- Raam volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dichting {113 aan zijn maar de buitenzijde van het raamkader (6) gerichte rand is voorzien van een elastisch omplooibare lip (116).

   &.- Raam volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de ompiooibare lip {lib} in zijn rusttoestand haaks is omgeplooid ten opzichte van het contactvlak van de dichting {11} met het stelkader (7) en weggericht van het raamkader (6).

   i.- Raam volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de lip {lib} een aanslaglip is voor de positionering van het raamkader (6) tegen de naar de buitenzijde van het raamkader (6) gerichte buitenrand {12a) van de latten (12) van het stelkader {7},

   8. Raam voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de latten (12) van het stelkader {7} over een gedecite van de breedte smaller worden naar de naar de buitenzijde van het raamkader (6) gerichte buitenrand (17a) van het stelkader {7} toe door een afschuining {12b} langs de buitenomtrek van het stelkader (7).

   3.- Raam volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de aïschuining (12b} doorloopt tot in een lip (11b) die ten opzichte van de naar de buitenzijde van het raamkader (65) gerichte buitenrand (12a) van de latten {12} naar buiten uitsteekt.

   10.- Raam volgens één van de conclusies 5 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de dichting {11} is vervaardigd uit een hard gedeelte voor de bevestiging van het raamkader (6) op het steikader (7) door middel van een schroef (8: doorheen dit harde gedeelte en een samendrukbaar gedeelte voor de afdichting. li. Raam volgens één van de conclusies 5 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de dichting {11} is vervaardigd uit geëxtrudeerd EPDM of TPE, waarbij de omplooibare lip (11b)} is bekomen door coëxtrusie van het zachtere deel.

   12.- Raam volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de latten (12) van het stelkader (7) zijn gemaakt als een hol profiel uit geëxtrudeerde kunststof.

   13,- Raam volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de onderste lat (17) van het stelkader (7} in de breedterichting één of meer boorgaten zijn voorzien voor een = versterkingsstaaf 118} ter +0 versterking van het stelkader {7},

   14.- Raam volgens èèn van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het kader {4} is ingebouwd in de dagopening (2a) van een binnenspouwblad (3a) van een spouwmuur {3}, waarbij de buitenafmetingen van het stelkader {7%} kleiner zijn dan de afmetingen van de dagopening {2a) en waarbij het stelkader (7) in de dagopening {Za} is gepositioneerd en bevestigd door middel van calleerbiokjes (8) en schroeven (9) en waarbij de spieet tussen het stelkader (7) en de dagopening (2a) rondom is afgedicht door middel van zwelband (10). l5.- Raam volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat het stelprofiel in de dagopening (2) is bevestigd door middel van schroeven in het binnenspouwblad (3a) op zodanige manier dat het raamkader (6) tegen of bijna tegen het buitenspouwblad (3b} komt, i6.- Raam volgens conclusie 14 of 15, daardoor gekenmerkt dat op de rand van de onderste lat van het stelkader (7)

   een dorpelprofiel (16) is bevestigd dat over het buitenspouwbliad (3b) reikt,

   17.- Raam volgens éên van de conciusies 14 tot 16, daardoor S gekenmerkt dat het is voorzien van een afdekprofiei 17 dat op het raamkader (6) is vastgeklikt en dat een naar onder | gericht been bezit waarachter het stelkader (7) en/of de | bevestiging van het dorpelprofiel {16} verscholen zit. { 10 18, Raam volgens één van de conclusies 14 tot 17, daardoor | gekenmerkt dat het raamkader (6) over een zekere breedte voorbij de naar buiten gerichte rand van het stelkader (7) oversteekt en dat er in het onderste profiel van het raamkader (6) afvateringsgaten zijn voorzien die één of meer afwateringskanalen definiëren die de bovenkant van het betreffende profiel verbinden met de onderkant ter plaatse van het overstekende gedeelte van het profiel, 19,- Raam volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dagopening {2} rondom is afgewerkt met L-vormige afwerkingsprofielen (14) die met één Deen overheen het stelkader (7) zijn aangebracht, waarbij dit been met zijn vrije rand tot in de sponning {13} tussen het raamkader (6) en het stelkader (7) is geschoven, en die met het andere been tegen de binnenzijde van het binnenspouwblad (3a) zijn aangebracht.