NL8503099A - Voedingsstof en voervoormengsel met verhoogde anticoccide werking. - Google Patents

Voedingsstof en voervoormengsel met verhoogde anticoccide werking. Download PDF

Info

Publication number
NL8503099A
NL8503099A NL8503099A NL8503099A NL8503099A NL 8503099 A NL8503099 A NL 8503099A NL 8503099 A NL8503099 A NL 8503099A NL 8503099 A NL8503099 A NL 8503099A NL 8503099 A NL8503099 A NL 8503099A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
formula
compound
feed
sheet
hydrogen
Prior art date
Application number
NL8503099A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bcr Muevek
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bcr Muevek filed Critical Bcr Muevek
Publication of NL8503099A publication Critical patent/NL8503099A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K31/00Medicinal preparations containing organic active ingredients
    • A61K31/70Carbohydrates; Sugars; Derivatives thereof
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/116Heterocyclic compounds
    • A23K20/132Heterocyclic compounds containing only one nitrogen as hetero atom
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/195Antibiotics

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)
  • Fodder In General (AREA)

Description

NL 331/2-Kp/cs
Voedingsstof en voervoormengsel met verhoogde anticoccide werking.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voer en voervoormengsel, die het synergistische mengsel van een ionofore antibiotische verbinding en een chinolinederi-vaat bevatten, waardoor zij een verhoogde anticoccide werking 5 hebben.
De doelmatigheid van het houden van dieren is naast genetische factoren afhankelijk van voer en veterinaire sanitaire omstandigheden, waaronder de dieren worden gehouden. Pluimveecoccidiose is een moeilijk probleem bij de productie 10 van braadkuikens en bij het houden van konijnen. Thans wordt echter het verlies, veroorzaakt door mortaliteit tengevolge van intestinale coccidiose,verre overtroffen door het verlies tengevolge van coccidia, die de groei belemmeren en tot slechte benutting van het voer leiden bij ogenschijnlijk ge-15 zonde dieren. Kuikens of konijnen, die in ernstige mate zijn geïnfecteerd met coccidia, zijn veel minder resistent en kunnen onvoldoende worden geïmmuniseerd tegen infectieziekten.
Zo is thans het verlies, veroorzaakt door venerische ziekten, subklinische infectie veel groter dan het verlies tengevolge 20 van klinische coccidiosis.
Bij de productie van braadkuikens en bij het fokken van konijnen vereist het aanzienlijke verlies tengevolge van coccidiosis een planmatig systeem van preventieve maatregelen. Regelmatig en continu houden van de dieren op gemengd voer, 25 dat moderne anticoccide middelen bevat, is de preventieve maatregel, die thans wordt gebruikt tegen coccidiosis. De voornaamste criteria voor moderne anticoccide preparaten zijn als volgt: verhoogde werking, breed spectrum, lage toxiciteit en lage resteffecten, het verbeteren van voerbenutting en ge-30 wichtstoename. Bovendien dienen dergelijke preparaten geschikt te zijn om te worden vermengd in voer; zij dienen stabiel te zijn in het met het voer verkregen mengsel; zij dienen verenigbaar te zijn; zij dienen gemakkelijk detecteerbaar te zijn in het mengsel, waarin zij aanwezig zijn; zij dienen de 35 ontwikkeling van immuniteit niet tegen te gaan; zij dienen t « - 2 - geen resistentie tegen zichzelf te ontwikkelen en hun toepassing dient economisch te zijn.
Profylaxis tegen coccidiosis bestaat uit de toediening van synthetische anticoccide preparaten, of combina-5 ties ervan, aan bijvoorbeeld kippevoer.
De laatste tijd beginnen de zogenaamde ionofore antibiotica de plaats in te nemen van synthetische anticoccide preparaten. Deze zijn bijvoorbeeld monensine, narasine, salino-mycine of lasalocide. Monensine wordt het meest toegepast.
10 Monensine-natrium is een biologisch actieve verbin ding met een polyetherstructuur. Deze verbinding is in 1967 geïsoleerd uit een speciale groei van het microorganisme Streptomyces cinnamonensis (vergelijk Antimicrob. Agents and Chemother., 349 , 1967) . Zijn chemische eigenschappen zijn be-15 schreven door A. Agtarap en J.W. Chamberlin (vergelijk Antimicrob. Agents and Chemother., 359 , 1967) . Zijn productie door een fermentatieproces is beschreven in het Hongaarse octrooi-schrift No. 154.327.
In het algemeen werken anticoccide preparaten door 20 het remmen van het metabolisme in diverse fasen van de parasieten of zij remmen de werking van enzymen.
In verloop van het biologische mechanisme van ionofore antibiotica heeft het transport van bepaalde alkali-metaalionen een belangrijke rol gespeeld, alsmede de ver-25 storing van hun herverdeling in de cel. De basis van de werking berust daarop, dat deze antibiotica bepaalde alkali-metaalionen door het celmembraan van de coccidia met zich mee kunnen dragen, bijvoorbeeld monensine en salinomycine kunnen 4* + + + *f 4* dit met Na en K , terwijl lasalocide Ca en Mg ionen kan 30 meedragen. De verandering in de intracellulaire colloïde osmotische druk leidt tot afname van de coccidia.
Verrassenderwijze is gevonden, dat wanneer niet alleen een ionofoor antibioticum wordt toegediend, doch ook tenminste ëén van de verbindingen met formule 1 van het formule-35 blad, waarin R,j waterstof, alkyl, nitro, CF^, OCF^, OCF2CF2 of OCF2CHF2 is; *3 R„ -CH-, -C- of -NH- voorstelt; ^ fl o - 3 - • ..!> .
R3 waterstof, C^_4 alkyl, fanyi, aminofenvl, benzyl, nitroaininofenyl, dinitroaminofenyl of fluoralkoxy-dinitrofenyl is; terwijl n een geheel getal tussen 1 en 3 is, 5 het aantal in het darmkanaal van de dieren te detecteren coc-cidia aanzienlijk verlaagd is, waarbij de mate van infectie soms het nulniveau bereikt.
De deels nieuwe, en deels bekende verbindingen met formule 1 van het formuleblad kunnen bereid worden door het 10 condenseren van trimethyl-1,2-dihydrochinoline of een geschikt derivaat ervan met een alifatisch aldehyde volgens de Japanse gepubliceerde octrooiaanvrage No. 8.114.516 of de Hongaarse octrooiaanvrage No. 3638/84.
De verbindingen met formule 1 van het formuleblad 15 zijn mengsels van positie-isomeren, welke zijn toe te schrijven aan de koolstofatomen waaraan R^ en R2 zijn gebonden. Deze isomere mengsels zijn de produkten van de bovengenoemde con-densatiereactie en worden gewoonlijk niet onderworpen aan enige verdere stappen voor de winning van de afzonderlijke 20 isomeren.
De toegenomen anticoccide werking bij de gelijktijdige toepassing van een ionofoor antibioticum en een con-densatieproduct van de verbinding met formule 1 van het formuleblad kan toegeschreven worden aan het synergistische 25 effect van de twee. Bovendien is gevonden, dat wanneer in een synergistisch effectief preparaat het ionofore antibioticum in de gebruikte dosis van 100 mg/kg voer wordt toegediend, verrassenderwijze een verbeterde anticoccide werking wordt verkregen, waarbij echter tevens een geringe afname van de 30 gewichtstoename plaatsvindt. Wanneer echter de gebruikte dosis van het ionofore antibioticum in het voer aanzienlijk is verlaagd en een verbinding met formule 1 van het formuleblad in een dosis van 10-130 mg/kg voer wordt vermengd, blijft de verbeterde anticoccide werking behouden, terwijl de gewichts-35 toename niet is afgenomen, in tegendeel, deze is zelfs enigszins verbeterd.
Het synergistische mengsel van een ionofoor antibioticum en een verbinding met formule 1 van het formuleblad kan rechtstreeks aan het voer worden toegevoegd, dan wel alter- ï * - 3a- natief kan het synergistische mengsel worden vermengd met een drager of elk ander toevoegsel onder vorming van een voor-mengsel, dat vervolgens aan het voer wordt toegevoegd.
De uitvinding heeft derhalve betrekking op een voer-5 samenstelling met een verbeterde anticoccide werking. Dit voer bevat, berekend op 1000 g van een bekend type voer, tenminste O·' ^ \ \ i * ... .
- 4 - 5 mg van een ionofoor antibioticum, bij voorkeur monensine, narasine of salinomycine, en 10-130 mg van tenminste één van de verbindingen met formule 1 van het formuleblad, waarin R.| een waterstofatoom, alkyl, nitro, CF^, OCF^, 5 QCF2CF3 of OCF2CHF2 voorstelt; *3 R, -CH-, -C- of -NH- is?
O
R^ een waterstofatoom, alkyl, fenyl, aminofenyl, benzyl, nitroaminofenyl, dinitroaminofenyl of fluor-alkoxydinitrofenyl voorstelt; terwijl 10 n gelijk is aan een geheel getal tussen 1 en 3.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een voer-voormengsel, dat tezamen met bijvoorbeeld vitaminen, anorganische stoffen en microelementen tenminste 5 mg van een ionofoor antibioticum, bij voorkeur monensine, narasine of salino-15 mycine, en 10-130 mg van tenminste één verbinding met formule 1 van het formuleblad bevat, waarin R.j waterstof, alkyl, nitro, CF^, OCF^, OCF2CF3 of OCF2CHF2 is ? ?3 R~ -CH-, -C- of -NH- is;
^ II
o 20 R3 waterstof, C-|_^ alkyl, fenyl, aminofenyl, benzyl, nitroaminofenyl, dinitroaminofenyl of fluoralkoxy-dinitrofenyl voorstelt; terwijl n gelijk is aan een geheel getal tussen 1 en 3, betrokken op 1000 g van een voer, waaraan het voormengsel 25 wordt toegevoegd.
Voorkeursverbindingen zijn die met formule 1a van het formuleblad, waarin R^, R2 en R^ de bovenvermelde betekenissen hebben. Betrokken op 1 kg van het voer worden van monensine 5-120 mg, van narasine 5-70 mg, en van salinomycine 30 5-60 mg doses gebruikt; van een verbinding met formule 1 van het formuleblad worden telkens doseringen van 10-130 mg bij-gemengd.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan öe hand van de volgende niet-beperkende voorbeelden.
" r> -
VOORBEELD I
Aan 1 kg kippevoer werd 100 mg monensine en 120 mg van de verbinding met formule 1 van het formuleblad, waarin waterstof is, R2 een -CH- groep voorstelt, R^ methyl is *3 5 en n = 2, toegevoegd.
Dit voer werd gebruikt voor "Hybrococks".
VOORBEELD II
Aan 1 kg kippevoer werden toegevoegd 100 mg monensine en 120 mg van de verbinding met formule 1 van het for-10 muleblad, waarin R^ een nitrogroep is, R2 een -CH- groep *3 voorstelt, R^ waterstof is en n = 2.
VOORBEELD III
Voorbeeld II werd herhaald, behalve dat in plaats van 100 mg 50 mg monensine werd gebruikt en een verbinding 15 met formule 1 van het formuleblad werd bijgemengd, waarin R1 “^3 iSf een groep voor stelt, R^ ethyl is, en n = 2.
h
VOORBEELD IV
Voorbeeld II werd herhaald, behalve dat in plaats van 100 mg monensine 70 mg narasine werd gebruikt, terwijl een 20 verbinding met formule 1 van het formuleblad werd bijgemengd, waarin R^ -OCF^ is, R2 een -CH- groep voorstelt, R^ water- *3 stof is en n = 1.
VOORBEELD V
Voorbeeld II werd herhaald onder gebruikmaking van 25 40 mg narasine in plaats van 100 mg monensine, terwijl werd bijgemengd een 1:1 mengsel van de verbinding met formule 1 van het formuleblad, waarin R^ ethyl is, R2 -CH- voorstelt, R3 É3 waterstof is en n = 2, en R^ OCF2CF3 is, R2 -CH- voorstelt, R^ waterstof voorstelt en n = 1.
*3 - 6 - * - ^
VOORBEELD VI
Voorbeeld II werd herhaald, behalve dat in plaats van 100 mg monensine 40 mg salinomycine werd gebruikt, terwijl 10 mg van een verbinding met formule 1 van het formuleblad 5 werd toegevoegd, waarin -OCF2CHF2 is, R2 een -CH” groep
K
voorstelt, methyl is en n = 2.
VOORBEELD VII
Voorbeeld III werd herhaald, behalve dat in plaats van 100 mg van een verbinding met formule 1 van het formule-10 blad een 1:1 mengsel van de verbindingen met formule 1 van het formuleblad, zoals gedefinieerd in voorbeelden respectievelijk I en III, werd toegevoegd.
VOORBEELD VIII
Voorbeeld II werd herhaald, behalve dat een verbin-15 ding met formule 1 van het formuleblad werd gebruikt, waarin R- waterstof is, R- een -C- groep voorstelt en n = 2.
I £. tl 0
VOORBEELD IX
Voorbeeld II werd herhaald, behalve dat een verbinding met formule 1 van het formuleblad werd gebruikt, waarin 20 R-j waterstof is, R2 een -NH- groep voorstelt en n = 2.
VOORBEELD X
De volgende verbindingen werden met elkaar vermengd: Monensine-Na (20%) 50,00 g
Verbinding met formule 1 van het formuleblad, 25 zoals gedefinieerd in voorbeeld I (98% zuiver) 24,50 g Dragerstof (graanmeel) aanvullen tot 100,00 g.
Van dit preparaat werd een zodanige hoeveelheid aan een gemengd kippevoer toegevoegd, dat het preparaat 0,5% van het totaal uitmaakte.
- 7 -
VOORBEELD XI
De volgende bestanddelen werden met elkaar vermengd: Vitamine A 1,000.000 IU
Vitamine D-3 260.000 IU
5 Vitamine E 1.000 IU
Vitamine K-3 150 mg
Vitamine B-1 200 mg
Vitamine B-2 460 mg
Vitamine B-3 1.200 mg 10 Vitamine B-6 150 mg
Vitamine B-12 1 mg
Nicotinezuur 3.500 mg
Folinezuur 100 mg
Antioxidant BHT 8.000 mg 15 Cholinechloride 30.000 mg
Narasine (20%) 20.000 mg
Mengsel van de verbindingen met formule 1 van het formuleblad zoals gedefinieerd in voorbeeld VI 12.000 mg 20 Zinksulfaat 28.000 mg
Calciumjodaat 100 mg
Natriumseleniet 20 mg
Kopersulfaat 2.000 mg IJzersulfaat 10.000 mg 25 Drager (graanmeel) voor aanvulling tot 1.000 g.
Van dit preparaat werd aan gemengd voer voor braad-kuikens een zodanige hoeveelheid toegevoegd, dat het preparaat 1,0% van het totaal uitmaakte.
VOORBEELD XII (testvoorbeeld) 30 Hybro-kippen werden gevoerd met het preparaat vol gens voorbeeld I. Groepen van 11 Hybro-kippen werden geïnfecteerd onder laboratoriumomstandigheden met ca. 150.000 oocystas van Eimeria tenella, die coccidiosis in het caecum veroorzaakt. De kippen werden gehouden op voer, dat geen 35 anticoccide stof bevatte, doch voor het overige dezelfde samenstelling had, welke kippen geïnfecteerd werden om als referentie (R) te dienen, terwijl een groep niet-geïnfecteerde kippen (NI) eveneens werd gehouden teneinde de gewichtstoename
‘ - ·»» V
- 8 - * te vergelijken.
De proef duurde 8 dagen.
Het gemiddelde lichaamsgewicht van de NI-groep werd beschouwd als 100%.
5 Bovendien werden in de groepen van elf kippen, de verhoudingen van het aantal macroscopische caecale beschadigingen bestudeerd.
Gemiddeld Verhoudingen
Bestudeerde groepen liohaams- met caecale _3 y_gewicht beschadigingen 0 * NI 100 % jj 10 Gehouden op 100 mg monensine in .
1 kg voer 91,7% jj
Gehouden op voer beschreven in „ * voorbeeld I 78,4 % jj R 67,2 % 11 * geen waarneembare beschadigingen.
De gegevens laten zien, dat het gemiddelde lichaams-15 gewicht van de kippen, die gehouden werden op voer bereid volgens de uitvinding, enigszins afneemt maar de infectie van deze populatie tot nul wordt gereduceerd. Dit betekent, dat het gevaar van verlies door sterven significant minder is.
VOORBEELD XIII (testvoorbeeld) 20 Er werd een studie van de werking, zoals beschreven in het voorgaande voorbeeld, uitgevoerd bij kippen in groepen van elf. De resultaten waren als volgt:
Bestudeerde groepen Gemiddeld Verhoudingen liohaams- met caecale _gewicht beschadigingen 0 * NI 100 % jj 25 Gehouden op 100 mg monensine in 7 1 kg voer 96,4% jj
Gehouden op voer beschreven in - voorbeeld II 81,8 % jj
Gehouden op voer zoals beschreven 2 in voorbeeld III 104,0 % jj V *v - 9 -
Gemiddeld Verhoudingen
Bestudeerde groepen lichaams- met caecale _gewicht beschadigingen
Gehouden op 70 mg narasine in o 1 kg voer 83,0 % γγ
Gehouden op voer, zoals beschreven n * in voorbeeld IV 92,7 % γγ
Gehouden op voer, zoals beschreven 5 in voorbeeld V 107,0 % γγ 5 Gehouden op voer, zoals beschreven .
in voorbeeld VI 105,0 % γγ
Gehouden op voer, zoals beschreven 2 in voorbeeld VII 103,5 % γγ R 70,0 % * geen waarneembare beschadigingen.
Uit de bovenvermelde gegevens volgt, dat wanneer een 10 voer, bereid volgens de uitvinding, wordt gebruikt, de mate van infectie in alle gevallen aanzienlijk wordt verlaagd, het gemiddelde lichaamsgewicht maar weinig afneemt, of in bepaalde gevallen zelfs toeneemt. Tegelijkertijd is in alle gevallen, waarbij de populatie werd gehouden op het voer, bereid volgens 15 de uitvinding, het gevaar voor verlies door dood afgenomen.
VOORBEELD XIV (testvoorbeeld)
Een proef zoals beschreven in voorbeeld XI werd herhaald met groepen, die 69-71 testdieren telde.
De procentuele maat voor de infectie wordt gegeven 20 op basis van dieren, die vormen van coccidiale ontwikkeling in afkrapsels van het slijmmembraan van de caeca vertoonden.
Gemiddeld Kippen
Bestudeerde groepen lichaams- met coccidia __gewicht_ NI 100 % 0 %
Gehouden op 100 mg monensine in 1 kg voer 90,3% 67,1% 25 Gehouden op voer, zoals beschreven in voorbeeld III 89,7 % 50,7 % R 60,8 % 100,0 %
De mate van infectie, dus het risico voor doodgaan, in de groep, die gehouden werd op voer volgens de uitvinding, - 10 - nam af, terwijl tegelijkertijd het gemiddelde lichaamsgewicht niet significant veranderde vergeleken met de groep, die gehouden werd op voer, dat alleen monensine bevatte.
VOORBEELD XV
5 Voorbeeld I werd herhaald, behalve dat aan elke kg voer 50 mg monensine werd toegevoegd in plaats van 100 mg en 90 mg van de verbinding met formule 1 van het formuleblad, waarin waterstof is, R2 een -CH- groep voorstelt, methvl is en n = 1. R-, -1 3
10 VOORBEELD XVI
Voorbeeld XV werd herhaald, behalve dat aan elke kg van het voer 50 mg monensine werd toegevoegd alsmede 45 mg van de x^erbinding met formule 1 van het formuleblad, waarin waterstof is, R2 een groep -CH- voorstelt, R^ methyl is, R3 15 en n = 2, alsmede 45 mg van de verbinding met formule 1 van het formuleblad, waarin R^ waterstof is, R2 een groep -CH-voorstelt, R^ een methylgroep is en n = 1. R^ VOORBEELD XVII (testvoorbeeld) 7-dagen-oude Hybro-kuikens werden gehouden op voer, 20 zoals beschreven in voorbeelden XV en XVI. De groepen, elk bestaande uit 35 dieren, werden oraal geïnfecteerd met ca.
150.000 oocystas van Eimeria tenella onder laboratoriumomstan-öigheden. Voor vergelijkingsdoeleinden werden kuikens (R) op soortgelijke wijze geïnfecteerd en op hetzelfde voer gehouden 25 echter zonder anticoccide middel. Er werden ook niet-geïnfec-teerde kuikens (NI) gehouden teneinde de gewichtstoename van de groepen te kunnen vergelijken. De proef duurde 8 dagen.
Het gemiddelde lichaamsgewicht van de kuikens NI werd als 100% beschouwd. Bovendien werd het aantal kuikens, die vormen 30 van coccide ontwikkeling in de afkrapsels van caecale mucosa vertoonden, gecontroleerd door middel van microscopische proeven bij elke groep.
v - 11 -
Gemiddeld Kuikens
Onderzochte groepen lichaams- met coccidia _gewicht__ NI 100 % ^5
Gehouden op 100 mg monensine ~7 in elke kg voer 87 % -j~ 5 Gehouden op 50 mg monensine in -c elke kg voer 12 % ^
Gehouden op voer, zoals beschreven in voorbeeld XV 92 % ^
Gehouden op voer, zoals beschreven -.9 in voorbeeld XVI 85 % E 65 % 35
In groep NI werd geen coccide infectie waargenomen.
10 De tabel laat zien, dat het lichaamsgewicht van de kuikens, gehouden op het voer volgens de uitvinding, geen significante afname vertoonde, terwijl de infectie werd voorkomen door de helft van de tot nu toe gebruikte hoeveelheid ionofoor anticoccidemiddel.
15 VOORBEELD XVIII
Aan 1 kg konijnevoer, in Hongarije in de handel onder de naam "54-4-Környei" werden 10 mg monensine en 80 mg van een verbinding met formule 1 van het formuleblad toegevoegd, waarin R.j ethyl is, R2 een -CH- groep voorstelt, R^ methyl is en *3 20 n = 2, toegevoegd.
De samenstelling van het konijnevoer is als volgt: Tarwe 20%
Zemelen 19%
Grasmeel 25% 25 Sojabonen 5%
Zonnepitten 8%
Suikerbietstukken 18%
Premix 5054-5 5% 100% 30 Ruw proteïnegehalte 15%
Ruwe vezelgehalte 13%.
- 12 -
VOORBEELD XIX
Aan 1 kg konijnevoer uit voorbeeld XVIII werden toegevoegd 5 mg salinomycine en 80 mg van een verbinding met formule 1 van het formuleblad, waarin nitro is, R2 een -CH- *3 5 groep voorstelt, R^ ethyl is en n = 2.
VOORBEELD XX
Voorbeeld XVIII werd herhaald, behalve dat in plaats van 10 mg monensine 7 mg narasine werd toegevoegd.
VOORBEELD XXI
10 Voorbeeld XVIII werd herhaald, behalve dat in plaats van 80 mg van de verbinding met de formule 1 van het formuleblad, zoals gedefinieerd in voorbeeld XVIII, een mengsel van verbindingen met formule 1 van het formuleblad werd toegevoegd. Dit mengsel bestond uit 40 mg van de verbinding met formule 1 15 van het formuleblad, zoals gedefinieerd in voorbeeld XIX, en 40 mg van de verbinding met formule 1 van het formuleblad, waarin -CF^ is, R2 een -CH- groep voorstelt, ethyl is en *3 n = 1 .
VOORBEELD XXII
20 Groepen konijnen, na vier weken spenen, werden ge houden op vetmakend voer uit voorbeeld XVIII. De 20 konijnen \7an een groep werden op natuurlijke weg geïnfecteerd met oocystas van coccidia. Voor referentiedoeleinden werd een groep (R) op voer gehouden, dat geen anticoccidemiddel bevatte; 25 bovendien werd een groep (F) op konijnevoer gehouden dat 100 mg furazolidon per kg bevatte.
De duur van de test was acht weken.
De resultaten van deze proeven laten zien, dat in de faeces van de konijnen, gehouden op voer, dat het ionofore 30 antibioticum en de verbinding met formule 1 van het formuleblad bevatte, het aantal coccide oocystas met 90-100% afnam, terwijl er een zero afname was waar te nemen bij de groepen R en F, dat wil zeggen dat de infectie niet afnam.
In alle groepen, die gehouden werden op voer, zoals - 13 - beschreven in voorbeeld XVIII en samengesteld volgens de uitvinding, bleek de voeromzetting 5-10% beter te zijn dan vergeleken met die van de groepen R en P.
Wat betreft de gewichtstoename kon tussen de groepen 5 geen significant verschil te kunnen worden waargenomen.
VOORBEELD XXIII
Voorbeeld XVIII werd herhaald, behalve dat een verbinding met formule 1 van het formuleblad werd gebruikt, waarin R2 fenyl was in plaats van methyl.
10 VOORBEELD XXIV
Voorbeeld XVIII werd herhaald, behalve dat een verbinding met formule 1 van het formuleblad werd gebruikt, waarin R^ een aminofenylgroep was in plaats van methyl.
VOORBEELD XXV
15 Voorbeeld XVIII werd herhaald, behalve dat een ver binding met formule 1 van het formuleblad werd gebruikt, waarin R^ een benzylgroep was in plaats van methyl.
VOORBEELD XXVI
Voorbeeld XVIII werd herhaald, behalve dat een ver- 20 binding met formule 1 van het formuleblad werd gebruikt, waarin Rg nitroaminofenyl was in plaats van methyl.
VOORBEELD XXVII
Voorbeeld XVIII werd herhaald, behalve dat een verbinding met formule 1 van het formuleblad werd gebruikt, waar- 25 in R^ dinitroaminofenyl was in plaats van methyl.
VOORBEELD XXVIII
Voorbeeld XVIII werd herhaald, behalve dat een verbinding met formule 1 van het formuleblad werd gebruikt, waarin R^ fluoralkoxydinitrofenyl was in plaats van methyl.
30 VOORBEELD XXIX
Voorbeeld XVIII werd herhaald, behalve dat een verbinding met formule 1 van het formuleblad werd gebruikt, waar- ~ .......,,»# - 14 - in R9 een -C- groep was.
" II
O
VOORBEELD XXX
Voorbeeld XVIII werd herhaald, behalve dat een verbinding met formule 1 van het formuleblad werd gebruikt, waar-5 in R2 een -KH- groep was.

Claims (8)

1. Voedingsstof met verhoogde anticoccide werking, die, berekend op 1000 g van een bekend type voer, tenminste 5 mg van een ionofoor antibioticum, bij voorkeur monensine, nara-sine of salinomycine, en 10-130 mg van tenminste één verbin- 5 ding met formule 1 van het formuleblad bevat, in welke formule R.j waterstof, C^_4 alkyl, nitro, CF3, 0CF3, OCF2CF3 of OCF2CHF2 is; R3 R9 -CH-, -C- of -NH- voorstelt; ^ II o
10 R3 waterstof, alkyl, fenyl, aminofenyl, benzyl, nitroaminofenyl, dinitroaminofenyl of fluoralkoxy-dinitrofenyl voorstelt; terwijl n gelijk is aan een geheel getal tussen 1 en 3.
2. Voedingsstof volgens conclusie 1, met het 15. e nme rk, dat daarin als verbinding met formule 1 van het formuleblad een verbinding met formule 1a van het formuleblad aanwezig is, waarin R^, R2 en R3 de in conclusie 1 gedefinieerde betekenissen hebben.
3. Voedingsstof volgens conclusie 1, met het 20kenmerk, dat deze tenminste 10 mg van een ionofoor antibioticum en 10-130 mg van tenminste één verbinding met formule 1 van het formuleblad bevat, waarin R^ waterstof of C1-4 alkyl is; R2 een groep met formule -CH- voorstelt, R3 waterstof of K methyl is en n gelijk is aan 1, 2 of 3.
4. Voedingsstof volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat deze tenminste één verbinding met formule 1 van het formuleblad bevat, waarin n gelijk is aan 2.
5. Voedingsstofvoormengsel, met het kenmerk, dat dit tezamen met de gebruikelijke voormengselbestanddelen, 30 zoals vitaminen, anorganische stoffen en microelementen, tenminste 5 mg van een ionofoor antibioticum, bij voorkeur monensine, narasine of salinomycine, en 10-130 mg van tenminste één verbinding met formule 1 van het formuleblad bevat, waarin • ? - 16 - ' ..... waterstof, C^_4 alkyl, nitro, CF3, OCF^, OCF2CF2 of OCF2CHF2 is; ?3 R0 -CH-, -C- of -NH- voorstelt; O R^ waterstof, alkyl, fenyl, aminofenvl, benzyl, 5 nitroaminofenyl, dinitroaminofenyl of fluoralkoxy- dinitrofenyl voorstelt; terwijl n gelijk is aan een geheel getal tussen 1 en 3, betrokken op 1000 g van een voer, waaraan het voormengsel wordt toegevoegd.
6. Voervoormengsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat dit als verbinding met formule 1 van het formuleblad een verbinding met formule 1a van het formuleblad bevat, waarin , R2 en R^ de in conclusie 5 gedefinieerde betekenissen hebben.
7. Voervoormengsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat dit tenminste 10 mg van een ionofoor antibioticum en 10-130 mg van tenminste één verbinding met formule 1 van het formuleblad bevat, in welke formule R^ waterstof of C.]_^ alkyl is; R2 een groep met de formule -CH- voor- h 20 stelt, waterstof of methyl is, terwijl n 1, 2 of 3 is.
8. * Voervoormengsel volgens conclusie 7, m e t h e t kenmerk, dat dit tenminste één verbinding met formule 1 van het formuleblad bevat, waarin n gelijk is aan 2.
NL8503099A 1984-11-13 1985-11-12 Voedingsstof en voervoormengsel met verhoogde anticoccide werking. NL8503099A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
HU421584 1984-11-13
HU844215A HU191576B (en) 1984-11-13 1984-11-13 Method for producing food having improved anticoccidiosis effect

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8503099A true NL8503099A (nl) 1986-06-02

Family

ID=10967357

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8503099A NL8503099A (nl) 1984-11-13 1985-11-12 Voedingsstof en voervoormengsel met verhoogde anticoccide werking.

Country Status (8)

Country Link
BG (1) BG47520A1 (nl)
CS (1) CS276344B6 (nl)
DD (1) DD239715A5 (nl)
DE (1) DE3540105A1 (nl)
FR (1) FR2572895A1 (nl)
GB (1) GB2166953B (nl)
HU (1) HU191576B (nl)
NL (1) NL8503099A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4994469A (en) * 1987-04-22 1991-02-19 Material Vegyipari Kisszovetkezet Diaclyl-substituted methylene-2,2,4-trimethyl-1,2-dihydroquinolines and a process for the preparation thereof
EP0497735A1 (de) * 1991-01-31 1992-08-05 Ciba-Geigy Ag Hydrochinolinverbindungen

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4075323A (en) * 1976-03-25 1978-02-21 Eli Lilly And Company Coccidiocidal combinations
US4192887A (en) * 1978-06-08 1980-03-11 A. H. Robins Company, Incorporated Ruminant coccidiostats
JPS5550865A (en) * 1978-10-12 1980-04-14 Kaken Pharmaceut Co Ltd Feed efficiency improver

Also Published As

Publication number Publication date
HU191576B (en) 1987-03-30
FR2572895A1 (fr) 1986-05-16
BG47520A1 (en) 1990-08-15
GB8527910D0 (en) 1985-12-18
CS276344B6 (en) 1992-05-13
DE3540105A1 (de) 1986-05-15
CS816985A3 (en) 1992-01-15
DD239715A5 (de) 1986-10-08
GB2166953A (en) 1986-05-21
GB2166953B (en) 1988-10-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Shiau et al. Vitamin E sparing effect by dietary vitamin C in juvenile hybrid tilapia, Oreochromis niloticus× O. aureus
US4218443A (en) Polyether ionophores as antiobesity and hypotriglyceridemic agents
Papatryphon et al. Optimizing the levels of feeding stimulants for use in high-fish meal and plant feedstuff-based diets for striped bass, Morone saxatilis
AU8277998A (en) Animal feed containing carboxylic acids
US3800051A (en) Reducing serum cholesterol with certain substituted phenols
Daniel et al. Dietary ascorbic acid requirement for growth of striped catfish, Pangasianodon hypophthalmus (Sauvage, 1878) juveniles
US4302450A (en) Polyether ionophores as antiobesity and hypotriglyceridemic agents
JPS5874607A (ja) 抗コクシジウム活性を有する組成物
US3367830A (en) Controlling coccidiosis in poultry with 1,4-naphthoquinones
JPH09187229A (ja) 家禽用飼料組成物
US4824847A (en) Coccidiocidal compositions
US4861758A (en) Coccidiocidal compositions
NL8503099A (nl) Voedingsstof en voervoormengsel met verhoogde anticoccide werking.
JPS59108720A (ja) 飼料利用効率改善剤
Manning et al. Comparative toxicity of Chaetomium contaminated corn and various chemical forms of oosporein in broiler chicks
US3577531A (en) Dianemycin for treating coccidiosis
US3719753A (en) Coccidiostats
US3577553A (en) Compositions and methods for controlling coccidiosis in poultry employing triazole derivatives
US4855299A (en) Coccidiocidal compositions
US4168272A (en) Homologs of lasalocid A
JPH07188009A (ja) 抗コクシジウム組成物
TOYOMIZU et al. Research note: effect of 2, 4-dinitrophenol on growth and body composition of broilers
US3555150A (en) Nigericin for treating coccidiosis
US3364110A (en) Method for preventing coccidiosis with certain benzohydroxamic acid derivatives
US4659713A (en) Quinoxalinedione compounds useful for controlling coccidiosis

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed