NL8502952A - DRIVE DEVICE FOR A COMMERCIAL VEHICLE, IN PARTICULAR FIRE VEHICLE. - Google Patents

DRIVE DEVICE FOR A COMMERCIAL VEHICLE, IN PARTICULAR FIRE VEHICLE. Download PDF

Info

Publication number
NL8502952A
NL8502952A NL8502952A NL8502952A NL8502952A NL 8502952 A NL8502952 A NL 8502952A NL 8502952 A NL8502952 A NL 8502952A NL 8502952 A NL8502952 A NL 8502952A NL 8502952 A NL8502952 A NL 8502952A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
vehicle
auxiliary
gear
drive device
Prior art date
Application number
NL8502952A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Rosenbauer Kg Konrad
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rosenbauer Kg Konrad filed Critical Rosenbauer Kg Konrad
Publication of NL8502952A publication Critical patent/NL8502952A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K25/00Auxiliary drives
    • B60K25/06Auxiliary drives from the transmission power take-off
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62CFIRE-FIGHTING
    • A62C27/00Fire-fighting land vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K17/00Arrangement or mounting of transmissions in vehicles
    • B60K17/34Arrangement or mounting of transmissions in vehicles for driving both front and rear wheels, e.g. four wheel drive vehicles
    • B60K17/344Arrangement or mounting of transmissions in vehicles for driving both front and rear wheels, e.g. four wheel drive vehicles having a transfer gear
    • B60K17/346Arrangement or mounting of transmissions in vehicles for driving both front and rear wheels, e.g. four wheel drive vehicles having a transfer gear the transfer gear being a differential gear
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D21/00Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted
    • B62D21/18Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted characterised by the vehicle type and not provided for in groups B62D21/02 - B62D21/17

Description

ί > Φ 4 Μ. Kon/mf/6 Rosenbauerί> Φ 4 Μ. Kon / mf / 6 Rosenbauer

Aandrijfinrichting voor een in te zetten voertuig, in het bij zonder brandweervoertuigPropulsion device for a vehicle to be used, in particular a fire engine

De uitvinding betreft een aandrijfinrichting voor een in te zetten voertuig, in het bijzonder brandweervoertuig met een aandrijf motor, een tussendrijfwerk en een bijdrijfwerk, dat met een hulpaggregaat, bijvoorbeeld een blusmiddelpomp ter 5 aandrijving verbonden is.The invention relates to a driving device for a vehicle to be deployed, in particular a fire engine with a driving motor, an intermediate drive and a driving gear, which is connected to an auxiliary power unit, for example an extinguishing agent pump for driving.

Door aanvraagster zijn in het bijzonder brandweervoertuigen, die ook voor het inzetten op vliegvelden zijn uitgevoerd, met verschillende aandrijfinrichtingen bekend. Zo is het mogelijk, aan de aandrijfmotor onmiddellijk een verdeeldrijfwerk aan te 10 bouwen, waarover een blusmiddelpomp en een automatisch drijfwerk voor het aandrijven van het voertuig wordt aangedreven.In particular, fire-fighting vehicles, which are also designed for deployment at airports, are known by the applicant with various drive devices. It is thus possible to immediately mount a distribution gear on the drive motor, over which an extinguishing agent pump and an automatic gear for driving the vehicle are driven.

Verder is het ook mogelijk aan de aandrijfmotor onmiddellijk een automatisch drijfwerk te koppelen, over wiens bijaandrijving een blusmiddelpomp wordt aangedreven. De hoofdaandrijving 15 leidt via een tussendrijfwerk naar de asaandrijvingen. Zo is bijvoorbeeld een brandweervoertuig van aanvraagster bekend, waarbij de voertuigaandrijving in het achterste gebied van het brandweervoertuig en het tot een aandrijfblok verenigd omzet- en verdelerdrijfwerk ongeveer in het midden tussen de 20 beide assen is aangebracht. De via een bijaandrijving bekrachtigde brandmiddelpomp is bij deze uitvoeringsvorm eveneens tussen de beide assen op het voertuigchassis aangebracht.Furthermore, it is also possible to couple an automatic gearbox directly to the drive motor, over whose side drive a fire extinguishing pump is driven. The main drive 15 leads via an intermediate drive to the shaft drives. For example, a fire engine of applicant is known, wherein the vehicle drive is arranged in the rear area of the fire engine and the conversion and distribution gear unit united in a drive block is approximately in the middle between the two axles. In this embodiment, the fuel pump powered by a secondary drive is also mounted on the vehicle chassis between the two axles.

Zo werd onder andere een voertuigchassis voor een brandweervoertuig voorgesteld - volgens het onderzoeksrapport van 25 de Bundesminister für Forschung und Technologie van de Bondsrepubliek Duitsland over de optimale berging en brandbestrijding met geïntegreerd technisch hulpvermogen, ook "Orbit-Studie" genoemd, van juli 1978 - waarbij de aandrijfmotor voor het 4x4 voertuig - twee assen enkelvoudig van banden voorzien en 30 alle wielen aangedreven - in hoofdzaak boven de voorste wiel-as is aangebracht en de aandrijving onder de bovenrand van het voertuigchassis is opgesteld. Bij een dergelijk brandweer- ;**. {·. Λ λ .'3For example, a vehicle chassis for a fire engine was proposed - according to the investigative report by the Federal Minister for Fortress and Technology of the Federal Republic of Germany of 25 on optimum salvage and fire fighting with integrated technical auxiliary power, also called "Orbit Study", of July 1978 - in which the drive motor for the 4x4 vehicle - two axles with single tires and all wheels driven - is arranged substantially above the front wheel axle and the drive is arranged below the top edge of the vehicle chassis. With such a fire brigade; **. {·. Λ λ. '3

, V, V

2 voertuig moet de brandbluspomp eveneens in het gebied van de vooras zijn aangebracht. Dit voertuig volgens de studie werd tot op heden nog niet verwezenlijkt. De aanbrenging van de aandrijfmotor en de brandbluspomp verschaft een ongunstige 5 gewichtsverdeling in het voertuig boven de vooras en bemoeilijkt de toegang tot de aandrijfmotor, daar de toegankelijkheid van onderen door de voertuigas, het asdrijfwerk en de aandrijfassen wordt verhinderd. Tegelijkertijd worden de trillingen en ook wordt de warmte van de aandrijfmotor tot 10 in de daarboven zich bevindende voertuigcabine overgebracht, waardoor de zo wie zo al tijdens een in te zetten rit gespannen in te zetten krachten nog extra worden belast.2 vehicle, the fire pump must also be located in the area of the front axle. According to the study, this vehicle has not yet been produced. The mounting of the drive motor and the fire pump provides an unfavorable weight distribution in the vehicle above the front axle and makes access to the drive motor more difficult, since access from below by the vehicle axle, the axle gear and the drive shafts is prevented. At the same time, the vibrations and also the heat from the drive motor up to 10 are transferred to the vehicle cabin located above it, which places an extra burden on those who already use it during a journey to be deployed.

Verder is het ook bekend een aandrijfmotor tussen de beide voertuigassen van een voertuigchassis aan te brengen uit GB-15 OS S85.689. Achter de aandrijfmotor is een op afstand daarvan aangebracht verdeeldrijfwerk aanwezig, dat tussen de beide hoofdliggers van het voertuigchassis is opgehangen, zodat de bovenrand daarvan zich onder de bovenrand van de hoofdliggers van het voertuigchassis bevindt. Daardoor wordt weliswaar een 20 gunstige positie van het zwaartepunt van de motor aan het voertuigchassis verkregen, maar het aanhouden van de vereiste bodemvrijheid is in zoverre nauwelijks mogelijk, daar de aandrijving van de aandrijfmotor in wezen reeds op dezelfde hoogte of onder het middelpunt van de voertuigassen komt te liggen. In 25 het bijzonder wordt daardoor de aanbrenging van het verdeeldrijfwerk bemoeilijkt. Door de gelijktijdige aanbrenging van de aandrijfmotor en de brandbluspomp in het gebied dat zich onmiddellijk voor de vooras bevindt, wordt een ongelijkmatige gewichtsverdeling aan het voertuigchassis verkregen respectie-30 velijk wordt het onderhoud aan de aandrijfmotor bemoeilijkt.It is also known to arrange a drive motor between GB-15 OS S85.689 between the two vehicle axles of a vehicle chassis. Behind the drive motor there is a spaced-apart distribution gear which is suspended between the two main girders of the vehicle chassis, so that the top edge thereof is below the top edge of the main girders of the vehicle chassis. Although a favorable position of the center of gravity of the engine on the vehicle chassis is hereby obtained, the maintenance of the required ground clearance is hardly possible in this respect, since the drive of the drive motor is essentially already at the same height or below the center of the vehicle axles. comes to lie. In particular, this makes the application of the distribution gear more difficult. Due to the simultaneous mounting of the drive motor and the fire pump in the area immediately in front of the front axle, an uneven weight distribution on the vehicle chassis is obtained or maintenance of the drive motor is made more difficult.

De uitvinding heeft ten doel een aandrijfinrichting voor een in te zetten voertuig te verschaffen, die een compacte bouw mogelijk maakt en die zowel met betrekking tot de plaats van het zwaartepunt van het voertuig als ook met betrekking 25 tot de op het voertuig te bouwen opbouw vele variatiemogelijkheden toelaat. Bovendien dient de bediening en in het bijzonder de toegankelijkheid voor het onderhouden van de aandrijf-elementen respectievelijk een hulpaggregaat, bijvoorbeeld een biandbluspomp vereenvoudigd te worden.The object of the invention is to provide a driving device for a vehicle to be used, which makes it possible to have a compact construction and which, with regard to the location of the center of gravity of the vehicle as well as with regard to the superstructure to be built on the vehicle, variation possibilities. In addition, the operation and in particular the accessibility for the maintenance of the drive elements or an auxiliary power unit, for example a biand extinguishing pump, must be simplified.

ë 5 n 9 0: Λ o ir»* ^ V ü=a —4 * · 3ë 5 n 9 0: Λ o ir »* ^ V ü = a —4 * · 3

Deze doelstelling volgens de uitvinding wordt daardoor bereikt, dat de aandrijfmotor aan het chassis van het voertuig tussen een achterzijde van het in te zetten voertuig en een tussen de voertuigassen bevindend gebied is aangebracht en het 5 hulpaggregaat in het gebied van de voorste voertuigas aan het chassisgestel is gelegerd. De verrassende voordelen van deze oplossing schuilen daarin, dat door een dergelijke inrichting een gunstige lastverdeling met een voor de voertuigaandrijving bij in te zetten ritten gunstige zwaartepuntsligging bereikbaar 10 is. Tegelijkertijd wordt de toegankelijkheid van het hulpaggregaat en in het bijzonder wanneer het gaat om een brand-bluspomp, de aansluiting van de afzonderlijke blusmiddellei-dingen vanaf de kopzijde van het voertuig af vergemakkelijkt. Verder is de mogelijkheid geschapen, dat de machinist voor 15 het hulpaggregaat zich in de voertuigcabine kan ophouden, om de prestatie daarvan te bewaken. Daardoor worden betere arbeidsvoorwaarden voor de machinisten bereikt, daar zij zich tijdens langdurige inzetkarweien tegen weersinvloeden beschermt in de voertuigcabinen bevinden en zij zich volledig op de mate 20 van functioneren van het hulpaggregaat, bijvoorbeeld bij een brandblusmiddelpomp op het bijmengen van schuimmiddel of dergelijke via afstandsbedieningsmiddelen kan concentreren. Boven- r dien kan een ongestoorde verbinding met de overige inzeteen-heden door de verbeterde geluidsdemping in de voertuigcabine 25 via de radio worden bereikt. Onafhankelijk daarvan is het echter ook mogelijk het in te zetten voertuig naar keuze met een voorwielaandrijving, achterwielaandrijving of aandrijving op alle wielen uit te rusten. Een verder wezenlijk voordeel schuilt daarin, dat het hulpaggregaat binnen de voertuigbe-30 grenzing kan worden aangebracht en tegen beschadiging is af-geschermd.This object according to the invention is achieved in that the drive motor is mounted on the chassis of the vehicle between a rear of the vehicle to be deployed and an area located between the vehicle axles and the auxiliary unit in the area of the front vehicle axle on the chassis frame. is stationed. The surprising advantages of this solution lie in the fact that such a device provides a favorable load distribution with a favorable center of gravity location for the vehicle drive to be deployed. At the same time, the accessibility of the auxiliary unit, and in particular in the case of a fire-fighting pump, facilitates the connection of the individual extinguishing lines from the front of the vehicle. Furthermore, the possibility has been created that the operator for the auxiliary power unit may be in the vehicle cab to monitor its performance. As a result, better working conditions are achieved for the drivers, since they are protected against weather influences in the vehicle cabins during long-term deployment chores and they are fully dependent on the functioning of the auxiliary unit, for example with a fire extinguishing pump to add foaming agent or the like via remote control means. to concentrate. In addition, an undisturbed connection to the other deployment units can be achieved by radio via the improved sound insulation in the vehicle cabin. Independently of this, however, it is also possible to equip the vehicle to be used with a front-wheel drive, rear-wheel drive or all-wheel drive. A further essential advantage lies in the fact that the auxiliary aggregate can be fitted within the vehicle confinement and is protected against damage.

Verder is het ook mogelijk dat het hulpaggregaat op een voorbij de voorste voertuigas in de rijrichting reikend gebied van het voertuigchassis is gelegerd en bij voorkeur door een 35 met de bijaandrijving via een cardanas gekoppelde brandblusmiddelpomp gevormd is. Door de aanbrenging van de blusmiddel-pomp in het gebied van de voorste as kan de aansluiting van de afzonderlijke blusmiddelleidingen respectievelijk zuigleidingen ook vanaf de kopzijde van het voertuig af geschieden, zodat 850 2 93 2 e ï 4 het voorbij rijden van verdere in te zetten voertuigen niet door zijdelings uit het voertuig reikende leidingen wordt verhinderd.It is also possible that the auxiliary unit is mounted on an area of the vehicle chassis extending beyond the front vehicle axle in the direction of travel and is preferably formed by a fire extinguishing pump coupled to the auxiliary drive via a cardan shaft. By installing the extinguishing agent pump in the area of the front axle, the connection of the individual extinguishing agent lines or suction lines can also take place from the front of the vehicle, so that 850 2 93 2 e ï 4 can be driven past further vehicles are not prevented by pipes extending laterally from the vehicle.

Van bijzonder voordeel is een uitvoeringsvorm volgens de 5 uitvinding die het kenmerk heeft dat langsdragers van het voertuigchassis in de rijrichting voorbij de voorste voer-tuigas reiken en in dit gebied vasthouders voor het hulpaggre-gaat zijn aangebracht als ook een in tegengestelde richting van de rijrichting voorbij de achterste voertuigas reiken ge-10 bied hebben, waarin steuninrichtingen voor de aandrijfmotor zijn aangebracht. Door de aanbrenging van het hulpaggregaat in een voorbij de voorste as reikend gebied van het voertuigchassis en door de aanbrenging van de aandrijfmotor in een voorbij de achteras reikend gebied van het voertuigchassis 15 wordt ten opzichte van de voertuigassen een ongeveer symmetrische belasting van het voertuigchassis en aldus een gunstige belastingsverdeling bereikt. Tegelijkertijd wordt de toegankelijkheid voor het onderhoud en de reparatie van de aandrijfmotor door de directe toegankelijkheid vanaf de 20 achterzijde van het in te zetten voertuig vereenvoudigd. Bovendien wordt de mogelijkheid geschapen de blusmiddel-tank in het gebied tussen de beide assen, aldus zo dicht mogelijk bij het zwaartepunt van het in te zetten voertuig aan te brengen, waardoor het rijden in bochten extra wordt verbeterd. 25 Verder kan het kosten met zich meebrengende kippen van de voertuigcabine achterwege worden gelaten.A particular advantage is an embodiment according to the invention, characterized in that longitudinal carriers of the vehicle chassis extend in the direction of travel past the front vehicle axle and holders for the auxiliary unit are arranged in this area, as well as in a direction opposite to the direction of travel. areas beyond the rear vehicle axle in which support devices for the drive motor are provided. By the arrangement of the auxiliary unit in an area of the vehicle chassis extending beyond the front axle and by the arrangement of the drive motor in an area of the vehicle chassis extending beyond the rear axle, an approximately symmetrical load on the vehicle chassis is obtained with respect to the vehicle axles and thus achieves a favorable load distribution. At the same time, the accessibility for the maintenance and repair of the drive motor is facilitated by the direct accessibility from the rear of the vehicle to be used. In addition, the possibility is created to place the extinguishing agent tank in the area between the two axles, thus as close as possible to the center of gravity of the vehicle to be deployed, thereby further improving cornering. Furthermore, the cost of bringing chickens from the vehicle cabin into the vehicle can be omitted.

Het is verder van voordeel, indien het drijfwerk met het tussendrijfwerk een compacte aandrijfmodule vormt, waarbij de aandrijfmodule twee in de langsrichting van het voertuig zich 30 uitstrekkende, in tegengestelde richting gerichte aandrijvingen als ook een in de richting van de voorste voertuigas gerichte bijaandrijving heeft en bij voorkeur tussen de beide voertuigassen aan het voertuigchassis gelagerd is, waardoor een centrale aandrijfkrachtverdeling wordt bereikt en het in te zet-35 ten voertuig naar keuze met voorwielaandrijving, achterwiel-aandrijving of aandrijving op alle wielen kan worden uitgerust.It is further advantageous if the transmission with the intermediate gear forms a compact drive module, the drive module having two oppositely directed drives extending in the longitudinal direction of the vehicle as well as a secondary drive directed in the direction of the front vehicle axle and is preferably mounted on the vehicle chassis between the two vehicle axles, whereby a central driving force distribution is achieved and the vehicle to be used can be optionally equipped with front-wheel drive, rear-wheel drive or all-wheel drive.

Volgens de uitvinding is het ook mogelijk, dat de aandrijfmodule een omzetdrijfwerk, een belastingsschakeldrijkwerk als ook een daarin geïntegreerd tussenasdrijfwerk, in het bijzonder 3502952 4 · 5 met differentiaalblokkering heeft, waarbij de bijaandrijving ongeveer in horizontale verlenging van de met de aandrijf-motor verbonden ingangsas van het drijfwerk en de asaandrijving in een in de richting van het rijvlak versprongen vlak 5 zijn aangebracht, waarbij bij voorkeur tussen de hoofddrijf-werkas en de bijaandrijving een electromagnetische koppeling is aangebracht. Door de speciale vormgeving van de drijfwerk-module kan de benodigde plaatsruimte voor ingang en uitgang van het drijfwerk zeer gering gehouden worden respectieve-TO' lijk wordt een aanvullende tussenoverbrenging vanaf het be-lastingsschakeldrijfwerk aan het tussenasdrijfwerk door de overeenkomstige uitvoering van de drijfwerkmodule bespaard.According to the invention it is also possible for the drive module to have a conversion gear, a load switching gear as well as an intermediate shaft gear integrated therein, in particular 3502952 4 · 5 with differential lock, the auxiliary drive being approximately in horizontal extension of the input shaft connected to the drive motor. of the gear and the shaft drive are arranged in a plane staggered in the direction of the driving surface, wherein an electromagnetic coupling is preferably arranged between the main driving shaft and the auxiliary drive. Due to the special design of the gearbox module, the space required for the input and output of the gearbox can be kept very small, or an additional intermediate transmission from the load switching gearbox to the intermediate shaft gearbox is saved by means of the corresponding gearbox module design.

Verder is het ook mogelijk, dat de aandrijfmodule en respectievelijk of de aandrijfverbindingen met de aandrijf-15 motor en respectievelijk of de aandrijfmotor tussen de beide dwars op de voertuiglangsrichting uit elkaar aangebrachte langsliggers van het voertuigchassis is aangebracht. Daardoor wordt bereikt, dat het gebied boven de bovenzijde van het voertuigchassis voor de opbouw geheel wordt vrijgehouden en 20 door de toegankelijkheid van de aandrijfonderdelen vanaf onderaf wordt het onderhoud vereenvoudigd. Verder blijft daardoor de ruimte buiten de langsliggers vrij voor opbouw, zodat in het bijzonder ook de langsliggers zijdelings en naar onderen daaraan voorbij reikende opbouwdelen, bijvoorbeeld tanks en 25 dergelijke op de langsliggers kunnen worden gebouwd.Furthermore, it is also possible that the drive module and, respectively, or the drive connections to the drive motor and, respectively, or the drive motor are arranged between the two longitudinal members of the vehicle chassis arranged transversely of the vehicle longitudinal direction. This ensures that the area above the top of the vehicle chassis for the superstructure is kept completely free and maintenance is simplified by the accessibility of the drive parts from below. Furthermore, the space outside the longitudinal beams thereby remains free for construction, so that in particular also the longitudinal beams, laterally and downwardly extending construction parts, for instance tanks and the like, can be built on the longitudinal beams.

Volgens de uitvinding is het ook mogelijk, dat de middel-langsas van de krukas respectievelijk van de aandrijving van de aandrijfmotor en respectievelijk of de aandrijving van het hulpaggregaat in het gebied van de bovenrand van het voertuig-30 chassis vormende langsliggers en resp. of tussen de middenas van de voertuigassen en de van het rijvlak afgekeerde bovenzijde van de banden is aangebracht, waardoor een gunstige ligging van het zwaartepunt wordt verkregen. Verder kunnen de veelal zeer volumineuze maar niet zware uitrustingsonderdelen 35 boven de bovenzijde van de langsliggers worden aangebracht en blijft de ruimte tussen en onder de langsliggers vrij voor de aanbrenging van de meestal zware aandrijfelementen, tussen-drijfwerken, verdeeldrijfwerken en dergelijke.According to the invention it is also possible that the central longitudinal axis of the crankshaft or of the drive of the driving motor and / or of the drive of the auxiliary unit in the region of the upper edge of the vehicle-chassis forming longitudinal beams and resp. or is located between the center axle of the vehicle axles and the top of the tires facing away from the driving surface, thereby giving a favorable center of gravity position. Furthermore, the usually very bulky but not heavy equipment parts 35 can be arranged above the top of the side members and the space between and below the side members remains free for the provision of the usually heavy drive elements, intermediate gears, distribution gears and the like.

Volgens de uitvinding is het verder ook mogelijk, dat het Λ — -Λ Λ Λ >? .η ,· ι , *4 -/ s?· t> - -·* t*· — 6 hulpaggregaat op een schuin ten opzichte van het overige verloop van de langsliggers zich uitstrekkend gebied daarvan is aangebracht, waarbij een knik van de langsliggers in het gebied tussen het hulpaggregaat en de voorste voertuigas is aange-5 bracht en de langsliggers vanaf de knik in de richting van hun kopeinden ten opzichte van het rijvlak schuin verlopen. Daardoor wordt een gunstige inbouwhoogte van het hulpaggregaat bereikt en is het mogelijk de zuigleidingen naar de tank en dergelijke tussen de langsliggers van het voertuigchassis te 10 leggen.According to the invention it is further also possible that the Λ - -Λ Λ Λ>? .η, · ι, * 4 - / s? · t> - - · * t * · - 6 auxiliary unit is arranged in an area extending obliquely relative to the rest of the side members, with a kink of the side members is arranged in the area between the auxiliary power unit and the front vehicle axle and the longitudinal beams are inclined from the kink in the direction of their head ends relative to the driving surface. As a result, a favorable installation height of the auxiliary unit is achieved and it is possible to lay the suction lines to the tank and the like between the longitudinal members of the vehicle chassis.

Van bijzonder voordeel is een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding die het kenmerk heeft dat het hulpaggregaat in het bijzonder de blusmiddelpomp ten opzichte van de langsliggers verstelbaar is en bij voorkeur in een in de 15 langsliggers geleid tussenfreem is gelegerd en vanuit een binnen de buitenste voertuigbegrenzing bevindende transport-stand tot in een ten minste gedeeltelijk buiten de buitenste voertuigbegrenzing bevindende inzet- resp. onderhoudsstand verstelbaar is. Daardoor kan een eenvoudig, aan de verschil-20 lende eisen van inzetten aangepaste plaats van het hulpaggregaat binnen en buiten de voertuigbegrenzing met eenvoudige middelen zonder demontage worden bereikt. Zo is er bijvoorbeeld bij aan schade onderhevige hulpaggregaten ook een snelle uitwisseling mogelijk, die vooral bij in te zetten voertuigen 25 zeer belangrijk is, om altijd te verzekeren, dat het voertuig voor inzetten gereed staat.A further advantage of a further embodiment according to the invention is characterized in that the auxiliary unit, in particular the extinguishing agent pump, is adjustable relative to the side members and is preferably mounted in an intermediate frame guided in the side members and from an inner vehicle boundary transport position up to an insert or resp. at least partially outside the outer vehicle boundary. maintenance mode is adjustable. As a result, a simple position of the auxiliary power unit, inside and outside the vehicle boundary, adapted to the different deployment requirements, can be achieved with simple means without disassembly. For example, in the case of auxiliary damage units, a rapid exchange is also possible, which is very important, especially for vehicles to be deployed, to always ensure that the vehicle is ready for deployment.

Van voordeel is het daarbij verder, indien de aandrijf-verbinding tussen de drijfwerkmodule en het hulpaggregaat in langsrichting verstelbaar is uitgevoerd, bijvoorbeeld door 30 een telescoopcardanas of door een hydraulische krachtover-brenginrichting is gevormd, daar hierdoor het hulpaggregaat ook in uitgebrachte toestand kan worden aangedreven en voor de verstelbezigheden de aandrijfverbinding niet losgemaakt hoeft te worden.It is furthermore advantageous if the drive connection between the gear module and the auxiliary unit is longitudinally adjustable, for example, it is formed by a telescopic cardan shaft or by a hydraulic power transmission device, since the auxiliary unit can also be driven in the deployed condition. and the adjustment connection does not require the drive connection to be loosened.

35 Volgens een uitvoeringsvariant volgens de uitvinding is elk van de beide in tegengestelde richting gerichte aandrijvingen voor de voertuigassen voor het overbrengen van het maximale totale draaimoment van het tussendrijfwerk uitgevoerd en elk van de aandrijvingen via een cardanas met een asaan-According to an embodiment variant according to the invention, each of the two oppositely directed drives for the vehicle axles is designed for transmitting the maximum total torque of the intermediate gearbox and each of the drives via a cardan shaft with a shaft drive.

Ss n ?052 7 drijving vantelkens één van de beide voertuigassen is verbonden, waarbij bij voorkeur elk van de beide aandrijvingen afzonderlijk in te schakelen is, waardoor de soort van aandrijving aan de verschillende rijomstandigheden kan worden aange-5 past en op eenvoudige wijze achterwielaandrijving, voorwiel-aandrijving, of aandrijving op alle wielen kan worden gebezigd. Daardoor is het in te zetten voertuig voor alle voorkomende inzetvoorwaarden zo goed mogelijk uitgerust, zodat een snelle en effectieve hulp, in het bijzonder bij toepassing als brand-10 weervoertuig mogelijk is.Ss n? 052 7 drive is connected to each of the two vehicle axles, whereby preferably each of the two drives can be engaged separately, so that the type of drive can be adapted to the different driving conditions and rear-wheel drive can be adjusted in a simple manner. front wheel drive, or all wheel drive can be used. As a result, the vehicle to be deployed is optimally equipped for all prevailing operating conditions, so that rapid and effective assistance is possible, especially when used as a fire-fighting vehicle.

Het is echter ook mogelijk, dat de aandrijfmodule een hydro-mechanische draaimomentomzetter omvat, waarvan de aandrijving met de voertuigassen als ook via een electromagnetische koppeling met de bijaandrijving werkzaam verbonden is. Door de 15 hydromechanische draaimomentomzetter wordt een besparing van de aandrijfmotor en een gelijkmatige lastverdeling in het drijfwerk bereikt, waarbij onafhankelijk van de plaats en de daarop aangebrachte belasting van de bijaandrijving door toepassing van de electromagnetische koppeling bijgeschakeld 20 en stootbelastingen respectievelijk trillingen in het drijfwerk worden verhinderd en de levensduur daarvan verlengd wordt.However, it is also possible that the drive module comprises a hydro-mechanical torque converter, the drive of which is operatively connected to the vehicle shafts as well as via an electromagnetic coupling to the auxiliary drive. The hydromechanical torque converter achieves a saving of the drive motor and an even load distribution in the gear, whereby, regardless of the location and the load on the auxiliary drive applied thereto, the electromagnetic coupling is applied and impact loads or vibrations in the gear are prevented. and its life is extended.

Voor een beter begrip van de uitvinding wordt deze in de hierna volgende beschrijving aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt.For a better understanding of the invention, it will be further elucidated in the description below with reference to illustrative embodiments shown in the drawing.

25 In de tekening tonen:25 Show in the drawing:

Fig. 1 een in te zetten voertuig met een aandrijfinrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht en sterk vereenvoudigde schematische voorstelling?Fig. 1 a vehicle to be used with a drive device according to the invention in side view and greatly simplified schematic representation?

Fig. 2 het in te zetten voertuig volgens fig. 1 in boven-30 aanzicht;Fig. 2 shows the vehicle to be used according to FIG. 1 in top view;

Fig. 3 de aanbrenging vanhet hulpaggregaat aan het voertuig-chassis in kopaanzicht volgens de lijnen III-III van fig. 2?Fig. 3 the attachment of the auxiliary power unit to the vehicle chassis in front view along the lines III-III of fig. 2?

Fig. 4 de aanbrenging van de drijfwerkmodule in kopaanzicht gedeeltelijk doorsnede over de lijn IV-IV van fig. 2; 35 Fig. 5 de aanbrenging van de aandrijfmotor ten opzichte van het voertuigchassis in kopaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede over de lijn V-V van fig. 2; enFig. 4 shows the arrangement of the gear unit module in partial cross-sectional view along the line IV-IV of FIG. 2; FIG. 5 shows the arrangement of the drive motor relative to the vehicle chassis in front view, partly in section along the line V-V of fig. 2; and

Fig. 6 een aandrijfschema van een aandrijfinrichting voor een in te zetten voertuig volgens de uitvinding.Fig. 6 shows a drive diagram of a driving device for a vehicle to be used according to the invention.

« 8 * *«8 * *

In fig. 1 is een in te zetten voertuig 1 met een voertuig-chassis 2, een voertuigcabine 3 en een nuttige opbouw 4 die ook een blusmiddelreservoir 5 kan omvatten, getoond.Fig. 1 shows a vehicle 1 to be deployed with a vehicle chassis 2, a vehicle cabin 3 and a useful superstructure 4, which can also comprise an extinguishing agent reservoir 5.

De voertuigcabine 3 en de nuttige opbouw 4 zijn slechts 5 met dunne omtrekslijnen aangeduid en open getekend, om de aandrijfinrichting volgens de uitvinding voor een dergelijk in te zetten voertuig overzichtelijk te kunnen weergeven.The vehicle cabin 3 and the useful superstructure 4 are only indicated with thin circumferential lines and drawn open, in order to be able to clearly display the drive device according to the invention for such a vehicle to be used.

Zoals uit fig. 1 en 2 duidelijk is, bestaat het voertuig-chassis 2 uit twee evenwijdig met elkaar en zich in de langs-10 richting van het voertuig uitstrekkende langsliggers 6,7. De langsliggers 6,7 van het voertuigchassis 2 zijn via gebruikelijke veerinrichtingen, bijvoorbeeld bladveren df: druklucht-veren, op een voorste bestuurbare voertuigas 8 en- een achterste voertuigas 9 gesteund. De beide voertuigassen 8,9 zijn 15 enkelvoudig van banden voorzien en hebben daarop gelegerde wielen 10. Het voertuigchassis 2 heeft in een voorbij de voorste voertuigas 8 reikend gebied 11 tussen de beide langsliggers 6,7 een daaraan gelegerd hulpaggregaat 12, dat in het onderhavige geval door een blusmiddelpomp 13 is gevormd. De 20 blusmiddelpomp 13 is via een als aandrijfverbinding dienende cardanas 14 met de eveneens tussen de beide langsliggers 6,7 aangebrachte drijfwerkmodule 15 aandrijfmatig verbonden. De cardanas 14 is daarbij van een bijaandrijving 16 van het be-lastingsschakeldrijfwerk 17 gekoppeld. De drijfwerkmodule 15 25 omvat behalve het belastingsschakeldrijfwerk 17 een omzet-drijfwerk 18 en een in hetzelfde huis ondergebracht tussen-asdrijfwerk 19. De drijfwerkmodule 15 is op een via trillings-dempelementen 20 aan de beide langsliggers 6,7 bevestigde dwarsligger 12 afgesteund.As is clear from Figs. 1 and 2, the vehicle chassis 2 consists of two longitudinal beams 6, extending parallel to each other and in the longitudinal direction of the vehicle. The longitudinal beams 6,7 of the vehicle chassis 2 are supported on conventional front vehicle axle 8 and rear vehicle axle 9 via conventional spring devices, for example leaf springs df: compressed air springs. The two vehicle shafts 8,9 are provided with single tires and have wheels 10 mounted thereon. The vehicle chassis 2 has an auxiliary aggregate 12 mounted thereon in a region 11 extending beyond the front vehicle axle 8 between the two longitudinal members 6,7. case is formed by an extinguishing agent pump 13. The extinguishing agent pump 13 is connected to the gear unit module 15, which is also arranged between the two longitudinal members 6,7, via a cardan shaft 14 serving as a drive connection. The cardan shaft 14 is coupled to an auxiliary drive 16 of the load switching gear 17. In addition to the load switching gearbox 17, the gearbox module 25 comprises a gearbox gearbox 18 and an intermediate shaft gearbox 19 housed in the same housing. The gearbox module 15 is supported on a sleeper 12 secured to the two longitudinal members 6,7 by means of vibration damping elements 20.

30 Zoals beter uit fig. 1 blijkt, zijn aandrijvingen 22, 23 van het tussenasdrijfwerk 19 via cardanassen 24,25 met asdrijfwerken 25, 27 gekoppeld. Door deze uitvoering wordt een voertuig met aandrijivlng op alle wielen verwezenlijkt, waarbij de beide voertuigassen 8,9 onafhankelijk van elkaar kunnen 35 worden aangedreven. De dimensionering van de cardanassen 24, 25 als ook van het tussenasdrijfwerk 19 en van de asdrijfwerken 26,27 is zodanig gekozen, dat via elk van de beide cardanassen 24, 25 het gehele draaimoment, dat voor de aandrijving van het in te zetten voertuig 1 ter beschikking 3302952 9 staat, kan worden afgeleid. Het in te zetten voertuig 1 kan naar keuze van voorwielaandrijving, achterwielaandrijving of van aandrijving op alle wielen worden voorzien. Een ingangs-as 28 is via een verdere cardanas 29 met een aandrijfmotor 5 30 gekoppeld. De aandrijfmotor 30 is in een.voorbij de achterste voertuigas 9 reikende gebied 31 van het voertuigchassis 2 op de langsliggers 6,7 gelegerd. Een uitgang 32 van de aandrijfmotor 30 bevindt zich op de hoogte van een bovenzijde 33 van het voertuigchassis 2.As is better seen from Fig. 1, drives 22, 23 of the intermediate shaft gear 19 are coupled to shaft gears 25, 27 via cardan shafts 24, 25. By this embodiment a vehicle with all-wheel drive is realized, wherein the two vehicle axles 8,9 can be driven independently of each other. The dimensions of the cardan shafts 24, 25 as well as of the intermediate shaft gear 19 and of the shaft gears 26, 27 have been chosen such that via each of the two shaft shafts 24, 25 the entire torque, which is for the drive of the vehicle 1 to be used available 3302952 9, can be derived. The vehicle 1 to be deployed can be provided with either front-wheel drive, rear-wheel drive or all-wheel drive. An input shaft 28 is coupled via a further cardan shaft 29 to a drive motor. The drive motor 30 is mounted on the side members 6,7 in a region 31 of the vehicle chassis 2 extending beyond the rear vehicle axle 9. An output 32 of the drive motor 30 is located at the height of an upper side 33 of the vehicle chassis 2.

10 Door de uitvoering van de aandrijfinrichting respectievelijk de aanbrenging van de afzonderlijke aggregaten wordt nu bereikt, dat het voertuigchassis 2 in het voorbij de beide voertuigassen 8,9 reikende gebieden 11,31 ongeveer gelijk belast is. Door de afstand tussen de beide langsliggers 6,7 15 kan de aandrijfmotor 30, de aandrijfmodule 15 en het hulp-aggregaat 12 met een ten opzichte van de rijbaan 34 geringe afstand worden aangebracht. Verder wordt bereikt, dat tussen de beide voertuigassen 8,9 boven de bovenrand 33 van de langsliggers 6,7 als ook buiten de beide de ruimte voor op-20 bouw respectievelijk cabinedelen wordt vrijgehouden. Zo kan nu een blusmiddelreservoir 5 met voordeel in het gebied tussen de beide voertuigassen 8,9 worden aangebracht. Het gewicht van de drijfwerkmodule 15 en van het blusmiddelreservoir 5 verdeelt zich dan ongeveer gelijkmatig over de beide voer-25 tuigassen 8,9, waardoor een neutraal rijgedrag van het in te zetten voertuig 1 wordt bereikt.By designing the drive device or the arrangement of the individual aggregates, it is now achieved that the vehicle chassis 2 is approximately equally loaded in the areas 11,31 extending beyond the two vehicle axles 8,9. Due to the distance between the two longitudinal beams 6,7 15, the drive motor 30, the drive module 15 and the auxiliary unit 12 can be arranged at a small distance from the roadway 34. It is further achieved that between the two vehicle axles 8,9 above the top edge 33 of the longitudinal beams 6,7 and also outside the two, the space for superstructures or cabin parts is kept free. For example, an extinguishing agent reservoir 5 can now advantageously be arranged in the area between the two vehicle axles 8,9. The weight of the gear unit module 15 and of the extinguishing agent reservoir 5 then distributes approximately evenly over the two vehicle shafts 8,9, whereby a neutral driving behavior of the vehicle 1 to be deployed is achieved.

Het is echter ook mogelijk, zonder van de uitvindingsge-dachte af te wijken, dat de aandrijfmotor 30 bijvoorbeeld in de onmiddellijke aansluiting aan de drijfwerkmodule 15 30 respectievelijk tussen de drijfwerkmodule 15 respectievelijk de achterste voertuigas 9 wordt aangebracht en het blusmiddelreservoir 5 in het achterste gebied van het in te zetten voertuig 1 wordt aangebracht.However, it is also possible, without departing from the inventive concept, that the drive motor 30 is arranged, for example, in the direct connection to the gear module 15 30, respectively, between the gear module 15 or the rear vehicle axle 9 and the extinguishing agent reservoir 5 in the rear area. of the vehicle 1 to be deployed.

Een dergelijke aanbrenging van de aandrijfmotor is door 35 een gestreepte weergave daarvan in fig. 1 aangeduid.Such an arrangement of the drive motor is indicated by a dashed representation thereof in Fig. 1.

In fig. 3 is de legering van het hulpaggregaat 12 in dit geval de blusmiddelpomp 13 nader weergegeven. De blusmiddel-pomp is via trillingsdempelementen 35 op een tussenfreem 36 afgesteund, dat via rollen 37 in de binnenzijde van de langs- ·'* *: ? λ 5 o V . -Li 'i £ to liggers 6,7 is geleid. In de telkens aanwezige eindstanden kan het tussenfreem 36 via veiligheidsbouten 38 aan de langs-liggers 6,7 gefixeerd worden.In Fig. 3 the alloy of the auxiliary aggregate 12 in this case is shown in more detail in the extinguishing agent pump 13. The extinguishing agent pump is supported via vibration damping elements 35 on an intermediate frame 36, which via rollers 37 in the inner side of the longitudinal frame. λ 5 o V. -Li'i £ to beams 6.7 has been led. In the respective end positions, the intermediate frame 36 can be fixed to the longitudinal beams 6,7 via safety bolts 38.

Daardoor is het mogelijk na een verzwenken van een klep 39 5 in de kopzijde van de voertuigcabine 3 zoals met een pijl 40 is aangeduid, het hulpaggregaat 12 respectievelijk de blus-middelpomp 13 in een buiten de voertuigbegrenzing 41 bevindend gebied te brengen.As a result, after pivoting a valve 39 5 in the front side of the vehicle cabin 3, as indicated by an arrow 40, it is possible to move the auxiliary unit 12 or the extinguishing agent pump 13 into an area outside the vehicle boundary 41.

In geval de blusmiddelpomp op een dergelijk tussenfreem 36 10 en niet gefixeerd aan het voertuigchassis 2 gelagerd is, wordt de cardanas 14 zoals in fig. 2 schematisch aangeduid is als telescoopcardanas uitgevoerd, om zonder onderbreking van de aandrijfstreng een uit- en inbrengen van het hulpaggregaat mogelijk te maken.If the extinguishing agent pump is mounted on such an intermediate frame 36 and not fixed to the vehicle chassis 2, the cardan shaft 14, as schematically indicated in Fig. 2, is designed as a telescopic cardan shaft, in order to remove and insert the auxiliary unit without interrupting the drive string. possible.

15 Het is ook mogelijk in plaats van de in fig. 1 tot 3 getoonde blusmiddelpomp elk willekeurig ander hulpaggregaat, bijvoorbeeld een stroomgenerator, een hydraulische inrichting of dergelijke aan te brengen. Vanzelfsprekend is het echter ook mogelijk in plaats van door middel van door rollen ver-20 stelbaar tussenfreem 36 elk willekeurige andere legering voor het hulpaggregaat 12 te bezigen, bijvoorbeeld een parallello-gramhefboomstelsel, dat aan de langsliggers 6,7 van het voertuigchassis 2 bevestigd is.It is also possible to provide any other auxiliary power unit, for example a power generator, a hydraulic device or the like, instead of the extinguishing agent pump shown in fig. 1 to 3. However, it is of course also possible to use any other alloy for the auxiliary unit 12, for example a parallelogram lever system, which is attached to the longitudinal members 6, 7 of the vehicle chassis 2, instead of by means of roller-adjustable intermediate frame 36. .

In fig. 4 is de aanbrenging van de drijfwerkmodule 15 25 tussen de beide langsliggers 6,7 van het voertuigchassis 2 getoond. Zoals getoond, is de dwarsligger 21 U-vormig uitgevoerd en in zijn beide bovenste vrije einden via de tril-lingsdempelementen 20 met de langsliggers 6,7 van het voertuigchassis 2 verbonden.Fig. 4 shows the arrangement of the gear module 15 between the two longitudinal beams 6,7 of the vehicle chassis 2. As shown, the sleeper 21 is U-shaped and is connected in its upper two free ends to the longitudinal beams 6, 7 of the vehicle chassis 2 via the vibration damping elements 20.

30 Daardoor is het mogelijk, dat de drijfwerkmodule 15 in een veelvoud van ruimtelijke richtingen ten opzichte van het voertuigchassis 2 elastisch gedempt kan bewegen.As a result, it is possible that the gear module 15 can move elastically damped in a plurality of spatial directions relative to the vehicle chassis 2.

In fig. 5 is getoond, dat de aandrijfmotor 30 via motor-steunen 42 onder tussenschakeling van trillingsdempelementen 35 20 eveneens op de beide langsliggers 6,7 van het voertuigchassis 2 is afgesteund. De motorsteunen 42 zijn zodanig uitgevoerd, dat de uitgang 32 van de aandrijfmotor 30 ongeveer in het gebied van de bovenranden 33 van de langsliggers 6,7 respectievelijk van het daarop aangebrachte tussenfreem aan- p Q s; 9 * 11 wezig is.Fig. 5 shows that the drive motor 30 is also supported on the two longitudinal beams 6, 7 of the vehicle chassis 2 via motor supports 42 while intermittent vibration damping elements 35 are connected. The motor supports 42 are designed such that the output 32 of the drive motor 30 is approximately in the region of the top edges 33 of the longitudinal beams 6,7 and of the intermediate frame Q s applied thereto; 9 * 11 is present.

In fig. 6 is verder een mogelijke uitvoeringsvariant van een aandrijfschema getoond, waarbij de aandrijfmotor 30 direct met flenzen verbonden is aan de aandrij fmodule 15. Verder is 5 in deze figuur het omzetdrijfwerk 18 als ook het belastings-schakeldrijfwerk 17 beter te zien. Een hoofdaandrijfas 43 is via een electromagnetisch bedienbare koppeling 44 met de bijaandrijving 16 verbonden. Daardoor is het mogelijk de via de bijaandrijving 16 bekrachtigde vermogensverbruikers, bij-10 voorbeeld de blusmiddelpomp 13 of een ander hulpaggregaat 12, bijvoorbeeld een generator 45 onder belasting aan en af te schakelen.Fig. 6 furthermore shows a possible embodiment variant of a drive scheme, in which the drive motor 30 is directly connected with flanges to the drive module 15. Furthermore, in this figure the converting gear 18 as well as the load-switching gear 17 are better seen. A main drive shaft 43 is connected to the auxiliary drive 16 via an electromagnetically operable clutch 44. This makes it possible to switch on and off the power consumers, which are energized via the auxiliary drive 16, for instance the extinguishing agent pump 13 or another auxiliary power unit 12, for example a generator 45 under load.

Het is echter, zoals verder schematisch aangeduid is, mogelijk, aan de bijaandrijving 16 een hydraulische pomp 46 15 met flenzen te koppelen en deze te verbinden met een aan de ingangsas van de generator 45 met flenzen verbonden hydraulische motor via elastische drukleidingen 48 aan een hydraulisch aandrijfblok. Vanaf de generator 45 kunnen externe belichtingsbronnen of andere werkapparaten of dergelijke aan-20 gedreven worden.However, as is further schematically indicated, it is possible to couple a hydraulic pump 46 with flanges to the auxiliary drive 16 and to connect it to a hydraulic motor flanged to the input shaft of the generator 45 via elastic pressure lines 48 to a hydraulic drive block. From the generator 45, external illumination sources or other working devices or the like can be driven.

Het omzetdrijfwerk 18 bestaat uit een pompwiel, een tur-binewiel en een daartussen aangebracht leidwiel. Bij hoog turbinetoerental, ca. 80% van het pomptoerental, wordt het turbinemoment ongeveer gelijk aan het pompmoment. Tot dit 25 moment wordt de omzetoverbruggingskoppeling automatisch gesloten. Bovendien is het omzetdrijfwerk 18 met een remvrij-loop uitgerust die het doorheeft, aandrijfas en turbineas krachtoverbrengend bij schuivend voertuig te verbinden, zodat de rerawerking van de motor kan worden benut. Het meergangig 30 keerdrijfwerk in tussendrijfwerkbouwwijze heeft een onder belasting schakelbare, hydraulisch bediende lamellenkoppeling 49. Alle wielen zijn voortdurend in ingrijping. De drijfwerk-besturing is als electrohydraulische schakeling uitgevoerd, die als voorkiesschakelaar, dat wil zeggen de afzonderlijke 35 gangen worden elk naar behoefte aan de voertuigschakelaar voorgekozen of als automatische schakeling, dat wil zeggen de vereiste gangen worden automatisch elk volgens momentane bedrijfsomstandigheid gekozen, uitgevoerd kan zijn. De olie-voeding van de omzetter en van de schakeling geschiedt via =* ?? λ · * '< A · * '1 - . * 8 S V- . - ^ ie» V >· *» 12 een tandradpomp, die in de drijfwerkmodule 15 op de vai de motor uitgaande aandrijfas, respectievelijk hoofddrijfwerkas 43 zit.The conversion gear 18 consists of a pump wheel, a turbine wheel and a guide wheel arranged between them. At high turbine speed, approx. 80% of the pump speed, the turbine moment becomes approximately equal to the pump moment. Until this moment, the turnover bridge link is closed automatically. In addition, the transducer gear 18 is equipped with a brake freewheel which has the power to connect the drive shaft and turbine shaft in a sliding vehicle to transmit power so that the engine's regenerative action can be utilized. The multi-gear intermediate gear mechanism has a load-shiftable, hydraulically actuated multi-plate clutch 49. All wheels are in continuous engagement. The gearbox control is in the form of an electro-hydraulic switch, which can be configured as a pre-selection switch, i.e. the individual 35 passes are pre-selected according to the vehicle switch as required, or as an automatic switch, i.e. the required passes are automatically selected each according to the current operating conditions. to be. The oil supply of the converter and of the circuit is effected via = * ?? λ · * '<A * * 1 -. * 8 S V-. ie »V> * * 12 a gear pump, which is mounted in the gear module 15 on the drive shaft and main gear shaft 43 respectively.

Binnen het raam van de uitvinding is het mogelijk in plaats 5 van de beschreven opbouw van het drijfwerk elk andere drijf-werksoort toe te passen en bijvoorbeeld mechanisch geschakelde drijfwerken met mechanische koppelingen of dergelijke te bezigen. Ook de koppeling 44 voor de bijaandrijving 16 is niet aan de in fig. 6 beschreven uitvoeringsvorm gebonden.Within the framework of the invention it is possible to use any other type of gear instead of the described gear structure and to use, for example, mechanically switched gears with mechanical clutches or the like. Also the coupling 44 for the auxiliary drive 16 is not bound to the embodiment described in Fig. 6.

10 Ook de uitvoering van de langsliggers 6,7 van het voertuig-chassis 2 is binnen het raam van de uitvinding vrij kiesbaar. Zo kunnen in plaats van uit één stuk bestaande doorlopende langsliggers ook uit meerdere delen bestaande langsliggers worden toegepast, die bijvoorbeeld in het gebied van de knik 15 of ook in andere daartussen bevindende gebieden van hun langs-richting via schroefverbindingen met elkaar verbonden kunnen zijn.The design of the longitudinal beams 6,7 of the vehicle chassis 2 is also freely selectable within the scope of the invention. For instance, instead of one-piece continuous longitudinal beams, multi-part longitudinal beams can also be used, which can be connected to one another in the region of the bend 15 or also in other regions of their longitudinal direction via screw connections.

De aandrijfinrichting volgens de uitvinding kan in plaats voor de toepassing bij brandweervoertuigen vanzelfsprekend 20 ook voor elke andere soort van in te zetten voertuigen, zoals bijvoorbeeld bij hefvoertuigen, gemeentelijke voertuigen of dergelijké met voordeel worden toegepast.The drive device according to the invention can, of course, advantageously be used instead of for use in fire engines, for any other type of vehicles to be used, such as, for example, lifting vehicles, municipal vehicles or the like.

De rijrichting is in de figuren in het algemeen door een pijl 50 aangeduid.The direction of travel is generally indicated by an arrow 50 in the figures.

8502 3528502 352

Claims (12)

1. Aandrijfinrichting voor een in te zetten voertuig, in het bijzonder brandweervoertuig met een aandrijfmotor, een tussendrijfwerk en een bijdrijfwerk, dat met een hulpaggre-gaat, bijvoorbeeld een blusmiddelpomp ter aandrijving ver- 5 bonden is, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor (30) aan het chassis (2) van het voertuig tussen een achterzijde van het in te zetten voertuig(1) en een tussen de voertuig-assen (8,9) bevindend gebied is aangebracht en het hulpaggre-gaat (12) in het gebied van de voorste voertuigas (8) aan 10 het chassisgestel 2 is gelegerd.Drive device for a vehicle to be used, in particular a fire engine with a drive motor, an intermediate drive and a drive gear, which is connected to an auxiliary unit, for example an extinguishing pump for driving, characterized in that the drive motor ( 30) is arranged on the chassis (2) of the vehicle between a rear of the vehicle to be deployed (1) and an area located between the vehicle axles (8,9) and the auxiliary aggregate (12) in the area of the front vehicle axle (8) is mounted on the chassis frame 2. 2. Aandrijfinrichting vólgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hulpaggregaat (12) op een voorbij de voorste voertuigas (8) in rijrichting voorbij reikend gebied (11) van het voertuigchassis (2) gelegerd is en bij voorkeur 15 door een met de bijaandrijving (16) via een cardanas (14) gekoppelde blusmiddelpomp (13) is gevormd.Drive device according to claim 1, characterized in that the auxiliary unit (12) is mounted on an area (11) of the vehicle chassis (2) extending past the front vehicle axle (8) in the direction of travel, and preferably 15 by means of a auxiliary drive (16) is formed by an extinguishing agent pump (13) coupled via a cardan shaft (14). 3. Cl Q n 9 *.V v» V w utt • I |v e ^ der met differentiaalblokkering heeft, waarbij de bijaandrij-ving (16) ongeveer in horizontale verlenging van de met de aandrijfmotor (30) verbonden ingangsas van het drijfwerk en de asaandrijving in een in de richting van het rijvlak ver-5 sprongen vlak zijn aangebracht, waarbij bij voorkeur tussen de hoofddrijfwerkas (43) en de bijaandrijving (16) een electro-magnetische koppeling (44) is aangebracht.3. Cl Q n 9 * .V v »V w utt • I | spring with differential lock, whereby the auxiliary drive (16) is approximately in horizontal extension of the input shaft of the gearbox connected to the drive motor (30) and the shaft drive is arranged in a plane offset in the direction of the driving surface, an electro-magnetic coupling (44) being preferably arranged between the main drive shaft (43) and the auxiliary drive (16). 3. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat langsdragers (6,7) van het voertuigchassis (2) in de rijrichting voorbij de voorste voertuigas (8) 20 reiken en in dit gebied vasthouders voor het hulpaggregaat (12) zijn aangebracht als ook een in tegengestelde richting van de rijrichting voorbij de achterste voertuigas (9) reikend gebied (30) hebben, waarin steuninrichtingen voor de aandrijfmotor (30) zijn aangebracht.Drive device according to claim 1 or 2, characterized in that longitudinal carriers (6,7) of the vehicle chassis (2) extend in the direction of travel past the front vehicle axle (8) 20 and in this area are holders for the auxiliary unit (12) also have an area (30) extending in opposite directions to the direction of travel past the rear vehicle axle (9), in which support devices for the drive motor (30) are arranged. 4. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het drijfwerk met het tussendrijfwerk een compacte aandrijfmodule (15) vormt, waarbij de aandrijfmodule (15) twee in de langsrichting van het voertuig zich uitstrekkende, in tegengestelde richting gerichte aan-30 drijvingen (22,23) als ook een in de richting van de voorste voertuigas (8) gerichte bijaandrijving heeft en bij voorkeur tussen de beide voertuigassen (8,9) aan het voertuigchassis (2) gelagerd is.Drive device according to any one of claims 1 to 3, characterized in that the intermediate drive gear forms a compact drive module (15), the drive module (15) extending two in the longitudinal direction of the vehicle, in the opposite direction drives (22, 23) as well as a side drive directed in the direction of the front vehicle axle (8) and is preferably mounted on the vehicle chassis (2) between the two vehicle axles (8, 9). 5. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 35 4, met het kenmerk, dat de aandrijf module (15) een omzet-drijfwerk (18), een belastingsschakeldrijfwerk (17) als ook een daarin geïntegreerd tussenasdrijfwerk (19), in het bijzon-Drive device according to any one of claims 1 to 35, characterized in that the drive module (15) has a conversion gear (18), a load switching gear (17) as well as an intermediate shaft gear (19) integrated therein. - 6. Aandrijfinrichting volgens ëën van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de aandr ij fmodule (15)- en respec-10 tievelijk of de aandrijfverbindingen met de aandrijfmotor (30) en resp. of de aandrijfmotor tussen de beide dwars op de voertuiglangsrichting uit elkaar aangebrachte langsliggers (6.7) van het voertuigchassis (2) is aangebracht.Drive device according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the drive module (15) and, respectively, whether the drive connections to the drive motor (30) and resp. whether the drive motor is fitted between the two longitudinal beams (6.7) of the vehicle chassis (2), which are arranged transversely of the vehicle longitudinal direction. 7. Aandrijfinrichting volgens ëën van de conclusies 1 tot 15 6, met het kenmerk, dat de middellangsas van de krukas respectievelijk van de aandrijving (32) van de aandrijfmotor (30) en respectievelijk of de aandrijving van het hulpaggre-gaat (12) in het gebied van de bovenrand (33) van het voertuigchassis (2) vormende langsliggers (6,7) en resp. of tussen 20 de middenas van de voertuigassen (8,9) en de van het rijvlak afgekeerde bovenzijde van de banden is aangebracht.Drive device according to one of Claims 1 to 15, characterized in that the intermediate shaft of the crankshaft or of the drive (32) of the drive motor (30) and or of the drive of the auxiliary unit (12) respectively longitudinal girders (6,7) forming the area of the top edge (33) of the vehicle chassis (2) and resp. or between the center axis of the vehicle axles (8,9) and the top of the tires facing away from the driving surface. 8. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat het hulpaggregaat (12) op een schuin ten opzichte van het overige verloop van de langsliggers 25 (6,7) zich uitstrekkend gebied daarvan is aangebracht, waarbij een knik van de langsliggers (6,7) in het gebied tussen het hulpaggregaat (12) en de voorste voertuigas (8) is aangebracht en de langsliggers vanaf de knik in de richting van hun kop-einden ten opzichte van het rijvlak schuin verlopen.Drive device according to any one of claims 1 to 7, characterized in that the auxiliary aggregate (12) is arranged on an area extending obliquely relative to the rest of the longitudinal beams (6, 7), with a kink of the side members (6,7) in the area between the auxiliary power unit (12) and the front vehicle axle (8) and the side members are inclined from the kink in the direction of their head ends to the driving surface. 9. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk', dat het hulpaggregaat (12) in het bijzonder de blusmiddelpomp (13) ten opzichte van de langsliggers (6.7) verstelbaar is en bij voorkeur in een in de langsliggers (6.7) geleid tussenfreem (36) is gelegerd en vanuit een binnen 35 de buitenste voertuigbegrenzing (41) bevindende transport- stand tot in een ten minste gedeeltelijk buiten de buitenste voertuigbegrenzing bevindende inzet- resp. onderhoudsstand verstelbaar is.Drive device according to one of claims 1 to 8, characterized in that the auxiliary aggregate (12), in particular the extinguishing agent pump (13), is adjustable relative to the longitudinal beams (6.7) and preferably in one in the longitudinal beams ( 6.7) the guided intermediate frame (36) is alloyed and from a transport position located inside the outer vehicle boundary (41) to an insert or at least partly outside the outer vehicle boundary. maintenance mode is adjustable. 10. Aandrijf inrichting volgens éêii van de conclusies 1 tot 8 s η 9 0 ·ΐ ? V 4Lf V **» .V v · I ** -s j* 9, met het kenmerk, dat de aandrijfverbinding tussen de drijfwerkmodule (15) en het hulpaggregaat (12) in langsrich-ting verstelbaar is uitgevoerd, bijvoorbeeld door een teles-coopcardanas of door een hydraulische krachtoverbrenginrich-5 ting is gevormd.Drive device according to one of claims 1 to 8 s η 9 0 · ΐ? V 4Lf V ** ».V v · I ** -sj * 9, characterized in that the drive connection between the gear module (15) and the auxiliary unit (12) is longitudinally adjustable, for example by means of a teles coop cardan shaft or by a hydraulic power transmission device. 11. Aandrijfinrichting volgens éën van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat elk van de beide in tegengestelde richting gerichte aandrijvingen (12,23) voor de voer-tuigassen (8,9) voor het overbrengen van het maximale totale 10 draaimoment van het tussendrijfwerk is uitgevoerd en elk van de aandrijvingen (12, 23) via een cardanas (24,25) met een asaandrijving (26,27) van telkens één van de beide voertuig-assen (8,9) is verbonden, waarbij bij voorkeur elk van de beide aandrijvingen (22,23) afzonderlijk in te schakelen is.Drive device according to any one of claims 1 to 10, characterized in that each of the two oppositely directed drives (12, 23) for the vehicle shafts (8, 9) for transmitting the maximum total torque of the intermediate gear and each of the drives (12, 23) is connected via a cardan shaft (24,25) to a shaft drive (26,27) of one of the two vehicle axles (8,9), whereby it is preferable to switch on each of the two drives (22, 23) separately. 12. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 11, dat de aandrijfmodule (15) een hydromechanische draai-momentomzetter omvat, waarvan de aandrijving met de voertuig-assen (8,9) als ook via een electromagnetische koppeling (44) met de bijaandrijving (16) werkzaam verbonden is. . '* η /Drive device according to one of claims 1 to 11, that the drive module (15) comprises a hydromechanical torque converter, the drive of which with the vehicle axles (8,9) as well as via an electromagnetic coupling (44) with the auxiliary drive. (16) is actively connected. . '* η /
NL8502952A 1984-12-06 1985-10-29 DRIVE DEVICE FOR A COMMERCIAL VEHICLE, IN PARTICULAR FIRE VEHICLE. NL8502952A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT0387084A AT394979B (en) 1984-12-06 1984-12-06 DRIVE ARRANGEMENT FOR A FIREFIGHTER VEHICLE
AT387084 1984-12-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502952A true NL8502952A (en) 1986-07-01

Family

ID=3556558

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502952A NL8502952A (en) 1984-12-06 1985-10-29 DRIVE DEVICE FOR A COMMERCIAL VEHICLE, IN PARTICULAR FIRE VEHICLE.

Country Status (10)

Country Link
CN (1) CN1005473B (en)
AT (1) AT394979B (en)
BE (1) BE903784A (en)
CH (1) CH668042A5 (en)
DE (1) DE3527150A1 (en)
FR (1) FR2574350B1 (en)
GB (1) GB2168015B (en)
IT (1) IT1184825B (en)
NL (1) NL8502952A (en)
ZA (1) ZA855616B (en)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2599679B1 (en) * 1986-06-06 1988-10-07 Camiva TRANSMISSION CONTROL DEVICE FOR FIRE FIGHTING VEHICLE
DE4221662A1 (en) * 1992-07-02 1994-01-05 Iveco Magirus Arrangement of a driven attachment on the front of a commercial vehicle
DE4224287A1 (en) * 1992-07-23 1994-01-27 Porsche Ag Device for coupling an auxiliary unit with a reciprocating piston engine
FR2703635B1 (en) * 1993-04-05 1995-07-07 Dangel Henry MOTOR VEHICLE WITH FOUR DRIVE WHEELS.
US5488995A (en) * 1993-04-30 1996-02-06 Union Oil Company Of California Mobile fire apparatus having hose coupling-vehicle brake interlock
JPH07242152A (en) * 1994-03-07 1995-09-19 Aichi Sangyo Kk Electric source mounted on lower part of loading space in vehicle
GB9518056D0 (en) * 1995-09-05 1995-11-08 Rover Group A power train for a motor vehicle
US5704866A (en) * 1996-07-26 1998-01-06 New Venture Gear, Inc. Transmission for four-wheel drive vehicles
US6425452B1 (en) * 2000-07-26 2002-07-30 Venture Products, Inc. Control system for all-wheel drive vehicle
US6883815B2 (en) * 2002-06-13 2005-04-26 Oshkosh Truck Corporation Fire-fighting vehicle
DE102004053121B4 (en) * 2004-11-03 2011-12-29 Iglhaut Gmbh Motor vehicle with four-wheel drive
US7784554B2 (en) * 2006-05-23 2010-08-31 Pierce Manufacturing Company Firefighting vehicle
US7874373B2 (en) 2006-10-19 2011-01-25 Oshkosh Corporation Pump system for a firefighting vehicle
DE102008047991A1 (en) * 2008-09-18 2010-04-15 Voith Patent Gmbh Powertrain in a vehicle
US9045014B1 (en) 2012-03-26 2015-06-02 Oshkosh Defense, Llc Military vehicle
USD966958S1 (en) 2011-09-27 2022-10-18 Oshkosh Corporation Grille element
US8870702B2 (en) * 2011-12-30 2014-10-28 Kawasaki Jukogyo Kabushiki Kaisha Power switching device for vehicles
CN102700454A (en) * 2012-07-02 2012-10-03 成都西南交大驱动技术有限责任公司 Wheel-type charged water washing vehicle
CA3017940A1 (en) 2016-04-08 2017-10-12 Oshkosh Corporation Leveling system for lift device
DE102016217034A1 (en) 2016-09-07 2018-03-08 Albert Ziegler Gmbh Process for the production of extinguishing media for fire fighting, mixing device and emergency vehicle
AT518399B1 (en) * 2016-09-13 2017-10-15 Rosenbauer Int Ag Truck designed emergency vehicle
CN106377857A (en) * 2016-11-29 2017-02-08 合肥瑞萨德环境科技有限公司 Fire-protection rescue vehicle provided with laterally-arranged water pump device
US10286239B2 (en) 2017-02-08 2019-05-14 Oshkosh Corporation Fire apparatus piercing tip ranging and alignment system
CN108749568A (en) * 2018-08-27 2018-11-06 江西江铃汽车集团改装车股份有限公司 Axis power taking system and light bus
DE102018217440B4 (en) * 2018-10-11 2020-06-18 Albert Ziegler Gmbh Pump device with pump, internal combustion engine for driving the pump and fuel tank
CN110509944A (en) * 2019-09-11 2019-11-29 大连交通大学 A kind of engineering truck car body
CN111959609A (en) * 2020-09-01 2020-11-20 中国重汽集团济南动力有限公司 Heavy full-load integral vehicle body
DE102021209594A1 (en) 2021-09-01 2023-03-02 Zf Friedrichshafen Ag Transfer case for a motor vehicle drive train
CN114454851A (en) * 2022-02-28 2022-05-10 北京中卓时代消防装备科技有限公司 Telescopic six-leg supporting auxiliary frame mechanism

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE693683C (en) * 1937-07-10 1940-07-17 Feuerwehrgeraete U Spritzenfab Motor vehicle syringe
GB541369A (en) * 1940-05-22 1941-11-25 British Leyland Motor Corp Improvements in and relating to fire engines
GB603231A (en) * 1944-03-28 1948-06-11 Kibbey Whitman Couse Improvements in vehicle type power take-off structures
GB722269A (en) * 1950-12-21 1955-01-19 Timken Axle Co Detroit Vehicle drive mechanism
DE868852C (en) * 1951-04-19 1953-02-26 Daimler Benz Ag Multipurpose vehicle, especially motor vehicle for fire extinguishing, rescue services or similar special tasks
GB851944A (en) * 1957-02-26 1960-10-19 Consolidation Coal Co A power driven steerable wheel assembly
GB885689A (en) * 1957-10-04 1961-12-28 British Leyland Motor Corp Fire fighting equipment
DE1186334B (en) * 1959-09-24 1965-01-28 Rheinstahl Hanomag Ag Fire extinguisher
GB1100333A (en) * 1964-03-25 1968-01-24 Axel Wickman Transmissions Ltd Variable ratio power transmission system
US4093034A (en) * 1975-12-15 1978-06-06 Caterpillar Tractor Co. Vehicle supported winch
DE3037443A1 (en) * 1979-10-29 1981-05-07 Veikko Piispanristi Nummela METHOD FOR TRANSPORTING A MOTOR-OPERATED FIRE-SPRAYER IN THE TERRAIN BY MEANS OF A CONVENTIONAL VEHICLE, AND DEVICE FOR CARRYING OUT THE METHOD
FR2537932B1 (en) * 1982-12-15 1988-10-14 Dev Securite Ste Indle DEVICE FOR MOVING AT A SLOW SPEED OF A VEHICLE WHOSE MOTOR MUST TURN AT HIGH SPEED TO DRIVE EQUIPMENT, AND VEHICLE PROVIDED WITH SUCH A DEVICE

Also Published As

Publication number Publication date
GB2168015A (en) 1986-06-11
ATA387084A (en) 1992-01-15
CN1005473B (en) 1989-10-18
ZA855616B (en) 1986-03-26
IT8521946A0 (en) 1985-08-19
CN85104630A (en) 1986-06-10
FR2574350A1 (en) 1986-06-13
CH668042A5 (en) 1988-11-30
DE3527150A1 (en) 1986-06-19
GB2168015B (en) 1988-06-08
IT1184825B (en) 1987-10-28
FR2574350B1 (en) 1991-06-21
GB8518665D0 (en) 1985-08-29
AT394979B (en) 1992-08-10
BE903784A (en) 1986-04-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8502952A (en) DRIVE DEVICE FOR A COMMERCIAL VEHICLE, IN PARTICULAR FIRE VEHICLE.
US8511711B2 (en) Carrier frame of a utility vehicle
EP0681068B1 (en) Work vehicle
US2139750A (en) Motor vehicle
SE8501273L (en) EMERGENCY VEHICLE, SPECIAL TANK LIGHTING VEHICLES FOR AIRPORT
DE19812084B4 (en) Floor structure of a vehicle
US9963094B2 (en) Work machine, in particular dump truck or truck
US6336683B1 (en) Fixed platform self-propelled trailer dump
CA2236816C (en) Separation of drive assembly brought about by front impact in passenger and heavy goods vehicles
US4683976A (en) Service vehicle
CN204383589U (en) A kind of lid of cab structure
GB2158787A (en) Chassis frame for service vehicles
AT406337B (en) FIREFIGHTER VEHICLE, IN PARTICULAR AIRPORT EXTINGUISHER VEHICLE, WITH AT LEAST TWO DRIVE ENGINES ARRANGED ON EACH SIDE AXLE
RU2000236C1 (en) Modular vehicle
EP0584541B1 (en) Chassis for commercial vehicle
USRE17209E (en) Attachment feame eor mobile units
DE2208140A1 (en) Motor vehicle
BG60096A3 (en) Frame for hoisting and hauling vehicles
EP0945396A2 (en) A vehicle with a lifting boom, having an engine inclined with respect to the longitudinal axis of the vehicle
DE3302188A1 (en) TRACTOR CONSTRUCTION, ESPECIALLY FOR AN AGRICULTURAL TRACTOR
KR200237459Y1 (en) Front subframe structure of a vehicle
US1955314A (en) Locomotive frame structure
RU14034U1 (en) CHASSIS OF THE CAR
RU2087365C1 (en) Forestry tractor
SU861162A1 (en) Vehicle frame

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: ROSENBAUER INTERNATIONAL GESELLSCHAFT M.B.H.

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable