NL8502536A - Steunverband. - Google Patents

Steunverband. Download PDF

Info

Publication number
NL8502536A
NL8502536A NL8502536A NL8502536A NL8502536A NL 8502536 A NL8502536 A NL 8502536A NL 8502536 A NL8502536 A NL 8502536A NL 8502536 A NL8502536 A NL 8502536A NL 8502536 A NL8502536 A NL 8502536A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support
bandage
foot
palmar
support bandage
Prior art date
Application number
NL8502536A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Macintosh Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Macintosh Nv filed Critical Macintosh Nv
Priority to NL8502536A priority Critical patent/NL8502536A/nl
Priority to US06/903,491 priority patent/US4702234A/en
Priority to EP86201590A priority patent/EP0217451B1/en
Priority to DE8686201590T priority patent/DE3684854D1/de
Priority to AT86201590T priority patent/ATE74741T1/de
Priority to JP61217364A priority patent/JPS6268457A/ja
Publication of NL8502536A publication Critical patent/NL8502536A/nl
Priority to JP2234658A priority patent/JPH03218750A/ja

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F13/00Bandages or dressings; Absorbent pads
    • A61F13/10Bandages or dressings; Absorbent pads specially adapted for fingers, hands, or arms; Finger-stalls; Nail-protectors
    • A61F13/107Bandages or dressings; Absorbent pads specially adapted for fingers, hands, or arms; Finger-stalls; Nail-protectors for wrist support ; Compression devices for tennis elbow (epicondylitis)
    • A61F13/108Openable readjustable
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F13/00Bandages or dressings; Absorbent pads
    • A61F13/06Bandages or dressings; Absorbent pads specially adapted for feet or legs; Corn-pads; Corn-rings
    • A61F13/064Bandages or dressings; Absorbent pads specially adapted for feet or legs; Corn-pads; Corn-rings for feet
    • A61F13/066Bandages or dressings; Absorbent pads specially adapted for feet or legs; Corn-pads; Corn-rings for feet for the ankle

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Rheumatology (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)
  • Polymers With Sulfur, Phosphorus Or Metals In The Main Chain (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)
  • Non-Silver Salt Photosensitive Materials And Non-Silver Salt Photography (AREA)

Description

0 _ r s JJS/WP/ag MACINTOSH N.V.
Uitvinder: Jozef Hubertus Gerardus Huntjens te Schinnen -1- PN 3667
STEUNVERBAND
De uitvinding heeft betrekking op een steunverband voor een lichaamsdeel, in het bijzonder voor een gewricht, omvattende een, in hoofdzaak uit elastisch materiaal vervaardigde huls of wikkel, die zich na het aanbrengen uitstrekt tussen een grens proximaal en een 5 grens distaai van het gewricht, aan welke huls of wikkel eventueel een zwachtel is bevestigd voor het aanbrengen van meer druk op en/of meer steun aan het lichaamsdeel.
Dergelijke steunverbanden zijn bekend als enkelbandage uit US-A-1.027.897 en US-A-3.084.023 en als polsbandage uit US-A-3.710.790 10 en US-A-3.238.939. Deze bandages bezitten de eigenschap dat zij na het aanbrengen om het lichaamsdeel waarvoor zij zijn bestemd, door de huls of wikkel of additioneel met hun zwachtels, uitsluitend mechanisch de aan weerszijden van een gewricht gelegen skeletdelen binnen bepaalde grenzen immobiliseren.
15 De uitvinding voorziet in een steunverband dat het bijkomende voordeel bezit dat het lichaam zelf gestimuleerd wordt een bijdrage aan de ondersteuning te leveren.
Dit wordt verkregen doordat het binnenoppervlak van het steunverband is voorzien van een oppervlakgedeelte dat in vergelijking 20 met de rest van het binnenoppervlak een verhoogde wrijvingscoëfficiënt ten opzichte van de huid bezit en doordat dat oppervlakgedeelte is gelegen op die plaats die na het aanleggen van het steunverband aanligt tegen huidoppervlakken waaronder zich spier- en/of peesweefsel bevindt dat proprioceptief kan worden gelnnerveerd tot het aanzetten 25 van één bepaalde standverandering tussen aan weerszijden van het gewricht gelegen skeletdelen.
Onder proprioceptieve innervering van de musculatuur wordt hier verstaan het verhogen van de spierspanning doordat in het spier- -*v — ^ - -7 ?> · -Λ ' ^ **-«. -> -2- *· + r of peesweefsel aanwezige, proprioceptief sensibele receptoren prikkels doorgeven aan het centrale zenuwstelsel dat op zijn beurt invloed op de spierwerking uitoefent. De proprioceptieve sensibiliteit moet worden onderscheiden van de exteroceptieve sensibiliteit waarbij de 5 prikkels uit de omgeving via zintuigen naar het centrale zenuwstelsel worden overgebracht. Bij de proprioceptieve sensibiliteit worden prikkels uit het lichaam zelf verder gevoerd naar het centrale zenuwstelsel.
De uitvinding maakt gebruik van de aanwezigheid van de 10 proprioceptieve sensibiliteit. Er wordt zorg voor gedragen dat bepaalde plaatsen van de huid waaronder zich te prikkelen receptoren bevinden te bedekken met zeer stroef op de huid glijdend, als het ware op de huid klevend materiaal. Bij beweging van het gewrichtsgebied wordt de huid heen en weer geschoven en oefent een masserende werking 15 uit op het dieper gelegen weefsel waarin de receptoren zich bevinden. Dit heeft tot gevolg dat de spier waarin zich de receptoren bevinden wordt samengetrokken en er een hogere tonus in de spier en pees ontstaat waardoor er een standverandering kan worden aangezet tussen twee aan weerszijden van een gewricht liggende skeletdelen. Plaatsing 20 van die stroeve oppervlakgedeelten geschiedt zodanig dat juist die standverandering wordt aangezet die een beschadigd of zwak ligament (gewrichtsband) ontlast.
Er zijn weliswaar uit DE-A-3.225.088 en GB-A-2.077.565 steun-verbanden bekend waarbij zich aan de binnenzijde oppervlakgedeelten 25 bevinden met een verhoogde wrijvingscoëfficiënt ten opzichte van de huid. Deze stroeve oppervlakgedeelten zijn echter slechts bedoeld om het steunverband op zijn plaats te houden en dienen niet tot spierin-nervatie.
In het hierna volgende deel van de beschrijving zal, indien 30 het voor de duidelijkheid noodzakelijk is, voor het aanduiden van lichaamsdelen de Latijnse benaming worden gebruikt met daarachter tussen haakjes, indien mogelijk, de Nederlandse benaming.
Bovendien wordt in de hierna volgende beschrijving verstaan onder: distaal: van de romp af; 35 proximaal: naar de romp toe; 3502 5 3 6 -3- ♦ % t mediaal: aan de binnenzijde van het lichaamsdeel; lateraal: aan de buitenzijde van het lichaamsdeel; radiaal: aan de zijde van de onderarm of hand waar de radiaal (spaakbeen) is gelegen; 5 ulnair: aan de zijde van de onderarm of hand waar de ulnus (ellepijp) is gelegen; palmair: aan de binnenzijde van de hand of pols; plantair: aan de zijde van de voetzool; dorsaal: aan de rugzijde van de hand of pols of aan de boven- 10 zijde van de voet; sagittaal vlak: een vlak evenwijdig aan een verticaal vlak dat een staand menselijk lichaam precies verdeeld in een linker en een rechterhelft.
Deze aanduidingen worden ook gebruikt bij het beschrijven van 15 steunverbanden waarbij deze gedacht zijn als om het relevante lichaamsdeel aangelegd.
De oppervlakgedeelten met een verhoogde wrijvingscoëfficiënt ten opzichte van de huid worden bij voorkeur gevormd uit natuurlijk zeemleergedeelten die aan de binnenzijde van de huls of wikkel door 20 plakken of naaien worden aangebracht. Natuurlijk zeemleer heeft namelijk de eigenschap dat het in droge toestand reeds een wrijvingscoëff-Ifiënt ten opzichte van de huid heeft die hoger ligt dan die van de gebruikelijke, voor steunverbanden toegepaste, textiele materialen.
Bij vochtig en nat worden vertoont zeemleer een nog veel hogere 25 wri jvingscoëf fici'ënt, hetgeen voor het doel van de uitvinding van voordeel is omdat de binnenzijde van een steunverband, aangelegd op de huid, door transpiratie snel in vochtigheid stijgt.
Het oppervlakgedeelte met verhoogde wrijvingscoëfficiënt kan discontinu zijn- Dit is van voordeel wanneer het oppervlakgedeelte met 30 verhoogde wrijvingscoëfficiënt uit materiaal bestaat dat minder elastisch is, dan het materiaal van de rest van het steunverband.
Het oppervlakgedeelte met een verhoogde wrijvingscoëfficiënt ten opzichte van de huid kan zich bij een steunverband voor een enkel voor een gebied tussen proximaal en distaai ten opzichte van de tarsus 85 0 2 5 3 5 «
* V
-4- (voetwortel) gelegen, in een zich tussen de proximale en distale grens bevindende strook van het steunverband bevinden, welke strook na aanleggen van het steunverband aanligt tegen een huidstrook die lateraal is gelegen ten opzichte van een sagittaal vlak tussen de 2e en de 3e 5 teen.
Een dergelijk steunverband heeft het voordeel dat het geschikt is voor verreweg het merendeel van de enkelletselgevallen. Het meest voorkomende enkelletsel is namelijk een verrekking of scheuring van de liga-mentum talofibulare anterius, een ligamentum (gewrichtsband of liga-10 ment) dat de talus (sprongbeen) verbindt met de fibula (kuitbeen) en respectievelijk bevestigd is aan het collum tali en de malleolus lateralis (zijdelingse enkelknobbel). Het genoemde letsel wordt doorgaans veroorzaakt door verzwikking waardoor er een te ver gaande binnenwaartse buiging van de voet al of niet in combinatie met een plan- 15 tairflexie optreedt. Het spieren- en pezenstelsel dat de genoemde buiging tegen kan gaan wordt gevormd door a) de m. tibialis anterior (voorste scheenbeenspier), b) de m. extensor hallucis' longus (lange strekker voor de grote teen, c) de m. extensor digitorum longus (lange tenenstrekker), d) eventueel de m. peronaeus tertius, e) de m. pero-20 naeus longus (lange kuitbeenspier) en f) de m. peronaeus brevis (korte kuitbeenspier). De gebruikte afkorting m. staat voor musculum (spier). Genoemde spieren lopen in de genoemde volgorde a) t/m f) van mediaal naar lateraal naast elkaar als pezen vanuit het onderbeen over de voor-en laterale zijde van de overgang tussen onderbeen en voet tot in 25 de voet. Zij liggen in een aparte of in een gemeenschappelijke vagina synovialis (peesschede) zijdelings gefixeerd onder het retinaculum, dat zich dwars ten opzichte van het onderbeen en voet uitstrekt.
Het oppervlakgedeelte met verhoogde wrijvingscoefficiënt in het enkelsteunverband volgens de uitvinding neemt bij beweging van de 30 voet de huid mede, die deze beweging via het retinaculum en eventueel nog andere dunne weefsellagen doorgeeft aan de hieronder gelegen pezen c) t/m f) waarin de proprioceptief sensibele receptoren zijn gelegen.
Een steunverband voor een enkel dat bijzonder geschikt is voor toepassing van de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het uit een 35 eerste elastisch materiaal bestaande steunverband in hoofdzaak bestaat A Λ — ^ p n / fs ·* + -5- uit een in de vorm van een voet gebogen, aan beide uiteinden open huls, omvattende een recht beenstuk eindigend in een beenrand, een aan het beenstuk aansluitend gebogen hielstuk en een aan het hielstuk aansluitend recht voetstuk eindigend in een voetrand, doordat aan de 5 concave zijde van de huls een zich tussen de beenrand en de voetrand uitstrekkende strook van het steunverband bestaat uit een tweede elastisch materiaal dat een grotere elasticieit bezit dan het eerste elastische materiaal en doordat aan de concave zijde, tussen het eerste en tweede elastische materiaaal een spleet is aangebracht vanaf 10 de beenrand tot nabij de voetrand welke spleet met sluitmiddelen kan worden gesloten. Dit steunverband met spleet heeft een ruime instap en voorkomt dat het, doorgaans toch al nauw om het lichaamsdeel passende steunverband, extra moeilijk is aan te leggen wegens de grotere wrijving van het binnenoppervlak op de huid. Doordat de spleet niet 15 geheel tot aan de voetrand doorloopt kan het steunverband gemakkelijker worden gepositioneerd alvorens de spleet wordt gesloten. Dit is vooral bij het op de plaats brengen van eventueel aanwezige oppervlak-gedeelten met verhoogde wrijvingscoëfficiënt van voordeel. De strook met het tweede elastische materiaal kan enige maten overwinnen hetgeen 20 de fabricagekosten drukt.
De op de proprioceptieve sensibiliteit berustende werking van het hierboven beschreven steunverband voor een enkel kan nog worden verbeterd doordat het steunverband wordt voorzien van twee kruiszwachtels die aan de voetzool van het steunverband, vóór de hiel, zijn 25 bevestigd en beide een lengte bezitten die voldoende is voor de ene, de mediale kruiszwachtel, om mediaal langs de voet kruislings over de wreef lateraal aan de proximale zijde van het steunverband te worden bevestigd en voor de andere, de laterale kruiszwachtel, om lateraal langs de voet kruislings over de wreef mediaal aan de proximale zijde 30 van het steunverband te worden bevestigd. De kruiszwachtels oefenen daarbij ter plaatse waar zij het onderliggende oppervlakgedeelte met verhoogde wrijvingscoëfficiënt kruisen een additionele druk op dit oppervlakgedeelte uit en trekt de mediale kruiszwachtel de voet in de gewenste richting, terwijl de laterale kruiszwachtel verhindert dat 35 door de gezamenlijke werking van de trekkracht van de mediale kruis- r' ^ Λ ^
4 V
-6- zwachtel en de trekkracht van de proprioceptief ge'innerveerde spieren een te grote abductieve stand van de voet wordt teweeggebracht.
De bovenomschreven kruiszwachtels zijn ook van voordeel bij steunverbanden voor het enkelgewricht zonder dat sprake is van het 5 gebruik maken van de proprioceptieve sensibiliteit, dus bij hulzen of wikkels zonder oppervlakgedeelten met een verhoogde wrijvings-coëfficient ten opzichte van de huid. Deze korte kruiszwachtels fixeren de voet namelijk binnen bepaalde uitwijkgrenzen waardoor ligamenten (gewrichtsbanden) tegen overbelasting worden beschermd.
10 Met behulp van een of meer verdere, aan de huls of wikkel bevestigde lange zwachtels kan het geheel worden afgedekt onder het aanbrengen van druk op die plaatsen waar dit bijv. in verband met een onderhuidse bloeduitstorting noodzakelijk is.
Het verdient aanbeveling om de (korte) kruiszwachtels te ver-15 vaardigen uit een materiaal waarvan de elasticiteit geringer is dan die van de lange zwachtels. Deze kruiszwachtels beantwoorden daardoor meer aan hun doel, namelijk het opvangen van trekkrachten.
De gescheiden functies van de korte kruiszwachtels en de lange zwachtel(s) brengen een doelgerichtere werking van het steunver-20 band met zich mede.
De proprioceptieve werking van het beschreven enkelsteunver-band kan nog verder worden verbeterd door het aan het steunverband bevestigen van een balein, die vóör de hiel onder de voet doorloopt, langs de mediale en laterale zijde van de voet omhoog komt en een naar 25 achteren gebogen verloop heeft tot achter de gebieden waar de malleolus medialis (binnenste enkelknobbel) en de maleolus lateralis (buitenste enkelknobbel) zich na het aanleggen van het steunverband bevinden en van hieruit de balein zich verticaal achter de malleoli (enkelknobbels) voortzet tot aan de beenrand van het steunverband. Een 30 steunverband voorzien van een dergelijke balein zal reeds bij een lichte plantairflexie van de voet het zich voor de balein gelegen gedeelte van het binnenoppervlak met verhoogde wrijvingscoëfficiënt ten opzichte van de huid van zijn plaats trachten te trekken waardoor ook de huid meegenomen wordt en dientengevolge een betere masserende 35 werking op het onderliggende spier- en/of peesweefsel wordt uitge- 3a a 1 3 o '5 -7- oefend voor het prikkelen van de proprioceptief sensibele receptoren.
Ook zonder dat er sprake is van het bereiken van een proprioceptieve werking biedt deze balein het voordeel dat hij onder de voet niet hindert bij lopen of staan, dat hij rotatie van de voet 5 om de lengteas van de voet tegenwerkt en dat hij de gebogen vorm van het steunverband handhaaft. De balein kan worden ondergebracht in aan de buitenzijde van het steunverband aangebrachte opstiksels.
Het oppervlakgedeelte met een verhoogde wrijvingscoëfficiënt ten opzichte van de huid kan bij een steunverband voor een pols, voor 10 een gebied dat tussen proximaal en distaai ten opzichte van de carpus (handwortel of polsgewricht) is gelegen, zijn gelegen in een zich vanaf de proximale zijde van het steunverband uitstrekkend gebied, welk gebied na het aanleggen van het steunverband aanligt tegen de palmaire en ulnaire huidgebieden van de onderarm en de hand. Een 15 dergelijk steunverband heeft het voordeel dat het geschikt is voor verreweg het merendeel van de letsels van de articulationes carpi (handwortelgewrichten). Het merendeel der polsletsels wordt namelijk veroorzaakt door een te ver doorgevoerde dorsaalflexie van de hand waardoor een of meer aan de palmaire zijde van de carpus gelegen liga-20 menten tussen de acht handwortelbeentjes onderling of die tussen hand-wortelbeentjes en de benen van de onderarm, dus van radiaal (spaakbeen) en/of ulnus (ellepijp). De het dichtst aan de oppervlakte liggende spier en/of peesweefsel aan de ulnaire en palmaire zijde van onderarm en hand, dat tegenwerkt aan een dorsaalflexie en dus de 25 beschadigde ligamenten kan ontlasten is het spierweefsel van a) de m. flexor carpi ulnaris, b) de m. flexor digitorum superficialis, c) de m. palmaris longus en d) de m. flexor carpi radialis. In de genoemde volgorde a-d, vanaf de ulnaire zijde van onderarm en hand naar de radiale zijde van onderarm en hand, lopen deze spieren naast elkaar 30 vanuit de onderarm als pezen in de hand. De m. flexor carpi ulnaris is bevestigd aan het os pisiforme (erwtebeentje) en loopt verder naar het os hamatum (haakbeentje) naar het middelhandsbeentje van de pink. De m. flexor digitorum superficialis is met vier pezen, die zich elk in twee deelpezen splitsen bevestigd aan de zijdelingse beenranden van de 35 middelste vingerkootjes van de 2e t/m de 5e vinger. De m. palmaris 8502535 -8-
Xongus waaiert uit in het palmaire vlak van de hand tot aan de eerste vingerkootjes van de 2e tot en met de 5e vinger. De m. flexor carpi radialis is bevestigd aan het middelhandsbeentje van de 2e, soms ook van de 3e vinger. De m. flexor carpi ulnaris en de m. palmaris longus 5 uitgezonderd, lopen alle genoemde spieren met hun pezen door de cana-lis carpi, dit zijn kanalen tussen het de pezen bedekkende retinaculum (een bandweefsel) en handwortelbeentjes. De pezen zijn daarbij apart of gemeenschappelijk omhuld door een vagina synovialis. Het hierboven beschreven spier- en peesweefsel worden bij heen en weer schuiven van 10 de huid door het polssteunverband proprioceptief geinnerveerd tot het aanzetten van een palmairflexie die de zwakke of beschadigde ligamenten ontlast.
Een polssteunverband volgens de uitvinding dat uitstekend geschikt is de proprioceptieve werking tot zijn recht te doen komen en 15 dat bovendien geschikt is voor duimgewrichtsletsels wordt gekenmerkt doordat het steunverband een in hoofdzaak rechthoekige wikkel is met ' een distale rechthoekzijde en een hieraan evenwijdige proximale recht-hoekszijde, een palmaire rechthoekzijde en een hieraan dorsale rechthoekzijde, welke wikkel met behulp van bevestigingsmiddelen langs de 20 palmaire en dorsale rechthoekszijden tot een huls kan worden gevormd, doordat er zich tussen de palmaire en de dorsale rechthoekszijde een aan de distale rechthoekszijde uitmondende, U-vormige uitsparing bevindt welke uitsparing tussen de benen van de U wordt overbrugd door twee elastische materiaalstroken met een grotere elasticiteit dan het 25 materiaal van de wikkel, waarvan de eerste zich uitstrekt vanaf de uiteinden van de benen van de U en de tweede vanaf het gesloten einde van de U, zodanig dat een duim tussen de overbruggende stroken kan worden gestoken, doordat er een elastische zwachtel aanwezig is die bevestigd is aan de dorsale rechthoekszijde en die voldoende lengte 30 bezit om de weg: palmaire, radiale, dorsale zijde van de onderarm, ulnaire en palmaire zijde van de hand, tussen duim en wijsvinger door schuin over dorsale zijde van de hand over ulnaire, palmaire en radiale zijde van de onderarm en dan schuin naar de dorsale van de hand af te leggen en doordat de zwachtel aan de proximale zijde is 35 voorzien van een uitsparing voor het deel dat tussen duim en wijs- 8 h 0 ^ -9- vinger wordt aangebracht.
De zich vanaf het gesloten einde van de U uitstrekkende strook kan voor het overbruggen enige overmaat aan materiaal bezitten. Hierdoor kan een goede aansluiting om de duimbasis worden bereikt met 5 voldoende ondersteuning voor de duim.
De uitvinding zal hierna aan de hand van enige tot de uitvinding behorende en in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden verduidelijkt.
De tekening toont in: 10 Fig. I een schematische weergave van het verloop van enkele pezen in de nabijheid van het linker enkelgewricht;
Fig. 2 een steunverband voor een linker enkel volgens de uitvinding in gesloten toestand;
Fig. 3 het steunverband volgens Fig. 2, langs een spleet opengesla-15 gen;
Fig. 4 een mediaal zijaanzicht van het steunverband volgens Fig. 2; Fig. 5 een lateraal zijaanzicht van het steunverband volgens Fig. 2;
Fig. 6 een palmair aanzicht van het verloop van enkele pezen in de nabijheid van een rechterpolsgewricht; 20 Fig. 7 een palmair aanzicht van het verloop van een pees in de nabijheid van een rechterpolsgewricht;
Fig. 8 een aanzicht van de binnenzijde van een steunverband voor een rechterpols volgens de uitvinding, en in Fig. 9 een aanzicht van de buitenzijde van een steunverband volgens 25 Fig. 8.
In Fig. 1 is een linkervoet 1, met een gedeelte van het onderbeen 2 weergegeven die via de tarsus (voetwortelgewricht) 3 in elkaar overgaan. Vanuit het onderbeen 2 lopen de pees 4 van de m. extensor digitorum longus (lange tenenstrekker) de pees 5 van de m.
30 peronaeus brevis (korte kuitbeenspier) en de pees 6 van de m. pero-naeus longus (lange kuitbeenspier), over de wreef in de voet 1. De pees 4 vertakt zich in vier deelpezen 7, 8, 9 en 10 die resp. doorlopen in de 2e teen 11, de 3e teen 12, de 4e teen 13 en de 5e teen 14. Pees 4a, kan als vijfde deelpees van pees 4 aanwezig zijn en bevestigd - - w i 0 O 0 -10- zijn aan het middelvoetsbeentje van de 5e teen, maar kan echter ook als pees van een aanwezige m. peronaeus tertius vanuit het been naar de voet lopen. De pees 4 loopt onder het retinaculum m.m. extensorum superius 15 en het retinaculum m.m. extensorum inferius 16 door. De 5 pezen 5 en 6 lopen onder het retinaculum m.m. peronaeus superius 17 en het retinaculum m.m. peronaeus inferius 18 door. De pezen 4, 5 en 6 worden door het hun bedekkende retinaculum zijdelings gefixeerd. De pezen 4, 5 en 6 met het hun bedekkende retinaculum zijn alle lateraal gelegen van het met I aangegeven sagittale vlak tussen de 2e teen 11 10 en de 3e teen 12. Met andere woorden bevinden deze pezen zich alle aan de linkerhelft van de linkervoet en van het linkeronderbeen. Het zijn deze pezen die door samentrekking van hun overeenkomstige spieren de voet een beweging geven die in hoofdzaak de resultante is van een dor-saalflexie, en een abductie, dus resp. van een opwaartse en een zij-15 waartse beweging van de voet, zoals resp. met de pijlen A en B in Fig. 1 is aangegeven. Het is de resulterende beweging, die tegengesteld is aan de bij de meeste enkelletsels optredende te ver gaande beweging van de voet, die wel verzwikking, wordt genoemd. Deze laatste beweging is dus in hoofdzaak de resultante van een plantairflexie en een adduc-20 tie van de voet zoals resp. met pijlen C en D in Fig. 1 is aangegeven.
De verzwikking heeft in verreweg de meeste gevallen tot gevolg dat het ligamentum talofibulare anterius, een gewrichtsband, die de talus (sprongbeen) met de fibula (kuitbeen) verbindt, te ver rekt of' scheurt. Om deze gewrichtsband tegen te ver rekken te beschermen, 25 zeker wanneer deze gewrichtsband van nature zwak is, wordt het steun-verband volgens Fig. 2-5 aangelegd. Voor de gunstige werking van dit steunverband wordt mede gebruik gemaakt van de proprioceptieve sensibiliteit. Wanneer namelijk de hierboven genoemde pezen door het drukken op of massage van de huid die boven deze pezen is gelegen wor-30 den geprikkeld dan trekken de spieren van de overeenkomstige pezen zich samen en ontlasten door het aanzetten van de resulterende beweging van de dorsaalflexie en de abductie van de voeft de zwakke gewrichtsband. Deze druk of massage wordt nu teweeggebracht door een strook zeemleer aan te brengen aan de binnenzijde van een een in Fig. 35 2 getekend steunverband, bedoeld voor een linkerenkel, dat in hoofd- .**·. Λ -=* «7 Λ ϋϊ· u ; '·.? -11- zaak bestaat uit een gebogen huls 19, met een recht beenstuk 20, een gebogen hielstuk 21 en een recht voetstuk 2. Het rechte beenstuk 20 eindigt in een beenrand 23 en het rechte voetstuk 22 eindigt in een voetrand 24. Aan de concave zijde 25 van de gebogen huls 19 bevindt 5 zich een strook 26 bestaande uit een materiaal dat elastischer is dan de rest van de, uit elastisch materiaal bestaande huls 19. Deze strook 26, die zich uitstrekt tussen de beenrand 23 en de voetrand 24 dient om het steunverband geschikt te maken voor enkele voetmaten. Aan het binnenoppervlak 27 van het steunverband, lateraal ten opzichte van het 10 met II aangegeven vlak is tussen de beenrand 23 en de voetrand 24 een oppervlakgedeelte 28 voorzien van zeemleer dat een hogere wrijvings-coëfficiënt ten opzichte van de huid bezit dan de rest van het materiaal van het steunverband. Deze strook zeemleer is met stippellijnen 29 en 30 aangegeven. Wanneer nu het steunverband uit Fig. 2 om 15 de voet uit Fig. 1 is aangebracht waarbij vlak II samenvalt met vlak I ligt de zeemleerstrook 28 tegen een huidoppervlak aan waaronder zich de pezen 4, 4a, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 bevinden. Reeds bij lichte bewe-· gingen van de voet wordt dit huidoppervlak door het zeemleer meegenomen en worden de niet ver onder de huid liggende proprioceptief sen-20 sibele receptoren in het peesweefsel geprikkeld.
Het aanbrengen van het steunverband om de voet wordt vergemakkelijkt door het aanwezig zijn van een spleet 31 vanaf de beenrand 23 tot een plaats 32 in de nabijheid van de voetrand, waarlangs het steunverband opengeslagen kan worden zoals in Fig. 3 is aangegeven.
25 Hierdoor wordt een ruime instap verkregen waarbij het zeer moeilijk over de huid glijden voor een groot gedeelte wordt opgeheven. Na het aantrekken kunnen de spleetranden 33 en 34 met behulp van een ritssluiting 35 worden gesloten.
Het in Fig. 2 getekende steunverband bezit een balein 36, die 30 dwars onder de voet, vóór de hiel 37 is aangebracht. Aan de mediale zijde van het steunverband is het verloop van de balein gelijk aan het verloop zoals dat aan de laterale zijde in Fig. 2 zichtbaar is waar de balein volgens de lijn vertikaal opwaarts 38, nagenoeg horizontaal 39 tot achter de malleolus lateralis 40 en vertikaal opwaarts 41 tot aan 35 de beenrand 23 is gebogen. Deze balein ligt met behulp van een in de 85 Ö 2 5 3 ? -12-
Fig. 4 en 5 getekende opstiksel 42 opgesloten tegen de buitenzijde van het steunverband.
Zoals in Fig. 4 en 5 getekend, bezit het steunverband onder de voet bevestigde korte zwachtels 43 en 44 resp. de laterale kruis-5 zwachtel en de mediale kruiszwachtel. Zwachtel 43, is bedoeld om als laterale zwachtel langs de laterale zijde van het steunverband, kruislings over de wreef 45 mediaal bij 46 aan de proximale zijde van het steunverband, te worden bevestigd. Zwachtel 44 is bedoeld om als mediale zwachtel langs de mediale zijde van het steunverband, kruis-10 lings over de wreef 45 lateraal bij 47 aan de proximale zijde van het steunverband te worden bevestigd. Zij gaan een plantairflexie van de voet tegen en begrenzen de abductie en de adductie, dit is het lateraal en mediaal draaien van de voet. Bovendien verhogen beide zwachtels de druk op plaatsen waar zich zeemleer op het binnenopper-15 vlak van het steunverband bevindt.
De lange zwachtels 48 en 49 die eveneens aan de onderzijde van de voet zijn bevestigd dienen voor het aanbrengen van meer druk op en/of meer steun aan de voet. Zij vervullen ten opzichte van de korte zwachtels een onafhankelijke functie.
20 In Fig'. 6 is de ligging van spierpezen weergegeven die vlak onder de palmaire huid van onderarm en hand vanuit de onderarm over de carpus 50 (polsgewricht) in de hand lopen, welke pezen kunnen meewerken aan het tot stand komen van een palmairflexie van de hand. Het 51 is de pees van de m. flexor carpi ulnaris, met 52 zijn de vier 25 deelpezen van de m. flexor digltorum superficialis en met 53 is de pees van de m. flexor carpi radialis aangeduid. In Fig. 7 is de nog meer aan de oppervlakte liggende pees 54 van de m. palmaris longus getekend. Pees 51 loopt via het erwtebeentje en het haakbeentje tot aan het middelhandsbeentje van de 5e vinger (pink). De vier deelpezen 30 52 lopen tot de middelste kootjes van de 2e vinger 56, de 3e vinger 57, de vierde vinger 58 en de 5e vinger 55. Pees 53 loopt door tot het middelhandsbeentje van de 2e vinger 56, soms ook tot die van de 3e vinger 57. De pezen 52 en 53 lopen door de (niet getekende) canalis carpi, dit zijn kanalen die worden gevormd door de m. retinaculum 35 flexorum 59 en handwortelbeentjes. De pees 51 ligt meer aan de ulnaire
83 0 251 S
-13- zijde van de pols en. de hand. Pees 54 in Fig. 7 vertakt zich in de palmair aponeurose 60, een weefsel dat uit vele lengte- en dwarsvezels bestaat en dat op vele wijzen is bevestigd aan middenhanddelen o.a. met de lengtevezels aan de buigpezen van de 2e-5e vinger.
5 De beschreven spieren kunnen in de buurt van het pols gewricht, aan de palmaire en ulnaire zijde daarvan, proprioceptief worden geinnerveerd tot het aanzetten van een palmairflexie van de hand. Een daartoe geschikt steunverband is met zijn binnenzijde in Fig. 8 en met zijn buitenzijde in Fig. 9 afgebeeld. Dit steunverband 10 voor de pols bestaat in hoofdzaak uit een rechthoekige wikkel 61, met een distale rechthoekszijde 62, een hieraan evenwijdige proximale rechthoekszijde 63, een palmaire rechthoekszijde 64 en een hieraan evenwijdige dorsale rechthoekszijde 65. De wikkel kan met behulp van bevestigingsmiddelen, bijv. klittenband 66, 67, tot een huls worden 15 gevormd. Na het aanleggen van het getekende polssteunverband voor de rechterpols bevinden zich de palmaire en dorsale rechthoekszijden aan de ulnaire zijde van de pols en de hand. Tussen de palmaire rechthoekszi jde 64 en de dorsale rechthoekszijde 65 bevindt zich een aan de distale rechthoekszijde 62 uitmondende U-vormige uitsparing 68. Tussen 20 de benen 69 en 70 van de U wordt de uitsparing overbrugd door twee elastische materlaalstroken 71 en 72, die een grotere elasticiteit bezitten dan het materiaal van de wikkel 61 en waarvan de strook 72 voor het overbruggen van de afstand met overmaat is aangebracht. De eerste strook 71 strekt zich uit vanaf de uiteinden 73 en 74 van de 25 benen van de U en de tweede strook 72 strekt zich uit vanaf het gesloten einde 75 van de U. Tussen de stroken 71 en 72 kan bij het aanleggen van het steunverband de duim worden gestoken, die op deze wijze aan de basis een comfortabele steun ondervindt.
Verreweg de meerderheid van de polsgewrichtsletsels bestaat 30 uit een te ver doorgevoerde dorsaalflexie, dus achteroverbuigen van de hand, waardoor een of meer ligamenten, die aan de palmaire zijde van het polsgewricht de handwortelbeentjes onderling en de handwortel-beentjes aan ellepijp en spaakbeen verbinden te ver worden gerekt. Het beschreven steunverband is geschikt voor het toepassen van de uit-35 vinding. Door het aanbrengen van zeemleeroppervlakgedeelten 76, zie 3502 53 6 -14-
Fig. 8, aan het binnenoppervlak van het steunverband worden na het aanbregen juist die huidoppervlakken bedekt waaronder zich de pezen 51, 52, 53 en 54 bevinden. De spieren van deze pezen worden proprio-ceptief ge'innerveerd tot het aanzetten van een palmairflexie wanneer 5 de zeemleeroppervlakgedeelten de huid heen en weer schuiven bij bewegingen van de hand. Voor het geven van steun aan de duim is het steunverband voorzien van een elastische zwachtel 77, die bevestigd is aan de dorsale rechthoekszijde 65 en die lang genoeg is om de weg vanaf de ulnaire zijde van de pols: palmaire, radiale, dorsale zijde van de 10 onderarm, ulnaire en palmaire zijde van de hand, tussen duim en wijsvinger door schuin over de dorsale zijde van de hand over ulnaire, palmaire en radiale zijde van de onderarm en dan schuin naar de dorsale zijde van de hand af te leggen. De zwachtel heeft aan de proxi-male zijde een uitsparing 78 waardoor er een versmalling 79 aanwezig 15 is, welke na het aanleggen van het steunverband tussen duim en wijsvinger komt te liggen. De beschreven zwachtel verhoogt de werking van het steunverband omdat het druk uitoefent op de zeemleeroppervlakgedeelten. Een opstiksel 80 kan dienen voor het onderbrengen van baleinen.
. 20 Ook zonder de zeemleeroppervlakgedeelten biedt het beschreven steun verband voor de pols voordelen. Het kan gemakkelijk worden aangelegd, het biedt een comfortabele duimbasis-ondersteuning en met de versmalling van de zwachtel drukt de zwachtel stijf het aan de pees van de m. adductor pollicis gehechte spierweefsel van de caput transversum, 25 waardoor er een adductie en oppositie van de duim wordt teweeggebracht hetgeen betekent dat de duim uit die standen wordt weggedrukt waarin de meeste letsels plaatsvinden.
De wijze van bevestiging van de zwachtels bij de beschreven steunverbanden kan op bekende wijze geschieden. Bij voorkeur geschiedt 30 de bevestiging met behulp van klittenband.
35 0 2 53 6

Claims (10)

1. Steunverband voor een lichaamsdeel, in het bijzonder voor een gewricht, omvattende een, in hoofdzaak. uit elastisch materiaal vervaardigde huls of wikkel, die zich na het aanbrengen uitstrekt tussen een grens proximaal en een grens distaai van het gewricht, 5 aan welke huls of wikkel eventueel een zwachtel is bevestigd voor het aanbrengen van meer druk op en/of meer steun aan het lichaamsdeel, met het kenmerk, dat het binnenoppervlak van het steunverband is voorzien van een oppervlakgedeelte dat in vergelijking met de rest van het binnenoppervlak een verhoogde wrijvingscoëfficiënt 10 ten opzichte van de huid bezit en dat dat oppervlakgedeelte is gelegen op die plaats van het binnenoppervlak, die na het aanleggen van het steunverband aanligt tegen een huidoppervlak waaronder zich pees- en/of spierweefsel bevindt dat proprioceptief kan worden geïnnerveerd tot het aanzetten van een bepaalde stand-15 verandering tussen aan weerszijden van het gewricht gelegen ske- letdelen.
2. Steunverband volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het oppervlakgedeelte met verhoogde wrijvingscoëfficiënt bestaat uit zeemleer.
3. Steunverband volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het oppervlakgedeelte met een verhoogde wrijvingscoëfficiënt discontinu is.
4. Steunverband voor een enkelgewricht volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het oppervlakgedeelte met verhoogde 25 wrijvingscoëfficiënt is gelegen in een zich tussen de proximale en distale grens bevindende strook van het steunverband welke strook na aanleggen van het steunverband aanligt tegen een huidstrook die lateraal is gelegen ten opzichte van een sagittaal vlak tussen de 2e en de 3e teen. $5 n 9 ή u -16-
5. Steunverband geschikt als steunverband voor een enkelgewricht volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het uit een eerste elastisch materiaal bestaande steunverband in hoofdzaak bestaat uit een in de vorm van een voet gebogen, aan beide uiteinden open 5 huls, omvattende een recht beenstuk eindigend in een beenrand, een aan het beenstuk aansluitend gebogen hielstuk en een aan het hielstuk aansluitend recht voetstuk eindigend in een voetrand, dat aan de concave zijde van de huls een zich tussen de beenrand en de voetrand uitstrekkende strook van het steunverband bestaat uit een 10 tweede elastisch materiaal dat een grotere elasticiteit bezit dan het eerste elastische materiaal en dat aan de concave zijde, tussen het eerste en tweede elastische materiaal een spleet is aangebracht vanaf de beenrand tot nabij de voetrand welke spleet met sluitmiddelen kan worden gesloten.
6. Steunverband volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het steunverband twee kruiszwachtels bezit die aan de voetzool van het steunverband, v66r de hiel, zijn bevestigd en beide een lengte bezitten die voldoende is voor de ene, de mediale kruiszwachtel, om mediaal langs de voet kruislings over de wreef lateraal aan de 20 proximale zijde van het steunverband te worden bevestigd en voor de andere, de laterale kruiszwachtel, om lateraal langs de voet kruislings over de wreef mediaal aan de proximale zijde van het steunverband te worden bevestigd.
7. Steunverband volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het 25 steunverband is voorzien van een balein, die dwars onder de voet voor de hiel doorloopt en vervolgens mediaal en lateraal volgens de lijn: vertikaal opwaarts, nagenoeg horizontaal tot achter de malleoli en vertikaal opwaarts tot aan de beenrand van het steunverband, is gebogen.
8. Steunverband voor een polsgewricht volgens een der conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het oppervlakgedeelte met verhoogde wrij-vingscoëfficiënt ten opzichte van de huid is gelegen in een zich vanaf de proximale zijde van het steunverband uitstrekkend gebied, welke gebied na het aanleggen van het steunverband aanligt tegen 35 de palmaire en ulnaire huidgebieden van de onderarm en de hand. 8502 533 -17-
9. Steunverband geschikt als steunverband voor een. polsgewricht volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het steunverband een in hoofdzaak rechthoekige wikkel is met een distale rechthoekzijde en een hieraan evenwijdige proximale rechthoekszijde, een palmaire 5 rechthoekzijde en een hieraan evenwijdige dorsale rechthoekzijde, welke wikkel met behulp van bevestigingsmiddelen langs de palmaire en dorsale rechthoekszijden tot een huls kan worden gevormd, dat er zich tussen de palmaire en de dorsale rechthoekszijde een aan de distale rechthoekszijde uitmondende, U-vormige uitsparing 10 bevindt welke uitsparing tussen de benen van de ü wordt overbrugd door twee elastische materiaalstroken met een grotere elasticiteit dan het materiaal van de wikkel, waarvan de eerste zich uitstrekt vanaf de uiteinden van de benen aan de U en de tweede vanaf het gesloten einde van de U, zodanig dat een duim tussen de over-15 bruggende stroken kan worden gestoken, dat er een elastische zwachtel aanwezig is die bevestigd is aan de dorsale rechthoekszijde en die voldoende lengte bezit om de weg: palmaire, radiale, dorsale zijde van de onderarm, ulnaire en palmaire zijde van de hand, tussen duim en wijsvinger door schuin over dorsale zijde van 20 de hand over ulnaire, palmaire en radiale zijde van de onderarm en dan schuin naar de dorsale van de hand af te leggen en dat de zwachtel aan de proximale zijde is voorzien van een .uitsparing voor het deel dat tussen duim en wijsvinger wordt aangebracht.
10. Steunverband volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat althans de 25 materiaalstrook, die zich uitstrekt vanaf het gesloten einde van de U, enige overmaat bezit. 85 0 2 53«
NL8502536A 1985-09-17 1985-09-17 Steunverband. NL8502536A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502536A NL8502536A (nl) 1985-09-17 1985-09-17 Steunverband.
US06/903,491 US4702234A (en) 1985-09-17 1986-09-04 Support for aiding proprioceptive innervation
EP86201590A EP0217451B1 (en) 1985-09-17 1986-09-16 Support
DE8686201590T DE3684854D1 (de) 1985-09-17 1986-09-16 Stuetze.
AT86201590T ATE74741T1 (de) 1985-09-17 1986-09-16 Stuetze.
JP61217364A JPS6268457A (ja) 1985-09-17 1986-09-17 踝関節用サポータ
JP2234658A JPH03218750A (ja) 1985-09-17 1990-09-06 手首関節用サポータ

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502536 1985-09-17
NL8502536A NL8502536A (nl) 1985-09-17 1985-09-17 Steunverband.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502536A true NL8502536A (nl) 1987-04-16

Family

ID=19846568

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502536A NL8502536A (nl) 1985-09-17 1985-09-17 Steunverband.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4702234A (nl)
EP (1) EP0217451B1 (nl)
JP (2) JPS6268457A (nl)
AT (1) ATE74741T1 (nl)
DE (1) DE3684854D1 (nl)
NL (1) NL8502536A (nl)

Families Citing this family (31)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH02178Y2 (nl) * 1986-09-30 1990-01-05
US4813079A (en) * 1987-05-18 1989-03-21 Reitzel Jimmie R Quilted weight pad for sports gloves and method
US5425702A (en) * 1989-11-20 1995-06-20 Sunmed, Inc. Soft tissue support for hip and shoulder
US5095897A (en) * 1990-09-21 1992-03-17 Clark E Nelson Orthopedic splint and method of constructing same
DE4104930C2 (de) * 1991-02-18 2000-05-04 Beiersdorf Ag Sprunggelenk-Bandage
JP2603769B2 (ja) * 1991-05-22 1997-04-23 株式会社 ワコール 人体の体表面に圧接して着用されるテーピング機能を有する下腿部用サポーター
US5217431A (en) * 1992-02-20 1993-06-08 Smith & Nephew Donjoy, Inc. Orthopedic ankle brace
US5667484A (en) * 1995-04-21 1997-09-16 Brossard; Andre Method for controlling the reflex response of the muscles of a living body joint
US5957878A (en) * 1996-11-22 1999-09-28 Gilliam; Phillip L. Body support garments
US5769808A (en) * 1996-12-02 1998-06-23 Matthijs; Omer C. Wrist support band
FR2819396B1 (fr) * 2001-01-17 2004-04-23 Francaise Coop Pharma Chevillere orthopedique perfectionnee
US20040054308A1 (en) * 2001-08-23 2004-03-18 Thorsten Herzberg Joint brace
JP2004298355A (ja) * 2003-03-31 2004-10-28 Taketora:Kk 関節固定具
FR2879899B1 (fr) * 2004-12-28 2007-03-09 Millet Innovation Sa Chaussette de maintien d'un module de protection d'une zone du pied
JP4555997B2 (ja) * 2005-01-13 2010-10-06 有限会社シーシェル リストバンド
US20070282233A1 (en) * 2005-12-12 2007-12-06 Tyco Healthcare Group Lp Compression apparatus
US7931606B2 (en) 2005-12-12 2011-04-26 Tyco Healthcare Group Lp Compression apparatus
US20080306420A1 (en) * 2007-06-08 2008-12-11 Tyco Healthcare Group Lp Compression device with independently moveable inflatable member
US9433526B2 (en) 2008-05-02 2016-09-06 Perfect Cross, Llc Cutaneous proprioreceptive activation garment system
WO2009149217A2 (en) * 2008-06-03 2009-12-10 Lonnie Paulos Hyperextension brace assembly and methods of use
US8808211B2 (en) 2008-06-03 2014-08-19 The Lonnie and Shannon Paulos Trust Elastic brace assembly and methods of use
US10675166B2 (en) 2008-06-03 2020-06-09 The Lonnie and Shannon Paulos Trust Adjustable brace assembly and methods of use
US9554934B2 (en) 2008-06-03 2017-01-31 The Lonnie and Shannon Paulos Trust Elastic brace assembly and methods of use
US9320634B2 (en) 2008-06-03 2016-04-26 The Lonnie and Shannon Paulos Trust (as Amended and Restated) F/K/A The James Dizikis Trust Dated February 26, 2008 Training brace assembly and methods of use
US8636678B2 (en) 2008-07-01 2014-01-28 Covidien Lp Inflatable member for compression foot cuff
WO2012065165A1 (en) * 2010-11-12 2012-05-18 Topical Gear, Llc Proprioceptive topical ankle gear and methods of use
US9125787B2 (en) 2011-09-30 2015-09-08 Covidien Lp Compression garment having a foam layer
US8887315B2 (en) * 2011-11-02 2014-11-18 Erin Lynn Boynton Orthopedic support garment
US9402779B2 (en) 2013-03-11 2016-08-02 Covidien Lp Compression garment with perspiration relief
WO2016164887A1 (en) 2015-04-09 2016-10-13 Ossur Iceland Ehf Hand support and method for using the same
RU2713454C2 (ru) * 2017-04-25 2020-02-05 Общество с ограниченной ответственностью "НейроБиоЛаб" Способ объективной оценки проприоцептивной чувствительности в отдельных суставах конечностей у человека

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE529151C (de) * 1931-07-09 Wilhelm Schoenberger Mit Gummizug versehene endlose Mittelfussbandage
US999010A (en) * 1910-10-22 1911-07-25 Henry James Collis Ankle support and protector.
US1462534A (en) * 1921-06-14 1923-07-24 Michael J Condylis Arch supporter
US2994322A (en) * 1959-01-12 1961-08-01 Charles C Cullen Protective supporter
JPS4428909Y1 (nl) * 1967-05-24 1969-12-01
US3595244A (en) * 1968-10-30 1971-07-27 Scholl Mfg Co Inc Foot-massaging sandal
US3533407A (en) * 1969-09-22 1970-10-13 Faberge Inc Strap type wrist support
US3934583A (en) * 1974-09-27 1976-01-27 Danny W. Hollingshead Therapeutic musculoskeletal support sleeve and method of manufacturing same
DE2644193A1 (de) * 1976-09-30 1978-04-06 Bayer Ag Vernetzer und haertungskatalysatoren enthaltende pastoese massen als komponente fuer bei raumtemperatur vulkanisierbare polysiloxanelastomere
US4084586A (en) * 1976-10-13 1978-04-18 Hettick Lon R Tubular support for enclosing a body member
US4166460A (en) * 1977-09-19 1979-09-04 Surgical Appliance Industries, Inc. Ankle protector
US4309991A (en) * 1980-06-18 1982-01-12 Demarco Alexander H Wrist brace
US4323058A (en) * 1980-10-14 1982-04-06 Detty Garnett E Ankle brace
JPS6034310Y2 (ja) * 1982-09-08 1985-10-12 康夫 加藤 関節用パツト
US4479495A (en) * 1982-09-27 1984-10-30 Isaacson Gary S Acupressure point stimulator device
US4550721A (en) * 1983-07-01 1985-11-05 Michel Lorraine M Foot support
US4556054A (en) * 1983-11-21 1985-12-03 Paulseth Stephen G Ankle orthosis
US4625336A (en) * 1985-05-30 1986-12-02 Nike, Inc. Athletic garment

Also Published As

Publication number Publication date
ATE74741T1 (de) 1992-05-15
US4702234A (en) 1987-10-27
EP0217451B1 (en) 1992-04-15
JPS6268457A (ja) 1987-03-28
JPH03218750A (ja) 1991-09-26
JPH0370970B2 (nl) 1991-11-11
DE3684854D1 (de) 1992-05-21
EP0217451A1 (en) 1987-04-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8502536A (nl) Steunverband.
US4724831A (en) Knee support for aiding proprioceptive Innervation
US20240180731A1 (en) Support brace
US10758395B2 (en) Dynamic hallux tension device for treatment of plantar fasciitis
US6458091B1 (en) Muscle tone reduction splint
US20220322756A1 (en) Therapeutic sock with one or more elastomeric bands
Grand The functional anatomy of the ankle and foot of the slow loris (Nycticebus coucang)
JP2018016934A (ja) 装着具、履物
JPH11124702A (ja) ソックス
JP7217912B2 (ja) 靴下型サポーター
US20190133804A1 (en) Ankle support
Said A modified tendon transference for radial nerve paralysis
Cromer Splinting and Casting
Del Bianco et al. Comparison of silicone and posterior leaf spring ankle-foot orthoses in a subject with Charcot-Marie-Tooth disorder
JP2007186803A (ja) サポータ
Prabhakar et al. The foot and ankle
Patil et al. CONCEPTUAL REVIEW ON ADHO SHAKHAGATA MARMA
JP6622763B2 (ja) サポーター
Agarwal Peripheral Nerve Examination in a Child
Iyer Examination of the Foot
KR200196097Y1 (ko) 일회용 테이프
ROCHE WJ THEUVENET,* SP RUCHAL, DJ SOARES &
BE1010652A6 (nl) Inrichting voor het ontlasten van met een gewricht samenwerkende spieren en/of pezen.
Rana et al. Sensory Peripheral Neuropathy
Gunterberg et al. Function After Anterolateral Resection of the Lower Leg for Extirpation of Tumors: Extension and Pronation of the Foot Restored by Transfer of the Tibialis Posterior Muscle

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed