NL8502219A - TRANSITIONAL DEVICE ATTACHABLE TO A VEHICLE END AND TRANSITIONAL DEVICE WITH TWO TRANSITIONAL DEVICES. - Google Patents

TRANSITIONAL DEVICE ATTACHABLE TO A VEHICLE END AND TRANSITIONAL DEVICE WITH TWO TRANSITIONAL DEVICES. Download PDF

Info

Publication number
NL8502219A
NL8502219A NL8502219A NL8502219A NL8502219A NL 8502219 A NL8502219 A NL 8502219A NL 8502219 A NL8502219 A NL 8502219A NL 8502219 A NL8502219 A NL 8502219A NL 8502219 A NL8502219 A NL 8502219A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transition
transition device
bridge
device part
part according
Prior art date
Application number
NL8502219A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Sig Schweiz Industrieges
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE19843430112 external-priority patent/DE3430112A1/en
Priority claimed from DE19843447776 external-priority patent/DE3447776A1/en
Priority claimed from DE19853505762 external-priority patent/DE3505762A1/en
Application filed by Sig Schweiz Industrieges filed Critical Sig Schweiz Industrieges
Publication of NL8502219A publication Critical patent/NL8502219A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61DBODY DETAILS OR KINDS OF RAILWAY VEHICLES
    • B61D17/00Construction details of vehicle bodies
    • B61D17/04Construction details of vehicle bodies with bodies of metal; with composite, e.g. metal and wood body structures
    • B61D17/20Communication passages between coaches; Adaptation of coach ends therefor
    • B61D17/22Communication passages between coaches; Adaptation of coach ends therefor flexible, e.g. bellows

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Seal Device For Vehicle (AREA)
  • Train Traffic Observation, Control, And Security (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)
  • Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
  • Ultra Sonic Daignosis Equipment (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Tents Or Canopies (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
  • Details Of Spanners, Wrenches, And Screw Drivers And Accessories (AREA)

Description

* \ % - · NL/33.012-tM/f.* \% - NL / 33.012-tM / f.

Aan een voertuigeind bevestigbaar overgangsinrichtingsdeel alsmede overgangsinrichting met twee overgangsinrichtings-delen.Transition device part attachable to a vehicle end as well as transition device with two transition device parts.

De onderhavige uitvinding betreft een aan een voertuigeind bevestigbaar overgangsinrichtingsdeel alsmede een overgangsinrichting met twee overgangsinrich-tingsdelen.The present invention relates to a transition device part attachable to a vehicle end as well as a transition device with two transition device parts.

5 Overgangsinrichtingen, zoals ze bij voorbeeld als personenovergangen tussen railvoertuigen, in het bijzonder spoorwegvoertuigen, bekend zijn, bevredigen slechts onvoldoende, daar de gebruikers van dergelijke overgangsinrichtingen aan de weersinvloeden meer of minder •jq sterk blootgesteld zijn. Bovendien treden met toenemende rijsnelheden de als onaangenaam ervaren slagen op, veroorzaakt door drukgolven bij elkaar kruisende treinstellen, alsmede bij het inrijden daarvan in tunnels.5 Transition devices, as they are known, for example, as passenger transitions between rail vehicles, in particular railway vehicles, are only insufficiently satisfactory, since the users of such transition devices are more or less exposed to the weather. In addition, with increasing driving speeds, the strokes experienced as unpleasant, caused by pressure waves crossing trainsets, as well as when entering them into tunnels.

De onderhavige uitvinding beoogt het 15 verschaffen van een overgangsinrichtingsdeel, dat, met een gelijk deel als spiegelbeeld gekoppeld, een praktisch tegen uitwendige weersinvloeden en drukgolven dichte overgangsinrichting vormt.The object of the present invention is to provide a transition device part, which, with the same part coupled as a mirror image, forms a transition device which is practically tight against external weather influences and pressure waves.

Een dergelijk overgangsinrichtingsdeel 2o is gekenmerkt, doordat het inwendige en/of uitwendige af-dichtingsmiddelen bezit voor het verschaffen van de mogelijkheid, personen tegen uitwendige afdichtingsmiddelen bezit voor het verschaffen van de mogelijkheid, personen tegen uitwendige invloeden, in het bijzonder drukgolven , 25 te beschermen.Such a transition device part 20 is characterized in that it has internal and / or external sealing means for providing the possibility of persons against external sealing means for providing the possibility of protecting persons against external influences, in particular pressure waves. .

Het is derhalve gunstig, wanneer de overgangsinrichting zodanig uitgevoerd is, dat deze drukgolf dicht is.It is therefore advantageous if the transition device is designed such that this pressure wave is closed.

Deze bouwwijze laat het inbouwen toe 30 in internationaal genormaliseerde en getypeerde UIC -kopwanden van spoorwagens.This construction method allows installation in internationally standardized and typified UIC end walls of railway wagons.

Op doelmatige wijze bezit het overgangsinrichtingsdeel twee in het scheidingsvlak op elkaar glijdende of rollende hoekframes, die door middel van ve-35 rende elementen zwevend of cardanisch met de beide wagen-bakeinden verbonden zijn.The transition device part expediently has two corner frames sliding or rolling on top of each other in the interface, which are connected floatingly or gimbally to the two carriage ends by means of spring elements.

13 ? -2-13? -2-

Daardoor wordt deze overgangsinrichting compatibel met slangvormige overgangen aan spoorwagens, zoals deze aan het rollende materieel bekend zijn.This makes this transition device compatible with hose-like transitions on railway wagons, as they are known on the rolling stock.

Een mogelijkheid, de overgangsbruggen van 5 een dergelijk overgangsinrichtingsdeel te vormen, bestaat daarin deze bijvoorbeeld schuifladevormig, in de 'wagen langsrichting in het wagenbakeind inschuifbaar en bij voorkeur opklapbaar aan te brengen, wat toelaat de zogenaamde Bernerruimte, waarin zich de koppelingselementen 10 bevinden, voor het koppelen vrij te houden.It is possible to form the transition bridges of such a transition device part in that it consists, for example, of a drawer-shaped drawer, which can be slid in the wagon longitudinal direction in the wagon body end and preferably can be folded up, which permits the so-called Berner space in which the coupling elements 10 are located. keep the pairing free.

Deze uitvinding laat toe dergelijke over-gangsinrichtingen te verschaffen, die ook bij het rijden ' in bochten tot bochtstralen van R . = 150 m volgens UIC- mmThe present invention makes it possible to provide such transitional devices which, also when driving in curves up to radius radii of R. = 150 m according to UIC-mm

Kodex 567-2 VE, alsmede bij S-bochten met grote bochtstra-15 len drukgolfdicht zijn. Deze overgangsinrichtingen maken het verder mogelijk, bij de optredende dynamische dwarswegen drukgolfdicht te blijven.Kodex 567-2 VE, as well as S-bends with large bend radii are pressure wave-tight. These transition devices also make it possible to remain pressure wave-tight in the event of dynamic transverse paths.

Er moet verder de mogelijkheid, verschaft worden het overgangsinrichtingsdeel als geïntegreerd be-20 standdeel van het hoekframe dicht tegen uitwendige weersinvloeden en drukgolven uit te voeren.It is furthermore necessary to provide the transition device part as an integrated part of the corner frame close to external weather influences and pressure waves.

Een verdere verbetering kan daarin bestaan dat het eindframe zodanig uitgevoerd is, dat voor het wrijvingsarm onderling dwars verschuiven van twee, tot een 25 overgangsinrichting gekoppelde overgangsinrichtingsdelen de kopflens van het eindframe van tenminste één vertikaal draaibare wals of tenminste één glijschoen voorzien is.A further improvement may consist in that the end frame is designed in such a way that, for the friction arm, two transverse device parts coupled together to form a transition device, the end flange of the end frame is provided with at least one vertically rotatable roller or at least one sliding shoe.

De uitvinding wordt aansluitend bij wijze van voorbeeld aan de hand van een tekening toegelicht.The invention is subsequently explained by way of example with reference to a drawing.

30 In schematische afbeeldingen tonen: fig. 1 de einden van twee spoorwegvoertui-gen met opgeklapte overgangsbruggen en vrijstaande Bernerruimte, in zijaanzicht, volgens de snijlijn IV-IV van fig. 3, 35 fig. 2 de afbeelding volgens fig. 1 met neergeklapte overgangsbruggen, fig. 3 een aanzicht op de overgangsinrichting van boven, bij afgeheven bovendeel van de overgangsinrichting, 40 fig. 4 de wagenbakeinden volgens fig. 3, 8502219 % - · -3- maar in over q = 100 mm dwars verschoven ligging, fig. 5 de wagenbakeinden volgens fig. 3, maar in een bocht met R = 120 m straal, f±g. 6 de wagenbakeinden volgens fig. 3, waar-5 bij het ene wagenbakeind met slangovergang uitgerust en het andere wagenbakeind van de overgangsinrichting volgens de uitvinding voorzien is, fig. 7 een langsdoorsnede door twee samengekoppelde en door een overgangsinrichting met elkaar verbonden 10 wageneinden van twee spoorwegvoertuigen, met neergeklapte overgangsbruggen, in begaanbare toestand, fig. 8 de in fig. 7 afgebeelde samenstelling . met omhoog geklapte overgangsbruggen, fig. 9 een langsdoorsnede door de samenge-15 koppelde wageneinden van twee spoorwegvoertuigen, waarbij een voertuig met de tot nu toe bekende overgangsinrichting volgens UIC-Kodex 561 VE uitgerust is en het andere voertuig van een nieuw overgangsinrichtingsdeel voorzien is, dat het over-gangsinrichtingsdeel volgens de uitvinding bezit, 20 fig. 10 een doorsnede door de samenstelling volgens fig. 7 volgens de snijlijn VI-VI, fig. 11 een doorsnede door de samenstelling volgens fig. 7, volgens de snijlijn VII-VII, fig. 12 een aanzicht volgens fig. 7 op de 25 overgangsinrichting van boven met zicht op de overgangsbrug in een ten opzichte van elkaar dwars verschoven ligging, fig. 13 een doorsnede volgens de snijlijn I-I van fig. 14 door een uit twee gekoppelde overgangsin-richtingsdelen bestaande overgangsinrichting, 30 fig. 14 een vooraanzicht van een eindframe met draaiwalsen, fig. 15 een bovenaanzicht analoog fig. 13 met ten opzichte van elkaar dwars verschoven wagenbakeinden · en onveranderde doorgang van de gekoppelde overgangsinrich-35 tingsdelen, fig. 16 een afbeelding analoog fig. 13 met ten opzichte van elkaar dwars verschoven wagenbakeinden en overgangsinrichtingsdelen en dus ten opzichte van elkaar dwars verplaatste doorgangen van de gekoppelde overgangsin-4 0 richtingsdelen, 8502219 * 4 -4-30 In schematic illustrations: fig. 1 shows the ends of two railway vehicles with folded transition bridges and freestanding Berner space, in side view, according to the cutting line IV-IV of fig. 3, 35 fig. 2 the picture according to fig. 1 with folded transition bridges Fig. 3 shows a view of the transition device from above, with the upper part of the transition device lifted off, Fig. 4 the carriage ends according to Fig. 3, 8502219% - · -3- but in a position displaced by q = 100 mm, fig. 5 the carriage ends according to fig. 3, but in a bend with R = 120 m radius, f ± g. 6 shows the car body ends according to FIG. 3, where one car body end is equipped with a hose transition and the other car body end is provided with the transition device according to the invention, FIG. 7 is a longitudinal section through two car ends of two car bodies connected together by a transition device. railway vehicles, with transition bridges folded down, in passable condition, fig. 8 the composition shown in fig. 7. with transition bridges folded up, fig. 9 shows a longitudinal section through the coupled wagon ends of two railway vehicles, one vehicle being equipped with the hitherto known transition device according to UIC-Kodex 561 VE and the other vehicle being provided with a new transition device part, that the transitional device part according to the invention has fig. 10 a section through the assembly according to fig. 7 along the cutting line VI-VI, fig. 11 a section through the assembly according to fig. 7, along the cutting line VII-VII, Fig. 12 shows a view according to Fig. 7 of the transition device from above with a view of the transition bridge in a position which is displaced relative to each other, Fig. 13 shows a section according to the cutting line II of Fig. 14 through a two-coupled transition device. direction parts existing transition device, fig. 14 a front view of an end frame with rotating rollers, fig. 15 a top view analogous to fig. 13 with each other transverse to each other shifted car body ends and unchanged passage of the coupled transition device parts, fig. 16 an image analogous to fig. 13 with mutually displaced car body ends and transition device parts and thus transversely displaced passages of the coupled transition device parts , 8502219 * 4 -4-

fig. 17 een doorsnede analoog snijlijn V-VFig. 17 is a cross-section analog cutting line V-V

van fig. 14.of fig. 14.

In de fig. 1-5 zijn twee door een overgangs-inrichting 21 met elkaar verbonden wagenbakeinden 20 van 5 twee spoorwagens respectievelijk railvoertuigen schematisch afgeheeld.De overgangsinrichting 21 bestaat in wezen uit twee overgangsinrichtingsdelen 22, die in het onderhavige geval als spiegelbeeld gekoppeld zijn.In Figs. 1-5, two wagon ends 20 of two rail wagons or rail vehicles connected by a transition device 21 are schematically separated. The transition device 21 essentially consists of two transition device parts 22, which in the present case are coupled as a mirror image.

Een overgangsinrichtingsdeel 22 bezit een 10 met het wagenbakeind 20 door middel van een verend element 3 zwevend bevestigd hoekframe 1. De ophanging van deze hoek-frames 1 kan door middel van andere elementen cardanisch geschieden, dat wil zeggen via kogelscharnieren, via eigenlijke door middel van vorken vervaardigde cardanscharnieren 15 of dergelijke.A transition device part 22 has a corner frame 1 fixed to the wagon body end 20 by means of a resilient element 3. The suspension of these corner frames 1 can be gimbaled by means of other elements, that is to say by means of ball joints, actually by means of cardan hinges 15 or the like.

Dit hoekframe 1 is via het verende element 3 en een ü-vormig uitgevoerd afdichtingsmembraan 2, die samen hoedvormig de overgangsbrug van boven en opzij afsluiten en in het bereik van de Bernerruimte niet verder ge-20 voerd zijn, zwevend of cardanisch opgehangen. Het verende element 3 en het afdichtingsmembraan 2 zorgen ervoor, dat het hoekframe in drukgolfdichte verbinding gehouden wordt.This corner frame 1 is suspended, suspended or gimbaled via the resilient element 3 and a ü-shaped sealing membrane 2, which together form the transition bridge from above and to the side and which are no further lined in the area of the Berner space. The resilient element 3 and the sealing membrane 2 ensure that the corner frame is kept in a compression wave-tight connection.

De hoekframes 1 zijn, zoals in fig. 3 is afgebeeld, van centreerelementen 4 voorzien, die bij overeenkomstige dwars-25 verschuiving van de tegenover elkaar liggende en over elkaar glijdende of rollende frames 1 deze in hun normale, uitgerichte, middenstand drukken. Tot de eigenlijke overgang behoren verder brugelementen 6, 7 en 8, waarbij in draaischarnieren 12 gelegerde dragers 11 het mogelijk maken, de over-30 eenkomstige brugelementen, zoals fig. 1 toont, op te klappen en aan het wageneind te bevestigen.The corner frames 1, as shown in Fig. 3, are provided with centering elements 4, which, upon corresponding transverse displacement of the opposing and sliding or rolling frames 1, press them into their normal, aligned, center position. The actual transition further includes bridge elements 6, 7 and 8, in which bearers 11 mounted in hinges 12 make it possible to fold up the corresponding bridge elements, as shown in fig. 1, and to attach them to the wagon end.

De dragers 11 zijn ten opzichte van het brug-element 8 via het draaischarnier 12 in een hoekbereik van circa 90° zwenkbaar, terwijl het brugelement 8, zelf schuif-35 ladevormig uitgevoerd, in de overeenkomstige uitsparing van het wagenbakeind 20 geschoven kan worden. Daarbij moet in aanmerking worden genomen, dat tengevolge van de oploopstoot bij het samenkoppelen van twee wagenbakeinden 20, de schematisch afgeheelde buffers 23 verend samengedrukt kunnen worden. 40 In deze uiterste toestand wordt een minimumafstand van de 3502219 -5- * * _ van de wagenbakeinden tot elkaar verkregen, waarbij de beide hoekframes 1 op minimale afstand ten opzichte van hun wagenbakeinden 20 komen en het verende element 3 dienovereenkomstig in de rijrichting samengedrukt wordt.The carriers 11 are pivotable with respect to the bridge element 8 via the rotary hinge 12 in an angle range of approximately 90 °, while the bridge element 8, which is itself drawer-shaped, can be pushed into the corresponding recess of the car body end 20. It must be taken into account here that, as a result of the run-up impact when two wagon ends 20 are coupled together, the schematically separated buffers 23 can be compressed resiliently. 40 In this extreme state, a minimum distance of 3502219 -5- * * _ _ from the car body ends to each other is obtained, the two corner frames 1 being at a minimum distance from their car body ends 20 and the resilient element 3 compressed accordingly in the direction of travel. .

5 In de normale toestand bevinden zich de beide wagenbakeinden 20 ten opzichte van elkaar in een middenstand, zoals deze bijvoorbeeld overeenkomt met fig. 3, terwijl de omgekeerde uiterste stand bij ondeskundig in beweging zetten van de trein veroorzaakt kan worden, waarbij de beide wagen-10 bakeinden 20 ten opzichte van elkaar hun maximale afstand kunnen bezitten. In deze uiterste toestand zal het verende element 3 zijn minimale vervorming in de rijrichting bezitten.In the normal condition, the two wagon ends 20 are in a central position relative to each other, as it corresponds for instance to fig. 3, while the inverse extreme position can be caused by improper movement of the train, whereby the two wagon- 10 bar ends 20 can have their maximum distance from one another. In this extreme state, the resilient element 3 will have its minimal deformation in the direction of travel.

Bij al deze uiterste bewegingen is intussen de drukgolfdichte zwevende verbinding van de hoekframes 1 met de wagenbakeinden 15 20 verzekerd, doordat de scheidingsvlakken van de hoekframes 1, zoals is afgebeeld, dwars verschuifbaar op elkaar glijden of rollen kunnen en door de verende elementen 3 dienovereenkomstig op elkaar gedrukt worden.With all these extreme movements, the compression wave-tight floating connection of the corner frames 1 to the car body ends 15 is meanwhile ensured, because the interfaces of the corner frames 1 can slide or roll transversely on top of each other, as shown, and through the resilient elements 3 accordingly. pressed together.

Om het verschuiven van de brugelementen 8 met 20 betrekking tot de wagenbakeinden 20 zeker te waarborgen zijn speciale geleidingen 13 aangebracht, die aan de wagenbakeinden 20 bevestigd zijn.To ensure the sliding of the bridge elements 8 with respect to the carriage ends 20, special guides 13 are provided, which are attached to the carriage ends 20.

In de benutbare stand van de brugelementen 6, 7 en 8 zijn, zoals fig. 2 toont, de vrije einden van de brug-25 elementen 6 via draaischarnieren 9 van kopzijdige afdichtingen 10 voorzien. Hierdoor wordt zeker gesteld, dat de verbinding van de brugelementen 6, 7 en 8 practisch met betrekking tot het inwendige van de overgangsinrichting 21 eveneens drukgolf dicht is.In the utilizable position of the bridge elements 6, 7 and 8, as shown in fig. 2, the free ends of the bridge elements 6 are provided with head-side seals 10 via rotary hinges 9. This ensures that the connection of the bridge elements 6, 7 and 8 is also tightly sealed with respect to the interior of the transition device 21.

30 Om een dergelijke overgangsinrichting 21 comfortabeler uit te voeren, is elk overgangsinrichtingsdeel 22 met zwenkvleugels 15 uitgerust, die in legers 16 zwenk-baar zijn. Ze worden onder de kracht van veerelementen 17 zodanig voortdurend tegen de binnenzijde.van het hoekframe 35 1 gedrukt (fig. 3), dat ze daarop in de langsrichting liggend glijdend afrollen kunnen en de dwarsbewegingen ervan op grond van hun legering 16 eveneens moeiteloos en tegen het hoekframe 1 liggend volgen kunnen . Ook het afdichtingsmembraan 2 laat. toe de relatieve bewegingen tussen hoekframe 1 en wageoLakeincten 40 te volgen en daarmee de gewenste drukgolfdichtheid tussen deze 8502219 -6- beide delen zeker te stellen.In order to make such a transition device 21 more comfortable, each transition device part 22 is equipped with pivoting wings 15 which are pivotable in bearings 16. Under the force of spring elements 17, they are continuously pressed against the inner side of the corner frame 35 (fig. 3) so that they can unroll in the longitudinal direction in a sliding manner and their transverse movements also effortlessly and against their alloy 16 the corner frame 1 can follow horizontally. Also the sealing membrane 2 leaves. allow to follow the relative movements between corner frame 1 and wageool lacquers 40 and thereby ensure the desired pressure wave density between these 8502219 -6- parts.

De beschreven overgangsinrichtingsdelen 22 zijn bij voorkeur ontworpen voor internationale trajecten met hoge snelheid, maar ook anders in overeenstemming met UIC-5 voorschriften toepasbaar en bezitten dus de volgende voorgeschreven karakteristieke eigenschappen: ze zijn als gekoppelde overgangsinrich-ting 21 drukgolfdicht bij S-bochten met grote bochtstralen alsmede bij de optredende dynamische dwarswegen. De beschre-10 ven overgangsinrichtingsdelen 22 laten zich met geringe aanpassingen aan de volgens UIC-Kodex 567 - 2 VE uitgevoerde, bestaande UlC-kopwanduitvoeringen inbouwen, waarbij de over-gangsbrug zo uitgevoerd is, dat de Bernerruimte voor het koppelen vrijgehouden wordt.The described transition device parts 22 are preferably designed for international high-speed routes, but can also be used otherwise in accordance with UIC-5 regulations and thus have the following prescribed characteristic properties: they are, as coupled transition device 21, pressure-wave-proof at S-bends with large bend radii as well as dynamic cross roads. The described transition device parts 22 can be installed with minor adaptations to the existing UlC end-wall versions according to UIC-Kodex 567 - 2 VE, whereby the transition bridge is designed in such a way that the Berner space is kept free for coupling.

15 Verder is elk overgangsinrichtings- deel 22 zo ontworpen, dat dit met de bestaande overgangsin-richtingen van de treinreiswagens volgens UIC-Kodex 561 VE compatibel is, dat wil zeggen voertuigen met slangvormige overgangen laten zich met voertuigen uitgerust met de voor-20 afbeschreven overgangsinrichtingsdelen 22 moeiteloos koppelen (fig. 6).Furthermore, each transition device part 22 is designed in such a way that it is compatible with the existing transition devices of the train passenger cars according to UIC-Kodex 561 VE, ie vehicles with hose-shaped transitions can be equipped with vehicles equipped with the transition devices described in the foregoing. 22 effortless pairing (fig. 6).

De verende elementen 3 stellen samen met de afdichtingsmembranen 2 die elementen voor, die de drukgolfdichtheid in samenhang met de hoekframes 1 en de wa-25 genbakeinden 20 zeker stellen en houden de bij voorkeur uit staal of aluminium bestaande hoekframes 1 zwevend respectievelijk cardanisch aan het wagenbakeind 20 opgehangen respectievelijk ondersteund en gepositioneerd.The resilient elements 3 together with the sealing membranes 2 represent those elements which ensure the compression wave density in connection with the corner frames 1 and the car body ends 20 and keep the corner frames 1 preferably consisting of steel or aluminum floating or gimbaled on the car body end respectively. 20 suspended and supported and positioned, respectively.

De telkens uit de drie brugelementen 6, 30 7 en 8 bestaande overgangsbrug is klap- en inschuifbaar uitgevoerd. Deze wordt in de bedrijfsstand met het hoekframe 1 verhangen. Bij de eindwagen van een trein wordt de overgangsbrug in de parkeerstand geschoven en opgeklapt zoals dit in fig. 1 bijvoorbeeld afgeheeld is.The transition bridge, each consisting of the three bridge elements 6, 30 7 and 8, is foldable and retractable. This is suspended with the corner frame 1 in the operating position. In the end car of a train, the transition bridge is slid into the parking position and folded up as it is shown in Fig. 1, for example.

35 In fig. 7 zijn twee door een overgangs- inrichting 21 met elkaar verbonden wagenbakeinden 20 van twee spoorwagens respectievelijk railvoertuigen schematisch afgeheeld.In Fig. 7, two wagon ends 20 of two rail wagons or rail vehicles connected by a transition device 21 are schematically separated.

De overgangsinrichting 21 bestaat in 40 wezen uit twee overgangsinrichtingsdelen 22, die in het onder- 8502219 -7- 1* * / havige geval als spiegelbeeld gekoppeld zijn.The transition device 21 essentially consists of two transition device parts 22, which are coupled as a mirror image in the present case.

Een overgangsinrichtingsdeel 22 bezit een met het wagenbakeind 20 door middel van een verend element 3 zwevend bevestigd hoekframe 1. De ophanging van deze hoek-5 frames 1 kan ook door middel van andere elementen cardanisch geschieden, dat wil zeggen via kogelscharnieren, via eigenlijke, door middel van vorken vervaardigde cardanscharnie-ren en dergelijke.A transition device part 22 has an angle frame 1 floating with the wagon end 20 by means of a resilient element 3. The suspension of these angle-5 frames 1 can also be done gimbal by means of other elements, i.e. via ball joints, via actual gimbals and the like made by means of forks.

Dit hoekframe 1 is via het verende element 10 3 en een U-vormig uitgevoerd afdichtingsmembraan 2, die sa men hoedvormig de overgangsbrug van boven en opzij afsluiten en in het bereik van de Bernerruimte niet verder gevoerd zijn, zwevend of cardanisch opgehangen. Het verend element 3 en het afdichtingsmembraan 2 zorgen er voor, dat het hoek-15 frame 1 in drukgolfdichte verbinding gehouden wordt.This corner frame 1 is suspended, suspended or gimbaled via the resilient element 103 and a U-shaped sealing membrane 2, which together form the transition bridge from above and to the side and which are not further lined in the area of the Berner space. The resilient element 3 and the sealing membrane 2 ensure that the corner frame 1 is kept in a compression wave-tight connection.

Van de overgangsinrichtingsdelen 22 zijn in de zin van de onderhavige uitvinding in het bijzonder de begaanbare delen van de klapbare overgangsbrug 34 afge-beeld.Within the meaning of the present invention, the accessible parts of the folding transition bridge 34 are shown in particular for the transition device parts 22.

20 Een dergelijke klapbare overgangsbrug 34 is van een brugbodemdeel 39 voorzien, dat in zijdelingse legers 41 en 42 via een zwenkelement 48 aan het overeenkomstig uitgevoerde hoekframe 1 zwenkbaar bevestigd is en een kop-zijdige afdichting 43 bezit.Such a collapsible transition bridge 34 is provided with a bridge bottom part 39, which is mounted pivotally in lateral bearings 41 and 42 via a pivoting element 48 on the correspondingly designed corner frame 1 and has a head-side seal 43.

25 Door deze inrichting van het begaanbare deel van de klapbare overgangsbrug 34 wordt bereikt, dat twee met elkaar gekoppelde overgangsinrichtingsdelen 22 door de verende elementen 3 ook met betrekking tot de brug-bodemdelen 39 ten opzichte van elkaar in drukgolfdichte 30 verbinding gehouden worden.This arrangement of the walkable part of the folding transition bridge 34 ensures that two mutually coupled transition device parts 22 are kept in compression wave-tight connection with respect to the bridge bottom parts 39 by the resilient elements 3.

De eigenlijke koppelfunctie van twee overgangsbruggen 34 wordt door de onder elk brugbodemdeel 39 aangebrachte brugtelescooparm 45 overgenomen. Deze is aan zijn vaste deel 46 in het midden aan het brugbodemdeel 35 39 aangebrachte zwenkelement 48 zo geleid, dat de beide delen 39 en 46 met elkaar als een eenheid (fig. 8) of onafhankelijk van elkaar om de horizontale as van de zijdelingse legers 41 en 42 in de vertikale richting zwenkbaar zijn.The actual coupling function of two transition bridges 34 is taken over by the bridge telescopic arm 45 arranged under each bridge bottom part 39. At its fixed part 46, the pivot element 48 arranged centrally on the bridge bottom part 35 39 is guided such that the two parts 39 and 46 are joined together as a unit (fig. 8) or independently of each other about the horizontal axis of the lateral bearings 41 and 42 are pivotable in the vertical direction.

Verder is de brugtelescooparm 45 aan zijn 40 vaste deel 46 in het zwenkelement 48 zo gelegerd, dat dezeFurthermore, the bridge telescopic arm 45 is mounted on its 40 fixed part 46 in the pivot element 48 so that it

85022 IS85022 IS

* t -8- onafhankelijk van het brugbodemdeel 39 in de horizontale richting om de vertikale as 49 zwenkbaar is.* t -8- is pivotable about the vertical axis 49 in the horizontal direction independently of the bridge bottom part 39.

Door het koppelen van twee brugtelescoop-armen 45 door middel van telkens een koppeling 54, die naar 5 keuze ook als automatische koppeling uitgevoerd en eventueel per afstandsbediening bediend kan worden, worden de begaanbare delen van de klapbare overgangsbrug 34 belastbaar.The accessible parts of the folding transition bridge 34 can be loaded by coupling two bridge telescopic boom arms 45 each by means of a coupling 54, which optionally is also designed as an automatic coupling and which can optionally be operated by remote control.

Verder wordt met de beide veiligheidsvang-lijsten 35 en 36, die aan het ondereind van elk hoekframe 1 10 naar binnen toe aangebracht zijn, verhinderd, dat de klapbare overgangsbrug 34 in het geval van nog niet gekoppelde brugtelescooparmen 45, bijvoorbeeld bij het per ongeluk betreden, naar onderen toe klappen kunnen (fig. 10).Furthermore, the two safety catch strips 35 and 36, which are arranged inwardly at the bottom end of each corner frame 1, prevent the folding transition bridge 34 in the case of bridge telescopes arms 45 not yet coupled, for example when being accidentally entered. can fold down (fig. 10).

In de gekoppelde toestand kunnen, bij-15 voorbeeld bij grote onderlinge dwarsbewegingen van twee wagenbakeinden 20, de klapbare overgangsbruggen 34 aan hun kopzijdige afdichtingen 43 ten opzichte van elkaar verschuiven. Hierbij nemen de met elkaar gekoppelde brugtelescooparmen een middenstand in en de vereiste lengteverande-20 ring wordt door het beweegbare deel 45 ervan uitgevoerd (fig. 12).In the coupled state, for example with large mutual transverse movements of two car body ends 20, the folding transition bridges 34 can shift relative to each other on their head-side seals 43. Here, the coupled bridge telescopic arms assume a middle position and the required length change is performed by the movable part 45 thereof (Fig. 12).

In de gekoppelde toestand wordt door een, aan het brugbodemdeel 39 in het midden aangebracht en het vaste deel 46 van de brugtelescooparm 45 naar onderen toe 25 omsluitend element 56 zeker gesteld, dat bijvoorbeeld bij onderlinge hoogteverschillen van twee wagenbakeinden 20 een voortdurend vertikaal meenemen van de brugbodem 39 geschiedt zonder dat deze tengevolge van de optredende wrijving aan de brugafdichtingen 58, 59 blijft hangen.In the coupled state, an element 56 enclosing the bridge bottom part 39 in the middle and the fixed part 46 of the bridge telescopic arm 45 downwards ensures that, for example, in the event of differences in height of two car body ends 20, a continuous vertical movement of the bridge bottom 39 takes place without it becoming adhered to the bridge seals 58, 59 due to the friction occurring.

30 De dichtheid tegen uitwendige invloeden en in het bijzonder tegen drukgolven wordt in het bereik van de klapbare overgangsbruggen 34 in de neergeklapte toestand volgens fig. 10 door de zijwaartse brugafdichtingen 58 en 59 bereikt, die tussen hoekframe 1 en brugbodemdeel 35 39 aangebracht zijn.The density against external influences and in particular against pressure waves is achieved in the region of the collapsible transition bridges 34 in the folded-down position according to Fig. 10 by the lateral bridge seals 58 and 59, which are arranged between corner frame 1 and bridge bottom part 35 39.

Bovendien is de klapbare overgangsbrug 34 in zijn achterste bereik met het overeenkomstige af-dichtmiddel 50 ten opzichte van het wagenbakeind 20 tegen uitwendige invloeden en in het bijzonder tegen drukgolven 40 afgedicht, ft £ P ·, -9- *In addition, the folding transition bridge 34 in its rear region with the corresponding sealant 50 with respect to the car body end 20 is sealed against external influences and in particular against pressure waves 40, ft.

De beschreven overgangsbrug 34 is bij voorkeur in combinatie met de hierboven genoemde overgangsinrich-tingsdelen 22 voor de internationale trajecten met hoge snelheid ontworpen, maar ook anders volgens de UIC-voorschriften 5 toepasbaar en bezit dus de volgende karakteristieke eigenschappen:The transition bridge 34 described is preferably designed in combination with the above-mentioned transition device parts 22 for international high-speed routes, but can also be used differently according to UIC regulations 5 and thus has the following characteristic properties:

De klapbare overgangsbrug 34 laat zich in combinatie met een overgangsinrichtingsdeel 22 aan de volgens UIC-Kodex 567-2 VE uitgevoerde, bestaande UIC-kopwanduitvoe-10 ringen inbouwen, waarbij de klapbare overgangsbrug 34 zo uitgevoerd is, dat de Bernerruimte voor het koppelen vrijgehouden wordt.The folding transition bridge 34 can be installed in combination with a transition device part 22 on the existing UIC end wall versions according to UIC-Kodex 567-2 VE, whereby the folding transition bridge 34 is designed in such a way that the Bernese space is kept free for coupling. .

Verder is de klapbare overgangsbrug 34 bij toepassing in een overgangsinrichtingsdeel 22 zo ontworpen, 15 dat deze met de bestaande overgangsinrichtingen van de treinreiswagens volgens UIC-Kodex 561 VE compatibel is, dat wil zeggen voertuigen met slangvormige overgangen laten zich met voertuigen uitgerust met de bovenbeschreven overgangs-inrichtingsdelen 22 en de klapbare overgangsbrug 34 ervan 20 moeiteloos koppelen.Furthermore, the folding transition bridge 34, when used in a transition device part 22, is designed in such a way that it is compatible with the existing transition devices of the train passenger cars according to UIC-Kodex 561 VE, ie vehicles with hose-shaped transitions can be equipped with vehicles equipped with the above-described transition coupling device parts 22 and the folding transition bridge 34 thereof effortlessly.

In dit in fig. 9 afgeheelde geval ligt de overgangsbrug 34 volgens de uitvinding los op de vouwplaat 68 van een met ülC-overgang 65 uitgerust wagenbakeind 66, waarbij het hoekframe 1 door de verende elementen 3 direct 25 tegen het kopvlak van de rubber slang 67 gedrukt wordt.In this case, shown in fig. 9, the transition bridge 34 according to the invention lies loosely on the folding plate 68 of a wagon end 66 equipped with an ulc transition 65, the corner frame 1 being directly against the end face of the rubber hose 67 by the resilient elements 3. is pressed.

Daar de verende elementen 3 in de langs-richting een grotere stijfheid bezitten dan de rubber slangen 67 is een steeds voldoende overdekking van de overgangsbrug-gen 34 volgens de uitvinding met de valplaat 68 van een met 30 UIC-overgang 65 uitgerust wagenbakeind 66 verkregen.Since the resilient elements 3 have a greater rigidity in the longitudinal direction than the rubber hoses 67, a sufficient covering of the transition bridges 34 according to the invention with the drop plate 68 of a car body end 66 equipped with a UIC transition 65 is always provided.

Hierbij zijn voor een ongehinderde verti-kale en horizontale bewegingsvrijheid van de valplaat 68 aan het hoekframe 1 overeenkomstige uitsparingen 61 en 62 aangebracht, die weer door aan het hoekframe 1 aangebrachte ver-35 tikaal verschuif- en/of verstelbare eventueel ook daaraan draaibaar gelegerde afdekkingen 52 en 53 afsluitbaar zijn.In this case, corresponding recesses 61 and 62 are provided on the corner frame 1 for unhindered vertical and horizontal freedom of movement of the drop plate 68, which again are displaceable and / or adjustable, optionally rotatably mounted, on the corner frame 1, which is mounted on the corner frame 1. 52 and 53 are lockable.

De dichtheid tegen uitwendige invloeden en in het bijzonder tegen drukgolven wordt in het bereik van de afdekkingen 52 en 53 ten opzichte van de in de begaanbare toestand neerge-40 klapte overgangsbrug 34 eveneens door de zijwaartse brugaf- 85022 ί 9 * V -* -10- dichtingen 58 en 59 bereikt, waarbij voor de afdichting van de afdekkingen 52 en 53 ten opzichte van het hoekframe 1 afzonderlijke afdichtmiddelen 69 en 70 aangebracht zijn (zie fig. 11).The density against external influences and in particular against pressure waves in the region of the covers 52 and 53 with respect to the transition bridge 34 folded down in the passable condition is also effected by the side bridge 85022 ί 9 * V - * -10 - seals 58 and 59 are reached, wherein separate sealing means 69 and 70 are provided for sealing the covers 52 and 53 relative to the corner frame 1 (see Fig. 11).

5 Fig. 13 toont in doorsnede een als hoek frame 1 uitgevoerd eindframe 74 van een overgangsinrichtings-deel 22, dat met een dergelijk overgangsinrichtingsdeel 22 gekoppeld in de afgebeelde ligging een drukgolfdichte over-gangs inrichting 21 verschaft. De beide tegen elkaar aanlig-10 gende hoekframes 1 zijn met hun kopflenzen 75 door aan de wagenbakeinden 20 aangebrachte verende elementen 3 tegen elkaar aangedrukt, zodat vertikale afdichtingen 78 en horizontale afdichtingen 94 (fig. 17) de overgangsinrichting 21 tegen uitwendige weersinvloeden en in het bijzonder tegen 15 drukgolven afdichten. De kopflenzen 75 zijn van flensverspringingen 80 voorzien, zodat ze naar binnen- of naar buiten- een vertikale, doorgaande- of versprongen- gang 81 vormen, die door vertikale afdichtingen 78 naar binnen- of naar buiten- toe afgesloten is. Eveneens in deze gang 81 20 zitten op legerassen 82, die in platen 83 ondersteund zijn, draaiwalsen 85. Zoals in fig. 14 zichtbaar is, zijn deze door schroefveren 86 naar onderen toe ondersteund, welke veren 86 de draaiwalsen 85 bij vertikale bewegingen in hun middenstand terugvoeren, wat in de andere richting op grond 25 van het eigen gewicht geschiedt. Aan de buiteneinden van de kopflenzen 75 zijn eveneens via legerassen 82, die in platen 83 geleid zijn, verdere draaiwalsen 85 aangebracht, zoals dit in fig. 14 zichtbaar is, waar aan de ene zijde van één van de hoedvormige kopflenzen 75 vier dergelijke 30 draaiwalsen 85 aangebracht zijn. De draaiwalsen 85 van alle dergelijke overgangsinrichtingsdelen zijn bij bovenaanzicht van buiten aan de rechterzijde aangebracht, zodat ze zich met overeenkomstig uitgevoerde overgangsinrichtingsdelen 22 moeiteloos koppelen laten, zoals dit in de fig. 13, 35 15 en 16 zichtbaar is, of overeenkomstig aan de telkens linkerzijde van een overgangsinrichtingsdeel 22. De gewichten van deze draaiwalsen 85 zijn zo klein, dat hierdoor geen verdraaiing van de overgangsinrichtingsdelen 22 om de rijrichtingslangsas optreedt en compensatiegewichten ach-40 terwege gelaten kunnen worden.FIG. 13 shows in cross-section an end frame 74 constructed as corner frame 1 of a transition device part 22, which, with such a transition device part 22 coupled in the position shown, provides a pressure wave-tight transition device 21. The two abutting corner frames 1 are pressed together with their head flanges 75 by resilient elements 3 arranged on the car body ends 20, so that vertical seals 78 and horizontal seals 94 (fig. 17) transition device 21 against external influences and in the seal particularly against 15 pressure waves. The head flanges 75 are provided with flange staggerings 80 so that they form inwardly or outwardly a vertical, through or staggered passageway 81, which is closed inwardly or outwardly by vertical seals 78. Also in this aisle 81 20 are rotating rollers 85 on bearing shafts 82 supported in plates 83. As can be seen in Fig. 14, these are supported downwards by helical springs 86, which springs 86 rotate the rollers 85 in their vertical movements. return to the middle position, which takes place in the other direction on the basis of its own weight. At the outer ends of the head flanges 75, further rotary rollers 85 are also arranged via bearing shafts 82, which are guided in plates 83, as can be seen in fig. 14, where on one side of one of the hat-shaped head flanges 75 four such rotary rollers 85 are fitted. The rotary rollers 85 of all such transition device parts are arranged from the top on the right from the outside, so that they can be coupled effortlessly with correspondingly designed transition device parts 22, as can be seen in Figs. 13, 35 and 16, or correspondingly on the left-hand side of a transition device part 22. The weights of these rotary rollers 85 are so small that they do not cause the transition device parts 22 to rotate about the direction of travel longitudinal axis and compensation weights 40 can be omitted.

8502 2 18 k * · -11-8502 2 18 k * -11-

De ligging van twee gelijke als spiegelbeeld met elkaar tot een overgangsinrichting 21 gekoppelde over-gangsinrichtingsdelen 22, zoals deze op een recht spoorweg-traject bijvoorbeeld verschijnt, is in fig. 13 zichtbaar.The location of two transitional device parts 22, which are identical to each other as a mirror image, coupled together to form a transition device 21, as it appears on a straight railway track, is shown in Fig. 13.

5 Hier liggen de middenvlakken 100 en 101 van de beide wagen-bakeinden 20 met het doorgangsmiddenvlak 102 in één en hetzelfde vlak. Bij de doorsnedeafbeelding volgens fig. 15 worden door een aanslag 95 begrensd twee ten opzichte van elkaar dwars verschoven wagenbakeinden 20 getoond, waarvan de mid-10 denvlakken 100 en 101 ten opzichte van elkaar versprongen zijn. De dwarsverschuiving van de beide wagenbakeinden 20 ten opzichte van elkaar wordt, zoals afgebeeld, door de verende elementen 3 opgenomen, kan echter ook door een glij-beweging van de verende elementen 3 aan de achterwaartse 15 zijde van de kopflens 75 van het hoekframe 1 uitgevoerd worden, zodat het doorgangsmiddenvlak 102 van de beide overgangsinrichtingsdelen 22 in de in fig. 13 getekende stand blijft, terwijl de afdichtingsmembranen 2 en eventueel ook de verende elementen 3 overeenkomstig vervormd worden.Here the central planes 100 and 101 of the two wagon body ends 20 with the passage central plane 102 lie in one and the same plane. In the cross-sectional view according to Fig. 15, a stop 95 delimited shows two mutually transversely shifted car body ends 20, the center surfaces of which 100 and 101 are offset from one another. The transverse displacement of the two car body ends 20 relative to each other is taken up by the resilient elements 3 as shown, but can also be carried out by a sliding movement of the resilient elements 3 on the rear side of the head flange 75 of the corner frame 1 so that the passage center surface 102 of the two transition device parts 22 remains in the position shown in Fig. 13, while the sealing membranes 2 and possibly also the resilient elements 3 are deformed accordingly.

20 Wordt nu echter de door de aanslag 95 be grensde maat van de dwarsverschuiving van de wagenbakeinden 20 ten opzichte van elkaar overschreden, dan wordt 'in het onderhavige geval volgens fig. 16 onder aanhouding van de toelaatbare vervormingstoestand van de verende elementen 3 en 25 van de afdichtingsmembranen 2 aanvullend een dwarsverschuiving van de eindframes 74 ten opzichte van elkaar uitgevoerd. In dit geval verschuiven de tegenoverliggende kopflenzen 75 ten opzichte van elkaar dwars op de rijrichting, wat een ongewenst schuren van de vertikale afdichtingen 78 alsmede van de 30 horizontale afdichtingen 94 op elkaar tot gevolgen zou hebben en de overgangsinrichting 21 na korte tijd ook in de normale afdichtingsstanden volgens fig. 13 en 15 tegen uitwendige weersinvloeden en in het bijzonder voor drukgolven doorlaatbaar veranderen zou. Voor dit doel zijn de kopflenzen 75 van 80 35 de flensverspringingen voorzien, waarbij ze in de ontstaande gangen 81 de in fig. 13 afgeheelde draaiwalsen 85 opnemen, die bij de dwarsverschuiving in de zin van fig. 16 op de buitenzijde van de tegenoverliggende kopflens 75 stijgen en daarop een rolbeweging uitvoeren, zodat de vertikale afdichtingenHowever, if the measure of the transverse displacement of the car body ends 20, which is limited by the stop 95, is exceeded with respect to each other, in the present case according to Fig. 16, the permissible deformation condition of the resilient elements 3 and 25 of the sealing membranes 2 additionally carry out a transverse shift of the end frames 74 relative to each other. In this case, the opposing head flanges 75 shift relative to each other transversely of the direction of travel, which would result in undesired sanding of the vertical seals 78 as well as of the horizontal seals 94 on top of each other and the transition device 21 after a short time also in the normal sealing positions according to fig. 13 and 15 against external weather influences and in particular for pressure waves permeable. For this purpose, the head flanges 75 of 80 are provided with the flange staggerings, incorporating in the resulting passages 81 the rotary rollers 85 shown in Fig. 13, which, in the transverse shift within the meaning of Fig. 16, on the outside of the opposite head flange 75 rise and then perform a rolling motion so that the vertical seals

850 2 2 1S850 2 2 1S

-1 2- 78 alsmede de horizontale afdichtingen 94 van de beide eind-frames 74 van elkaar af geheven worden en deze niet op elkaar schuren kunnen, waarbij de drukgolfdichtheid in deze situatie niet meer vereist is.-1 2- 78 as well as the horizontal seals 94 of the two end frames 74 are lifted away from each other and cannot rub against each other, whereby the pressure wave density is no longer required in this situation.

5 Bij de in fig. 16 afgeheelde dwarsverschui- ving komen de binnenste draaiwalsen 85 van de beide kopflenzen 75 te dragen, die op de overeenkomstige buitenzijde van de tegenoverliggende kopflenzen 75 afrollen, terwijl bij dwars-verschuiving in tegengestelde richting de beide buitenste 10 draaiwalsen 85 in functie treden.In the transverse shift shown in Fig. 16, the inner rotary rollers 85 of the two head flanges 75 are carried, which roll off on the corresponding outer side of the opposite head flanges 75, while, when transverse sliding in the opposite direction, the two outer rotary rollers 85 take up office.

Om het opstijgen van de draaiwalsen 85 uit de gang 81 op de kopflens 75 van het tegenoverliggende hoekframe 1 te vergemakkelijken en om na in de zin van fig.In order to facilitate the take-off of the rotary rollers 85 from the passage 81 on the head flange 75 of the opposite corner frame 1, and afterwards within the meaning of fig.

16 opgetreden dwarsverschuiving bij het terugbewegen een cen-15 treerwerking te bereiken, zijn de hoekframes aan de tegenover de draaiwalsen 85 liggende plaatsen in de gang 81 nabij de flensverspringing 80 van trogvormige centreerstukken 84 voorzien. Het is echter eveneens denkbaar de overgang van de kop-flens 75 naar de gang 81 toe in het bereik van de flensver-20 springing 80 van een trogvormige uitvoering of een overeenkomstig uitgevoerd schuin oploopvlak te voorzien. *If transverse displacement has occurred during retraction to achieve a centering action, the corner frames are provided with trough-shaped centering pieces 84 at the positions opposite the rotary rollers 85 in the passage 81 near the flange offset 80. However, it is also conceivable to provide the transition from the head flange 75 to the passage 81 in the region of the flange offset 80 with a trough-shaped design or a correspondingly designed oblique ramp. *

Het is principieel ook mogelijk inplaats van draaiwalsen 85 overeenkomstig gevorradé glijschoenen aan te brengen.It is also possible in principle to fit correspondingly rotating sliding shoes instead of rotary rollers 85.

25 Het is eveneens denkbaar inplaats van de beide paarsgewijs boven elkaar gelegerde draaiwalsen 85 slechts één eventueel op gemiddelde flenshoogte links of rechts liggend paar draaiwalsen 85 aan te brengen of inplaats van de paarsgewijze aanbrenging van de draaiwalsen 85 in 30 het midden van de kopflens 75 de toepassing van slechts één eventueel twee boven elkaar liggende links of rechts aangebrachte draaiwalsen 85 aan te wenden, die bij dwarsverschui-vingen over een de aanslag 95 overschrijdende maat op de tegenoverliggende kopflens 75 zouden opstijgen.It is also conceivable to provide only one pair of rotating rollers 85, which may be mounted on top of each other, in pairs, mounted on top of one another, possibly on average flange height, on the left or right, or instead of the paired arrangement of the rotating rollers 85 in the center of the head flange 75. use only one optionally two rotary rollers 85 arranged one above the other, which would rise on the opposite head flange 75 in a transverse displacement over a measure exceeding the stop 95.

35 Inplaats van de tot nu toe getoonde uit voeringen van de draaiwalsen 85 op slechts telkens één zijde van de kopflens 75 zijn echter ook diagonale aanbrengingen over beide zijden van de kopflens 75 denkbaar, zoals bijvoorbeeld de inbouw links onder en rechts boven of links boven 40 en rechts onder, waarbij dit paarsgewijs of afzonderlijk 8502219 -13- geschieden kan.35 Instead of the embodiments of the rotary rollers 85 shown on only one side of the head flange 75, however, diagonal applications over both sides of the head flange 75 are also conceivable, such as, for example, the installation on the bottom left and top right or top left 40. and bottom right, where this can be done in pairs or separately 8502219-13.

De toegelichte constructie toont hoe de overgangsinrichting 21 dicht ten opzichte van uitwendige invloeden in het bijzonder drukgolven uitgevoerd kan worden 5 en hoe deze bescherming bij alle bij het normale rijbedrijf optredende omstandigheden moeiteloos in stand gehouden kan worden. Bovendien kunnen dwarsverschuivingen in de zin van fig. 16 uitgevoerd worden zoals deze bij afbuigingen in het gebied van een station of depot kunnen voorkomen, waar-10 bij in deze situatie de drukgolfdichtheid niet meer vereist is.The illustrated construction shows how the transition device 21 can be made close to external influences, in particular pressure waves, and how this protection can be effortlessly maintained under all conditions occurring during normal driving operation. Moreover, transverse shifts within the meaning of Fig. 16 can be carried out as they can occur with deflections in the area of a station or depot, whereby the pressure wave density is no longer required in this situation.

Het beschreven eindframe 74 is bij voorkeur in combinatie met de hierboven genoemde overgangsinrichtings-delen 22 voor de internationale trajecten met hoge snelheid 15 ontworpen, maar ook overigens in overeenstemming met de UIC-voorschriften toepasbaar, zodat deze met geringe aanpassingen aan de volgens UIC-Kodex 567- 2 VE uitgevoerde bestaande kopwanduitvoeringen kunnen worden ingebouwd.The described end frame 74 is preferably designed in combination with the above-mentioned transition device parts 22 for the international high-speed routes 15, but can also be used in accordance with the UIC regulations, so that these can be adapted to UIC-Kodex with minor adaptations. 567- 2 VE existing existing end wall versions can be built in.

Verder is het met een eindframe 74 uitge-20 ruste overgangsinrichtingsdeel 22 zo ontworpen, dat dit met de bestaande overgangsinrichtingen van de treinreiswagens volgens UIC-Kodex 561 VE compatibel is, dat wil zeggen voertuigen met slangvormige overgangen kunnen met voertuigen uitgerust met de bovenbeschreven overgangsinrichtings-25 delen 22 moeiteloos gekoppeld worden.Furthermore, the transition device part 22 equipped with an end frame 74 is designed in such a way that it is compatible with the existing transition devices of the train passenger cars according to UIC-Kodex 561 VE, ie vehicles with hose-like transitions can be equipped with vehicles equipped with the above-described transition device. 25 parts 22 can be linked effortlessly.

35022193502219

Claims (36)

1. Aan een voertuigeind bevestigbaar over-gangsinrichtingsdeel, met het kenmerk, dat het inwendige en/of uitwendige afdichtingsmiddelen (2, 10) bezit om de mogelijkheid te verschaffen, personen tegen uitwendige 5 invloeden, in het bijzonder drukgolven, te beschermen.Transitional device part attachable to a vehicle end, characterized in that it has internal and / or external sealing means (2, 10) to provide the possibility of protecting persons against external influences, in particular pressure waves. 2. Overgangsinrichtingsdeel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat tussen het hoek-frame (1) en het wagenbakeind (20) met betrekking tot de wagenlangsas een bijvoorbeeld ü-vormig afdichtingsmembraan 10 (2) aangebracht is.2. Transition device part according to claim 1, characterized in that a for instance u-shaped sealing membrane 10 (2) is arranged between the corner frame (1) and the carriage end (20) with respect to the carriage longitudinal axis. 3. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der conclusies 1 of 2,met het kenmerk, dat dit (22) aan de volgens UIC genormaliseerde kopwand van een wagenbakeind (20) kan worden aangebouwd.Transition device part according to one of claims 1 or 2, characterized in that it can be mounted on the end wall of a car body (20), which is standardized according to UIC. 4. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de overgangsbrug bijvoorbeeld schuifladevormig (8, 13) in de wagenlangsrichting in het wagenbakeind (20) inschuifbaar en bij voorkeur opklapbaar is.Transition device part according to any one of the preceding claims, characterized in that the transition bridge is, for example, slide-in (8, 13) drawer-shaped (8, 13) in the carriage longitudinal direction into the carriage end (20) and preferably foldable. 5. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen (9) zijn aangebracht om een eerste brugelement-- (6) ten opzichte van twee verdere brugelementen (7, 8) in zijn horizontaal vlak draaibaar uit te voeren.Transitional device part according to any one of the preceding claims, characterized in that means (9) are arranged to make a first bridge element (6) rotatable in its horizontal plane relative to two further bridge elements (7, 8). 6. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor de binnenbekleding dienende, bij voorkeur door veren belaste, zijwaartse zwenkvleugels (15) zijn aangebracht.Transitional device part according to any one of the preceding claims, characterized in that lateral pivoting wings (15), which are preferably spring-loaded, serve for the inner lining. 7- Overgangsinrichting met twee over- 30 gangsinrichtingsdelen volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze (21) drukgolfdicht is.7- Transition device with two transition device parts according to any one of the preceding claims, characterized in that it (21) is pressure wave-tight. 8. In hoofdzaak ten opzichte van een middelste scheidingsvlak symmetrische overgangsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door 35 twee in het scheidingsvlak op elkaar glijdende of rollende hoekframes (1), die door middel van verende elementen (3) zwevend of cardanisch met de beide wagenbakeinden (20) verbonden zijn. 85022 19 -15 -Transitional device symmetrically with respect to a central interface according to any one of the preceding claims, characterized by two corner frames (1) sliding or rolling in the interface, floating or cardanically with the two by means of resilient elements (3) carriage ends (20) are connected. 85022 19 -15 - 9. Overgangsinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de op elkaar glijdend of rollend aangebrachte hoekframes (1) door verende elementen (3) in hoofdzaak drukgolfdicht tegen elkaar aangedrukt zijn.Transitional device according to claim 8, characterized in that the corner frames (1), which slide or roll on one another, are pressed against each other substantially by means of resilient elements (3). 10. Overgangsinrichtingsdeel met klapbare overgangsbrug en afdichtingsinrichtingen, in het bijzonder voor personenovergangsinrichtingen, met het kenmerk, dat middelen (43, 58, 59, 50, 69, 70) zijn aangebracht om personen tegen uitwendige invloeden, in het bij- 10 zonder drukgolven, te beschermen.10. Transition device part with folding transition bridge and sealing devices, in particular for people transition devices, characterized in that means (43, 58, 59, 50, 69, 70) are arranged to protect people against external influences, in particular pressure waves, to protect. 11. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door de combinatie van de overgangsbrug met een hoekframe (1), dat door middel van verende elementen (3) en een afdichtingsmembraan 15 (2) zwevend of cardanisch met het wagenbakeind (20) is ver bonden .Transition device part according to one of the preceding claims, characterized by the combination of the transition bridge with an angle frame (1), which is floating or gimbaled with the carriage end (20) by means of resilient elements (3) and a sealing membrane 15 (2). unions. 12. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een begaanbaar brugdeel (39) via een zwenkelement (48) met 20 het vaste deel (46) van een brugtelescooparm (45) verbonden is.Transition device part according to any one of the preceding claims, characterized in that a walkable bridge part (39) is connected via a swivel element (48) to the fixed part (46) of a bridge telescopic arm (45). 13. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het brugdeel (39) met de delen (45, 46) als een eenheid of 25 onafhankelijk van elkaar in vertikale richtingen zwenkbaar aan het hoekframe (1) gelegerd is (41, 42).Transitional device part according to any one of the preceding claims, characterized in that the bridge part (39) with the parts (45, 46) is mounted on the corner frame (1) as a unit or independently of each other (41, pivotable in vertical directions). 42). 14. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de brugtelescooparmen (45) uittrekbaar zijn en telkens door 30 middel van een koppeling (54) koppelbaar zijn.Transition device part according to one of the preceding claims, characterized in that the bridge telescopic arms (45) are extendable and can each be coupled by means of a coupling (54). 15. Overgangsinrichtingsdeel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de koppeling (54) als automatische koppeling uitgevoerd is.Transition device part according to claim 14, characterized in that the coupling (54) is designed as an automatic coupling. 16. Overgangsinrichtingsdeel volgens een 35 der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koppeling (54) als automatische koppeling uitgevoerd en door afstandsbediening, bijvoorbeeld mechanisch, elektrisch, hydraulisch of pneumatisch bedienbaar is.Transition device part according to any one of the preceding claims, characterized in that the coupling (54) is designed as an automatic coupling and can be operated by remote control, for instance mechanically, electrically, hydraulically or pneumatically. 17. Overgangsinrichtingsdeel volgens een 40 der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 85022 19 , 9 -16“ elke brugtelescooparm (45) met zijn vaste deel (46) in het zwenkelement (48) zodanig is gelegerd, dat deze onafhankelijk van het brugbodemdeel (39) in zijn horizontale richting om de vertikale as (49) zwenkbaar is.Transitional device part according to any one of the preceding claims, characterized in that 85022 19, 9-16 "each bridge telescopic arm (45) with its fixed part (46) is mounted in the pivot element (48) such that it is independent of the bridge bottom part (39) is pivotable about the vertical axis (49) in its horizontal direction. 18. Overgangsinrichtingsdeel volgens conclusie 17, m e t het kenmerk, dat de gekoppelde brugtelescooparmen (45) voor de ondersteuning van het ge-gaanbare brugbodemdeel (39) uitgevoerd zijn.Transition device part according to claim 17, characterized in that the coupled bridge telescopic arms (45) are designed to support the compatible bridge bottom part (39). 19. Overgangsinrichtingsdeel volgens 10 een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een aan het begaanbare brugbodemdeel (39) bevestigd en het vaste deel (46) van de brugtelescooparm (45) omsluitend element (56) waardoor een vertikale meename van de brug-bodem (39) bij onderlinge hoogteverschillen van twee 15 wagenbakeinden (20) gewaarborgd is.Transition device part according to any one of the preceding claims, characterized by a element (56) attached to the walkable bridge bottom part (39) and the fixed part (46) of the bridge telescopic arm (45), through which a vertical transport of the bridge bottom (39) ) in case of differences in height of two 15 wagon ends (20) is ensured. 20. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door de uitvoering van het hoekframe (1) met veiligheidsvang-lijsten (35, 36) die het doorvallen van de klapbare over- 20 gangsbrug (34) bij nog niet gekoppelde koppeling (54) verhinderen.Transition device part according to any one of the preceding claims, characterized by the design of the corner frame (1) with safety catch strips (35, 36) which prevent the collapsible transition bridge (34) from falling when the coupling (54) is not yet coupled. . 21. Overgangsinrichtingsdeel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat een kopzij-dig aan een brugbodemdeel (39) aangebrachte afdichting (43) 25 in de gekoppelde toestand van twee overgangsinrichtingsdelen (22) in het middelste scheidingsvlak naar elkaar verschuifbaar zijn.Transition device part according to claim 10, characterized in that a seal (43) 25 mounted on a bridge bottom part (39) in the coupled state of two transition device parts (22) can be displaced towards each other in the middle interface. 22. Overgangsinrichtingsdeel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat voor het 30 afdichten van het brugbodemdeel (39) aan het hoekframe (1) overeenkomstige brugafdichtingen (58, 59) aangebracht zijn.Transition device part according to claim 10, characterized in that corresponding bridge seals (58, 59) are arranged on the corner frame (1) for sealing the bridge bottom part (39). 23. Overgangsinrichtingsdeel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat voor het afdichten van het brugbodemdeel (39) ten opzichte van het 35 wagenbakeind (20) overeenkomstige afdichtingsmiddelen (50) aangebracht zijn.Transition device part according to claim 10, characterized in that corresponding sealing means (50) are provided for sealing the bridge bottom part (39) relative to the car body end (20). 24. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dit (34) aan de volgens UIC genormaliseerde kopwand van 40 een wagenbakeind (66) kan worden aangebouwd. 8502 2 1 8 -17-Transition device part according to any one of the preceding claims, characterized in that it can be mounted on the end wall of 40, which is standardized according to UIC, a wagon end (66). 8502 2 1 8 -17- 25. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dit (34) ongehinderd met de valplaat (68) van een van een gebruikelijke UIC overgang (65) voorzien wagenbakeind (66) compati- 5 bel is.Transition device part according to any one of the preceding claims, characterized in that it (34) is compatible with the drop plate (68) of a wagon end (66) provided with a conventional UIC transition (65). 26. Overgangsinrichtingsdeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hoekframe (1) voor de compatibiliteit met een ander overgangsinrichtingsdeel , bijvoorbeeld een UIC overgang (65) 10 overeenkomstige uitsparingen61, 62) bezit.Transition device part according to any one of the preceding claims, characterized in that the corner frame (1) for compatibility with another transition device part, for example a UIC transition (65), has corresponding recesses 61, 62). 27. Overgangsinrichtingsdeel volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de uitsparingen (61, 62) door aan het hoekframe (1) aangebrachte, vertikaal verschuif- en/of verstelbare eventueel ook draaibaar 15 gelegerde afdekkingen (52, 53) afgesloten zijn. 2¾. Overgangsinrichtingsdeel volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat voor het af-dichten van de afdekkingen (52, 53) ten opzichte van het hoekframe (1) overeenkomstige afdichtingsmiddelen (69, 70) 20 aangebracht zijn.27. Transition device part according to claim 25, characterized in that the recesses (61, 62) are closed by covers (52, 53) mounted vertically displaceable and / or optionally rotatably mounted on the corner frame (1). 2¾. Transitional device part according to claim 10, characterized in that corresponding sealing means (69, 70) are provided for sealing the covers (52, 53) relative to the corner frame (1). 29. Eindframe bij een overgangsinrichtingsdeel in het bijzonder voor voertuigen, welk eindframe een kopflens bezit en bij twee tot een overgangsinrichting gekoppelde overgangsinrichtingsdelen een in hoofdzaak 25 drukgolfdichte verbinding verschaft, met het kenmerk, dat het eindframe (74) zodanig is uitgevoerd, dat voor de wrijvingsarme onderlinge dwarsverschuiving van twee tot een overgangsinrichting (21) gekoppelde overgangsinrichtingsdelen (22) de kopflens (75) van het eindframe (74) 30 van tenminste ëên vertikaal draaibare wals (85) of tenminste één glijschoen voorzien is.29. End frame in a transition device part, in particular for vehicles, which end frame has a head flange and in two transition device parts coupled to a transition device provides a substantially pressure wave-tight connection, characterized in that the end frame (74) is designed such that for the low-friction mutual transverse displacement of two transition device parts (22) coupled to a transition device (21), the head flange (75) of the end frame (74) 30 is provided with at least one vertically rotatable roller (85) or at least one sliding shoe. 30. Eindframe volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat meerdere draaiwalsen (85) bij voorkeur slechts in de éne kopflenshelft aangebracht 35 zijn.End frame according to claim 29, characterized in that a plurality of rotary rollers (85) are preferably arranged only in the one end flange half. 31. Eindframe volgens conclusie 29 of 30,met het kenmerk, dat de draaiwalsen (85) axiaal en eventueel radiaal door veren belast (86) zijn.End frame according to claim 29 or 30, characterized in that the turning rollers (85) are axially and optionally radially loaded by springs (86). 32. Eindframe volgens een der conclu-40 sies 29 -31,met het kenmerk, dat de kopflens 85022 19 -18- * ï (75) van het eindframe (74) in zijn vertikale deel via een gang (81) voor het opnemen van één of meer draaiwalsen (85) en vertikale afdichtingen (78) een verspringing (80) vormt.End frame according to any one of claims 29 -31, characterized in that the head flange 85022 19-18 (75) of the end frame (74) in its vertical part via a passage (81) for receiving one or more rotary rollers (85) and vertical seals (78) form a stagger (80). 33. Eindframe volgens een der conclusies 5 29-32, met het kenmerk, dat de draaiwals (85) voorbij het kopflensvlak (75) en de afdichtingsvlakken van de kopflensafdichtingen (78, 94) uitsteekt, zodat deze (85) bij het overschrijden van een bijvoorbeeld door een aanslag (95) begrensde voorafbepaalde maat van de dwarsverschuiving 10 van twee gekoppelde wagenbakeinden (20) op de tegenkopflens (75) opstijgt en daarop afrolt.( fig. 16)End frame according to any one of claims 5 29-32, characterized in that the rotary roller (85) projects beyond the end flange face (75) and the sealing faces of the end flange seals (78, 94), so that these (85) when exceeding a predetermined measure of the transverse displacement 10 of two coupled car body ends (20) bounded by a stop (95), for example, ascends on the counter-head flange (75) and unrolls on it (fig. 16). 34. Eindframe volgens conclusie 32 of 33, met het kenmerk, dat het eindframe (74) aan de tegenover de draaiwalsen (85) liggende plaatsen in de gang 15 (81) nabij de flensverspringing (80) van trogvormige centreer stukken (84) voorzien is.End frame according to claim 32 or 33, characterized in that the end frame (74) provides trough-shaped centering pieces (84) at the locations opposite the rotary rollers (85) in the corridor 15 (81) near the flange offset (80). is. 35. Eindframe volgens een der conclusies 32- 34, met het kenmerk, dat de flensverspringing (80) als overgangspartij van de kopflens (75) naar de gang 20 (81) trogvormig uitgevoerd of van overeenkomstig gevormde schuine oploopvlakken voorzien is.End frame according to one of Claims 32 to 34, characterized in that the flange offset (80) is trough-shaped as a transition section from the head flange (75) to corridor 20 (81) or is provided with correspondingly shaped oblique ramps. 36. Eindframe volgens een der conclusies 30- 35, met het kenmerk, dat de draaiwals (85) ten opzichte van de kopflensbreedte en/of -hoogte tenminste bij 25 benadering in het midden aangebracht is.End frame according to any one of claims 30-35, characterized in that the turning roller (85) is arranged at least approximately in the center of the head flange width and / or height. 37. Overgang met twee samengebouwde eind-frames, met het kenmerk, dat zich tot aan het overschrijden van de door een aanslag (95) begrensde maat van de dwarsverschuiving van twee gekoppelde wagenbakeinden 30 (20) de beide tegenover elkaar liggende kopflenzen (75) vol dekken. 85022 1937. Transition with two assembled end frames, characterized in that the two opposing head flanges (75) extend up to the exceeding of the transverse displacement limit of two coupled carriage ends 30 (20) limited by a stop (95). full decks. 85022 19
NL8502219A 1984-08-16 1985-08-09 TRANSITIONAL DEVICE ATTACHABLE TO A VEHICLE END AND TRANSITIONAL DEVICE WITH TWO TRANSITIONAL DEVICES. NL8502219A (en)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19843430112 DE3430112A1 (en) 1984-08-16 1984-08-16 Communication passage part which can be attached to an end of a vehicle, and communication passage installation with two communication passage parts
DE3430112 1984-08-16
DE19843447776 DE3447776A1 (en) 1984-12-28 1984-12-28 Intercommunicating gangway element with foldable intercommunicating gangway
DE3447776 1984-12-28
DE3505762 1985-02-20
DE19853505762 DE3505762A1 (en) 1985-02-20 1985-02-20 End frame for an intercommunicating passage element and intercommunication passage with two adjoining end frames

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502219A true NL8502219A (en) 1986-03-17

Family

ID=27192247

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502219A NL8502219A (en) 1984-08-16 1985-08-09 TRANSITIONAL DEVICE ATTACHABLE TO A VEHICLE END AND TRANSITIONAL DEVICE WITH TWO TRANSITIONAL DEVICES.

Country Status (15)

Country Link
AT (1) AT394170B (en)
BE (1) BE903068A (en)
CH (1) CH670803A5 (en)
CZ (1) CZ278886B6 (en)
DK (1) DK167315B1 (en)
ES (1) ES8703360A1 (en)
FI (1) FI84896C (en)
FR (1) FR2569149B1 (en)
GB (1) GB2163113B (en)
HU (1) HU204010B (en)
IT (1) IT1184812B (en)
NL (1) NL8502219A (en)
NO (1) NO167966C (en)
PT (1) PT80941B (en)
SE (1) SE461083B (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3839716A1 (en) * 1988-11-24 1990-05-31 Huebner Gummi & Kunststoff FRONT SIDE OF A RAILWAY TOUR
EP0380004B1 (en) * 1989-01-26 1992-05-06 SIG Schweizerische Industrie-Gesellschaft Extensions for railway vehicles
WO2021027403A1 (en) * 2019-08-15 2021-02-18 中车长江车辆有限公司 Wagon and freight train

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE966430C (en) * 1954-04-21 1957-08-14 Waggonfabrik Jos Rathgeber A G Transition bridge for coupled vehicles, especially railroad cars
BE558145A (en) * 1956-06-07
DE1249311B (en) * 1963-11-12
US3922971A (en) * 1974-05-09 1975-12-02 Boeing Co Articulated railway vehicle connecting passage
AT367361B (en) * 1977-12-09 1982-06-25 Sig Schweiz Industrieges TRANSITION DEVICE BETWEEN TWO COUPLED VEHICLES
GB2063802B (en) * 1977-12-09 1982-09-29 Sig Schweiz Industrieges Portals for vehicles
CH627981A5 (en) * 1977-12-09 1982-02-15 Sig Schweiz Industrieges TRANSITION DEVICE BETWEEN TWO COUPLED VEHICLES, IN PARTICULAR RAILWAY VEHICLES.
DE2908354C2 (en) * 1979-03-03 1982-06-16 M.A.N. Maschinenfabrik Augsburg-Nürnberg AG, 8500 Nürnberg Transition device for a local transport vehicle, in particular a rail vehicle
DE3124779A1 (en) * 1980-06-30 1982-08-12 Messerschmitt-Bölkow-Blohm GmbH, 8000 München Intercommunicating device for carriages
FR2496030A1 (en) * 1980-12-17 1982-06-18 Faiveley Sa DEVICE FOR INTERCIRCULATION BETWEEN RAILWAY CARS
DE3401555A1 (en) * 1984-01-18 1985-07-25 Linke-Hofmann-Busch, Waggon-Fahrzeug-Maschinen Gmbh, 3320 Salzgitter LEADED MEDIUM PORTAL FOR TRANSITIONAL PROTECTION

Also Published As

Publication number Publication date
CH670803A5 (en) 1989-07-14
GB2163113A (en) 1986-02-19
GB8520504D0 (en) 1985-09-18
AT394170B (en) 1992-02-10
PT80941B (en) 1987-08-19
FR2569149B1 (en) 1993-10-08
FI853108A0 (en) 1985-08-14
BE903068A (en) 1985-12-02
SE461083B (en) 1990-01-08
ATA219885A (en) 1991-08-15
ES8703360A1 (en) 1987-03-01
DK370285A (en) 1986-02-17
FI853108L (en) 1986-02-17
NO167966B (en) 1991-09-23
IT1184812B (en) 1987-10-28
CZ592485A3 (en) 1994-05-18
GB2163113B (en) 1988-05-11
DK370285D0 (en) 1985-08-15
IT8521912A0 (en) 1985-08-09
ES546214A0 (en) 1987-03-01
FI84896C (en) 1992-02-10
HU204010B (en) 1991-11-28
FI84896B (en) 1991-10-31
HUT42392A (en) 1987-07-28
PT80941A (en) 1985-09-01
SE8503829L (en) 1986-02-17
FR2569149A1 (en) 1986-02-21
CZ278886B6 (en) 1994-08-17
DK167315B1 (en) 1993-10-11
NO167966C (en) 1992-01-02
SE8503829D0 (en) 1985-08-15
NO853220L (en) 1986-02-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1125098A (en) Vestibule connection for rapid transit vehicle
US4252065A (en) Passageway system for vehicles
US3922971A (en) Articulated railway vehicle connecting passage
US6945176B2 (en) Intercommunicating passageways in double-decker railway coaches
NL8502219A (en) TRANSITIONAL DEVICE ATTACHABLE TO A VEHICLE END AND TRANSITIONAL DEVICE WITH TWO TRANSITIONAL DEVICES.
DE3430112C2 (en)
US4538524A (en) Equalization means for a railway truck
EP0479458A2 (en) Railway vehicles
RU184304U1 (en) COMBINED TYPE FREIGHT WAGON
JPH09507193A (en) Liner device for inter-vehicle occupants of rail vehicles
WO2005049400A1 (en) Articulated passenger rail vehicle with an intermediate car module
EP0493818B1 (en) Connecting platform for railway vehicles
DE3934364C2 (en)
EP0330742A2 (en) Communication passage between rail vehicles
SK120298A3 (en) Articulated wagon for combined transport, especially of road vehicles
EP0630794B1 (en) Intercommunication passage
US4535702A (en) Articulated railway vehicle
CA1076419A (en) Entrance for an urban or suburban transport vehicle
RU1791346C (en) Overhead travelling crane
DE3447776A1 (en) Intercommunicating gangway element with foldable intercommunicating gangway
CS262691A3 (en) Coach
JPH01297368A (en) Communication device for railway rolling stock
CA2218006A1 (en) Railroad freight car for carrying motor vehicles
DD291965A5 (en) Transition bridge for a transition device between railway carriages, especially in fast-moving passenger trains

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed