NL8502073A - Werkwijze voor het van een kunststofhuls voorzien van de binnenzijde van een nekopening van een vat. - Google Patents

Description

NO 33113

Werkwijze voor het van een kunststofhuls voorzien van de binnenzijde van een nekopening van een vat.

5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het van een kunststofhuls voorzien van de binnenzijde van een nek, die is gevormd door de naar buiten omgezette rand van een opening in de rand van een vat, welke huls inwendige schroefdraad heeft voor een sluitstop.

Het is bekend om bij een dergelijke werkwijze de kunststofhuls te 10 plaatsen in een nek en vervolgens de nek radiaal om de huls te krimpen.

Deze bekende werkwijze bezit verscheidene nadelen. Zo kan tengevolge van het krimpen van de nek de huls een onronde vorm krijgen, waardoor de ingedraaide sluitstop niet goed afsluit. Verder kunnen door de vervorming van de huls inwendige spanningen optreden in het kunststofmate-15 riaal, hetgeen het ontstaan van spanningsscheuren kan bevorderen of tot krimp kan leiden. Ook laat de weerstand van de huls tegen verdraaien in de nek te wensen over. Tenslotte is het moeilijk om de huls zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant van het vat af te dichten ten opzichte van de nek.

20 Doel van de uitvinding is derhalve een vatsluiting te verschaffen, die deze nadelen mist. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat een huls wordt toegepast, die aan een einde een uitwendige kraag heeft waarvan het buitenoppervlak de vorm heeft van een afgeknotte kegel met de kleinste diameter aan het uiteinde van de huls, welke diameter 25 kleiner is dan de inwendige diameter van de nek en waarvan de grootste diameter groter is dan de inwendige diameter van de nek en die aan het van de kraag afgekeerde einde een naar buiten gekeerde flens heeft waarvan de afstand tot de kraag gelijk aan of iets kleiner is dan de lengte van de nek, welke huls in verwarmde toestand in en door de nek 30 wordt geperst totdat de kraag over het uiteinde van de nek naar bulten springt.

Doordat de huls in verwarmde toestand aangebracht is in de nek treden geen blijvende vervormingen en inwendige spanningen op in het kunststofmateriaal. Dit leidt tot een zuiver ronde huls en daardoor tot 35 een zeer goede afsluiting van de sluitstop. Verder is door de afwezigheid van inwendige spanningen de huls niet gevoelig voor het optreden van spanningsscheuren of krimp.

Volgens een voorkeursuitvoering is de werkwijze zodanig, dat de nek wordt voorzien van naar binnen gerichte indrukkingen en de huls van 40 daarin passende ribben. Daardoor wordt bij de vrijwel spanningsvrij in ^ :2073 • ··;>«&!: ·.*,-· ..-¾ 2 de nek geplaatste huls verdraaien vermeden. Vanwege deze constructie komt een groot aantal verschillende niet versterkte kunststoffen in aanmerking voor de huls, zoals polyetheen, polypropeen, polyvinylchloride, ABS en dergelijke.

5 Volgens weer een andere uitvoeringsvorm bezit de werkwijze het kenmerk, dat de flens door lassen plaats vindt op ongeprepareerd schoon staal. Daardoor wordt een goede afdichting verkregen tussen de kunst-stofhuls en de vatwand. Deze wijze van afdichten heeft ten opzichte van het gebruik van een afdichtingsring het voordeel dat geen samendrukken 10 optreedt van afdichtingsmateriaal, hetgeen eveneens tot het optreden van spanningsscheuren of van krimp aanleiding zou kunnen geven. Ook de chemische resistentie van de tot nu toe gebruikte afdichtingsmaterialen speelt geen rol meer.

Wanneer de vatwand vervormd wordt, biijvoorbeeld doordat het vat 15 valt, volgt de flens deze vervorming, waardoor de afsluiting gehandhaafd blijft. Bovendien is deze verbinding vacuumdicht, waardoor geen vocht van buitenaf aangezogen kan worden tussen kunststof en metaal. Verder blijft de kwaliteit van de afsluiting gehandhaafd onder eventuele temperatuurwisselingen.

20 Tenslotte kan de huls aangebracht worden op vaten met een verschil lend binnenoppervlak. Daartoe kan de werkwijze zo uitgevoerd zijn, dat het vastlassen plaats vindt op ongeprepareerd schoon staal.

Ook kan de werkwijze zo uitgevoerd zijn, dat het vastlassen plaats vindt op geprepareerd staal.

25 Verder kan de werkwijze zo uitgevoerd 2ijn, dat de flens wordt gelast op een kunststoffilm, die zelf aan het staal is gehecht.

Volgens weer een andere uitvoeringsvorm kan de werkwijze zo uitgevoerd zijn, dat voor het lassen van de flens op het staal dit wordt bekleed met een poeder van thermoplastische kunststof.

30 Tot slot kan de werkwijze zo uitgevoerd zijn, dat de flens wordt gelast op een kunststoflaag, die deel uitmaakt van een losse voering van het vat.

In het volgende zal de uitvinding aan de hand van de tekening verder worden besproken.

35 Fig. 1 toont een vatwand met een nek gevormd door de naar buiten omgezette rand van een opening in de vatwand.

Fig. 2 toont een kunststofhuls volgens de uitvinding.

Fig. 3 toont een doorsnede door huls en nek ter plaatse van een nok resp. uitsparing vöor het inpersen van de huls in de nek.

40 Fig. 4 toont een huls aangebracht in een nek, beide in doorsnede, Ό ·-) w *» 1/ ^ 0 3 «If -

Lr* ............ ' met een sluitstop.

In fig. 1 is een vatwand 1 afgebeeld, waarin een doorgezette ring 2 aangebracht is en een daarop aansluitende naar buiten omgezette rand, die de nek 3 vormt. De nek 3 is voorzien van een aantal uitsparingen 4.

5 De in fig. 2 afgebeelde kunststof sluitring 5 bestaat uit een flens 6, een huls 7 en een kraag 8. De kraag 8 heeft een buitenoppervlak in de vorm van een afgeknotte kegel. Verder zijn op de buitenzijde van de huls ribben 9 aangebracht en op het buitenoppervlak van de kraag geleidingenoppen 10. Ter plaatse van de verbinding van de flens 6 aan de huls 7 10 bevindt zich een verdikte ring 11. In het inwendige van de huls is schroefdraad 12 aangebracht.

In fig. 3 is afgebeeld hoe de verwarmde sluiting 5 in de juiste stand gebracht wordt ten opzichte van de nek 3. De geleidingsnoppen 10 bevinden zich daarbij in de uitsparingen 4, hetgeen mogelijk is zonder 15 de huls samen te persen, aangezien de kleinste diameter van de rand 12 van het kegelvormig oppervlak 8 kleiner is dan de inwendige diameter van de nek 3.

In fig. 4 is de huls 7 volledig in de nek 3 geperst, waarbij de rand 13 van het kegel vormig oppervlak 8, die een diameter heeft, die 20 groter is dan de inwendige diameter van de nek 3, over de nek 3 naar buiten gesprongen is· De ribben 9 bevinden zich in de uitsparingen 4 van de nek 3, en de verdikte ring 11 bevindt zich in de doorgezette ring 2.

De flens 6 is op de binnenzijde van de vatwand 1 geperst en daaraan vast verbonden. Deze binnenzijde kan voorzien zijn van een bekleding 14, 25 bijvoorbeeld een film, losse voering en dergelijke, waaraan de flens gehecht is. In de huls 7 wordt een sluitstop 15 met overeenkomstige uitwendige schroefdraad 16 gedraaid.

· ' _ g j 0

Claims (8)

1. Werkwijze voor het van een kunststofhuls voorzien van de binnenzijde van een nek, die is gevormd door de naar buiten omgezette rand van 5 een opening in de rand van een vat, welke huls inwendige schroefdraad heeft voor een sluitstop, met het kenmerk, dat een huls wordt toegepast, die aan een einde een uitwendige kraag heeft waarvan het buitenoppervlak de vorm heeft van een afgeknotte kegel met de kleinste diameter aan het uiteinde van de huls, welke diameter kleiner is dan de inwendige diame- 10 ter van de nek en waarvan de grootste diameter groter is dan de inwendige diameter van de nek en die aan het van de kraag afgekeerde einde een naar buiten gekeerde flens heeft waarvan de afstand tot de kraag gelijk aan of iets kleiner is dan de lengte van de nek, welke huls in verwarmde toestand in en door de nek wordt geperst totdat de kraag over het uit- 15 einde van de nek naar buiten springt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de nek wordt voorzien van naar binnen gerichte indrukkingen en de huls van daarin passende ribben. 20

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de flens door lassen wordt verbonden met de vatwand na het inbrengen van' de huls in de nek.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het vast lassen plaats vindt op ongeprepareerd schoon staal.

5. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het vastlassen plaats vindt op geprepareerd staal. 30

6. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de flens wordt gelast op een kunststoffilm, die zelf aan het staal is gehecht.

7. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat voor het 35 lassen van de flens op het staal dit wordt bekleed met een poeder van thermoplastische kunststof.

8. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de flens wordt gelast op een kunststof laag, die deel uitmaakt van een losse 40 voering van het vat. 85ö2073